De voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA1XA
Ons kenmerk UB/A/2007/41263
Datum 19 december 2007
Onderwerp Bestandskoppeling
Op 27 november 2007 zijn afspraken gemaakt tussen de Landelijke Stuurgroep
Interventieteams (LSI) en het College bescherming persoonsgegevens (CBP) over een
stappenplan voor het koppelen van bestanden bij het bestrijden van fraude in
interventieteamverband. Hierbij wil ik u daarover nader infomeren.
Sinds 2004 zijn de interventieteams actief in het aanpakken van sociale- en fiscale fraude en
illegale tewerkstelling. De interventieteams zijn een belangrijk repressief instrument, waarbij
door middel van fysieke controles en lichte opsporing zoveel mogelijk de rechtmatige situatie
wordt hersteld. De kracht van de interventieteams is gelegen in een brede aanpak: een
organisatie wordt tegelijk vanuit verschillende invalshoeken gecontroleerd op fraude en
illegale tewerkstelling. Daarnaast geven de interventieteams signalen die duiden op met name
niet-gebruik van voorzieningen door aan de daarvoor bestemde organisaties.
Deze interventieteams worden aangestuurd door de LSI. De LSI, die wordt voorgezeten door
een vertegenwoordiger van mijn ministerie, bestaat uit vertegenwoordigers van de
Belastingdienst, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, de Arbeidsinspectie, de
Politie, de gemeenten, de Sociale verzekeringsbank, het Openbaar Ministerie en de Sociale
inlichtingen- en opsporingsdienst (SIOD).
Al geruime tijd worden door de organisaties die in de LSI samenwerken bestanden gekoppeld
om zodoende op praktische wijze risicoselecties te maken voor het bestrijden van fraude. Voor
interventieteamprojecten van de LSI vindt dit plaats ten behoeve van een multidisciplinaire
aanpak. Hierbij worden nieuwe bronnen gebruikt om steeds effectiever te kunnen optreden.
Een nieuwe bron die gebruikt is voor de detectie van woonfraude, is die van het waterverbruik.
In dit zogenaamde project Waterproof worden gegevens van WWB-cliënten gekoppeld met
gegevens over extreem laag waterverbruik, waardoor onderzoekssignalen kunnen worden
gegenereerd die wijzen op mogelijke fraude met de `woonsituatie'.
Ons kenmerk UB/A/2007/41263
In het voorjaar van 2007 had het CBP een negatief oordeel gegeven over de wijze waarop
bestanden in het interventieteamproject Waterproof Noord-Holland zijn gekoppeld. Aangezien
het koppelen van bestanden een belangrijk onderdeel is in de bestrijding van fraude door de
interventieteams, was overleg met het CBP om tot een oplossing te komen, noodzakelijk.
Op 27 november jl. heeft een delegatie van de LSI onder leiding van wethouder Schrijer van
de gemeente Rotterdam met de voorzitter van het CBP, de heer Kohnstamm, overeenstemming
bereikt over de wijze waarop het koppelen van bestanden binnen de kaders van de Wet
bescherming persoonsgegevens (Wbp) kan plaatsvinden. In dat overleg is vastgesteld dat
koppeling op basis van risicoprofielen dient plaats te vinden. Met deze risicoprofielen kan de
noodzaak van een koppeling worden onderbouwd. Omdat deze risicoprofielen voor een
aanzienlijk deel nog moeten worden ontwikkeld, is voor de korte en langere termijn gekozen
om bij het koppelen van bestanden met persoonsgegevens gebruik te maken van zogenaamde
`Privacy Enhancing Technologies' (PET-methoden). De koppeling van persoonsgegevens
vindt dan plaats in een `black box', waarbij versleuteling van persoonsgegevens wordt
toegepast. In de context van de interventieteams is deze `black box' een professionele en
beveiligde organisatorische voorziening waarin door middel van speciale software gegevens
geanonimiseerd kunnen worden gekoppeld. Alleen de risicopopulatie wordt herleidbaar
gemaakt en teruggeleverd aan de opdrachtgever.
Gelet op de rol van de SIOD bij risicoanalyse voor de interventieteams, is zij de aangewezen
`trusted third party'.
Op deze wijze wordt het mogelijk om het koppelen van bestanden in te zetten bij het bestrijden
van fraude en zal door gebruik te maken van PET-methoden de werkwijze van de
interventieteams binnen de kaders van de Wbp plaatsvinden.
Na twee jaar zal een evaluatie plaatsvinden waarin onder meer de stand van zaken rondom de
ontwikkeling van voorspellende risicoindicatoren zal worden beoordeeld. Ik zal u informeren
over de uitkomsten van deze evaluatie.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(A. Aboutaleb)
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid