Provincie Overijssel

Persbericht 07-217

Zwolle, 19 december 2007

Willeme wil blijven
Commissaris Jansen stelt nader onderzoek in

Burgemeester Willeme wil aanblijven. Dat bleek vanmorgen uit het gesprek tussen Commissaris van de Koningin Geert Jansen en burgemeester Willeme. Commissaris Jansen gaat nu aan de slag met het advies aan de minister over burgemeester Willeme. Een aantal zaken wil ik nog verduidelijkt zien, aldus Jansen. Ik wil weten of er belemmeringen waren om de wethouders te benoemen en ik zoek uit hoe de burgemeester met de integriteitsvragen over de wethouders is omgegaan.

Oproep aan de raad: aan de slag met eigen onderzoek

Commissaris Jansen vindt het juist en verstandig dat de Dinkellandse raad óók heeft besloten tot een eigen onderzoek naar de integriteitsvragen rond de wethouders. Ik dring er op aan dat de raad daar snel mee aan de slag gaat. De raad moet haar eigen oordeel vormen en conclusies kunnen trekken.

Zakelijk en menselijk

Commissaris Jansen roept alle betrokkenen om op een zakelijke manier en een menselijke toon de belangen van Dinkelland te dienen. Jansen: Uiteindelijk streven we allemaal naar een bestuurbaar Dinkelland. Daar hebben alle inwoners recht op.

Onderzoek niet openbaar

Het onderzoek van Commissaris Jansen zal naar verwachting in de loop van januari uitmonden in een advies aan de minister. De uitkomst van het onderzoek zal niet openbaar worden gemaakt.

Voor de redactie

Persconferentie om 14.30 uur in provinciehuis Overijssel

Vandaag om 14.30 uur houdt Commissaris Jansen een korte persconferentie in het provinciehuis Overijssel, zaal De Eik aan de Luttenbergstraat 2 in Zwolle.

Bijlage: brief van Commissaris Jansen aan de gemeenteraad van Dinkelland

Met de ontvangst van het faxbericht van uw griffie d.d. 18 december 2007 heb ik heden formeel kennis genomen van de aanbeveling tot ontslag van burgemeester mr. F.P.M. Willeme waartoe u in uw vergadering van 11 december 2007 heeft besloten. Naar aanleiding hiervan heb ik vandaag een gesprek gevoerd met de burgemeester. In verband hiermee breng ik het volgende onder uw aandacht.

Zoals u bekend is heb ik op 6 november jl. kennisgenomen van het feit dat de wethouders het vertrouwen in de burgemeester hebben opgezegd. Vervolgens heb ik met uw raad op 12 november jl. gesproken over de politiek-bestuurlijke duiding van de ontstane situatie. Daarop heeft u in uw raadsvergaderingen van 20 november 2007 en van 11 december 2007 over de kwestie uitvoerig gedebatteerd en besluiten genomen. In de tussengelegen perioden heb ik meermalen gesproken met alle betrokken partijen, waarbij ik in elke fase van de ontwikkelingen de vraag heb voorgelegd of partijen bereid zouden zijn om bemiddeling te accepteren. Daarvoor bleek steeds onvoldoende draagvlak aanwezig. Ook heb ik op diverse momenten contact gehad met vele burgers en groeperingen, die zich bij de kwestie betrokken hebben betoond. Tevens heb ik veel brieven en e-mails van burgers ontvangen. Aldus heb ik kennis genomen van de gevoelens en opvattingen die leven onder de bevolking van Dinkelland.

Op 10 december jl. heb ik in het kader van mijn overleg met de fractievoorzitters nog een uiterste poging ondernomen om in onderling overleg tot een acceptabele uikomst van het conflict te komen. Daarbij zou de burgemeester ontslag nemen en zouden de wethouders hun portefeuille ter beschikking stellen, hangende een onderzoek naar integriteitsvragen die in de vergadering van de raad van 20 november jl. aan de orde zijn gesteld. Dit voorstel is in een enigszins gemodificeerde vorm door de coalitiepartijen overgenomen en via mij aan de burgemeester voorgelegd. Ik heb aangegeven dat ik deze uitkomst, gegeven alle feiten en omstandigheden, verdedigbaar zou vinden. Ook op 11 december jl. is hierover nog contact geweest met de burgemeester en zijn de oppositiepartijen geïnformeerd. De burgemeester heeft het voorstel evenwel afgewezen en ook de oppositie partijen hebben zich niet achter het voorstel geschaard. Uiteindelijk heeft uw raad in meerderheid besloten om de burgemeester voor ontslag voor te dragen.

Thans sta ik voor de advisering van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de aanbeveling tot ontslag. Op basis van de hiervoor gememoreerde gesprekken en de stukken met betrekking tot de besluitvorming in uw raad, heb ik mij een goed beeld kunnen vormen van de politiek-bestuurlijke situatie. Daarbij heb ik ook betrokken de onrust die binnen de gemeenschap van Dinkelland is ontstaan. Al deze feiten en omstandigheden zal ik onder de aandacht van de minister brengen. Echter, alvorens ik advies uitbreng aan de minister, wil ik mij over enkele aspecten van de onderliggende problematiek nader laten informeren. Daartoe zal ik een externe deskundige de opdracht geven om de voorbereiding en besluitvorming binnen uw raad met betrekking tot het onderzoek naar de geloofsbrieven van de wethouders bij hun verkiezing door de raad, in beeld te brengen. Ook zullen enkele specifieke kwesties met betrekking tot het functioneren van de wethouders die door de burgemeester aan de orde zijn gesteld -voor zover relevant voor mijn advisering- tegen het licht worden gehouden. Met name zal worden bezien hoe de burgemeester, vanuit zijn positie, in deze kwesties heeft geacteerd. Voor de goede orde merk ik hierbij op dat de bevindingen uitsluitend bestemd zullen zijn voor mijn oordeelsvorming en mijn advisering aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Overigens heb ik kennis genomen van het feit dat uw raad in de vergadering van 11 december jl. heeft besloten om ook eigenstandig onderzoek te laten doen naar de ten aanzien van de wethouders opgeworpen integritetisvragen en dat daarbij is aangegeven dat aan de conclusies van dat onderzoek consequenties verbonden kunnen zijn voor de wethouders. Ik acht het juist en verstandig dat u dat onderzoek laat uitvoeren. Voor het bestuur van de gemeente Dinkelland zou het namelijk hoogst ongewenst en onbevredigend zijn als de onduidelijkheid over die vragen zou blijven voortbestaan. Ik dring er dan ook met klem op aan dat het onderzoek zo snel mogelijk wordt uitgevoerd.

In het licht van de huidige situatie en het traject dat in de komende periode doorlopen zal worden, acht ik het in het belang van de gemeente Dinkelland dat de burgemeester zijn functie, althans tijdelijk, niet uitoefent. Ik heb hem dan ook indringend verzocht om, hangende de lopende procedure en het onderzoek van de raad, terug te treden. Daarbij heb ik de burgemeester er op gewezen dat hijzelf onderdeel uitmaakt, c.q. onderwerp is, van het conflict respectievelijk met en binnen de raad. Onder deze omstandigheden kan de burgemeester, naar mijn oordeel, thans niet boven partijen staan en werken aan het herstel van de onderlinge verhoudingen binnen het bestuur en de gemeenschap van Dinkelland. De burgemeester heeft evenwel aangegeven dat hij niet kan en wil terugtreden. Naar zijn oordeel zou dat niet in het belang van de gemeente Dinkelland zijn.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal ik zo spoedig mogelijk over de actuele situatie in de gemeente Dinkelland op de hoogte brengen.

Ik roep alle partijen binnen de gemeente Dinkelland op om in de komende periode -ondanks de bestaande tegenstellingen- op een zakelijk wijze de belangen van de gemeente Dinkellland te dienen. Met het oog op de toekomst van Dinkelland.

Met vriendelijke groeten,

mr G.J. Jansen
Commissaris van de Koningin

nformatie: Derk Moor, team Communicatie, provincie Overijssel, telefoon 038 499 92 32 of bij spoedvragen buiten kantooruren 06 18 30 00 03