Vereniging van Effectenbezitters
De VEB is opgericht in 1924 en telt inmiddels meer dan 40.000 leden.
VEB: Frijns komt met halve maatregelen
Persbericht | 19-12-2007
Ook de commissie Frijns komt in haar derde rapportage tot de conclusie
dat er geen vooruitgang meer zit in de naleving door Nederlandse
beursfondsen van de code Tabaksblat voor goed ondernemingsbestuur. Dat
stemt overeen met de resultaten van het VEB-onderzoek dat afgelopen
maandag is gepubliceerd. Waar de VEB een gelijkblijvend
nalevingspercentage constateert, ziet de commissie Frijns zelfs een
achteruitgang ten opzichte van 2006. Drie jaar na de introductie van
de code is dat een teleurstellende constatering.
Een belangrijk onderdeel waarop de naleving achterblijft is het
beloningsbeleid. Vertrekvergoedingen blijken vaak boven het door
Tabaksblat aanbevolen jaarsalaris te liggen, vier van de tien
beursfondsen laat geen peer group-vergelijking zien in de
beloningsparagraaf, bij de toekenning van beloningsaandelen wordt vaak
niet de (voorgeschreven) verplichting opgelegd deze minimaal vijf jaar
te houden.
Frijns constateert terecht dat zelfregulering, waar de code een
voorbeeld van is, alleen een serieus alternatief kan zijn voor
wetgeving als iedereen zich inspant de gedragsregels na te leven:
Zelfregulering vereist zelfdiscipline. De VEB constateert dat deze
zelfdiscipline nog steeds ver te zoeken valt in het Nederlandse
bedrijfsleven, zoals het afgelopen jaar onder meer is gebleken rondom
de overnames van ABN Amro, Getronics en Numico. Toch doet Frijns geen
aanbevelingen voor wetgeving om toekomstige beloningsschandalen tegen
te gaan. Wettelijke maatregelen zouden niet effectief zijn en slecht
voor het vestigingsklimaat. Wel komt de commissie met nieuwe
aanbevelingen voor zelfregulering, hieronder de belangrijkste:
* De raad van commissarissen heeft het recht om variabele beloning
die op basis van onjuiste gegevens is verstrekt terug te vorderen.
* De raad van commissarissen moet bestaande prestatiecriteria kunnen
wijzigen indien de uitkomst tot een onredelijk en onbedoeld
resultaat leidt.
* De vertrekregeling dient onverwijld gepubliceerd te worden.
* De prestatiecriteria dienen zodanig concreet, gekwantificeerd en
specifiek te zijn dat daaruit kan worden afgeleid dat deze
werkelijk ambitieus zijn.
De VEB steunt de bovengenoemde aanbevelingen van de commissie. Vooral
de openheid van prestatiecriteria zal een positief effect hebben op de
relatie tussen prestatie en beloning. De commissie komt tot de
conclusie dat deze relatie momenteel positief is. Als deze relatie al
positief is, dan zien we in de praktijk dat bij een slechte prestatie
er relatief veel bonussen worden betaald en bij een goede prestatie
heel erg veel. De VEB pleit voor een variabele beloning alleen bij
beter dan gemiddeld presteren.
Helaas gaan de aanbevelingen niet ver genoeg. Zo gaat het rapport
geheel niet in op de problemen die spelen rond de exorbitante
beloningen bij overnamesituaties. Er wordt dan wel een intern
beloningsplafond voorgesteld, maar deze is niet controleerbaar en is
afhankelijk van de voorwaardelijke toekenning, niet de uiteindelijke
uitkering. En de commissie doet, behalve met betrekking tot de
transparantie, niets aan de wildgroei van vertrekregelingen. Het
succes van de aanbevelingen is daarmee zeer afhankelijk van de mate
van naleving en de kwaliteit van de commissarissen.
In het voorjaar komt de commissie met haar eindrapport, waarin de
balans wordt opgemaakt van drie jaar naleving. Hoewel de VEB nog niet
tevreden is over de naleving, heeft de commissie Frijns in drie jaar
tijd nuttig werk verricht. Een nieuwe en daadkrachtige corporate
governance commissie zou Code verder moeten verbeteren en aanscherpen.
Bovendien dient de code te worden aangevuld met bepalingen die de
belangenverstrengeling en zelfverrijking bij overnamesituaties moeten
voorkomen. De VEB sluit echter niet uit bij enkele pijnpunten
wetgeving beter zal werken dan zelfregulering.
Vereniging van Effectenbezitters