ChristenUnie


Overleg over het onderdeel cultuur van de OCW-begroting 2008

Overleg over het onderdeel cultuur van de OCW-begroting 2008

maandag 17 december 2007 13:42

De heer Anker (ChristenUnie): Mevrouw de voorzitter. Waar de vorige spreker vooral de marge van het culturele leven opzocht, namelijk alleen die kant waar het echt pijn doet, wil ik me graag richten op het bijzondere dagelijkse leven van de cultuur. Volgens mij gaat het vandaag daarover. Het gaat ook niet alleen over Drenthe of Amsterdam, maar over iets bijzonders, namelijk cultuur, iets dat wij met elkaar maken, en kunst die daaruit voortkomt.

Mensen hebben de gave ontvangen om creatief te zijn, dat wil zeggen om iets nieuws te maken met wat de wereld aan mogelijkheden biedt. Kunstenaars verrijken het leven door een nieuwe benadering van wat er om ons heen gebeurt. Het is daarom ook belangrijk om te koesteren wat kunstenaars in het verleden tot stand hebben gebracht, niet alleen vanwege het historische belang, maar ook omdat kunst zeggenschap heeft over de grenzen van de tijd heen. Kunstenaars ontwikkelen sterke middelen om te communiceren. Zij kunnen de ogen openen voor zowel het goede en het mooie, als ook voor het bedreigende en het lijden. Mocht dit u bekend voorkomen, een aantal zinnen van deze inleiding staat al enige tijd in het programma van de ChristenUnie.

Ik zal een paar punten langslopen. Het eerste heeft betrekking op een grondwettelijke verankering van de Nederlandse taal. De minister van Binnenlandse Zaken heeft mij enkele weken geleden verzekerd dat zij hier werk van zal maken. Wil de minister hier ook nauwlettend op toezien? In het beleidsprogramma staat dat dit kabinet ernaar zal streven om zich zo veel mogelijk in het Nederlands uit te drukken. Ik ben bij de behandeling van de begroting van het ministerie van BZK ten strijde getrokken tegen de term taskforce. In het beleidsartikel kwam ik nu de term taskforcearchieven tegen. Ik had even de illusie dat de taskforces zijn afgeschaft en dat er nog slechts een doos archiefmateriaal rest, maar helaas, ze bestaan nog en er is zelfs een apart archief voor. Wat mij betreft wordt de naam veranderd in de "taakgroeparchieven". Wil de minister eens kritisch nagaan welke ongrijpbare Engelse termen in de stukken worden gebruikt? Het wordt er allemaal niet veel duidelijker op. Het klinkt misschien aardig, maar wij snappen het soms niet goed.

Op het gebied van het behoud van monumentaal erfgoed leg ik de vinger bij de problematiek van de subsidiebehoefte van kerken en het ontoereikende BRIM-budget. Ik ben blij dat uit de schriftelijke beantwoording van de vragen die de heer Van der Vlies tijdens de begrotingsbehandeling heeft gesteld, blijkt dat de bescherming van kerkgebouwen de volle aandacht van de minister heeft. Dit blijkt ook uit de passages in het regeerakkoord en de begrotingen die daarover gaan. Toch zit ik nog met een aantal vragen. Ons bereiken signalen dat als het tienjarenonderhoudsplan van monumenten afloopt en monumenten in de Brim stromen, wat voor kerken vanaf 2009 het geval zal zijn, deze worden geconfronteerd met een aanzienlijke terugval in de jaarlijkse onderhoudssubsidie. Hier dreigt bij een groot aantal kerkgebouwen het gevaar van oplopend achterstallig onderhoud. Heeft de minister zicht op de totale omvang van deze problematiek?

De minister heeft eerder aangegeven dat vanaf 2008 structureel 3 mln. jaarlijks naar de monumentenzorg gaat. Hoeveel hiervan is bedoeld voor de uitvoering van de Brim? Het is zaak dat de overheid daadwerkelijk zorg draagt voor het behoud van het religieus cultureel erfgoed. Is het nu beschikbare budget voldoende om de problemen het hoofd te bieden? Volgens de kerken niet. Graag een reactie van de minister.

