abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
18 december 2007 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
VenW/DGP-2007/10594 2070805490
Onderwerp
Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Roemer (SP) over de
milieunormen bij de concessies van het Openbaar Vervoer
1. Onderschrijft u de resultaten uit het TNO onderzoek1 dat de uitlaatgassenmissies en het
brandstofverbruik van de Euro5 EEV bus vergelijkbaar zijn met die van moderne
aardgasbussen? Zo neen, waarom niet?
1. Het TNO onderzoek is geschreven in opdracht van bussenbouwer VDL, die de EEV
(Enhanced Environmentally friendly Vehicle) dieselbus aanbiedt. Ik heb het onderzoek
ontvangen en het rapport bestudeerd en trek daaruit de volgende conclusies:
· De uitlaatgasemissies van de onderzochte lichtgewicht EEV dieselbus is vergelijkbaar
met de onderzochte moderne aardgasbussen op het gebied deeltjes (roet), CO en
koolwaterstoffen;
· De EEV dieselbus is zuiniger dan de onderzochte aardgasbussen, omdat hij een relatief
lagere CO2 uitstoot heeft;
· Op het gebied van NOx en NO2 uitstoot scoort de schoonste aardgasbus relatief
beter dan de onderzochte EEV diesel bus.
Het gaat in beide gevallen overigens om motoren die aan de hoge EEV norm voldoen. De
op de praktijk situatie gebaseerde rollenbanktest wijst dus uit dat de onderzochte dieselbus
1 TNO rapport MON-RPT-033-DTS-2007-02723
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VenW/DGP-2007/10594
verhoudingsgewijs zuiniger (klimaat) is en de schoonste aardgasbus schoner is op NOx en
NO2 (luchtkwaliteit). Het is echter denkbaar dat bij de vergelijking van een andere
combinatie van typen dieselbus en aardgasbus een andere uitkomst wordt gegenereerd.
2. Is u bekend dat bij recente concessies voor het Openbaar Vervoer een brandstofeis is
opgenomen met als doel de uitlaatgasemissies te reduceren en dat hierdoor niet altijd de
schoonste en zuinigste bus wordt gekozen? Acht u dit wenselijk? Zo neen, hoe gaat u er
voor zorgen dat concessieverleners deze eis niet opnemen?
3. Vindt u het geoorloofd dat de toepassing van aardgas bij concessies wordt bevoordeeld
door subsidies en dat daardoor de aanbieders van schonere en zuinigere bussen bij de
financiële afwegingen op achterstand worden gezet? Zo neen, hoe gaat u er op toezien
dat dit voordeel wordt weggenomen?
4. Deelt u de mening dat bij het verlenen van de concessie de feitelijke uitlaatgasemissies
en het feitelijk brandstofgebruik doorslaggevend moeten zijn in plaats van de soort
brandstof en dat aanbieders van de schoonste en zuinigste bussen de voorkeur genieten?
Zo ja, hoe gaat u de concessieverleners hiertoe aanzetten? Zo neen, waarom niet?
Gecombineerd antwoord op 2, 3 en 4.
Ik wil voorop stellen dat het programma van eisen en het bestek door de decentrale OV
autoriteiten als concessieverleners worden opgesteld. Zij bepalen op basis van welke
voorwaarden wordt gereden en welke factoren doorslaggevend zijn in een aanbesteding.
Gelet op mogelijke nieuwe ontwikkelingen en de flexibiliteit voor aanbieders adviseer ik en
het Kennis Platform Verkeer en Vervoer over het algemeen om in het bestek functionele
eisen op te nemen in plaats van specifieke inhoudelijke of technische eisen. Het is namelijk
erg moeilijk om tussentijds in langlopende concessies voorwaarden te veranderen. Omdat
ik het van groot belang acht dat concessieverleners hun keuzes maken op basis van
actuele en betrouwbare gegevens, heb ik reeds het onafhankelijke TNO rapport ter
informatie naar de decentrale OV-autoriteiten gestuurd. Ook heeft het Kennisplatform
Verkeer en Vervoer het voornemen om een onafhankelijk overzicht te maken van
verschillende typen bussen en hun emissie. Dit overzicht kan concessieverleners helpen
een zeer weloverwogen keuze te maken ten aanzien van milieueisen in het bestek.
De rijkssubsidieregeling voor het stimuleren van de aanschaf van bussen en vrachtwagens
met Euro V of EEV gecertificeerde motor kent geen onderscheid tussen diesel of aardgas.
Decentrale overheden hebben wel de mogelijkheid om middelen voor verbetering van de
luchtkwaliteit te gebruiken om het budget voor OV-aanbestedingen te verhogen. Dit is te
rechtvaardigen als de inzet van het schoonst mogelijke openbaar busvervoer inderdaad de
meest effectieve maatregel is om de luchtkwaliteit te verbeteren.
---
VenW/DGP-2007/10594
Het is mij ook bekend dat een concessieverlener in een enkel geval in zijn bestek een
brandstofeis heeft opgenomen, vanwege de urgente luchtkwaliteitproblematiek met name
op het gebied van NO2 en daarvoor de techniek met de laagste NOx uitstoot eist. Het is
vooralsnog aardgas dat in potentie de laagste NOx emissie heeft.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
J.C. Huizinga-Heringa
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat