Staatsbosbeheer

persbericht van provincie noord-holland, dienst landelijk gebied en staatsbosbeheer, 19 december 2007

Vandaag is de prehistorische kano, die in september is ontdekt, opgegraven en voor onderzoek overgebracht naar de RACM (Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten) in Lelystad. Dit najaar werd bij graafwerkzaamheden in natuurontwikkelingsgebied Dijkgatsweide een prehistorische boomstamkano gevonden. Deze eikenhouten kano, uit omstreeks 3300 v Chr, is één van de oudste, meest complete kanos die tot nu toe in Nederland gevonden is. Archeologen noemen de vondst heel bijzonder. De kano uit de zogenaamde Trechterbekercultuur leert ons meer over de bewoners van die periode. In die tijd, waarin in Drenthe aan de hunebedden werd gebouwd, was de huidige kuststrook van Wieringermeer een duinen- en kwelderlandschap waarin boeren ook jaagden op vogels en waterdieren. De kano kan dus van een vissende boer geweest zijn.

Kano ingeblikt
De kano is tijdens het eeuwenlange verblijf in de grond o.a. door schimmelaantasting erg zacht geworden. Om te voorkomen dat het hout van de boot breekt, mede gezien de ingevallen vorst, werd de kano vandaag, samen met de omliggende grond, als één blok gelicht. Hiervoor werd een stalen bekisting rond en onder de kano geconstrueerd. De ingeblikte boomstamkano, die ongeveer 16 ton weegt, is per vrachtwagen overgebracht naar de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) in Lelystad. Hier zal de kano op de sproeivloer worden natgehouden. Na deze reddingsactie kan de kano worden geprepareerd, gedocumenteerd, geconserveerd en gerestaureerd. In 2008 wordt nader overleg gevoerd over conservering en restauratie van de kano en de plek waar het tentoongesteld zal gaan worden.

Het landschap vertelt
De kuststrook bij Wieringermeer was vroeger een duinen- en kwelderlandschap. Er leefden in het midden van het Neolithicum (4200-2850 v. Chr.) kleine groepen jagers die over een eigen jachtgebied beschikten. Iedere groep bezat enkele grotere basiskampen waar men elk jaar in een vast patroon langs trok. Deze kampen zijn alleen op de hogere zandgronden in Nederland teruggevonden. Langs de kust hadden zij zomerkampen. De zomerkampen lagen veelal op oeverwallen, dekzandkopjes, langs kreken of moerassen. Door de ligging kon er gevist worden op zowel zoet- als zoutwatervissen. De begroeiing op de stroomwallen leverde een belangrijk deel van het plantaardig voedsel zoals appel, braam, hazelaar en meidoorn. In lager gelegen, vaak natte delen werd gejaagd op vogels en typische waterdieren zoals bever, otter en zeehond. Toen het klimaat langzaam begon te veranderen werd het droger en koeler (maar nog altijd warmer dan nu). Heel geleidelijk schakelde men over op landbouw en veeteelt. In het begin leverde landbouw alleen nog niet genoeg op. Jagen, vissen en verzamelen bleef nog lang nodig om in de levensbehoeften te voorzien. De boomstamkano, zoals die nu gevonden is, werd hoogstwaarschijnlijk gebruikt door zon vissende boer.

Natuurgebied Dijkgatsweide
Dijkgatsweide is een natuurontwikkelingsproject dat tot stand komt in samenwerking tussen Provincie Noord-Holland, Dienst Landelijk Gebied, Staatsbosbeheer, gemeente Wieringermeer, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en Eelerwoude B.V. RAAP Archeologisch Adviesbureau begeleidt de berging van de kano, die door Grondverzetbedrijf van der Meer BV wordt uitgevoerd.



Staatsbosbeheer