De minister wil dit bij de evaluatie van de Brim eveneens laten onderzoeken. Ik merk hierbij op dat voor kerkgebouwen geldt dat de Brim voorziet in een gefaseerde instroom, die voor kerkgebouwen pas zal plaatsvinden in de jaren 2009-2010-2011. Ook de stopzetting van de tienjarenonderhoudsregeling moet dus in het onderzoek worden meegenomen. Graag een reactie en actie van de minister op dit punt.

Mijn fractie is te spreken over de acties voor de vergroting van het bereik van het cultureel erfgoed; de gratis toegang voor kinderen tot twaalf jaar tot de rijksgesubsidieerde musea vinden wij bijvoorbeeld hartstikke mooi. Maar op 17 januari is er de opening van het Jaar van het Religieus Erfgoed. Het doel is de vergroting van de belangstelling voor en kennis van het religieus erfgoed in Nederland en de bevordering van de duurzame toekomst ervan. De betrokken bestuurders van de Stichting "2008 Jaar van het Religieus Erfgoed" zijn druk doende met de voorbereiding van het beleidsplan. Zij ervaren de betrokkenheid van het departement echter als beperkt. Er zou onduidelijkheid zijn over de financiën. Ik heb begrepen dat daarover vorig jaar, bij het Jaar van de Molen, ook onduidelijkheid was. Zo'n "Jaar van... " is hartstikke mooi -- hoewel we er wel veel van hebben -- maar dit zou toch goed moeten worden aangepakt. Graag een reactie van de minister.

Over regionale spreiding het volgende. De minister geeft in zijn brief van 17 oktober aan dat de Kamer en het kabinet het naar zijn gevoelen eens zijn over de wenselijkheid van een goede geografische spreiding. Mijn fractie heeft daar vaak aandacht voor gevraagd. Kunstbeleid is in beginsel een zaak voor regionale en lokale overheden, waarvoor middelen beschikbaar gesteld moeten worden. Het gaat hierbij inmiddels over de 35 slash 36 steden -- inderdaad, daar ga ik: in de mij resterende minuut zei ik zelf "slash"... Hoe dan ook, ik vind het goed dat een bestuurslaag enigszins op de achtergrond wordt gezet als het mogelijk is om iets te regelen op de plaatsen waar het gebeurt, maar toch vraag ik me af of de grens van 90.000 inwoners een goed criterium daarvoor is. Ik weet dat er kleine dorpen zijn -- bij mij in Noord-Holland bijvoorbeeld Bergen -- waar vele kunstenaars wonen en waar veel gebeurt. Missen wij dergelijke plaatsen, waar dus ook mooie dingen gebeuren, niet met deze regeling en is de provincie juist daarvoor niet nodig?

Over de KunstKoopRegeling ga ik niet veel meer zeggen; dat hebben vele collega's al gedaan. Ik vind het ook erg jammer dat die verdwijnt. Het is een heel kleine investering, maar de effecten zijn erg groot. De bibliotheken zijn een belangrijke, laagdrempelige bron van kennis en vaardigheden voor alle burgers. Wij kunnen de aanhef van desbetreffende brief van de minister daarom volledig onderschrijven. De bibliotheek is een publieke voorziening met een grote sociaal-culturele betekenis. Deze voorziening moet zo dicht mogelijk bij huis worden gevonden. De voortzetting van de vernieuwingsoperatie is nodig om de bibliotheken deze betekenis in de toekomst te laten behouden. De minister heeft overeenstemming bereikt met IPO en VNG over de besteding van de middelen. Deze partijen hebben de hoop uitgesproken dat het vernieuwingsprogramma wordt voortgezet en vragen extra investeringen in de bibliotheken voor de komende jaren. Wij zien met belangstelling uit naar de uitkomst van het bestuurlijk overleg over de aanpak in de periode 2009-2012. Kan de minister zeggen wanneer wij die kunnen verwachten?