Onderscheid tussen mail en brief in handelsrecht kost tijd en geld

11/12/2007 08:48



Open Universiteit



Om het huidige handelsrecht geschikt te maken voor het 'digitale' tijdperk moeten schriftelijke en elektronische communicatie gelijkgesteld worden. Door het 'technologieneutraal' omschrijven van het handelsrecht kan handel efficiënter, sneller en dus goedkoper plaatsvinden. Dat concludeert mr. Henri Martius in zijn proefschrift met de titel 'Elektronisch handelsrecht'. Hij promoveert 14 december a.s. bij de faculteit Rechtswetenschappen van de Open Universiteit Nederland.

Technologieneutraal handelsrecht
Door de opkomst van internet en e-mail neemt de handel langs elektronische weg toe. Dat heeft gevolgen voor de bestaande rechtsregels en de toepassing daarvan, met name voor het handelsrecht (een specifiek gebied van het privaatrecht). Mr. Henri Martius is van mening dat - om handel probleemloos via elektronische weg te laten verlopen - regelgeving technologieneutraal omschreven moeten worden. Martius beschrijft in zijn proefschrift onder welke omstandigheden een technologieneutraal handelsrecht mogelijk is. Het gelijkstellen van mediavormen - schriftelijk of elektronisch - is volgens de promovendus de beste oplossing.

Eenvoudiger en goedkoper handelen
In het Burgerlijk Wetboek bestaat nu nog een strikt onderscheid tussen het gebruik van de schriftelijke en de elektronische mediavorm. Daardoor legt het recht beperkingen op aan bijvoorbeeld de manier waarop overeenkomsten tot stand komen, of beëindigd kunnen worden of de wijze waarop algemene voorwaarden verstrekt kunnen worden. Wanneer een overeenkomst telefonisch is afgesloten bijvoorbeeld, kunnen de algemene voorwaarden niet per e-mail worden verzonden, maar alleen schriftelijk. Terwijl dat wél mogelijk is als de overeenkomst geheel elektronisch tot stand is gekomen. Ook zijn elektronische vervoerdocumenten, zoals de vrachtbrief of het cognossement, of elektronische polissen wettelijk nog niet mogelijk. Handel via internet en e-mail zou een stuk eenvoudiger, sneller en dus goedkoper kunnen, als de wet in een technologieneutrale regelgeving voorziet. Dat heeft voordelen voor consumenten, maar ook voor de nationale en internationale handel tussen bedrijven.

Over de promovendus
Mr. Henri P.A.J. Martius (Alkmaar, 1979) studeerde af aan de University of Oxford, Engeland (2001) en aan de Universiteit Leiden (2002). Sinds 2007 is Martius werkzaam bij advocatenkantoor AKD Prinsen Van Wijmen in Amsterdam, als advocaat op het gebied van het ondernemingsrecht (in het bijzonder bank- en effectenrecht) en als adviseur bij het Wetenschappelijk Bureau. Daarnaast is Martius onderzoeker bij de faculteit Rechtswetenschappen van de Open Universiteit Nederland en docent bij de Amsterdam Business School van de Universiteit van Amsterdam. Hij is mede-auteur van onder meer de boeken Algemene voorwaarden, Nieuw Verzekeringsrecht Praktisch Belicht en Burgerlijk Procesrecht Praktisch Belicht. Verder is Martius redactiesecretaris van het Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht en redacteur van het tijdschrift Praktisch Procederen.

De verdediging van het proefschrift 'Elektronisch handelsrecht' vindt plaats op vrijdag 14 december 2007 bij de Open Universiteit Nederland, Valkenburgerweg 177 te Heerlen, om 15.30 uur. Promotores zijn prof. mr. J.G.J. Rinkes (Open Universiteit Nederland/Universiteit Maastricht) en mr. dr. M.L. Hendrikse (Universiteit van Amsterdam/Open Universiteit Nederland).