Brussel, 14 december 2007
GLB-hervorming: Commissaris Fischer Boel dringt bij ministers aan op
drastische hervorming van de wijnsector
Aan de vooravond van de slotonderhandelingen over de wijnhervorming tijdens
de Landbouwraad van volgende week heeft Mariann Fischer Boel, Commissaris
voor Landbouw en plattelandsontwikkeling, de ministers opgeroepen tot
moedige maatregelen met het oog op een concurrerende toekomst voor de
Europese wijnsector. "Het is tijd om tot een akkoord te komen - over een
hervorming die echt iets gaat veranderen. In de eerste plaats omdat de
invoer en de productie van wijn in de Europese Unie in de loop der jaren
zijn toegenomen terwijl de binnenlandse consumptie is teruggelopen. Maar ook
omdat we het budget voor de wijnsector veel beter kunnen besteden dan we nu
doen - op manieren die de sector sterker zullen maken en die beter overkomen
bij de publieke opinie. Met de Raad van volgende week ligt een akkoord
binnen ons bereik. Maar het moet wel een goed akkoord zijn", aldus de
Commissaris.
Commissaris Fischer Boel voegt hieraan toe: "We leven in een reële
wereld en ik heb blijk gegeven van een aanzienlijke flexibiliteit ten
aanzien van mijn oorspronkelijke voorstellen. Ik zal echter niet
dulden dat de voorstellen zo verwateren dat het eindproduct totaal
smaakloos én waardeloos wordt.
Ons compromis moet een hervorming opleveren die die naam waardig is -
het moet ons een reële kans bieden om de vooropgestelde doelstellingen
ook te bereiken.
We kunnen het concurrentievermogen van onze wijnsector versterken. We
kunnen een beter evenwicht tussen vraag en aanbod tot stand brengen.
We kunnen de etiketteringsvoorschriften aanzienlijk verbeteren. En dit
alles terwijl de wijnproductie een parel aan de kroon van de Europese
landbouw kan blijven.
Het is niet het moment om excuses te maken voor een gebrek aan
daadkracht en ondertussen de kansen door onze vingers te zien glippen.
Het is veeleer tijd om onze wijnsector op weg te zetten naar een nieuw
succes. Ik weet dat de belangen van de sector de ministers na aan het
hart liggen. De kosten van besluiteloosheid liggen te hoog om
acceptabel te zijn.
Over drie belangrijke punten moet door de Commissie, het
voorzitterschap en de meeste lidstaten volgende week nog steeds een
consensus worden bereikt. Het eerste betreft de nationale
totaalbedragen. Over de exacte inhoud van de maatregelen zal altijd
discussie bestaan, maar we moeten een duidelijk onderscheid blijven
maken tussen de instrumenten van de eerste pijler in het kader van het
nationale totaalbedrag en de instrumenten van de tweede pijler in het
kader van plattelandsontwikkeling.
Voorts is er geen ruimte voor een nieuwe algemene discussie over de
omvang van de verschillende nationale totaalbedragen.
Het tweede belangrijke punt betreft de chaptalisatie. Hierover bestond
grote onenigheid, en daar heb ik mijn oren uiteraard niet voor
gesloten.
De status quo vormt echter wel degelijk een probleem waarvoor een
oplossing moet worden gevonden. Steun voor verrijking met most mag
niet op hetzelfde niveau en op dezelfde manier worden gehandhaafd: het
is een ouderwets, ondoeltreffend, duur en handelsverstorend
instrument. Ik zie natuurlijk wel het belang in van het evenwicht
tussen steun voor verrijking met suiker en die voor verrijking met
most om tot een compromis te komen dat wordt gesteund door producenten
uit zowel het Zuiden als het Noorden.
Ik ben ervan overtuigd dat we een oplossing zullen vinden. Ik heb
geluisterd naar de brede oproep om verrijking met suiker verder toe te
staan. Ik ben echter niet geneigd om de status quo te accepteren. Elk
compromis zal dus nieuwe voorwaarden impliceren.
Het derde belangrijke punt is de beëindiging van de regeling inzake
aanplantrechten.
Ik heb geluisterd naar discussies over het tijdstip voor de
afschaffing van de regeling. We kunnen ons echter niet veroorloven om
het hele idee onder het tapijt te vegen. De wijnsector heeft meer
vrijheid nodig om zo snel mogelijk te kunnen inspelen op de vraag.
Ik heb ook geluisterd naar de opmerkingen van de sector, maar één ding
is zeker: een einddatum voor de regeling inzake aanplantrechten is
absoluut noodzakelijk."
European Union