Nieuw-Vlaamse Alliantie
Parlementaire nieuwsflits van 10 tot 14 december (17/12/07)
Regelmatig versturen we een "parlementaire nieuwsflits". Hierin
brengen we een selectie van de parlementaire initiatieven van onze
parlementsleden.
Vlaams Parlement
Helga Stevens nam kennis van de online enquête die CM
Midden-Vlaanderen publiceerde. Zonder de cijfers die men in het
artikel terugvindt te overdrijven of te dramatiseren, verdiende dit
onderzoek de nodige aandacht. Zo zou liefst 35 % van de studenten
medicatie nemen om de prestaties te verhogen zonder aanleiding van een
concrete klacht. Het gaat onder meer over concentratieverhogende
middelen en pepmiddelen. Helga Stevens wilde duidelijker cijfers om
een goed beeld te krijgen van de problematiek. Bevoegd minister Steven
Vanackere wist te zeggen dat de VAD (Vereniging voor Alcohol- en
andere Drugproblemen vzw) eerder een grondige studie uitvoerde en die
ook wil herhalen de komende jaren, met name in Gent, Antwerpen en
Brussel. Maatregelen hieromtrent zullen vooral worden geïntegreerd in
het actieplan suïcidepreventie, zoals de sensibilisering van
leerkrachten, artsen en apothekers. De minister wees ook op de nood
aan een integrale benadering ten aanzien van ander problematisch
gebruik van bijvoorbeeld tabak en alcohol. Verder vestigde Helga
nogmaals de aandacht op de stress waar studenten aan blootgesteld zijn
in deze moeilijke periode en op de noodzaak aan bestaande initiatieven
zoals Teleblok.
Helga Stevens duidde woensdagvoormiddag in de plenaire zitting het
belang van de resolutie rond het persoonsgebonden budget voor personen
met een handicap. Zij is één van de mede-ondertekenaars. Via dit
organisatiemodel zullen personen met een handicap de mogelijkheid
hebben om zelf betrokken te worden in de organisatie van de
ondersteuning en hulpverlening die ze nodig hebben. Het kan een grote
stap vooruit betekenen in de emancipatie van personen met een
handicap. Zij kijkt uit naar het experiment dat opgezet zal worden en
pleitte ervoor voldoende budget vrij te maken. Ook wees zij op het
belang om het "eenvoudig" te houden zodat de personen met een handicap
in dit experiment niet bedolven worden onder de administratieve
verplichtingen.
Jan Peumans pikte in de commissie Mobiliteit dan weer in op vragen
over de dienstregelingen van De Lijn en de NMBS. Een goede afstemming
is immers essentieel om het openbaar vervoer te promoten en zo een
duurzaam mobiliteitsbeleid te realiseren. Dat is echter niet zo
evident: de NMBS valt onder federale voogdij, De Lijn onder Vlaamse.
Jan verwees in zijn vraagstelling naar uitspraken van staatssecretaris
Bruno Tuybens in de Senaat over het overleg tussen beide
maatschappijen en wilde graag een stand van zaken. De vraag was
uiteraard erg actueel gezien de klachten na de nieuwe
NMBS-diensregeling van 9 december, waarvan sommige verband hielden met
deze afstemming. Minister Frank Vandenbroucke, die kersverse moeder
Kathleen Van Brempt verving, wist alvast te zeggen dat de Provinciale
Vervoerscommissies (PVCs), waar onder meer de Lijn en de NMBS
overleggen op provinciaal niveau, goed functioneren. Ook wist hij te
zeggen dat de datum van 9 december midden in de examentijd valt
waarvoor speciale busregelingen bestaan. Om die reden werden de
wijzigingen aan de dienstregelingen van De Lijn later aangepast.
Deze week werden in de commissies de begrotingsbesprekingen afgerond,
om volgende week ter bespreking en eindstemming te behandelen in de
plenaire vergadering. Mark Demesmaeker kwam uitgebreid tussen over de
beleidsbrief Brussel. Mark kon zich volledig terugvinden in de
beleidsbrief van minister Anciaux. Het kerntakendebat, tussen de
Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) en de Vlaamse gemeenschap, moet
dringend opgestart en uitgepraat worden. Ook inzake onderwijs nam Mark
het woord. Hij vindt de ontwikkeling en groei van het Nederlandstalig
onderwijs in Brussel positief. Tegelijkertijd vindt hij dat men zich
prioritair moet richten op de Vlamingen zelf, op de Nederlandstaligen,
en dit via een écht voorrangsbeleid. Tot slot stelde Mark een
gespletenheid vast in het kartel SP-a-Spirit. Brusselaarster Elke Roex
verklaarde immers dat de Brusselse identiteit voor haar van belang is.
