Beantwoording schriftelijke vragen betreffende kamerbrief Artikel 100 inzake de
Nederlandse bijdrage aan ISAF na 1 augustus 2008
Vragen 1 en 206
1
Wilt u de brief van voormalig NAVO-generaal Jones over de bevestiging van NAVO-zijde op
het voornemen van Nederland om na 2008 uit Uruzgan te vertrekken naar de Kamer zenden?
206
Is het waar dat de NAVO de Nederlandse regering in 2005 een bericht heeft gestuurd waarin
zij aangaf verantwoordelijk te zijn voor de situatie in Uruzgan na augustus 2008? Nam de
NAVO in dat bericht de verantwoordelijkheid op zich voor het vinden van een opvolger van
de Nederlandse troepen? Heeft de NAVO volgens de regering conform het betreffende bericht
gehandeld?
Antwoord
Zoals ook in antwoord op vragen van het lid Peters is gesteld (ingezonden 7 september 2007),
heeft de toenmalige SACEUR, generaal Jones, eind 2005 een vertrouwelijke brief gestuurd
aan de commandant der strijdkrachten. Het is niet aan de regering om vertrouwelijke
correspondentie van NAVO-functionarissen aan de Kamer te zenden. Deze brief bevat de
toezegging dat de opvolging van Nederland in Uruzgan een verantwoordelijkheid is van de
NAVO als collectief. Op basis van deze afspraak heeft SACEUR in de zomer van 2007
lidstaten benaderd, waaronder Nederland, als onderdeel van het periodieke `force generation'
mechanisme, om een bijdrage te leveren aan de ISAF-missie in Uruzgan na augustus 2008.
Het besluit van de regering, na een verzoek daartoe van de NAVO te hebben ontvangen,
alsmede de toezeggingen van partners, vormen een adequate invulling van de ISAF-
behoeftestelling voor Uruzgan. Daarmee heeft de NAVO naar de mening van de regering
voldaan aan de afspraak zoals destijds door SACEUR schriftelijk is vastgelegd.
Vragen 2 en 419
2
Deelt u de mening van de vertegenwoordigers van het thuisfront dat er meer aandacht moet
komen voor voldoende - ook financiële - middelen voor met name nazorg? Worden er extra
middelen vrijgemaakt voor de nazorg van militairen?
419
Welke extra middelen voor veteranenzorg heeft u in de begroting opgenomen? Is een goede
nazorg nadat de missie is afgelopen gegarandeerd? Worden er extra psychologen,
maatschappelijk werkers en geestelijk verzorgers aangesteld? Zo ja, betreft dit een
permanente capaciteitsuitbreiding, of een tijdelijke? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het beleid met betrekking tot zorg en nazorg dat thans wordt gevoerd, voldoet om de vereiste
zorg en nazorg te bieden. Hiervoor zijn ook voldoende financiële middelen gereserveerd. In
de defensiebegroting 2008 is in bijlage 3 weergegeven welke middelen zijn gereserveerd voor
---
uitgaven ten behoeve van veteranen, zorg en nazorg. Er zullen voldoende middelen
beschikbaar worden gesteld om adequate zorg en nazorg te bieden.
Zoals voor de gehele defensieorganisatie geldt ook voor de zorgverleners - psychologen,
maatschappelijk werkers, geestelijk verzorgers, artsen - dat er sprake is van een toegenomen
uitzenddruk, maar dat met de beschikbare capaciteit adequate zorg kan worden geleverd.
Vraag 3
Indien het mandaat voor ISAF na september 2008 niet wordt verlengd, betekent dat dan dat
Nederland haar bijdrage aan de Task Force Uruzgan niet na die datum verlengt?
Antwoord
De VN-Veiligheidsraad heeft het mandaat van ISAF tot op heden elk jaar verlengd. De
regering heeft geen aanleiding om te veronderstellen dat het mandaat in 2008 niet zou worden
verlengd.
Vragen 4, 82, 184, 185, 186 en 187
4
Hoe verhoudt de daadwerkelijke kwaliteit van de 950 Afghaanse militairen in Uruzgan zich
tot de op voorhand verwachte kwaliteit van de 1200 toegezegde militairen?
82
Worden voor de periode medio 2008- medio 2010 nog extra bijdragen verwacht vanuit de
ANA? Zo ja, welke bijdragen?
184
Wanneer had de ANA-brigade eigenlijk in Uruzgan moeten zijn?
185
Welke verklaring heeft de regering voor het feit dat de ANA-brigade voor Uruzgan veel te
laat in Uruzgan wordt gestationeerd?
186
Heeft de Nederlandse regering de Afghaanse regering aangesproken op het niet nakomen van
de belofte dat ISAF vanaf 2006 in Uruzgan zou kunnen samenwerken met een ANA-brigade?
Zo ja, welke reactie kreeg de regering? Zo nee, waarom niet?
187
Zijn er met de Afghaanse regering al afspraken gemaakt voor de verdere opbouw van het
ANA in Uruzgan na augustus 2008? Zo ja, welke. Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De regering kreeg eind 2005 in eerste instantie de toezegging van de Afghaanse regering dat
1200 ANA-militairen in Uruzgan zouden worden gestationeerd. Deze zouden worden
verdeeld over twee zogeheten kandaks (bataljons). De daadwerkelijke ontplooiing in Uruzgan
is echter lang achtergebleven bij deze toezeggingen. Mede door veelvuldig aandringen van de
---
Nederlandse regering hebben de Afghaanse autoriteiten dit jaar besloten om de 4e ANA
Brigade van het 201 Legerkorps in Uruzgan te stationeren.
Naar het zich thans laat aanzien, zal de ontplooiing van de 4e ANA Brigade volgens de
planning in februari 2008 zijn afgerond. Per 12 december jl. waren 1100 Afghaanse militairen
in Uruzgan aangekomen. Dit aantal zal naar verwachting toenemen tot circa 1450 tegen het
einde van dit jaar en nog verder toenemen in 2008. Een groot deel van deze militairen zal de
eerste maanden van 2008 nog aanvullende training moeten ondergaan. De ANA-militairen die
hun aanvullende training hebben afgerond, hebben hun kwaliteiten aangetoond tijdens recente
operaties in Uruzgan. Daarbij hebben zij onder andere zelfstandige patrouilles uitgevoerd.
Vraag 5
Kunt u aangeven hoeveel diplomaten respectievelijk ontwikkelingswerkers er exact betrokken
zijn bij de Nederlandse missie in Uruzgan?
Antwoord
In Tarin Kowt zijn geplaatst een civiel vertegenwoordiger (CivRep), een politiek adviseur
(POLAD), een ontwikkelingsadviseur (OSAD), een tribaal adviseur (OSTAD) en een
assistent tribaal adviseur (assistent OSTAD), alsmede enige functioneel specialisten. Zij
worden ondersteund door drie tolken. Binnenkort wordt een extra OSAD aan het team
toegevoegd en afhankelijk van de ontwikkelingen is verdere uitbreiding voorstelbaar.
Daarnaast heeft Nederland een POLAD gestationeerd in het regionale commando RC South.
Op de ambassade in Kaboel zijn in totaal vijf diplomaten geplaatst. Drie van hen hebben
specifieke taken op het terrein van ontwikkelingssamenwerking. Dit aantal zal op korte
termijn met twee diplomaten worden uitgebreid. Naast ondersteuning van het Afghanistan
brede beleid, zijn zij in het bijzonder ondersteunend aan de missie. Op het departement in Den
Haag worden deze mensen ondersteund door een groep met dezelfde omvang.
Vraag 6
U noemt het aantal te betreuren Nederlandse dodelijke slachtoffers. Kunt u ook het aantal te
betreuren Afghaanse dodelijke slachtoffers noemen, zowel onder strijders als onder burgers?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De Afghaanse regering schat het aantal dodelijke slachtoffers in geheel Afghanistan als
gevolg van de gewelddadigheden in 2007 op circa 6.000 personen. Dit aantal is niet
weersproken door de VN of toonaangevende niet-gouvernementele organisaties. Dit aantal
omvat zowel burgers, Opposing Militant Forces, Afghaanse militairen en politiemensen
alsmede buitenlandse militairen (van zowel ISAF als OEF).
De regering betreurt het dat zo velen dit jaar in Afghanistan om het leven zijn gekomen.
Vraag 7
Kunt u deze week, via een schrijven aan de SG NAVO, aangeven dat Nederland, onder
voorbehoud van parlementaire instemming, vanaf 1 augustus 2010 geen lead nation meer is in
de Task Force Uruzgan en dat de Nederlandse militaire aanwezigheid met ingang van
---
december 2010 definitief is beëindigd? Kunt u tevens daarbij aan de SG NAVO verzoeken
vóór het AO van 17 december aanstaande schriftelijk te bevestigen dat het Nederlandse
militaire commitment in Uruzgan dan beëindigd is en dat andere bondgenoten, inclusief
Afghanistan, verantwoordelijk zijn voor de opvolging?
Antwoord
De minister van Buitenlandse Zaken heeft namens de regering de SG NAVO in kennis gesteld
van het Nederlandse besluit, inclusief de einddatum van de missie en de terugtrekking van de
militairen van de TFU voor 1 december 2010. In deze brief wordt de verantwoordelijkheid
van de NAVO voor de vulling van de totale behoeftestelling voor ISAF, inclusief Uruzgan,
onderstreept. Het is verwachtbaar dat de SG NAVO op een dergelijke brief reageert.
Vragen 8, 12, 315 en 477
8
Is de opmerking in de brief dat de NAVO solidariteit beperkter is dan gehoopt geen enorm
understatement en in feite niet beter te kwalificeren als zeer teleurstellend en onder de maat?
12
Hoe waardeert de regering de opstelling van de NAVO-partners t.o.v. een mogelijke bijdrage
in Zuid-Afghanistan? Blijven deze partners in de ogen van de regering in gebreke? Welke
landen?
315
Heeft de NAVO in voldoende mate verantwoordelijkheid genomen voor het onderzoek doen
naar en het vinden van mogelijke partners die taken of delen van taken van Nederland zouden
kunnen overnemen na augustus 2008? Staat de solidariteit binnen de NAVO onder druk?
477
Deelt u de door vice-premier Bos op zijn weblog wouterbos.nl geuite mening dat het eigenlijk
onverteerbaar is dat de respons van NAVO-partners om Nederland bij te staan of te vervangen
in Uruzgan zo beperkt was?
Antwoord
Zoals ook gesteld in de artikel 100-brief zijn de bijdragen van partners beperkter dan werd
gehoopt. Die opvatting treft niet zozeer de NAVO als organisatie, maar lidstaten. De regering
meent dat SG NAVO en SACEUR, maar ook andere bondgenoten, zich grote inspanningen
hebben getroost om additionele partners Uruzgan te vinden.
De regering acht een bijdrage van vier, en mogelijk meer, nieuwe partners naast de bestaande
partners Australië en de VS, significant. Ook in de buurprovincies Helmand en Kandahar zijn
naast de VS, het VK en Canada, een evenredig aantal partners actief. Bovendien kan met deze
bijdragen het aantal Nederlandse troepen in Uruzgan significant worden gereduceerd.
Na 1 augustus 2008 levert Nederland nog steeds een belangrijke bijdrage aan ISAF, doch wij
leveren -afgezet tegen de bijdrage van partners- geen bovenmatige bijdrage aan vredesmissies
en crisisbeheersingsoperaties. De Nederlandse bijdrage past bij een land dat de bevordering
van de internationale rechtsorde hoog in het vaandel heeft. Nederland neemt als lid van de
NAVO zijn verantwoordelijkheid, net als vele andere landen.
---
Het is echter tevens zo dat de extra bijdragen van de partners in Uruzgan is tegengevallen.
Vragen 9 en 55
9
Kunt u de Kamer informeren over de precieze afspraak ten aanzien van de
verantwoordelijkheid voor het vinden van een opvolger van Nederland in Uruzgan na deze
missieperiode?
55
Nederland benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van de NAVO is om de vigerende
behoeftestelling voor ISAF tijdig te vervullen. Wordt hiermee gewezen of de taak van de SG
van de NAVO of zal de Nederlandse regering zelf opnieuw moeten gaan vragen om aflossing
bij andere NAVO-partners?
Antwoord
Nederland zal hoe dan ook zijn leidende militaire verantwoordelijkheid in Uruzgan per 1
augustus 2010 beëindigen. Vanaf 1 augustus 2010 zal de terugtrekking van de Task Force
Uruzgan zo spoedig mogelijk geschieden, zodat deze per 1 december 2010 is afgerond. De
regering benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van de NAVO is de vigerende
behoeftestelling voor ISAF, inclusief Uruzgan, tijdig te vullen.
Zowel SG NAVO als SACEUR zijn ervan doordrongen dat de NAVO verantwoordelijk is
voor het vullen van de behoeftestelling na 1 augustus 2010. De minister van Buitenlandse
zaken heeft dit nadrukkelijk naar voren gebracht tijdens de afgelopen NAR van 7 december jl.
De NAVO heeft dit als zodanig ook tegenover de Nederlandse regering onderkend tijdens de
Noord-Atlantische Raad van 7 december. Zoals gesteld in het antwoord op vraag 7 is tevens
een brief gezonden aan de SG NAVO waarin bovenstaande wordt onderstreept.
Vragen 10 en 13
10
Hoe berekent de regering dat 50% van de bevolking in Uruzgan wordt bereikt door
Nederlandse (weder)opbouwactiviteiten?
13
Waarop baseert u de bewering dat ruim 50% van de bevolking van Uruzgan wordt bereikt met
wederopbouw en veiligheid? Betekent dit dat ruim 50% van de bevolking van Uruzgan
blijvend profiteert van wederopbouw en in veiligheid leeft? Zo neen, wat betekent het dan wel
voor de bevolking dat zij "bereikt" is? Wat wordt bedoeld met het woord `bereikt' in de zin
"Op het gebied van wederopbouw en veiligheid wordt ruim 50 % van de bevolking van
Uruzgan bereikt"? Wat betekent dat voor de overige bijna 50%? Wordt hier bedoeld dat 50 %
van de bevolking van Uruzgan binnen de zogenaamde `inktvlekken' woonachtig is? Zijn
hierbij ook de inspanningen van NGO's gerekend die buiten de inktvlekken actief zijn? Kunt
u uitsplitsen hoeveel bewoners van Uruzgan binnen de inktvlek worden bereikt en hoeveel via
werk van NGO's daarbuiten? Waarom precies wordt ongeveer de helft van de bevolking van
Uruzgan op het gebied van wederopbouw en veiligheid niet bereikt?
---
Antwoord
Uruzgan heeft naar schatting 350.000 inwoners. De bevolkingsdichtheid in de zogenaamde
Afghan Delopment Zones (ADZ), de relatief veilige gebieden rondom Tarin Kowt en Deh
Rawod, is relatief groot: veel van de inwoners wonen in de ADZ's, waar de bestuurskracht
relatief het sterkst is. QVP's worden zowel binnen als buiten de ADZ's uitgevoerd door lokale
NGO's. Ongeveer tweederde van de QVP's vindt plaats binnen de ADZ's, ongeveer een
derde daar buiten. De eerste uitrol van nationale programma's (ondermeer op het gebied van
onderwijs, gezondheidszorg) vindt met name plaats binnen de ADZ's. Het Basic Package of
Health Services programma vormt daarop een uitzondering; dit bestrijkt vrijwel de hele
provincie.
Met "bereikt" wordt bedoeld dat mensen hetzij direct toegang hebben tot de resultaten van
een project of programma (bijvoorbeeld doordat hun akker bevloeid wordt door herstelde
irrigatiekanalen, doordat zij een van de 96 Basic Health Posts in de buurt hebben gekregen,
zodat zij toegang hebben tot vaccinatie- en voorlichtingsvoorzieningen) of doordat zij hebben
meegewerkt aan de realisatie van een project (bijvoorbeeld het herstel van een dorpsbazaar)
en daarvoor een vergoeding (cash for work) hebben gekregen. 50% procent is daarbij een
voorzichtige schatting.
Op basis van rapportages van NGO's en op basis van eigen monitoring is bekend dat
verspreid over de diverse QVP-projecten 159.281 mensen (22.881 families, bestaande uit
gemiddeld 7 familieleden) meegewerkt hebben aan of toegang hebben tot projecten.
Vraag 11
In hoeverre is aan Frankrijk beloofd dat hulp in Afrika zal worden verleend?
Antwoord
Het onderzoek naar de wenselijkheid en mogelijkheden van een bijdrage aan ISAF na 1
augustus 2008 was een autonoom proces en staat los van de onderzoeken naar de
wenselijkheid en mogelijkheden van een Nederlandse bijdrage aan andere missies,
bijvoorbeeld in Soedan of Tsjaad.
Vraag 12: zie 8
Vraag 13: zie 10
Vragen 14, 25, 26, 27, 37, 46, 49, 60, 368, 481 en 523
14
De regering verwacht dat in de aanloop naar de nieuwe missie nadere aanbiedingen (van
bondgenoten of andere landen die troepen willen leveren) niet uitgesloten zijn. Zijn er
concrete contacten met andere landen? Om hoeveel en welke capaciteit zou het gaan?
25
Gesteld wordt dat "verwacht wordt dat in de aanloop naar de nieuwe misse nadere
aanbiedingen niet uitgesloten zijn. " Kan nader worden ingegaan op wat de signalen zijn die
---
aan deze verwachting ten grondslag liggen en wat voor aanbiedingen dit zou betreffen? Zijn
er concrete contacten met andere landen? Om hoeveel en welke capaciteit zou het gaan?
26
Gesteld wordt verder dat als gevolg van deze verwachtingen de "Nederlandse militaire
bijdrage daarmee na 1 augustus 2008 zal kunnen worden verminderd". Is dit een
vermindering bovenop de vermindering die nu reeds in de planning zit, te weten van 1300
naar 1000-1100 Nederlandse militairen?
27
Staat 100% zeker vast dat de Nederlandse bijdrage in Uruzgan na 1 augustus 2008
verminderd zal worden?
37
Is de regering bereid het aantal aanwezige Nederlandse militairen in Afghanistan te beperken
tot 300 man in plaats van tussen de 1350 en 1450 man?
46
Wanneer verwacht de regering het aantal troepen in Uruzgan te hebben teruggebracht tot circa
1000-1100?
49
Is het, gegeven de verslechterde veiligheidssituatie in Zuid-Afghanistan, realistisch te
veronderstellen dat, gegeven de beperkte militaire toezeggingen van partnerlanden, Nederland
haar militaire bijdrage aan de Task Force Uruzgan wezenlijk kan reduceren? Ligt het niet veel
meer in de lijn der verwachting dat juist meer troepen noodzakelijk zullen zijn?
60
Hoe reëel acht de regering de schatting in de artikel-100 brief, waarin er wordt gesproken
over mogelijk slechts 1100-1000 Nederlandse militairen in Uruzgan? Wie of wat biedt de
regering de zekerheid van de komst van deze "partners"?
368
Welke maatregelen worden genomen om het (tijdelijke) tekort aan gevechtseenheden op te
heffen? Wat zijn de risico;s als dit tekort niet wordt opgeheven? Is het denkbaar dat
Nederlandse troepen dit tekort zullen aanvullen?
481
Hebt u inmiddels inzicht in eventuele aanvullende aanbiedingen van partners voor de
verlengingsmissie? Zo ja, welke? Is inmiddels bekend of Georgië een bijdrage gaat leveren?
