Kamerbrief inzake verslag OVSE Ministeriële Raad (Madrid d.d. 29-30 november
2007)
17-12-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
In aanvulling op mijn brief d.d. 23 november jl. onder nummer
DVB/VD-388/07 over de Nederlandse inzet bij de OVSE Ministeriële Raad
op 29 en 30 november 2007 in Madrid en het daarop volgende
schriftelijk overleg met uw Kamer, bericht ik u hierbij over het
verloop en de uitkomsten van deze jaarlijkse vergadering. Zoals eerder
aan u gemeld, nam staatssecretaris voor Europese Zaken Timmermans in
mijn plaats deel aan deze vergadering.
Inleiding
De 15de OVSE Ministeriële Raad, de afsluitende vergadering op
ministerieel niveau van het Spaanse OVSE-Voorzitterschap, stond vooral
in het teken van toenemende meningsverschillen tussen Oost en West
over met name verkiezingswaarneming binnen de OVSE en werd
overschaduwd door het naderende Russische moratorium op de uitvoering
van het CSE-verdrag en voortdurende meningsverschillen over Kosovo.
Wel werd overeenstemming bereikt over de OVSE-Voorzitterschappen voor
de jaren 2009-2011 en over een nauwere betrokkenheid van de OVSE bij
de veiligheid van partnerland Afghanistan. Door met name
Amerikaans-Russische meningsverschillen bleek het niet mogelijk een
nader besluit te nemen over de juridische status van de OVSE.
Tegen deze achtergrond was het niet verwonderlijk dat de OVSE
Ministeriële Raad wederom zonder slotverklaring werd beëindigd. Een
aantal moeilijke kwesties werd hiermee doorgeschoven naar 2008,
wanneer Finland het OVSE-Voorzitterschap zal bekleden.
OVSE-verkiezingswaarneming
Bij de Ministeriële Raad stonden twee visies op de rol van ODIHR bij
verkiezingswaarneming diametraal tegenover elkaar:
* de visie van de Russische Federatie en een aantal gelijkgezinde
landen, waarbij de huidige OVSE-verplichtingen met betrekking tot
verkiezingen beperkt worden geïnterpreteerd en ODIHR onder de
politieke controle van de deelnemende staten wordt geplaatst;
* de visie van Westerse landen, waarbij de autonomie van ODIHR de
garantie vormt voor geloofwaardige en professionele
verkiezingswaarneming. Verplichtingen op het gebied van
verkiezingen (en de rol van ODIHR bij de ondersteuning van de
uitvoering hiervan) zouden eerder moeten worden versterkt dan
verzwakt. De EU had daartoe nadere voorstellen geformuleerd. De
Nederlandse inzet was gericht op aanvaarding van deze voorstellen.
Bij de Ministeriële Raad bleek het niet mogelijk om deze
meningsverschillen te overbruggen. Hierdoor kon noch over de
voorstellen van de Russische Federatie (gesteund door een aantal
gelijkgezinde landen), noch over de EU-voorstellen consensus worden
bereikt. Er werd dan ook geen besluit genomen over een andere aanpak
van verkiezingswaarneming. Het Finse OVSE-Voorzitterschap in 2008 zal
moeten bezien, of en zo ja hoe er alsnog enige vooruitgang op dit
gebied kan worden bereikt.
Juridische status van de OVSE
Ondanks alle inspanningen van het Spaanse OVSE-Voorzitterschap en de
Nederlandse Voorzitter van de informele werkgroep belast met de
uitwerking van een Conventie, bleek het niet mogelijk hierover
overeenstemming te bereiken.
Enerzijds hielden de Russische Federatie (en Wit-Rusland) aanvaarding
van de Conventie in gijzeling met hun koppeling aan de eis van een
gelijktijdige aanvaarding van het streven naar een OVSE-Charter.
Anderzijds bleef de Verenigde Staten dergelijke besprekingen
categorisch afwijzen.
Uiteindelijk werd het rapport van de informele werkgroep (met daarbij
de ontwerp-tekst van een Conventie) bij de slotverklaring van het
Spaanse Voorzitterschap gevoegd. Het is nu aan het inkomend Fins
Voorzitterschap te bezien, of er in een later stadium alsnog
vooruitgang op dit punt kan worden bereikt. Gezien de diametraal
tegenover elkaar staande visies van de Russische Federatie en de
Verenigde Staten lijkt de kans hierop niet erg groot.
Nederland heeft aangegeven te betreuren dat deze kans om de OVSE
tenminste enige vorm van rechtspersoonlijkheid te verlenen werd
gemist. Bij de aanvaarding van het OVSE-besluit over nauwere
betrokkenheid bij Afghanistan werd in een interpretatieve verklaring
voorts aangegeven dat rechtspersoonlijkheid van de Organisatie voor
Nederland van essentieel belang is om medeverantwoordelijkheid te
kunnen dragen.
OVSE en Afghanistan
De Ministeriële Raad aanvaardde een besluit omtrent samenwerking van
de OVSE met partnerland Afghanistan. Voor het moment gaat het hierbij
vooral om nadere betrokkenheid van Afghanistan bij OVSE-activiteiten
in Centraal-Azië op het gebied van versterking van veiligheid aan de
grenzen, politie-training en drugsbestrijding.
In het huidige besluit is nog geen sprake van OVSE-activiteiten in A
fghanistan zelf. Met name de Verenigde Staten zouden willen dat
mogelijkheden hiervoor actief worden onderzocht. Afghanistan heeft
zelf nog niet aangegeven wat het hiertoe van de OVSE zou verwachten.
Mogelijk komt dit aan de orde op een conferentie van de OVSE met
partners volgend voorjaar in Kaboel. Wel staat in het besluit van
Madrid nadrukkelijk dat nauw moet worden afgestemd met andere
internationale organisaties die in Afghanistan actief zijn, zodat
doublures worden voorkomen.
OVSE-Voorzitterschappen 2009-2011
In Madrid werd overeenstemming bereikt over drie opeenvolgende
OVSE-Voorzitterschappen, te weten: Griekenland voor 2009, Kazachstan
voor 2010 en Litouwen voor 2011.
Hiermee werd eindelijk een doorbraak bereikt in de slepende kwestie
rond de kandidatuur van Kazachstan. Twee zaken droegen met name bij
tot de vorming van consensus:
* de brief van de Kazachstaanse minister van Buitenlandse Zaken aan
het Spaanse OVSE-Voorzitterschap aan de vooravond van de OVSE
Ministeriële Raad, waarin hij nadrukkelijk onderstreepte dat
Kazachstan de interne politieke hervormingen ook in de komende
jaren actief zou voortzetten;
* de toezegging van Kazachstan in Madrid dat het zich als een
onafhankelijke Voorzitter zal opstellen. In verband hiermee zegde
Kazachstan toe de autonomie van ODIHR te zullen respecteren en
trok het de steun voor Russische (verkiezings)voorstellen in.
Met deze toezeggingen van Kazachstan werden ook de landen met de
meeste twijfels met betrekking tot een Kazachstans
OVSE-Voorzitterschap over de streep getrokken.
Hiermee is een zekere continuïteit voor de komende jaren gegarandeerd.
OVSE en Kosovo
De inzet van het Spaanse OVSE-Voorzitterschap was om een eenduidig
signaal te kunnen afgeven, dat de OVSE-missie in Kosovo haar
werkzaamheden ook in de toekomst zou kunnen voortzetten, ongeacht de
uitkomst van de statusonderhandelingen. Hoewel het Voorzitterschap
hierbij door de meeste OVSE-landen wordt ondersteund, wilde de
Russische Federatie deze kwestie openhouden. In zijn interventie wees
minister Lavrov nog eens nadrukkelijk op de risico's van overhaaste
beslissingen (in zijn visie ook nog eens buiten de VN-Veiligheidsraad
om) voor niet alleen de stabiliteit op de Balkan, doch ook voor de
OVSE (schending van de Slotakte van Helsinki).
Verdrag inzake de Conventionele Strijdkrachten in Europa (CSE)
In de marge van de vergadering van de OVSE Ministeriële Raad in Madrid
vonden diverse bijeenkomsten plaats, zowel in NAVO-verband als in
bilateraal Amerikaans-Russisch kader, over de toekomst van het
(Aangepaste) CSE-verdrag. Het is teleurstellend te moeten constateren,
dat ook dit overleg (na eerdere pogingen recentelijk in Bad Saarow en
Parijs) niet de gewenste doorbraak opleverde.
Ook uit nieuwe Russische eisen met betrekking tot de zogenaamde
flanken-problematiek en herinvoering van een NAVO-breed plafond, bleek
dat er aan Russische kant geen bereidheid meer bestaat om alsnog te
overwegen af te zien van een moratorium op uitvoering van het
CSE-verdrag na 12 december 2007.
De toekomst van het (Aangepaste) CSE-verdrag was vervolgens ook
onderwerp van bespreking bij de ministeriële vergaderingen van de NAVO
en de NAVO-Rusland Raad op 6-7 december jl. in Brussel. Ook hierbij
bleek duidelijk, dat het politieke besluit tot opschorting inmiddels
in Moskou was genomen. De NAVO-ministers spraken hierover hun
teleurstelling uit in het slotcommunique van de NAVO Ministeriële
Raad.
De dialoog over de diverse geschilpunten zal evenwel worden voortgezet
ook na inwerkingtreding van dit moratorium. NAVO-lidstaten zullen hun
verplichtingen onder het CSE-verdrag jegens Rusland in eerste
instantie blijven nakomen. In de komende maanden zal getracht worden
de Russische Federatie alsnog tot nadere onderhandelingen te bewegen
om dit unieke conventionele wapenbeheersingsregime in Europa in stand
te houden.
Inwerkingtreding van het (Aangepaste) CSE-verdrag (na vervulling van
de " Istanboel-verplichtingen" door de Russische Federatie) blijft de
voorwaarde voor de -door de Russische Federatie gewenste-
onderhandelingen over een eventuele verdere actualisering van dit
wapenbeheersingsregime en voor toetreding van additionele staten,
waaronder de Baltische landen.
Slot
De OVSE Ministeriële Raad van Madrid wist met moeite overeenstemming
te bereiken over de Voorzitterschappen voor de komende jaren en over
nauwere betrokkenheid van de OVSE bij Afghanistan. Inhoudelijke
overeenstemming over andere belangrijke zaken (verkiezingswaarneming,
juridische status, uitvoering Istanboel-verplichtingen, bevroren
conflicten, voortzetting OVSE-missie in Kosovo) bleef uit.
Hieruit blijkt nog eens, hoe moeilijk het voor de OVSE blijft om zich
te handhaven als veiligheidspolitiek platform tussen Oost en West, met
name bij verscherpte tegenstellingen tussen de Russische Federatie
enerzijds en anderzijds het "Westen". De dreiging van (verdere)
marginalisatie blijft bestaan.
Finland krijgt als inkomend OVSE-Voorzitter voor 2008 een
gecompliceerde erfenis. In dit verband is het in Nederlandse optiek te
vroeg om nu al over een mogelijke OVSE-topconferentie te spreken
(bijvoorbeeld in 2009: tien jaar na de laatste Top in Istanboel).
Daarvoor zal er eerst een concreet vooruitzicht moeten bestaan op een
doorbraak in tenminste enkele van de kwesties die de OVSE verdeeld
houden.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken