19 dec 2007

Onderdeel: Wageningen UR
Nummer: N

De Wageningse onderzoeker dr.ir. Mario Calus heeft van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een zgn. Casimir-subsidie ontvangen voor onderzoek dat hij bij het bedrijf CRV gaat uitvoeren. Doel is om fokprogramma's voor melkvee te optimaliseren via 'genomic selection'. Het onderzoeksbedrag is zo'n tachtigduizend euro.

In zijn onderzoek concentreert Mario Calus van de Animal Sciences Group (ASG) van Wageningen UR in Lelystad zich met zgn. genomic selection op het verbeteren van runderrassen. Het gaat daarbij om eigenschappen, bijvoorbeeld gerelateerd aan dierenwelzijn, die vaak lastig zijn te meten, maar wel van groot belang zijn voor een gezonde populatie.

Daarbij gebruikt hij tienduizenden kleine afwijkingen (zgn. SNP's) die verspreid over het genoom voorkomen, zonder overigens de bijbehorende genen altijd te kennen. Dit wordt gedaan voor een referentiepopulatie met bepaalde bekende eigenschappen. Daarmee worden vervolgens de SNP's van jonge dieren vergeleken. Zo is een betrouwbare voorspelling te maken over de diergezondheid en andere eigenschappen van het jonge dier.

Op die manier moet men straks in de praktijk komen tot een 'duurzame populatie' met veel duurzaamheidskenmerken, zoals een hoog dierenwelzijn, hoge vruchtbaarheid en goede diergezondheid.

Mario Calus zal zijn onderzoek verrichten bij het bedrijf CRV (Coöperatie Rundvee Verbetering) in Arnhem, dat wereldwijd zijn sporen heeft verdiend in fokprogramma's en in Nederland marktleider is.

NWO heeft in totaal vijftien voorstellen voor onderzoek binnen het Casimir-subsidieprogramma gehonoreerd om de mobiliteit van onderzoekers te vergroten en meer uitwisseling van onderzoekers tot stand te brengen tussen bedrijven en publieke kennisinstellingen. Het programma wordt gefinancierd vanuit het nationale Deltaplan Bèta Techniek dat is opgericht door de ministeries van EZ en OCenW. Met Casimir wordt kennis en talent voor R&D en innovatie beter benut. Bovendien maakt Casimir een loopbaan in het onderzoek aantrekkelijker en vergroot het de carrièrekansen van onderzoekers.