Zo ja, op wat voor manier?
523
Hoe verhoudt het voornemen dat Nederland significant meer gaat investeren in mentoring en
training van Afghaanse legereenheden zich met de reductie van 15 tot 20% minder militairen
in Uruzgan?
Antwoord
De regering is overtuigd van de komst van genoemde partners. Daarnaast worden nog
gesprekken gevoerd met andere mogelijke partners. Daarover kunnen nog geen mededelingen
---
worden gedaan. Wel kan de regering mededelen dat het daarbij hoofdzakelijk zou gaan om de
invulling van trainings- en begeleidingscapaciteit voor het ANA, alsmede ondersteuning van
het Nederlandse role 2-hospitaal te Tarin Kowt. Zodra mogelijk zal de Tweede Kamer worden
ingelicht.
Het aantal Nederlandse militairen in Uruzgan na 1 augustus 2008 zal zeker worden
verminderd. Het genoemde aantal van 1000-1100 militairen (in Uruzgan) gedurende de loop
van de missie is een realistische inschatting, waarmee in combinatie met de bijdragen van
partners de totale behoeftestelling voor Uruzgan adequaat is gevuld en niet wordt verminderd
ten opzichte van de huidige situatie. Daarbij komt dat de ANA-presentie in Uruzgan nog
steeds toeneemt. Het aantal OMLT's in Uruzgan zal toenemen van 4 naar 5, waarvan
Nederland er twee zal invullen. Dit is mede afgestemd op de eerdergenoemde groei van het
aantal ANA-militairen in de provincie.
Er bestaat volgens de ISAF-behoeftestelling geen tekort aan gevechtseenheden in Uruzgan.
Voor eventueel benodigde structurele extra troepen zal een beroep worden gedaan op de
NAVO. Zoals ook gesteld in de artikel 100-brief van december 2005 acht de regering het niet
uitgesloten dat voor tijdelijk benodigde extra inzet, additionele Nederlandse eenheden kunnen
worden ingebracht.
Vragen 15, 18, 24, 38, 50, 427, 434, 464, 466, 508, 538
15
Wanneer hakken de Fransen, Tsjechen, Slowaken en Hongaren de knoop door of zij
daadwerkelijk gaan bijdragen aan de ISAF-missie in Uruzgan en hoeveel zij gaan bijdragen?
18
Hanteren Frankrijk, Tsjechië, Slowakije of Hongarije zogeheten `caveats' voor hun bijdrage
in Uruzgan?
24
Er wordt in de brief gesproken over "politieke toezegde militaire bijdragen" van de NAVO-
partners Frankrijk, Tsjechië, et cetera. Hoe hard zijn deze toezeggingen daadwerkelijk?
38
Welke operationele taken zullen andere NAVO partners (Frankrijk, Hongarije, Slowakije,
Tsjechië) in de TFU van Nederland overnemen?
50
In de brief wordt gesteld dat Frankrijk op termijn meer zou willen doen. Kan de regering
aangeven waarop zij deze stelling baseert?
427
In hoeverre zijn er m.b.t. de taken die door andere landen zullen worden ingevuld al harde
afspraken gemaakt? Kunt u een overzicht geven van de afspraken per land en de afspraken die
nog in onderhandeling zijn? Indien u dit overzicht op dit moment nog niet kunt geven, per
wanneer voorziet u dan dat die informatie wel beschikbaar is? Wanneer kan de Kamer
hierover met u van gedachten wisselen?
---
434
Welke taken worden overgedragen aan partners? Aan welke partners? Waarom is die
overdracht verantwoord, en niet relevant voor de veiligheidsketen?
464
Is de inzet van Frankrijk, Hongarije, Tsjechië, Slowakije en eventueel andere landen, een
wezenlijk militaire versterking van de Task Force Uruzgan, m.a.w. boet de Task Force
Uruzgan niet aan kwaliteit in door de betrokkenheid van deze landen? Beheersen deze landen
de operationele NAVO-procedures?
Beschikken zij over voldoende kennis van het Engels als
communicatiemedium? Hebben zij "caveats" t.a.v. het militaire optreden? Zijn zij inpasbaar
in de commandolijn en de logistiek?
466
Indien de veiligheidssituatie in Uruzgan de inzet van meer militairen noodzakelijk maakt, wie
levert deze militairen dan? De NAVO? Australië? De andere partners? Nederland? Bent u van
mening dat Nederland zich moet beperken tot de in de artikel 100-brief aangegeven
troepensterkte bij verlenging?
508
Hoe hard zijn de politieke toezeggingen van Frankrijk, Slowakije, Hongarije, Tsjechië en
Georgië om een bijdrage in Uruzgan te leveren? Kunt u dat per land aangeven? Wat hebben
deze landen concreet toegezegd? Met andere woorden hoeveel militairen dragen deze landen
zeker bij? Kunt u dat per land uitsplitsen? Hoeveel van deze militairen gaan ingezet worden
voor eventuele gevechtshandelingen?
538
Welke uitzonderingen op de Rules of Engagement hebben de aan de missie gelieerde
partnerlanden Hongarije, Slowakije, Frankrijk en Tsjechië?
Antwoord
De in de artikel 100-brief genoemde landen, te weten Frankrijk, Hongarije, Slowakije en
Tsjechië hebben alle inmiddels politieke en publieke toezeggingen gedaan deel te zullen
nemen aan de ISAF-missie in Uruzgan. Naast deze NAVO-partners heeft ook Georgië
aangeboden een bijdrage te willen leveren. Op 5 december heeft het Tsjechische parlement
ingestemd met de inzet in Uruzgan. Het Slowaakse parlement heeft op 11 december de
toekomstige ontplooiing van Slowaakse troepen in Uruzgan goedgekeurd. Ook in Frankrijk is
de besluitvormingsprocedure inmiddels voltooid. De Hongaarse regering zal begin 2008 een
formeel besluit nemen.
De regering gaat er vanuit dat partners de volledige duur van de nieuwe Nederlandse missie,
te weten tot 1 augustus 2010, actief zullen blijven in Uruzgan.
De aard van besluitvorming is in elk land verschillend. In tegenstelling tot Nederland voeren
veel landen geen einddatum voor hun inzet. Wel vergelijkbaar is dat mandaten periodiek
dienen te worden verlengd.
Frankrijk, Hongarije en Slowakije zullen een bijdrage leveren aan de zogenoemde OMLT´s,
die het ANA begeleiden tijdens operaties. Deze taken kunnen worden aangemerkt als
risicovol. Frankrijk, dat ook reeds gevechtsvliegtuigen levert aan ISAF, heeft op politiek
niveau kenbaar gemaakt op termijn een grotere rol te willen spelen in de ISAF-operatie.
---
Slowakije en Tsjechië zullen een bijdrage leveren aan de bewaking van de kampementen in
Tarin Kowt en Deh Rawod. Het risico op gevechtshandelingen is daarbij kleiner. Slowakije
levert tevens een bijdrage aan het provinciaal reconstructieteam (PRT), dat bijna dagelijks
patrouilles uitvoert. Met Georgië, dat heeft aangeboden een bijdrage te willen leveren, wordt
nog gekeken naar de militair technische haalbaarheid en inpasbaarheid.
Tsjechië neemt in eerste instantie met circa 50-80 man deel. Slowakije heeft zijn initiële
bijdrage gesteld op circa 55 militairen. Zowel Frankrijk als Hongarije leveren een OMLT van
respectievelijk 50 en 20 militairen. Het exacte aantal militairen dat de partnerlanden leveren
hangt ook af van de uiteindelijke eigen stafcapaciteit, bescherming en logistieke
ondersteuning die wordt ingebracht. In de aanloop naar augustus 2008 zullen nadere details
op militair-technisch niveau worden uitgewerkt. Dit vergt de nodige tijd. De Kamer zal op een
nader moment meer informatie hierover toegaan via de reguliere stand van zaken-brieven. Bij
deze onderhandelingen wordt uiteraard zorgvuldig gekeken naar de inpasbaarheid van de
bijdrage, alsmede de kwaliteit van de uit te zenden eenheden, teneinde ook de veiligheid van
de Nederlandse militairen te waarborgen.
Met uitzondering van Georgië zijn alle partners NAVO-lidstaten waarmee in veel gevallen al
gezamenlijk succesvol is opgetreden in NAVO-operaties op de Balkan of in Afghanistan en
waarmee gezamenlijke oefeningen zijn gehouden. Zij voldoen aan de NAVO-eisen, -
standaarden en -procedures. Zeker onder officieren en onderofficieren is beheersing van het
Engels adequaat. De regering heeft dan ook alle vertrouwen in de komende samenwerking
met deze landen. De veiligheidsketen, waartoe genoemde taken niet behoren, blijft, zoals ook
gesteld in de artikel 100-brief, in Nederlandse handen. Van caveats of beperkingen is bij de
genoemde bijdragen geen sprake; wel zal bijvoorbeeld het Tsjechische en Slowaakse
personeel dat voor kampbewaking wordt ingezet zich beperken tot deze specifieke taak.
Vragen 16, 17, 31, 39, 40, 41 en 497
16
Wanneer wordt besloten of de Georgische troepen bij gaan dragen aan de ISAF-missie in
Uruzgan? Waarom is dat besluit nog niet gevallen? Zijn er bedenkingen aan Georgische kant,
aan ISAF-kant of aan Nederlandse kant?
17
Wat is de status van het aanbod van Georgië; hoe groot is de bijdrage, wat zijn de
voorwaarden, wanneer is er uitsluitsel? Heeft Georgië nadere voorwaarden gesteld aan zijn
bijdrage? Heeft Georgië een tegenprestatie aan de orde gesteld, zoals afspraken met
betrekking tot het NAVO-lidmaatschap?
