College van Beroep voor het bedrijfsleven
rechtspraak
Intrekking aanvraag bijstand. Deugdelijke verslaglegging.
Confrontatiegesprek
Het College heeft hoger beroep ingesteld om duidelijkheid te
verkrijgen over de toelaatbaarheid van de in dit geval toegepaste
methode, die wordt aangeduid met de term âconfrontatiegesprekâ. De
Raad is van oordeel dat geen geschreven of ongeschreven rechtsregel en
geen algemeen rechtsbeginsel zich ertegen verzet, dat de sociale
recherche in de aanvraagfase intervenieert indien sprake is van een
vermoeden van fraude. In een dergelijk geval dient het bestuursorgaan
echter te bewijzen dat de betrokkene zijn aanvraag zonder druk en in
volledige vrijheid heeft ingetrokken. Daarvoor is vereist dat ten
minste sprake is van een deugdelijke schriftelijke verslaglegging van
het gesprek, bij voorkeur in de vorm van een door de betrokken sociaal
rechercheur(s) op ambtseed opgemaakt en ondertekend proces-verbaal,
met een precieze weergave van de feitelijke gang van zaken rond en van
het confrontatiegesprek. In het voorliggende geval is aan dit minimale
vereiste niet voldaan. Nu betrokkene gemotiveerd heeft betwist dat hij
zijn aanvraag zonder druk en in volledige vrijheid heeft ingetrokken,
kan het College daarom redelijkerwijs niet aan betrokkene tegenwerpen
dat hij zijn aanvraag heeft ingetrokken. Aan het feit dat betrokkene
op 2 oktober 2006 een nieuwe aanvraag heeft ingediend, kan niet de
door het College gewenste betekenis worden toegekend. In die handeling
ligt immers niet noodzakelijkerwijs besloten dat betrokkene erkent dat
de intrekking van de eerdere aanvraag op regelmatige wijze heeft
plaatsgevonden.
LJ Nummer:
BB9743
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 19 december 2007