Partij van de Arbeid

Den Haag, 19 december 2007

PvdA: versnelde actualisering van de Pandhuiswet

In het voorjaar heeft het kabinet, in reactie op de oproep van de PvdA, aangegeven de Pandhuiswet uit 1910 te willen actualiseren. Ze had hier echter nog geen tijdspad aan verbonden. Om dit proces te versnellen stelt de PvdA de minister van Financien voor om de wet gefaseerd te actualiseren.

De Pandhuiswet moet burgers beschermen bij het tijdelijk verpanden van goederen om over contant geld te beschikken. Een groeiend aantal commerciële pandhuizen brengt nu woekerrentes in rekening. Door deze extreme rentepercentages - oplopend tot wel 20% per maand - komen mensen die financiële problemen hebben door het belenen van goederen nog verder in de problemen. Ook andere voorwaarden die commerciële pandhuizen hanteren, pakken nadelig uit voor de burger in geldnood. Over het algemeen hebben de burgers die goederen verpanden bij een pandhuis geen andere goede mogelijkheid om snel aan geld te komen. Deze burgers bevinden zich daardoor in een kwetsbare en afhankelijke positie. Alleen al van de gemeentelijke pandhuizen in Amsterdam en Den Haag gaat het jaarlijks om 270.000 beleningen.

Om deze problemen tegen te gaan wil de PvdA de wet gefaseerd actualiseren. In de eerste fase moet het bereik van de wet worden uitgebreid door de waarde van verpande goederen te laten vervallen. De huidige wet geldt alleen voor goederen met een waarde van voorheen 25 gulden. Daarnaast moeten rentetarieven worden gemaximeerd om woeker en uitbuiting te voorkomen.

In fase twee moeten burgers niet alleen worden beschermd tegen woeker, maar ook tegen oplichting en heling. Daarnaast moet er sprake zijn van verantwoorde verpanding, ofwel er moeten maatregelen worden opgenomen die voorkomen dat belenen van goederen uitmondt in problematische schuldsituatie of uitholling van de vermogenspositie. Tevens mag er geen onderscheid meer in de wet zijn ten aanzien van gemeentelijke- en particuliere pandhuizen. Tot slot moet worden gezorgd voor toezicht en handhaving op uitvoering van de wet.