31
Gaat u in op het aanbod van Georgië om 200 militairen en helikopters te leveren? Waarop
baseert u de uitspraak dat nadere aanbiedingen niet uitgesloten zijn? Is er een lidstaat die
eventueel toch wil bijdragen? Acht u nadere aanbiedingen realistisch nu het kabinet heeft
gezegd dan Nederland de missie verantwoord kan voortzetten?
39
Wat is de inschatting van de regering met betrekking tot de mogelijkheid van inzet van
Georgische troepen in het licht van de huidige instabiele politieke situatie in het land? En in
10
hoeverre speelt ook de inperking van elementaire mensenrechten in Georgië mee in de
afweging om het aanbod van het land om een aanzienlijke bijdrage te leveren aan de ISAF-
missie in Uruzgan?
40
Wanneer wordt besloten of de Georgische troepen bij gaan dragen aan de ISAF-missie in
Uruzgan? Waarom is dat besluit nog niet gevallen? Zijn er bedenkingen aan Georgische kant,
aan ISAF-kant of aan Nederlandse kant?
41
Heeft Georgië nadere voorwaarden gesteld aan zijn bijdrage? Heeft Georgië een
tegenprestatie aan de orde gesteld, zoals afspraken met betrekking tot het NAVO-
lidmaatschap?
497
Is de inzet van Georgische troepen in Afghanistan vanuit psychologisch opzicht niet per
definitie contraproductief?
Antwoord
De regering heeft met instemming kennisgenomen van het aanbod van de Georgische
regering een bijdrage te leveren aan ISAF in de provincie Uruzgan. Georgië is lid van de
NAVO fora Partnerschip for Peace en de Euro-Atlantische Partnership Raad, net als onder
andere Zweden, Finland en Azerbeijan die ook aan ISAF bijdragen. De Georgische regering
heeft tot dusverre geen nadere voorwaarden gesteld aan haar bijdrage.
Het Georgische aanbod zal eerst militair-technisch op zijn merites worden beoordeeld.
Technisch overleg daartoe is gaande. De aangeboden capaciteiten dienen te worden
geanalyseerd en er zal moeten worden bezien hoe een Georgische bijdrage past in de
Nederlandse behoeftestelling. Ook andere landen uit de voormalige Sovjet-Unie (de Baltische
staten, Azerbeijan) participeren naar tevredenheid in ISAF.
Daarna zal in overleg met andere partners in Uruzgan, een definitief besluit worden genomen.
Alle aspecten die met een eventuele Georgische inzet samenhangen zullen daarbij worden
meegewogen. Uw Kamer zal hierover nader worden geïnformeerd via de reguliere stand van
zaken-brieven.
De regering hecht eraan in dit verband hier al wel te vermelden dat, als Georgische troepen
zullen worden geïntegreerd in de TFU, zij dezelfde ISAF RoE's zullen volgen, dezelfde
procedures en voorschriften zullen volgen met betrekking tot detentie, dezelfde voorschriften
zullen volgen die zijn gericht op terughoudendheid van gebruik van geweld, en dezelfde
richtlijnen zullen volgen met betrekking tot respectering van mensenrechten.
Vraag 17: zie 16
Vraag 18: zie 15
Vraag 19
Zijn er Nederlandse militairen in Uruzgan die niet vallen onder de TFU?
---
Antwoord
Het personeel van het Apache-gevechtshelikopterdetachement is gestationeerd op Tarin Kowt
vanuit de eveneens onder ISAF ressorterende Nederlandse Air Task Force op Kandahar
Airfield. Tevens is een detachement van de Koninklijke Marechaussee op Kamp Holland
aanwezig ter invulling van de nationale politietaak; zij maken deel uit van het Nederlands
Contingentscommando op Kandahar Airfield. Beide direct aan de TFU gerelateerde eenheden
zullen Uruzgan eind 2010 verlaten.
Vragen 20, 22, 28, 29, 32, 34, 35, 549
20
Is de strekking van het kabinetsbesluit dat de laatste Nederlandse militair uiterlijk 1 december
2010 uit Uruzgan is teruggetrokken?
22
Is het waar dat u de volgende situatie openhoudt per 1 augustus 2010: voorzetting militaire
aanwezigheid Uruzgan; leidende militaire verantwoordelijkheid in een andere provincie? Kan
terugtrekking uit TFU kan uitgelegd worden als ontbinding van TFU, gevolgd door nieuw
benoemde task force? Indien neen, waarom niet?
28
Staat 100% zeker vast dat Nederland in 2010 zijn militaire verantwoordelijkheid in Uruzgan
zal beëindigen? En wat is uw antwoord voor wat betreft geheel Afghanistan?
29
Staat 100% zeker vast dat de Nederlandse terugtrekking per 1 december 2010 uit Uruzgan
en/of Afghanistan is afgerond?
32
Waarom schrijft u dat Nederland in 2010 zijn leidende militaire verantwoordelijkheid in
Uruzgan zal beëindigen? Betekent dit dat Nederland wel militair actief kan blijven, in een
ondersteunende rol en/of in een andere provincie?
34
De regering geeft aan dat Nederland "hoe dan ook zijn leidende verantwoordelijkheid per 1
augustus 2010 zal beëindigen." Tot wanneer zal Nederland na die tijd met niet-leidende
verantwoordelijkheid actief blijven in Uruzgan? Kan Nederland in ander verband dan TFU
actief blijven in Uruzgan na december 2010?
35
In hoeverre is ook een meer geleidelijke afbouw van de verlengde Nederlandse missie
overwogen? Is een meer flexibele einddatum niet gewenst?
549
Voorziet u na 1 december 2010 nog één of andere - niet militaire - vorm van Nederlandse
betrokkenheid bij Uruzgan? Zo ja, welke?
Antwoord
Nederland zal hoe dan ook zijn leidende militaire verantwoordelijkheid in Uruzgan per 1
12
augustus 2010 beëindigen. Vanaf 1 augustus 2010 zal de terugtrekking van de Task Force
Uruzgan (TFU) zo spoedig mogelijk geschieden, zodat deze per 1 december 2010 is afgerond.
Van het ontbinden, en gelijktijdig opnieuw oprichten van een nieuwe Task Force Uruzgan zal
geen sprake zijn.
De regering kan en wil op dit moment geen uitspraken doen over de vraag of, en zo ja hoe,
Nederland vorm zal geven aan zijn betrokkenheid aan Afghanistan na deze periode.
Het ligt in de rede dat Nederland ook na 1 augustus 2010 op het gebied van de
ontwikkelingssamenwerking betrokkenheid houdt in Uruzgan. De activiteiten van nationale
programma's en NGO's die Nederland in de provincie financiert (en zal gaan financieren)
kennen geen vaste einddatum.
Vragen 21 en 33
21
Op welke concrete wijze is thans het eigen Nederlandse nationale veiligheidsbelang aan de
orde?
33
Waarom is de regering van mening dat dit besluit het eigen nationale veiligheidsbelang dient?
Welke rol speelt de ISAF-missie hierbij, aangezien de ISAF gescheiden is van Operation
Enduring Freedom? Acht u het risico op aanslagen in Nederland niet juist groter als
Nederland de missie in Uruzgan voorzet, dan wanneer Nederland daarvan zou afzien?
Antwoord
In de huidige, geglobaliseerde wereld is de nationale veiligheid niet beperkt tot het eigen
grondgebied, of het Europese continent. Terroristische netwerken en extremistische
groeperingen zijn transcontinentaal actief en laten zich niet tegenhouden door landsgrenzen.
Het recente verleden heeft aangetoond dat een extremistisch geleid Afghanistan een dreiging
vormt voor de rest van de wereld. De aanslagen in New-York werden vanuit Afghanistan
beraamd. De aanslagen in Londen, Madrid, Casablanca -of zeer recent in Algiers-, maar ook
de moord op Theo van Gogh, zijn in belangrijke mate ingegeven door het gedachtegoed en de
propaganda van Osama bin Laden en zijn Al Qaeda-beweging. Deze beweging gedijt in
fragiele staten, getuige de terroristische opleidingskampen die in ruime mate aanwezig waren
in Afghanistan onder het Talibanregime. Het stabiliseren van Afghanistan, zodat dit land niet
meer een toevluchtsoord wordt voor extremistische groeperingen (niet alleen Taliban, maar
ook terroristische groeperingen van buiten Afghanistan), dient rechtstreeks het Nederlandse
veiligheidsbelang. Een stabiel Afghanistan is tenslotte van belang voor de stabiliteit van een
volatiele regio. Ook hiermee wordt het Europese, en daarmee het Nederlandse belang
gediend.
ISAF draagt bij aan de stabilisering en de veiligheid van Afghanistan, en schept daarmee de
randvoorwaarden voor beter bestuur en ontwikkeling. De operatie Enduring Freedom is niet
zuiver gericht op contra-terrorisme; via OEF draagt de VS ook in zeer grote mate bij aan
training van het Afghaanse leger en de Afghaanse politie. Ook deze activiteiten zijn in het
belang van een stabiel Afghanistan.
13
Vraag 22: zie 20
Vragen 23, 30, 129 en 236
23
Kan nader worden ingegaan op de stelling "perspectief op duurzame verbetering van de
situatie in Uruzgan is zichtbaar aanwezig"? Waaruit blijkt dit? Wat voor signalen
onderbouwen dit en op welke wijze kan dit worden bereikt?
30
Waarop baseert u de bewering dat perspectief op duurzame verbetering van de situatie in
Uruzgan zichtbaar aanwezig is? Kunt u dit concretiseren? Hoe kan dit perspectief toenemen
terwijl de invloed van de Taliban toeneemt en Nederlandse troepen steeds vaker onder vuur
komen te liggen?
