Ministerie van Verkeer en Waterstaat

abcdefgh

De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten Generaal
Binnenhof 4
2513 AA Den Haag

Contactpersoon Doorkiesnummer
- - Datum Bijlage(n) 19 december 2007
Ons kenmerk Uw kenmerk RWS/SDG/NW2007/1994/58752 2070805530 Onderwerp
Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van de leden Halsema en van Gent (beiden Groen Links) over overlast van blauwalgen in Almere (2070805530).


1. Bent u ervan op de hoogte dat Almere te maken heeft met een jaarlijks terugkerend probleem van blauwalgen, die zorgen voor veel overlast voor bewoners en waterrecreanten, zowel aan de kant van het IJmeer als aan de kant van het Gooi- en Eemmeer?


1. Ja, daarvan ben ik op de hoogte.


2. Welke voor bijdrage levert Rijkswaterstaat aan de oplossing van het blauwalgprobleem?


2. Rijkswaterstaat levert een aantal bijdragen die kunnen leiden naar de oplossing van het blauwalgenprobleem:
Uitvoering van maatregelen die de Kaderrichtlijn Water vereist. Participatie in het project BEZEM (Bestrijding Eutrofiëring in de Zuidelijke Randmeren). Een aantal betrokken overheden in het gebied (Rijkswaterstaat Dienst IJsselmeergebied, Waterschap Vallei & Eem, en zeven gemeenten) hebben op 5 juli 2006 een bestuursovereenkomst ondertekend over de realisering van doelen en de uitvoering van maatregelen; tevens zijn hierbij de Provincies Gelderland en Utrecht Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71 Bezoekadres Plesmanweg 1, Den Haag Fax 070 351 78 95 Internet www.minvenw.nl

Bereikbaar met tramlijn 9 vanaf station Den Haag Centraal en Den Haag HS

RWS/SDG/NW2007/1994/58752

betrokken. Ieder heeft daarin een eigen rol in de verbetering van de gebruikskwaliteit van het Eem- en Gooimeer. Deze aanpak richt zich met name op de sanering van de bronnen van nutriënten, aangevuld met inrichtingsmaatregelen van de Rijkswateren. Rijkswaterstaat adviseert de gemeente Almere (en andere gemeenten) over kansrijke maatregelen tegen de overlast van blauwalg.
Rijkswaterstaat onderzoekt verschillende vormen van bestrijding van de overlast van blauwalg. Hierbij wordt op nationaal en internationaal niveau samenwerking gezocht met verschillende onderzoeksinstituten, waterbeheerders en belangenorganisaties. Ook mogelijk, nieuwe oplossingen, zoals de E.M.(effectieve micro-organismen)- methode (`modderballen') worden in die onderzoeken meegenomen.


3. Bent u bekend met de mogelijkheid om de blauwalg te bestrijden met effectieve micro-organismen in de vorm van `modderballen', die in het water gelegd worden, waarmee in het buitenland (onder andere in Japan, China en Finland) positieve ervaringen zijn opgedaan? 1) Zo ja, wat vindt u hiervan? Bent u bereid deze optie serieus te laten onderzoeken en bij positief resultaat te laten toepassen door Rijkswaterstaat? Zo neen, waarom niet?

3. Ja, de E.M.-methode is bekend bij Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat heeft hierover contact opgenomen met buitenlandse overheidsdiensten en de gerefereerde onderzoekers. Naar aanleiding hiervan is gebleken dat er nog onvoldoende aanwijzing is om aan te nemen dat de E.M.-methode effectief in IJmeer, Eem- of Gooimeer zou zijn. Rijkswaterstaat heeft vervolgens de Universiteit van Wageningen opdracht gegeven de effecten en effectiviteit van deze methode te onderzoeken, vooral ook met het oog op mogelijk ongewenste (bij)effecten en de gevolgen van deze methode op de langere termijn. De resultaten van het onderzoek worden eind december 2007 gepubliceerd. Bij positieve resultaten van dit onderzoek zal Rijkswaterstaat het gebruik van deze methode afwegen tegen andere methoden.


4. Bent u bereid een coördinerende taak op u te nemen om te zorgen dat de zeven gemeenten, vier provincies en drie waterschappen die met het blauwalgprobleem in de regio Almere te maken hebben, gezamenlijk tot goede afspraken komen, zoals het College van Burgemeester en Wethouders van Almere per brief op 6 augustus jl. aan u heeft gevraagd? Zo ja, wanneer? Zo neen, waarom niet?

4. Regievoering op regionale gebiedsontwikkeling is een verantwoordelijkheid voor de Provinciale Overheden. Op nationaal niveau concentreert de regie van het ministerie bij het dossier waterkwaliteit zich vooral op de invoering van de EU Kaderrichtlijn Water (KRW). Hierin worden de randvoorwaarden en kaders gesteld voor de regio, waar die verder uitgewerkt en toegepast worden. Voor het Eem- en Gooimeer is dat uitgewerkt in het convenant BEZEM, hiervoor verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 2.


---

RWS/SDG/NW2007/1994/58752

5. Bent u op de hoogte van de plannen om de plezierjachthaven van Almere- Muiderzand uit te breiden met een tweede havenkom, waardoor het blauwalgprobleem voor de bewoners van de flats die daar buitendijks staan, nog zal verergeren? Wat zijn de ecologische gevolgen van havenuitbreiding op deze locatie? Hoe zijn deze plannen te verenigen met de Vogelrichtlijn?

5. Rijkswaterstaat IJsselmeergebied is op de hoogte van de voornemens. De definitieve plannen zullen nog aan Rijkswaterstaat worden voorgelegd. Of het algenprobleem in dat geval nog zal verergeren, is ons op dit moment nog niet bekend, omdat wij op basis van de huidige informatie over het jachthaven-project nog geen conclusies kunnen trekken. Voor dergelijke nieuwe plannen in en nabij gebieden die zijn aangewezen onder de Vogel- en Habitatrichtlijn moet bij de provincie (Flevoland) een vergunning worden aangevraagd in het kader van de Natuurbeschermingswet. In de toetsing voor die vergunning worden alle ecologische gevolgen onderzocht en beoordeeld.

6. Bent u bereid over deze plannen in overleg te treden met de gemeente Almere? Zo neen, waarom niet?

6. Ja, Rijkswaterstaat zal hierover in overleg met de gemeente treden.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VERKEER EN WATERSTAAT,

J.C. Huizinga - Heringa


---