Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Brief aan Tweede Kamer over aanpak discriminatie door politie
Naar aanleiding van het verzoek van het lid Dibi in het ordedebat van
12 december jl. over de vaststelling van de Landelijke prioriteiten
voor de politie 2008-2011 in relatie tot de aanpak van discriminatie,
bericht ik u hierbij mede namens de minister voor Wonen, Wijken en
Integratie en de minister van Justitie het volgende.
Op 13 juli jl. hebben ondergetekende en de minister van Justitie u per
brief geïnformeerd over de landelijke prioriteiten (TK 29628 en 28824,
nr. 50). Op 26 september jl. is deze brief in een Algemeen Overleg
besproken. Wij hebben ervoor gekozen, mede op verzoek van de Tweede
Kamer, om het aantal landelijke afspraken met de politie beperkt te
houden, onder meer om daarmee ruimte te laten voor regionale en lokale
prioriteiten. Er is nu een balans tussen landelijke afspraken en
lokale ruimte.
Eén van de landelijke prioriteiten betreft de kwalitatieve en
kwantitatieve aanpak van criminaliteit. Discriminatie is een misdrijf,
en de bestrijding daarvan achten wij van groot belang. Het is en
blijft ook de komende jaren een speerpunt van dit Kabinet. Wij achten
het niet nodig om discriminatie als apart misdrijf in de Landelijke
prioriteiten te benoemen, zoals wij dat ook voor andere type
misdrijven niet hebben gedaan, met als uitzondering hierop het plegen
van geweld. De redenen hiervoor zijn de volgende.
In het Coalitieakkoord is opgenomen dat aangiften van discriminatie
altijd opvolging zullen krijgen. Dit geschiedt via de normale
gezagslijn van het Openbaar Ministerie (OM), waarbij de politie voor
de aanpak van discriminatie wordt gestuurd middels de Aanwijzing
discriminatie. De nieuwe Aanwijzing discriminatie is per 1 december
2007 in werking getreden en is geaccordeerd door de Raad van
Hoofdcommissarissen. In deze Aanwijzing zijn de afspraken uit het
Landelijk Kader Nederlandse Politie 2007 opgenomen.1
Ook anderszins blijft de aanpak van discriminatie bij de politie hoog
op de agenda staan. Zo zal de informatiepositie met betrekking tot het
voorkomen van discriminatie de komende jaren op een aantal manieren
verbeteren.
Het Landelijk Expertisecentrum Diversiteit (LECD) van de politie
levert medio 2008 een eerste landelijk criminaliteitsbeeld van
discriminatie. Daarnaast zal de politie jaarlijks een landelijk
overzicht van homofoob geweld leveren dat aan de Tweede Kamer gestuurd
wordt.
In 2009 krijgen alle regionale politiekorpsen hetzelfde
bedrijfsprocessensysteem. In dit systeem wordt een code discriminatie
opgenomen. Hierdoor kan bij alle commune delicten met een
discriminatoire achtergrond geregistreerd worden dat het om
discriminatie gaat.
Het LECD is in samenwerking met de regionale politiekorpsen
Gelderland-Zuid en Amsterdam-Amstelland het project Hate Crimes
gestart, dat een looptijd van drie jaar heeft. Het project heeft als
doel de aangiftebereidheid van hate crimes te vergroten en hierdoor
een beter inzicht te verkrijgen in de daadwerkelijke omvang van hate
crimes, zoals homofobe of racistische geweldsdelicten. De pilot gaat
in bovengenoemde regionale politiekorpsen van start en zal landelijk
uitgerold worden in 2011.
De politie heeft geen exclusieve verantwoordelijkheid voor de aanpak
van discriminatie. Ondergetekende en de minister van Justitie hebben
zich in het Landelijk Kader Nederlandse Politie 2007 gecommitteerd aan
het stimuleren van de lokale overheid, het OM en andere relevante
partners tot ketensamenwerking. Hiertoe hebben wij op 7 juni 2007 in
samenwerking met het OM en de politie de Conferentie Gezamenlijke
Aanpak Discriminatie georganiseerd voor alle relevante ketenpartners.
Op deze conferentie is het belang van een gezamenlijke aanpak
onderschreven en is tot een gezamenlijke intensivering van de aanpak
van discriminatie besloten. (Zie www.justitie.nl/discriminatie
(extern) voor de uitkomsten van de conferentie).De ministers van
Justitie en voor Wonen, Wijken en Integratie en ik blijven de
gezamenlijke aanpak van discriminatie stimuleren. Om de uitkomsten van
de conferentie te borgen is de werkgroep Gezamenlijke Aanpak
Discriminatie opgericht. Deelnemers zijn de VNG, het OM, de politie,
de Commissie Gelijke Behandeling, Art.1, de ministeries voor WWI, van
BZK en van Justitie.
Om een goed beeld te krijgen of alle inspanningen tot het gewenste
resultaat leiden zullen wij begin 2009 een bijeenkomst met de
ketenpartners organiseren. Daar waar nodig zal het beleid worden
geïntensiveerd.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Mw. dr. G. ter Horst
1) De korpsen delen regelmatig het discriminatie-criminaliteitsbeeld
met het OM, de lokale overheid en relevante partners en implementeren
de negen randvoorwaarden Discriminatiebestrijding zoals vastgesteld
door de Raad van Hoofdcommissarissen op 14 januari 2004 (waaronder de
implementatie van de Aanwijzing Discriminatie).
Naar boven
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties