SGP
17 - 12 - 07 | Verlenging missie Afghanistan
Verlenging missie Afghanistan
17-12-2007
Van der Staaij, SGP
Doordacht
Voorzitter. Het sturen van Nederlandse militairen naar een uiterst
gevaarlijk gebied is een moeilijke beslissing. Terecht zegt de
regering dat de nieuwe missie complex en risicovol blijft. Er kunnen
Nederlandse slachtoffers vallen, en we weten dat er helaas ook
militairen om het leven zijn gekomen. Ook op dit moment denken wij aan
hun nabestaanden en wensen wij hun kracht om dit verlies te dragen.
Het verlengen van de missie is een ingrijpende beslissing, maar het
stopzetten ervan evenzeer. Het is heel wat om âjaâ te zeggen, maar
ook een zware verantwoordelijkheid om âneeâ te zeggen. Dat geldt ook
deze militaire missie in Afghanistan. Er is hier sprake van een
doordachte missie waarvoor we destijds welbewust verantwoordelijkheid
hebben genomen. Voor de toekomst van de Afghanen daar, maar ook voor
onze veiligheid tegenover internationaal terrorisme hier. Terugkijkend
naar de toenmalige art. 100-brief en het debat van destijds, valt op
hoe realistisch van toon en degelijk onderbouwd het besluit was om een
missie naar Uruzgan te zenden.
Ik merk daarbij op dat er, hoe moeizaam ook, momenteel vorderingen
worden geboekt. Er zijn hoopvolle ontwikkelingen, zoals het opzetten
van scholen, de aanleg van bruggen en de training van het Afghaanse
leger. Ik noem hierbij ook uitdrukkelijk het onder de Afghaanse
bevolking opgebouwde vertrouwen. In die zin zou weggaan een soort
kapitaalvernietiging zijn. Nu vertrekken uit Afghanistan zou bovendien
de weg openen voor een gruwelijke comeback van de Taliban.
Er zit derhalve een belangrijk moreel aspect aan deze zaak. Dit kan
niet worden weggewist met de steriele constatering, dat de toegezegde
tweejaarlijkse aanwezigheid van Nederland in Uruzgan gepasseerd is. In
het perspectief van het voorgaande kunnen we stellen, dat een
aanwezigheid van twee jaar simpelweg te kort is. Mijn fractie heeft
zich ook bij het debat in februari 2006 bewust niet rigide vastgelegd
op twee jaar. En dan heb ik het nog niet eens over een mogelijk
domino-effect: als Nederland zou terugtrekken, is het risico reëel
dat meer NAVO-landen hun biezen gaan pakken.
Voorzitter. Het zal dan ook niet verbazen dat mijn fractie op zichzelf
positief staat tegenover de beslissing van het kabinet om de missie te
verlengen. Laat Nederland zijn karwei afmaken. Als rijk land hebben we
een grote verantwoordelijkheid om bij te dragen aan vrede en
stabiliteit in landen waar dit ontbreekt. Dergelijke landen kunnen we
helpen met ontwikkelingssamenwerking, maar ook met onze militairen die
veiligheid kunnen brengen en handhaven. Daarbij hebben wij tevens
bondgenootschappelijke verplichtingen, die wij heel serieus moeten en
willen nemen. Het gaat hier tenslotte om een missie die breed door de
VN wordt ondersteund.
Voorwaarden
Om met overtuiging âjaâ te kunnen zeggen, moet voor mijn fractie wel
aan enkele voorwaarden zijn voldaan. Ik noem de belangrijkste.
Er moeten allereerst stevige garanties zijn, dat de verlenging niet
wordt gefrustreerd door een tekort aan middelen en mensen. Onze
militairen moeten optimaal ondersteund en uitgerust kunnen worden.
Daarbij mag defensie niet âuitgewoondâ zijn na verlenging van deze
missie.
In de tweede plaats moet er een helder toekomstperspectief zijn op de
overdracht van zoveel mogelijk verantwoordelijkheden en taken naar de
Afghanen zelf. Nederland moet zichzelf overbodig maken in Afghanistan.
In de derde plaats achtte mijn fractie het meer dan gewenst, dat nog
een ander land zijn schouders onder deze immense en gevaarlijke klus
zou willen zetten.
Voorzitter. In het vervolg van mijn speech loop ik deze voorwaarden
langs, waarbij ik tevens andere vraagpunten aansnijd.
Voorzitter. De minister kiest voor een verlenging van de missie, maar
dan in afgeslankte vorm. Is die afslanking louter uit de nood
(beperkte middelen) geboren of zijn daar ook inhoudelijke redenen voor
te geven? Er zijn immers â onder meer vanuit Afghanistan zelf â
inhoudelijke pleidooien gevoerd om het aantal NAVO-militairen niet af
te bouwen, maar juist uit te breiden. Denktanks spraken zelfs over een
noodzakelijke verdubbeling van troepen. Niet in de laatste plaats,
omdat de Taliban bepaald nog niet verslagen is. Het zou wel triest
zijn om te constateren, dat de afslanking een gedwongen keus is,
terwijl strategisch een andere keus in de rede ligt. Graag een nadere
toelichting op deze beoogde afslanking.
Onze militairen moeten wat betreft materieel royaal ondersteund kunnen
worden. Ik constateer, dat er relatief flink meer geld wordt
uitgetrokken voor opbouw. Helder is inmiddels dat dit bedrag in ieder
geval niet volledig voor rekening komt van de defensiebegroting.
Mijn fractie betwijfelt echter of er niet extra geld moet komen voor
materieel; in het bijzonder om versleten materieel te kunnen
vervangen. Zijn de gereserveerde 100 miljoen dan niet veel te weinig?
Als één Apachehelikopterpiloot een foutje maakt met het inparkeren,
zijn we dit geld al kwijt. Moet er niet meer geld bij, en dan
uitdrukkelijk niet van Defensie?
Ook de rechtspositie van de militairen moet glashelder zijn. Is ook
bij noodzakelijke offensieve acties goed gewaarborgd dat de militairen
proportioneel geweld mogen gebruiken?
Positief zijn wij over de beoogde beduidende intensivering van de
training van Afghaanse politiemensen en militairen. Doel hiervan is om
in 2010 de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in Uruzgan aan de
Afghanen te kunnen overdragen. Dit is buitengewoon cruciaal. Dé
hamvraag is immers of ISAF er de komende tijd in slaagt een
overheidsstructuur te creëren die veiligheid kan garanderen. Dit is
feitelijk belangrijker dan snel zichtbare en aansprekende projecten om
fruitbomen te planten of waterputten te slaan. We kunnen wel steeds
dezelfde vallei met militaire overmacht schoonvegen, maar dat heeft
geen zin indien er geen Afghaans overheidsapparaat is, die het gebied
vervolgens Taliban-vrij houdt. Deze stabiliteit zal ook alleen maar te
bereiken zijn indien de relatie met Pakistan serieus wordt meegewogen.
De regering erkent dit nadrukkelijk. Ook een voortvarende bestrijding
van corruptie en een daadwerkelijke aanpak van de drugs is hard nodig.
Het wordt hoog tijd dat het geduldige beleidspapier zonder dralen
wordt omgezet in daadwerkelijke drugsbestrijding, inclusief goede
alternatieven!
Voorzitter. In de verlengingsperiode krijgt Nederland in ieder geval
de broodnodige steun van militairen uit Frankrijk, Slowakije,
Hongarije, Tsjechië en Georgië. Het is echter mondjesmaat. Ook
zouden veel meer NAVO-landen â die geen militairen leveren â wél de
beurs moeten trekken voor deze missie. De huidige gang van zaken is
onbevredigend. Een stabiel Afghanistan dient ook de veiligheid
wereldwijd.
Ik wil hier ook wel kwijt, dat ik het gênant heb gevonden hoe
Nederland moest leuren om steun van andere landen. Dat probleem had
meer een gedeelde verantwoordelijkheid voor alle NAVO-landen moeten
zijn. Dit mag niet opnieuw gebeuren.
Flexibiliteit
Het kabinet besloot tot een verlenging van twee jaar: 1 augustus 2010
wordt âhoe dan ookâ de leidende militaire verantwoordelijkheid
beëindigd en 1 december 2010 moet Nederland weg zijn uit Afghanistan.
Duidelijkheid over de duur van onze inzet is zeker gewenst, maar dit
mag niet ontaarden in rigiditeit, in een louter formalistische
opstelling. Er kunnen altijd onvoorziene omstandigheden zijn, waarom
het mogelijk moet zijn om ten aanzien van de genoemde einddata een
zekere flexibiliteit te betrachten. Inhoudelijke overwegingen dienen
het juiste moment van vertrek uit Afghanistan te bepalen, niet louter
de partijpolitieke stopwatch. Is de minister hiervoor ook gevoelig? In
hoeverre is enige flexibiliteit mogelijk?
Let wel: die flexibiliteit kan wat mij betreft twee kanten op werken.
Mochten de Afghanen vóór eind 2010 in staat zijn om stabiliteit te
waarborgen, dan is met deze flexibiliteit ook een eerdere afbouw van
onze troepen mogelijk. Ik bepleit derhalve een soort bandbreedte rond
de geplande eindtermijn naar twee kanten toe. Ruimte voor een
bescheiden verlenging én ruimte voor een zekere inkorting.
Ik veronderstel overigens, dat het ondenkbaar is dat Nederland nààst
Uruzgan nog een serieuze missie oppakt. Is die analyse juist? Overzien
wij de consequenties hiervan?
Tot slot dring ik erop aan, dat Nederland waar mogelijk zich
herkenbaar inzet voor godsdienstvrijheid in dit streng islamitische
land. Ik vraag daarbij expliciet aandacht voor de zgn. bekeerlingen.
Zegen
Voorzitter. Het besluit over verlenging raakt aan leven en dood. Een
zaak die onze menselijke verantwoordelijkheid feitelijk ver te boven
gaat. Toch stemt met mijn fractie met overtuiging in met deze missie,
omdat wij menen â in het licht van de bijbel â dat het uitvoeren van
een militaire missie met als doel het stichten van een
gerechtvaardigde vrede in uiterste gevallen legitiem en geboden is.
Het is dan ook om die reden dat ik onze militairen van harte Gods
zegen en hulp toewens in hun gevaarlijke werk.
Verlenging missie Afghanistan