Provincie Noord-Brabant



|Datum         |
|17 december   |
|2007          |
|Nummer        |
|262           |

Brabant wijst vraag ministeries voor nieuwe bedrijfslocaties af
Geen alternatieven voor Hoeksche Waard in Brabant

De provincie Noord-Brabant ziet geen mogelijkheden om, als alternatief voor de Hoeksche Waard, meer regionale bedrijfslocaties te ontwikkelen in West-Brabant. In een brief aan de minister van Economische Zaken reageren Gedeputeerde Staten op het rapport 'Een ruimtelijke verkenning naar alternatieven voor de Hoeksche Waard'. Dit rapport is in opdracht van de ministers van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu, en Economische Zaken opgesteld door het Ruimtelijk Planbureau en het Centraal Planbureau.

Minister Cramer (VROM) heeft eerder dit jaar twijfels geuit over de plannen voor een bovenregionaal bedrijventerrein in de Hoeksche Waard, in de provincie Zuid-Holland. Zij vindt de Hoeksche Waard als nationaal landschap een voorbeeld van Mooi Nederland en wil dit gebied liever niet aantasten.

In het rapport waarbij gekeken is naar mogelijke alternatieven, komt nadrukkelijk West-Brabant in beeld. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant zijn echter van mening dat zij, door voortvarend uitvoering te geven aan het Logistiek Park Moerdijk, al een aanzienlijke bijdrage leveren aan de bovenregionale vraag naar havengerelateerde logistiek. De planologische procedure voor dit grootschalige logistieke park van netto 150 hectare is al opgestart en daarnaast wordt ingezet op een aanzienlijke intensiveringimpuls op het bestaande bedrijventerrein Moerdijk.

De provincie heeft met de ministers van Economische Zaken en VROM, en de gemeente Moerdijk op 8 oktober 2007 een intentieovereenkomst getekend voor netto 150 hectare logistieke bedrijvigheid. Gedeputeerde Staten zien in Moerdijk geen mogelijkheid om naast de genoemde 150 hectare nog meer ruimte beschikbaar te stellen buiten de afspraken zoals vastgelegd in de intentieovereenkomst.

Als het gaat om eventuele nieuwe terreinen heeft de provincie bewust de keuze gemaakt in het open gebied van West-Brabant twee gebieden te ontwikkelen (naast het Logistiek Park Moerdijk ook het Agro- en Food Cluster Dinteloord) en verdere stedelijke ontwikkelingen zoals wonen en bedrijventerreinen te concentreren in de stedelijke regio's.

Andere/nieuwe locaties worden daarmee ook afgewezen, juist ter behoud van de landschappelijke openheid. Op basis van de huidige inzichten zien Gedeputeerde Staten geen enkele aanleiding om, als alternatief voor de Hoeksche Waard, medewerking te verlenen aan het ontwikkelen van meer regionale locaties in West-Brabant dan al vermeld in de Interim-Structuurvisie of in de regionale programma's van de uitwerkingsplannen van de provincie Noord-Brabant.