129
Wat zijn de hoopgevende tekenen van wederopbouw?
236
"Ontwikkelingsprogramma's zullen aan kracht winnen", schrijft u; waar baseert u dat op?
Antwoord
Het perspectief op duurzame verbetering blijkt uit het feit dat, na een eerste fase van korte-
termijn projecten vooral gericht op snel zichtbare resultaten voor de bevolking, het nu
mogelijk blijkt structurele, duurzame nationale programma's uit te rollen in Uruzgan. Deze
programma's sluiten aan bij de nationale ontwikkelingsplanning (I-ANDS) en zijn voor hun
capaciteit en financiering op de lange termijn niet afhankelijk van de Nederlandse
aanwezigheid in Uruzgan. De uitvoering van deze programma's is wel afhankelijk van
continuering van de internationale ontwikkelingssamenwerking met Afghanistan in de
komende jaren.
De bijdragen aan een aantal programma's en projecten zullen zich de komende periode
vertalen in concrete en zichtbare resultaten. Dat zullen kleine stapjes zijn in het begin.
De bijdrage aan de eerste fase van het nationale onderwijsprogramma Equip heeft inmiddels
tot resultaten geleid zoals de ondertekening van 24 contracten voor de bouw en uitbreiding
van scholen en zijn er in 49 dorpen de dorpsraden gemobiliseerd.
De bijdrage aan de pilot fase van een NGO programma, gericht op kinderen en ter
ondersteuning van en voorbereiding op het nationale onderwijsprogramma heeft geleid tot de
volgende resultaten:
o 182 lespakketten zijn gebracht naar scholen in het district Tarin Kowt en 5
scholen in het district Chora
o verbeteringen werden aangebracht aan 7 scholen in Tarin Kowt, 2 scholen in
Chora en 2 scholen in Deh Rawood
o 140 leerkrachten volgden een cursus gezondheid en hygiëne
De bijdrage aan het nationale Basic Package of Health Services heeft geleid tot de navolgende
resultaten:
o inrichting polikliniek, operatiekamer en cholerazaal ziekenhuis Tarin Kowt
14
o aanschaf ambulance voor comprehensive health centre Chora
o aanschaf verbandmateriaal en medicijnen
o het opleiden en ondersteunen van dorps gezondheidswerkers
o opzetten van dienstverlening in comprehensive health centres en basic health
centres
o financiering studentenopleiding tot vroedvrouw en verpleger
o de bouw van een basic health centre bij Deh Rawood is gestart
o een nieuwe basic health centre is gestart bij Tarin Kowt
Dit zal zorgdragen voor merkbare verbeteringen in de levensomstandigheden van vele mensen
en een duurzaam fundament bieden om op voort te bouwen.
Deze projecten blijven kwetsbaar voor veiligheidsomstandigheden, maar het blijkt dat lokale
NGO's en regeringsvertegenwoordigers hun werk kunnen doen. De verwachting is dat
naarmate meer projecten en programma's tot zichtbare resultaten leiden, de bevolking in
toenemende mate kiest voor ontwikkeling en de projecten zal beschermen tegen Taliban en
andere groeperingen die zich verzetten tegen de overheid.
Vraag 24: zie 15
Vraag 25: zie 14
Vraag 26: zie 14
Vraag 27: zie 14
Vraag 28: zie 20
Vraag 29: zie 20
Vraag 30: zie 23
Vraag 31: zie 16
Vraag 32: zie 20
Vraag 33: zie 21
Vraag 34: zie 20
Vraag 35: zie 20
Vraag 36
Is de verwachting dat er na 2010 nog ISAF-presentie nodig is?
Antwoord:
Het is te verwachten dat externe veiligheidsassistentie, zij het in veranderende en afnemende
mate, in Afghanistan ook in de fase na 2010 noodzakelijk blijft.
15
Vraag 37: zie 14
Vraag 38: zie 15
Vraag 39: zie 16
Vraag 40: zie 16
Vraag 41: zie 16
Vraag 42
Wordt het 'belangrijke accent', te weten het met meer middelen ondersteunen en bevorderen
van de opbouwinspanning, nog nader geconcretiseerd in SMART-doelstellingen? Zo
nee,waarom niet? Zo ja, wanneer kunnen we die doelstellingen tegemoet zien? Zo je, hoe
wordt de voortgang bij het bereiken van die doelstellingen gemonitord? Zo ja, wilt u de
Kamer over de voortgang m.b.t. de realisering van deze in SMART-termen geformuleerde
doelstellingen per kwartaal rapporteren?
Antwoord
De regering ondersteunt het streven naar SMART-doelstellingen voor de opbouwinspanning
door de Afghaanse regering en NGO's in Uruzgan. Slechts wanneer deze opbouwinspanning
wordt gedragen door de Afghaanse regering en de Afghaanse samenleving heeft deze kans
van slagen. De regering hecht er daarom sterk aan om de Afghaanse opbouwplanning als
richtinggevend voor de eigen inspanningen aan te houden. Dat is ook de reden dat de
provinciale consultaties voor de opstelling van een concept Provincial Development Plan als
bijdrage aan de nieuwe Afghanistan National Development Strategy vanuit het PRT zijn
ondersteund. Zodra het Provincial Development Plan Uruzgan is vastgesteld (naar
verwachting in 2008) zal het PRT de uitvoering daarvan ondersteunen. Keerzijde van deze
strategische beleidskeuze is dat de Afghaanse bestuurscultuur leidend is.
Voor de lopende projecten die Nederland ondersteunt worden op projectniveau zoveel
mogelijk SMART-doelstellingen geformuleerd. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat de
belangrijkste doelen van de projecten zich niet SMART laten concretiseren. Aan de
uitvoerders wordt dan ook de ruimte gelaten om hun middelen (bouw van scholen, herstel van
wegen, irrigatiekanalen, etc.) op die doelen af te stemmen. Dit betekent bijvoorbeeld dat bij
dorpsprojecten de keuze van de dorpsbevolking voor een specifieke verbetering leidend is.
Monitoring van projecten vindt grotendeels plaats door beoordeling van de rapportages die
uitvoerende organisaties indienen bij de civiele staf van het PRT of ambassade Kaboel. De
monitoring op het hogere niveau, namelijk of het geheel van activiteiten bijdraagt aan de
doelstellingen van het PRT, wordt verzorgd door de staf van het PRT. De resultaten van die
monitoring worden regelmatig aan uw Kamer gemeld, als onderdeel van Kamerbrieven over
de voortgang van de missie.
Vraag 43
16
Vindt u het, met ons, van belang om ook een tijdige regeling van de aflossing als een
´belangrijk accent´ te beschouwen en als zodanig te behandelen en te monitoren? Bent u
bereid de Kamer periodiek over de voortgang te rapporteren?
Antwoord
De regering deelt de mening dat adequate aflossing, door de NAVO dan wel de Afghaanse
veiligheidstroepen, van groot belang is. De helder geformuleerde einddatum van deze missie
biedt voldoende aanknopingspunten voor de NAVO om zorg te dragen voor tijdige aflossing
indien nodig. Uiteraard zal de regering de Kamer te zijner tijd informeren over de
uiteindelijke wijze van aflossing.
Vragen 44, 367, 459, 460, 461, 484 en 509
44
Waarom vermindert de regering de inzet van Apaches van zes naar vijf? Is er vervanging
voorzien van de zesde Apache door andere landen die deelnemen aan ISAF? Zo ja, houdt
Nederland dezelfde zeggenschap over de inzet van die zes gevechtshelikopters als nu? Zo nee,
levert dat geen risico op voor de Nederlandse troepen door vermindering van de hoeveelheid
beschikbare luchtsteun?
367
Hoe groot is het tekort aan helikoptercapaciteit precies? Is er een generiek tekort aan de
hoeveelheid helikopters? Is er een tekort aan (een) bepaald(e) types helicopter(s)? Zo ja
welke? Is er een tekort aan piloten en/of load masters en/of monteurs? Welke risico's ontstaan
als dit tekort/deze tekorten niet tijdig wordt / worden opgeheven?
459
De 25 Amerikaanse helikopters op Kandahar zullen worden ingezet voor OEF en niet meer
voor ISAF. Betekent dit dat als de Amerikanen tijdens een operatie deze capaciteit niet
kunnen missen wij op onszelf zijn aangewezen?
460
Hoeveel Chinooks brengt Australië begin 2008 in?
461
Hoeveel transporthelikopters brengt Australië vanaf begin 2008 in? Betreft dit een harde,
vastgelegde toezegging? Betekent de constatering dat "in de aanloop naar 1 augustus 2008 zal
worden bezien hoeveel transporthelikopters Nederland moet inbrengen op regionaal niveau"
niet een groot financieel risico en een open-einde regeling? Is er een limiet aan de door
Nederland te leveren helikopters en is die vastgelegd op papier?
484
In de stand van zakenbrief van 24 september jl. (27925, nr. 272) is aangegeven dat slechts
75% van de behoefte aan transporthelikopters van Regional Command South is ingevuld. Hoe
ontwikkelt zich dit tekort in de toekomst, gegeven ook het feit dat de Amerikanen hun
helikopters aan ISAF onttrekken (30% van de capaciteit), ten behoeve van OEF? Zal de
Nederlandse Task Force in voorkomende gevallen van piekbelasting van de
transporthelikopters een beroep kunnen doen op helikopters van partners in Afghanistan?
17
509
Thans levert Nederland afwisselend zes Cougar-transporthelikopters en drie Chinook-
transporthelikopters aan het regionale hoofdkwartier Zuid. In hoeverre blijft Nederland
verzekerd van voldoende luchttransportcapaciteit? In hoeverre zijn t.a.v. het garanderen van
voldoende luchttransportcapaciteit harde toezeggingen? In hoeverre valt op de civiele markt
adequaat luchttransportcapaciteit in te huren? En wie zal dit betalen?
Antwoord
Nederland levert in de huidige missie afwisselend vijf Cougar- of drie Chinook
transporthelikopters en vijf Apache gevechtshelikopters aan de commandant van het regionale
hoofdkwartier in Zuid-Afghanistan (RC(S)). De commandant van RC(S) kan deze toestellen
binnen de door Nederland beschikbaar gestelde uren naar behoefte inzetten in de zuidelijke
regio.
De VS heeft ter ondersteuning een overbruggingscapaciteit (helikopters) ter beschikking staan
op Kandahar ten behoeve van de commandant RC(S), die deze capaciteit ook in Uruzgan kan
inzetten. De VS hebben besloten deze overbruggingscapaciteit niet terug te trekken, maar wel
onder OEF te brengen. ISAF kan deze transportcapaciteit op verzoek gebruiken.
Australië heeft toegezegd vanaf 1 april 2008 twee Chinook transporthelikopters in te brengen.
Ook deze komen ten dele ter beschikking van de commandant RC(S).
Met deze ontwikkelingen blijft de behoefte aan transporthelikopters groter dan het aanbod.
Mede op grond daarvan is tijdens de ministeriële NAVO-vergadering in Noordwijk
overeengekomen civiele helikopters in te huren voor materieel- en munitietransport op grond
van Common Funding. Nederland juicht dit besluit toe.
Vragen 45, 441, 448, 462, 489, 490, 491
45
Waarom vermindert de regering de inzet van F16's van zes naar vier? Is er vervanging
voorzien van deze twee F16's door andere landen die deelnemen aan ISAF?
441
Is het aandeel van 4 F16-jachtvliegtuigen en 5 Apache-gevechtshelikopters voldoende om de
militaire missie naar behoren uit te voeren? Staat het vast dat de Task Force Uruzgan, indien
noodzakelijk, kan rekenen op aanvullende luchtsteun vanuit de bondgenoten?
448
Wat is de reden dat het aantal F-16's van zes naar vier wordt teruggebracht? Vloeit deze
reductie voort uit personeelstekort? Zo ja, betreft dit vliegers en/of onderhoudspersoneel? Is
het aantal van vier F-16's in Uruzgan voldoende, of is dit aantal alleen voldoende indien
andere partners daadwerkelijk voor additionele jachtvliegtuigcapaciteit zorgen? Wat is het
risco indien dit laatste niet gebeurt? Onder welke omstandigheden worden de in Nederland in
verhoogde paraatheid gebrachte F-16's ingezet? Is eventuele inzet van deze F-16's in de
begroting opgenomen?
462
18
In de stand van zakenbrief van 24 september jl. (27925, nr. 272) is aangegeven dat er een
tekort aan gevechtshelikopters is ontstaan, en dat ter compensatie een intensiever gebruik van
fixed wing vliegtuigen wordt overwogen. Hoe ontwikkelt zich de luchtsteun in de toekomst
en hoe verhoudt zich een en ander tot de reductie in het aantal Nederlandse F-16's van zes
naar vier?
489
Waarom wordt het aantal F-16's van zes naar vier teruggebracht? Is er sprake van problemen
bij het voortzettingsvermogen, gezien ook het feit dat er F-16's worden teruggetrokken uit de
NRF?
490
Zullen de jachtvliegtuigen die ter compensatie van de verminderde Nederlandse inzet door
andere landen geleverd worden, beschikken over vergelijkbare capaciteiten op het gebied van
close air support? Of moet gevreesd worden voor operationele beperkingen, verminderde
communicatiemogelijkheden met eenheden op de grond en verhoogde kans op collateral
damage?
491
Is luchtsteun van Nederlandse Apaches en F-16's aan Nederlandse militairen op de grond te
allen tijde gegarandeerd? Ook gedurende de `afbouwperiode'?
Antwoord:
De huidige Nederlandse bijdrage is een zware belasting voor de krijgsmacht. Mede om die
reden is besloten de NAVO te vragen partners te vinden voor enkele specifieke taken en
onderdelen van taken. Daarbij is als uitgangspunt gehanteerd dat de veiligheidsketen, inclusief
gevechtshelikopters en jachtvliegtuigen, op minimum niveau in Nederlandse handen moet
blijven, teneinde de veiligheid van de Nederlandse militairen te kunnen waarborgen.
Nederland heeft momenteel zes F-16 jachtvliegtuigen ontplooid in Afghanistan, die onder
commando staan van commandant ISAF (COMISAF). De jachtvliegtuigen van de
bondgenoten, eveneens onder commando van COMISAF, zijn ook beschikbaar voor
luchtsteun aan Nederlandse troepen in Uruzgan.
Voor de luchtsteun in de toekomst is de NAVO in gevorderd overleg met enkele partners die
bereid zijn om additionele jachtvliegtuigcapaciteit (met dezelfde capaciteiten als de
Nederlandse F-16 jachtvliegtuigen) ter beschikking te stellen. Frankrijk heeft al enkele
jachtvliegtuigen in Kandahar gestationeerd,en mede daardoor kan Nederland de bijdrage van
F-16 jachtvliegtuigen aan ISAF terugbrengen van zes naar vier. Met vier toestellen blijft
zekerheid van beschikbare luchtsteun aan Nederlandse troepen in Uruzgan gewaarborgd, en
zal dat ook blijven tijdens de redeployment van de TFU.
Vraag 46: zie 14
Vraag 47
Wat zijn de operationele consequenties van de opdracht dat Nederland vanaf het najaar van
2008 gedurende negen maanden de commandant zal leveren van het Regionale commando in
het Zuiden?
19
Antwoord
Er zijn geen operationele consequenties voor de periode dat Nederland de commandant levert
voor RC South. Wel zal dit leiden tot een geringe aanvulling in de vorm van een persoonlijke
staf van deze commandant en mogelijk een detachement voor zijn persoonlijke veiligheid te
velde. De operationele reserve, waarvoor Nederland tijdens de laatste commandoperiode een
compagnie leverde, wordt vanaf heden permanent gevuld door het VK, en beslaat een bataljon
ter grootte van 600 militairen.
Vraag 48 en 299
48
Waarom benadrukt de regering in de artikel 100-brief het opbouwaspect meer dan in de
vorige artikel 100-brief van eind 2005, terwijl de veiligheidssituatie over het geheel genomen
verslechterd is en de absorptiecapaciteit en het basisniveau beperkt is? Is de regering bereid
duidelijk aan te geven dat de verlengde militaire missie in Uruzgan een combinatie is van
robuust militair optreden tegen de OMF, stabilisatie en opbouw?
299
Is het kabinet van mening dat een geslaagde wederopbouw een essentiële voorwaarde is voor
het laten slagen van de missie? En dat het voortzetten van de missie dus niet zou moeten
gebeuren als er geen sprake zou kunnen zijn van controleerbare wederopbouw van enige
substantie?
Antwoord
De nieuwe missie zal een stabilisatie- en ondersteuningsmissie zijn, die gericht is op
overdracht. Hierbij gaan doelstellingen op het gebied van veiligheid en ontwikkeling hand in
hand. In deze benadering blijft het Nederlandse adagium: "opbouwen waar mogelijk en
militair optreden waar nodig". Het gaat hierbij derhalve om een combinatie van stabilisatie en
opbouw, waarbij zo nodig robuust militair zal worden opgetreden tegen de OMF.
Hoewel veiligheid en absorptiecapaciteit uitdagingen zijn en blijven, is de afgelopen periode
gebleken dat perspectief op duurzame verbetering van de situatie in Uruzgan zichtbaar
aanwezig is. Om verder te kunnen bouwen op het gelegde fundament is meer aandacht voor
het civiele aspect van de missie gerechtvaardigd, mogelijk en noodzakelijk. De verwachting is
dat naarmate meer projecten en programma's tot zichtbare resultaten leiden, de bevolking en
haar leiders in toenemende mate kiezen voor ontwikkeling en vertrouwen in lokaal bestuur.
Verbetering van de veiligheidssituatie zal dus deels bereikt kunnen worden doordat de
bevolking en haar leiders zich hiervoor inzetten. Deze benadering wordt alom binnen ISAF
gesteund en versterkt.
Vraag 49: zie 14
Vraag 50: zie 15
Vragen 51, 68, 69, 257, 455, 456, 457 en 494
51
20
Wordt voorzien dat er dusdanig veel voortgang met de opbouw wordt geboekt in Uruzgan dat
het PRT nog binnen de duur van de Nederlandse missie civiele leiding zal krijgen?
68
Hoe zal de uitbreiding van de civiele bezetting van het PRT vorm krijgen? Wanneer zal deze
uitbreiding plaatsvinden? Kunt u aangeven hoe de verhouding militair-civiel binnen het PRT
is en zal zijn, voor en na de uitbreiding?
69
Aan welke voorwaarden moet zijn voldaan om het PRT een civiele leiding te geven? Betekent
de uitspraak dat het PRT een civiele leiding zou kúnnen krijgen, dat daar nog geen afspraak
over gemaakt is?
455
Waar hangt het vanaf of de leiding van het PRT gedurende de nieuwe missie in civiele handen
komt?
456
Op welke termijn wil de regering de leiding van het PRT in civiele leiding brengen als de
omstandigheden zich ontwikkelen zoals op dit moment wordt verwacht?
457
Waarom blijft de commandant TFU verantwoordelijk voor de gehele missie indien het PRT
een civiele leiding krijgt? Betekent dat dat een civiel geleid PRT komt te vallen onder militair
bevel? Hoe verhouden zich dan de civiele structuur met de militaire structuur?
494
Kunt u met betrekking tot het in civiele handen komen van het PRT aangeven of het zeker is
dat dit gaat gebeuren? Zo ja, welke criteria zult u hanteren om tot het civiliseren van het PRT
over te gaan? Wanneer denkt u hiertoe te kunnen overgaan?