Ze voelt zich in eerste instantie Brusselaar. Zo vindt zij een museum
van Brusselse identiteit een beter denkspoor dan een museum van de
Vlaamse ontvoogding. Mark boorde dit idee volledig de grond in en
steunt de minister zowel in zijn terminologie (Brusselse Vlamingen)
als in zijn initiatieven (een Museum ter Vlaamse ontvoogding).
Het ene knelpuntberoep is het andere niet. Hoewel het om dezelfde
problematiek gaat, hanteert de VDAB een andere lijst met
knelpuntberoepen dan het Vlaamse Gewest. Volgens Gino De Craemer is
dit op zijn minst verwarrend. Hij ondervroeg minister Vandenbroucke
hierover in de commissie en pleitte voor meer duidelijkheid. Sinds mei
2006 geldt een versoepeling voor onderdanen van nieuwe EU-landen die
in België een knelpuntberoep willen uitoefenen. Elk gewest heeft in
dit kader een lijst met knelpuntberoepen opgesteld. Volgens het Vlaams
gewest zijn er vandaag in Vlaanderen zon 115 knelpuntberoepen. Ook de
VDAB stelt jaarlijks een lijst samen en steunt daarbij op ervaring van
interne en externe experts. Deze telt echter 193 knelpuntberoepen.
Naast verschillen in aantal blijkt dat ook de samenstelling niet
overeenstemt. Gino vraagt zich af waarom voor een zelfde probleem twee
verschillende oplossingen werden gekozen. Werd bij het opstellen van
de lijst van het Vlaams Gewest de bestaande VDAB-lijst en expertise
over het hoofd gezien of zijn er argumenten om twee verschillende
lijsten te hanteren? Volgens de minister toont de VDAB-lijst de
toestand van de Vlaamse arbeidsmarkt in een bepaald jaar terwijl de
Vlaamse lijst is opgesteld in functie van de arbeidskaartregeling.
Gino begrijpt de oorzaak van de verschillen maar pleit er voor
klaarheid te scheppen en de lijsten op elkaar af te stemmen.
In een Vraag om Uitleg van Jan Loones aan minister van Toerisme Geert
Bourgeois kwam de problematiek van de huurvakantiewoningen aan de kust
uitgebreid aan bod. Jan wees op het toeristisch belang van deze vorm
van logiessector, vooral door de alsmaar stijgende belangstelling voor
het tweedeverblijfstoerisme. Bovendien wees hij, naast het toeristisch
belang, op het niet te onderschatten en zeer groot economisch belang
van deze vorm van verblijfstoerisme. Hierdoor wordt het toerisme aan
de kust immers gespreid over het volledige jaar. Men merkt steeds
minder het verschil tussen seizoen en buitenseizoen aan de Vlaamse
kust. Jan wees ook op de rol van Toerisme Vlaanderen die een
ondersteunende functie moet vervullen in de promotie van deze vorm van
toerisme. Het schrappen van de brochure huurvakantiewoningen was niet
bepaald een gelukkige beslissing. Minister Bourgeois onderschreef het
belang van de sector en deelde mee dat hij de vraag van CIB
(Confederatie van Immobiliëngroepen) Kust voor een gesprek zeer
nauwgezet en actief heeft opgevolgd. Hij verwees trouwens naar een
eerder constructief contact met het bestuur van CIB Kust. De minister
is overtuigd van de hefboomfunctie van het nieuwe Logiesdecreet voor
de huurvakantiewoningen en van het vergunningssysteem voor
vakantiewoningen die te huur worden aangeboden. Hij heeft Toerisme
Vlaanderen al gevraagd de goedkeuring van dit decreet niet af te
wachten om met de sector na te gaan wat mogelijk is inzake
promotionele ondersteuning.
(http://jsp.vlaamsparlement.be/docs/handelingen_commissies/2007-2008/c
0m071bui5-04122007.pdf)
Donderdag keurde de Commissie Onderwijs unaniem het voorstel van
interpretatief decreet, getrokken door Kris Van Dijck, mbt. het
faciliteitenonderwijs goed. Het voorstel bevestigt de grondwettelijke
bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de Vlaamse gemeenschap ten
aanzien van het Vlaamse Franstalige basisonderwijs in de Vlaamse
randgemeenten. De N-VA wil met dit decreet de kwaliteit van dit
Vlaamse Franstalige onderwijs waarborgen zoals dit gebeurt voor alle
andere kinderen die in Vlaanderen wonen. Kwaliteit waar de Vlaamse
overheid nu geen enkel zicht op heeft. Kris wil dat, ondanks de
houding van een aantal lokale politieke verantwoordelijken, ook deze
kinderen toch kunnen genieten van de bijzondere inspanningen die
Vlaanderen doet voor zijn basisonderwijs; onderwijs dat internationaal
hoog aangeschreven staat. Dit dispuut tussen de Franse en Vlaamse
gemeenschap sleept al jaren aan. Dankzij de N-VA werd in 2004, en
later in de aanvullende regeringsverklaring van 18 mei 2005, een
oplossing in het vooruitzicht gesteld. Met het decreet wordt hieraan
eindelijk uitvoering gegeven. Het decreet treedt uiterlijk op 1
september 2009 in werking. Deze datum is verantwoord om tweeërlei
redenen : enerzijds omdat dit het begin is van een nieuw schooljaar,
zodat het schooljaar op een ordentelijke manier van start gaat.
Anderzijds biedt deze termijn de verschillende basisscholen de
mogelijkheid om zich volledig te conformeren aan de erkennings- en
subsidiëringsvoorwaarden van het Vlaams decreet basisonderwijs. De
stemming in de Commissie was donderdag nog maar een paar uur achter de
rug, of het Parlement van de Franstalige Gemeenschap keurde een
belangenconflict goed. Wordt dus zeker vervolgd !
Kamer van Volksvertegenwoordigers
Het zijn vreemde tijden in de Kamer. Doordat de regering een
afspiegeling is van de parlementaire meerderheid en doordat de
particratie de greep van de partijen op de parlementsleden heeft
versterkt, is het federale parlement geëvolueerd tot een
goedkeuringsmachine. De echte beslissingen worden buiten het parlement
genomen: in de regering en in de partijbureaus. De Kamer is daardoor
opgesplitst in twee delen: de regeringspartijen die als klapvee
fungeren en de machteloze oppositiepartijen die schieten op alles wat
beweegt. Enkel een aantal inhoudelijk sterke en doorwrochten
parlementairen kunnen dat stramien doorbreken. Geert Bourgeois was zon
parlementair. Hij slaagde erin om als oppositielid toch een aantal van
zijn voorstellen te laten goedkeuren. Maar door de uitzonderlijke
situatie waarin we ons vandaag bevinden, speelt het parlement terug de
rol die het oorspronkelijk had: de spelverdeler in het machtsspel.
Zonder een regering is het parlement het centrum van de macht. Voor
het wetsontwerp houdende diverse bepalingen dat nu voorligt, moet voor
elk onderdeel een meerderheid worden gezocht. Dat levert de gekste
wisselmeerderheden op, maar het resultaat is wel dat parlementairen
worden overtuigd op basis van argumenten en dat teksten worden
goedgekeurd op basis van de inhoud. Zoals het een echte parlementaire
democratie betaamt. De vraag is alleen, hoeveel democratie kan België
aan?
In de commissie Volksgezondheid kantte Flor Van Noppen zich tegen de
uitbreiding van het sociaal stookoliefonds, bij hoogdringendheid
gevraagd door Vlaams Belang, sp.a en PS. Het stookoliefonds werd in
oktober 2004 opgericht als een paradepaardje van het paarse beleid. In
2005 pochte Didier Reynders nog dat België het enige land is dat aan
de laagste inkomens gratis stookolie geeft. Omwille van de hoge
olieprijs en de stijgende consumptieprijzen door de regimecrisis
willen PS en sp.a dit stookoliefonds nu fors uitbreiden. De Kamer
vroeg hierop het advies van het Rekenhof. En dat was ronduit
vernietigend. De uitbreiding heeft als gevolg dat 60% van de Belgen
voor een tegemoetkoming in aanmerking komen. Daardoor schiet het fonds
volledig aan zijn doel voorbij. Het zijn immers niet meer de
allerarmsten die van de uitbreiding zouden genieten. En dan zwijgen we
nog over het effect op de begroting of de weerslag op het milieu! Flor
stelde dan ook dat hij dit voorstel nooit kon steunen en stemde het
weg.
In de commissie Justitie ging Els De Rammelaere in op een artikel in
het vakblad Verkeerspecialist, waarin de verkeerswetgeving werd
doorgelicht. Uit die doorlichting bleek dat de strafuitvoering bij
verkeersovertredingen niet nauwgezet wordt uitgevoerd. Zo bleek dat
bestuurders bij wie een verkeersinbreuk werd vastgesteld, bijvoorbeeld
door een onbemande camera, niet ter plekke kunnen worden
geïdentificeerd. Ook zouden wanbetalers die door een politierechtbank
zijn veroordeeld niet worden geseind, omdat er geen databank met
dergelijke gegevens wordt bijgehouden. Daarnaast is er nog het
probleem van buitenlandse bestuurders die een verkeersovertreding
begaan. Voor de politie blijven zij vaak onbekend omdat zij
maandenlang moeten wachten op informatie over de nummerplaten. Een
buitenlandse bestuurders kan ook best meteen een zware overtreding
begaan. In dat geval moeten zij immers niet onmiddellijk betalen, maar
krijgen zij een PV met voorstel tot minnelijke schikking. Als zij deze
minnelijke schikking weigeren, gebeurt er meestal niets meer en
ontspringen zij de dans. Dit heeft te maken met het niet omzetten van
een Europees kaderbesluit inzake de toepassing van het beginsel van
wederzijdse erkenning op geldelijke sancties door de lidstaten. Dit
diende ten laatste op 22 maart te worden omgezet, wat niet gebeurde.
En dat dit nog niet gebeurde is volgens minister Laurette Onkelinx te
wijten aan, u raadt het al, lopende zaken.
De pendelaars onder u hebben het ongetwijfeld al aan de lijve
ondervonden: de NMBS heeft een nieuwe dienstregeling. Een
dienstregeling die op sommige lijnen, laten we mild blijven, niet
altijd even gelukkig is uitgewerkt. Eén van de lijnen is
Brussel-Antwerpen, een belangrijke as die de twee grootste steden van
het land met elkaar verbindt. Net daarom verwondert het Jan Jambon dat
deze lijn zo stiefmoederlijk wordt behandeld. Zo rijdt er geen enkele
trein tussen Antwerpen en Brussel die nergens stopt. Verwonderlijk,
want de trein Gent-Brussel gaat in een rechte lijn door, terwijl op
die lijn toch een aantal middelgrote steden liggen. Op vlak van
reistijd verliest de lijn Brussel-Antwerpen dan ook grandioos de
concurrentieslag met de auto. En de nieuwe dienstregeling verbetert de
zaken al helemaal niet. Minder spitsuurtreinen, kleinere treinen,
gaten in de dienstregeling, Gevolg is dat mensen al vanaf
Antwerpen-Berchem moeten rechtstaan in de trein, terwijl de mensen van
Mechelen en Vilvoorde er nog bij moeten komen. De NMBS, het is altijd
een beetje reizen, maar dan wel op grootmoeders wijze.
Staatssecretaris van Overheidsbedrijven Bruno Tuybens stelde in
algemene termen dat er nog nooit zoveel is geïnvesteerd in de NMBS en
dat het aantal reizigers stelselmatig groeit. Hij erkende evenwel dat
de stiptheid van de treinen op de betreffende lijn onder het
gemiddelde scoort. Daarenboven beloofde hij, voor de zoveelste maal,
de kwartierdienst tussen Antwerpen en Brussel, ditmaal vanaf december
2008.
Zelfs voor een parlementslid met zwangerschapsverlof is het nooit echt
helemaal rustig. Sarah Smeyers ging deze week spreken bij het ACV in
Aalst. Daar is men volop bezig met het oprichten van de adviesraad
Lokaal Overleg Kinderopvang. Als jonge mama is Sarah actief begaan met
de problematiek rond kinderopvang. Ze stelde zich dan ook prompt
kandidaat om deel uit te maken van de Aalsterse LOK. Of hoe een
federaal parlementslid het beleid van de Vlaamse regering ook lokaal
in de praktijk kan omzetten
Auteur:
Peter Buysrogge, wetenschappelijk medewerker Vlaams Parlement
Joachim Pohlmann, wetenschappelijk medewerker Kamer
Meer informatie:
Contactpersoon: Piet De Bruyn
Telefoon: 02 219 49 30
Fax: 02 217 35 10
E-post: piet.debruyn@n-va.be
Url: www.n-va.be