Antwoord
Aan een eerste stap in de uitbreiding van civiele presentie is reeds nu vorm gegeven: de
civiele staf is in augustus 2007 uitgebreid door de toevoeging van een assistent-tribaal
adviseur en een ontwikkelingsadviseur. Nog een extra ontwikkelingsadviseur zal begin 2008
aantreden.
De regering heeft de ambitie om het PRT nog binnen de duur van de Nederlandse missie
onder civiele leiding te brengen. Op welk moment dit precies zal gebeuren is nu nog niet te
zeggen omdat dit mede afhankelijk is van de verdere ontwikkeling van de invulling van de
3D-benadering. De positie van de Civilian Representative (CivRep) zal reeds personeelsmatig
zwaarder ingevuld worden zodat deze vergelijkbaar wordt aan de Commandant PRT of
Commandant TFU. Met het verzwaren van de positie van de CivRep wordt de civiele
component (politiek adviseurs, OS-adviseurs, tribale adviseurs, tolken, functioneel
specialisten, semi-permanente consultants) samengebundeld.
Het moment dat de leiding van het PRT in civiele handen komt, hangt deels van externe
factoren af. Extern zal de veiligheidssituatie in de inktvlek, en de overdracht van de
verantwoordelijkheid daarvoor aan de ANSF, zich gunstig moeten blijven ontwikkelen zodat
21
een substantiële wederopbouwinzet en voldoende bewegingsvrijheid voor de civielen
mogelijk is.
Voor de goede orde: ISAF III is niet verantwoordelijk voor de civiele kant van de PRT's, die
nationaal wordt ingebracht. Derhalve kan Nederland ervoor kiezen het PRT onder civiele
leiding te plaatsen. Sommige landen zijn ons reeds voorgegaan. Een toekomstige civiele
leiding van het PRT zal niet onder het bevel vallen van de TFU, maar onder de Nederlandse
Ambassade te Kabul. De commandant TFU blijft echter eindverantwoordelijk voor de missie
en de veiligheid van alle Nederlanders in de missie. Uiteraard is goede afstemming en
samenwerking tussen de civiele en militaire inzet een vereiste, en het uitwerken van de juiste
afstemmingsprocedures is een van de voorwaarden voordat tot overdracht aan civiele leiding
kan worden overgegaan.
Vragen 52, 53, 219, 220, 228, 229, 232, en 243
52
Waarom bent u van mening dat het belang van de missie opweegt tegen de risico's, aangezien
de kans op Nederlandse slachtoffers aanwezig blijft? Welk exacte belang rechtvaardigt de
slachtoffers?
53
Waarom heeft u besloten tot andere accenten bij de nieuwe missie? Heeft u daartoe besloten
omdat de huidige missie te weinig resultaten boekt? Zo nee, waarom zijn de andere accenten
dan nodig volgens u?
219
Bedoelt u met het aanbrengen van verfijningen in de 3D strategie dat er geen majeure
inspanningen op de D's van diplomacy en development vallen te verwachten en dat het
overgrote deel van de inzet via de D ven Defence zal blijven lopen?
220
Kan de regering aangeven welke exacte verfijning zullen worden aangebracht in de 3D-
strategie? Op welke wijze zullen deze verfijningen bijdragen aan een grotere effectiviteit van
inzet? Op welke wijze en in welke mate zal de verhouding tussen de Defence, Development
en Diplomacy in de periode tot 1 augustus 2010 veranderen?
228
Waarom wordt gewacht tot augustus 2008 met het inzetten op de `accentverschuivingen'
binnen de strategie van de missie?
229
Is het realistisch te verwachten dat de inktvlekken (ADZ's) kunnen worden uitgebreid "over
de rest van de provincie"? Is daarvoor de huidige hoeveelheid troepen toereikend?
232
Wat zijn de geleerde lessen precies die aanpassing aan de hoofdlijnen veroorzaken? Wat is de
ISAF-inzet? Is die anders dan de oorspronkelijke doelstelling? Is dit vastgelegd in een
document? Zo ja, kan de Kamer inzage hierin krijgen?
---
243
Waarom wordt gewacht tot augustus 2008 met het inzetten op de `accentverschuivingen'
binnen de strategie van de missie?
Antwoord
De zogenoemde drie ´D´-aanpak (diplomacy, defence, development) is tot op heden de best
werkbare gebleken. Deze benadering wordt daarom ook breed onderschreven, zowel in VN-
als in NAVO-kader. Door voortdurend af te wegen welke van de drie ´D´s op welk moment
kan worden ingezet, en de samenhang te bewaken, kan voortgang worden geboekt bij het
bevorderen van de stabiliteit, alsmede bij het ondersteunen van goed bestuur en het assisteren
bij de (weder)opbouw. Daarbij is het uitgangspunt dat zo militair als nodig, en zo civiel als
mogelijk wordt opgetreden. De voor deze nieuwe missie gestelde doelen zijn gebaseerd op de
verwachte uitgangssituatie in augustus 2008. Op basis daarvan verwacht de regering dat vanaf
augustus 2008 intensivering van de opbouwinspanning en van de training en begeleiding van
Afghaanse veiligheidsinstanties kan plaatsvinden.
Naarmate het Afghaanse provinciale bestuur en de Afghaanse veiligheidsstructuren
zelfstandiger worden en meer kritische massa krijgen, zal de Afghanisering kunnen worden
verdiept. In de nieuwe missie zal dit aspect dan ook centraal staan. Meer dan nu nog mogelijk
is zal de aandacht uitgaan naar training en begeleiding van Afghaanse politie en het
Afghaanse leger. Hetzelfde geldt voor bestuursbegeleiding van de gouverneur en de uitrol van
nationale Afghaanse ontwikkelingsprogramma's. Onze inspanning (en die van de
internationale gemeenschap) wordt daarmee gaandeweg civieler.
Uiteraard zal worden bezien of enkele verwachte accentverschuivingen al eerder kunnen
worden doorgevoerd, indien de situatie zich gunstiger ontwikkelt dan verwacht. Deze
accentverschuivingen houden niet zozeer verband met geleerde lessen, als wel met de
verwachte ontwikkelingen in en van de provincie. Naarmate de ANSF meer in staat zijn om
zelfstandig op te treden, meer nationale programma´s worden uitgerold en het bestuur meer
capaciteiten ontwikkelt, zal de veiligheid verder toenemen, en zal de instroom van NGO´s en
Internationale Organisaties toenemen. Alsdan wordt ook uitbreiding van de inktvlek mogelijk
geacht. De regering acht het belang van de missie, op basis van de opgedane ervaringen, het
belang voor de Afghaanse bevolking en de veiligheid, alsmede de bereikte resultaten,
zodanig, dat de kans op slachtoffers aan Nederlandse zijde, aanvaard moeten worden. De
professionaliteit, uitrusting, training en omvang van de TFU is erop gericht deze aanzienlijke
risico's zo klein als mogelijk te houden. De Nederlandse militairen en hun uitrusting hebben
bewezen opgewassen te zijn tegen de zware taken waar zij voor staan.
Vraag 53: zie 52
Vragen 54, 183, 196 en 197
54
Hoeveel geld en menskracht heeft u extra uitgetrokken voor de intensivering van de training
en begeleiding van Afghaanse veiligheidsinstanties, en hoeveel is er nu voor beschikbaar?
183
23
Welke acties heeft Nederland zelf ondernomen om het aantal agenten te vergroten en de
kwaliteit van de politie te vergroten, afgezien van het trainen van de ANAP?
196
Is het waar dat de training van de ANP en ANAP geheel voor rekening komt van het budget
voor Ontwikkelingssamenwerking? Waarom betaalt Nederland niet direct de politie?
197
Welke maatregelen zal de Nederlandse regering nemen om de problemen betreffende de
ANAP (beperkte controle en regelmatig uitblijven van betaling) op korte termijn op te lossen?
Antwoord
Nederland levert in Uruzgan de volgende bijdragen aan de opbouw en verbetering van het
politieapparaat:
- De Nederlandse Task Force Uruzgan heeft inmiddels een duizendtal Afghanistan
National Auxilliary Police getraind in de provincie Uruzgan, waarvan er circa 650
actief zijn.
- Bouw en herstel van 45 politiecheckpoints, ter waarde van 300.000,-. Hiervan
zijn inmiddels 21 gerealiseerd.
- Financiering van basisuitrusting ter versterking van ANA en ANP, ter waarde van:
2 mln.
- Nederland heeft 4,2 mln. euro gecommitteerd voor de bouw van een Politie
Trainings Centrum in de provincie Uruzgan. De bouw zal naar verwachting in
2008 worden gerealiseerd in samenwerking met de Australische Reconstruction
Task Force.
- Bijdrage aan het United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) ter waarde
van 1 mln. voor de bouw van een politiekantoor en het geven van trainingen en
het verstrekken van transportmiddelen en communicatieapparatuur t.b.v. de
Counter Narcotics Police Afghanistan in Uruzgan.
- Nederland onderhoudt intensief contact met de Afghaanse overheid, van
provinciaal niveau tot president Karzai zelf, over de opbouw en training van de
politie in Afghanistan, en in Uruzgan in het bijzonder. Zo is de provinciaal
politiecommandant in Uruzgan, mede na Nederlandse druk, vervangen door een
capabele commandant met wie nauw wordt samengewerkt.
- De Nederlandse Task Force Uruzgan werkt nauw samen met het door de VS
gefinancierde Police Mentoring Teams in de provincie Uruzgan en de betaalteams
die zorg dragen dat de politiesalarissen de agenten in het veld bereiken.
Van Afghaanse zijde is toegezegd dat Uruzgan zal beschikken over voldoende
veiligheidstroepen en dus zal kunnen beschikken over de geautoriseerde sterkte. Volgens de
Afghaanse lijst van formatieplaatsen (tashkeel) heeft de Afghan National Police (ANP) in
Uruzgan een geautoriseerde sterkte van 1302 man, waarvan 301 reguliere ANP en 1001
Afghan National Auxiliary Police (ANAP). In de praktijk gaat het echter over ongeveer 740
man politie (88 man ANP en circa 650 man ANAP). Onder de recent aangetreden provinciaal
politiecommandant Jumah Gul worden thans, in samenwerking met de Amerikaanse Police
Mentoring Teams en betaalteams, de loonlijsten opgeschoond, zodat precies kan worden
bepaald om hoeveel man het gaat.
24
In antwoord op lokale verslechtering in de veiligheidssituatie is de politie in Uruzgan
tweemaal tijdelijk versterkt met Afghanistan Standby Police (ASP). In eerste instantie ging
het daarbij om tijdelijke versterking te Chora met 50 man ASP en op dit moment is 45 man
ASP tijdelijk gelegerd te Deh Rawod.
Om de tekorten aan te vullen heeft de provinciale politiecommandant toestemming gekregen
voor werving van aanvullende ANAP-agenten. Nog deze maand gaat een, door Nederland
verzorgde, uitgebreide basiscursus voor 61 nieuwe ANAP-recruten van start. Het is de
bedoeling dat de ANAP in de loop van 2008 zal worden uitgefaseerd. Met het oog daarop gaat
in januari 2008 een voorbereidende training van start om 120 geschikte ANAP-agenten
gereed te maken voor opname in de ANP.
Verder zal in 2008 een district in Uruzgan worden opgenomen als pilot in het Amerikaanse
Focused District Development programma; zal uit het Stabilisatiefonds de bouw van een
Politie Trainingscentrum worden gefinancierd en zal EUPOL in Uruzgan
opleidingsactiviteiten ontplooien. De verwachting is dan ook dat in 2008 zowel kwalitatief als
kwantitatief verbeteringen zullen worden doorgevoerd in het Afghaanse politieapparaat.
Nederland heeft in 2006 en 2007 een bijdrage uit ODA van 10 miljoen euro gegeven aan het
internationale Law and Order Trustfund Afghanistan (LOTFA) dat wordt beheerd door UNDP
en waaruit onder andere de politiesalarissen worden betaald. De Nederlandse regering
overweegt thans niet om rechtstreeks politiesalarissen te betalen buiten de formele Afghaanse
structuren om. Wel heeft Nederland, in nauw overleg met het Amerikaanse Combined
Security Transition CommandAfghanistan (CSTC-A) er veel aan gedaan om te verzekeren
dat de salarisbetalingen van het ministerie van Binnenlandse Zaken in Kabul de politieagenten
in het veld ook daadwerkelijk bereiken.
De inzet van de Nederlandse Koninklijke Marechaussee t.b.v. training van de ANAP wordt
gefinancierd uit het reguliere uitzendingsbudget van het ministerie van Defensie. De materiële
ondersteuning voor ANP en ANAP wordt via het Stabiliteitsfonds.
Vraag 55: zie 9
Vraag 56
Betekent het gehanteerde argument `er is een grens aan verantwoorde belasting krijgsmacht'
dat de uitzenddrukbelasting in feite te hoog is?
Antwoord
De uitzenddruk is hoog, maar niet te hoog. Ondanks dat blijft de aandacht op dit punt voor de
u bekende knelpuntcategorieën onverminderd hoog.
Vragen 57 en 75
57
Kunt u de Kamer concreet informeren over de afspraken ten aanzien van het aantal ANA en
ANP die de Afghaanse regering heeft toegezegd voor de missie-periode?
25
75
Wat zijn exact de toezeggingen van president Karzai over de aantallen troepen en politie
eenheden in Uruzgan? Hoeveel extra mannen komen er en wanneer? Welke steun uit Kabul
heeft Karzai toegezegd voor het lokale bestuur? Hoeveel extra ambtenaren worden er
aangesteld in Uruzgan en welke faciliteiten worden beschikbaar gesteld? Welke nationale
ontwikkelingsprogramma's worden exact uitgerold in Uruzgan en wanneer?
Antwoord
ANA
De regering kreeg eind 2005 in eerste instantie de toezegging van de Afghaanse regering dat
1200 ANA-militairen in Uruzgan zouden worden gestationeerd. Deze zouden worden
verdeeld over twee zogeheten kandaks (bataljons). De recente beslissing om de 4e ANA
Brigade van het 201 Legerkorps in Uruzgan te stationeren, verwelkomt de regering van harte.
Naar het zich thans laat aanzien, zal de ontplooiing van de 4e ANA Brigade volgens de
planning in februari 2008 zijn afgerond. Momenteel zijn ongeveer 1100 Afghaanse militairen
in Uruzgan aangekomen en dit aantal zal naar verwachting toenemen tot circa 1450 voor de
jaarwisseling en nog verder toenemen in 2008.
ANP
President Karzai herbevestigde tijdens het recente bezoek van de minister van Defensie dat
het versterken en in stand houden van Afghaanse veiligheidstroepen in het zuiden van het
land topprioriteit heeft. De Afghaanse regering is gecommitteerd aan het ontplooien van
voldoende veiligheidstroepen in Uruzgan. Voor Uruzgan betekent dit concreet dat de
provincie zal kunnen beschikken over de geautoriseerde sterkte. Volgens de Afghaanse lijst
van formatieplaatsen (tashkeel) heeft de Afghan National Police (ANP) in Uruzgan een
geautoriseerde sterkte van 1302 man, waarvan 301 reguliere ANP en 1001 Aghan National
Auxiliary Police (ANAP). Naar schatting beschikt de provincie in de praktijk echter over
ongeveer 740 man politie (88 man ANP en circa 650 man ANAP).
Om de tekorten aan te vullen heeft de provinciale politiecommandant toestemming gekregen
voor werving van aanvullende ANAP-agenten. Nog deze maand gaat een, door Nederland
verzorgde, uitgebreide basiscursus voor 61 nieuwe ANAP-recruten van start. Het is de
bedoeling dat de ANAP in de loop van 2008 zal worden uitgefaseerd. Met het oog daarop gaat
in januari 2008 een voorbereidende training van start om 120 geschikte ANAP-agenten
gereed te maken voor opname in de ANP.
Lokaal bestuur en uitrol nationale programma's
Ten aanzien van versterking van het lokaal bestuur heeft president Karzai in zijn gesprek met
de minister-president en minister Koenders gemeld dat hij zijn lijnministeries heeft
geïnstrueerd om de overheidsstructuren op lokaal niveau te versterken. Daarmee wordt
capaciteit geschapen voor de uitrol van nationale ontwikkelingsprogramma's op provinciaal
en districtsniveau, met name op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs en rurale
ontwikkeling.
Inmiddels is een managementteam in Uruzgan gearriveerd dat Provinciaal Gouverneur
Hamdam de komende tijd zal bijstaan. Het gaat om vier hoogopgeleide ambtenaren die zich
bezig zullen houden met: institutionele capaciteit, beleid en planning, onderwijs en sociale
sectoren en tolken/vertaling.
26
Op dit moment zijn, met steun van Nederland, het nationale onderwijsprogramma Equip en
het nationale programma op het terrein van gezondheidsvoorzieningen Basic Packages of
Health Services naar Uruzgan uitgerold.
Hiermee zijn de prioritaire sectoren, zoals in de artikel 100 brief aangeduid, in belangrijke
mate gedekt.
Vragen 58, 182, 189 en 483
58
Welke toezeggingen heeft president Karzai gedaan inzake de inspanningen (aantallen,
uitbetaling salarissen, uitrusting en training) die zijn regering zal nemen ten aanzien van de
Afghaanse politie (ANP) in Uruzgan?
182
Op welke wijze heeft Nederland het lage aantal politieagenten en het slecht functioneren van
de ANP "op het hoogste niveau aangekaart"? Welke reactie kreeg Nederland van de
Afghaanse regering? Heeft het aankaarten van deze problematiek tot verbeteringen geleid?
189
Zijn er met de Afghaanse regering al afspraken gemaakt over de (verdere) opbouw van de
ANP in Uruzgan na augustus 2008? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
483
Welke concrete toezeggingen heeft de regering Karzai voor de komende 3 jaar gedaan over
aantallen ANP, salaris uitbetaling, uitrusting en training per welke datum in Uruzgan?
Antwoord
Met de Afghaanse autoriteiten vindt op alle niveaus regelmatig overleg plaats over de omvang
en het functioneren van de Afghaanse veiligheidstroepen in Uruzgan. Bij president Karzai is
dit onderwerp bij verschillende gelegenheden aan de orde gesteld, o.a. tijdens het bezoek van
de minister-president en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking aan Afghanistan op 11
september 2007, en meest recent tijdens het bezoek van de minister van Defensie aan
Afghanistan van 13 15 november jl.
President Karzai heeft herbevestigd dat het versterken en in stand houden van Afghaanse
veiligheidstroepen in het zuiden van het land topprioriteit heeft en Uruzgan dus zal kunnen
beschikken over de geautoriseerde sterkte. Volgens de Afghaanse lijst van formatieplaatsen
(tashkeel) heeft de Afghan National Police (ANP) in Uruzgan een geautoriseerde sterkte van
1302 man, waarvan 301 reguliere ANP en 1001 Afghan National Auxiliary Police (ANAP).
Naar schatting beschikt de provincie momenteel over ongeveer 740 man politie (88 man ANP
en circa 650 man ANAP).
De Afghaanse regering zal zich blijven inspannen om de kwaliteit van de politie te verbeteren.
ANP-agenten krijgen een basistraining van 8 weken in regionale trainingscentra; ANAP-
agenten krijgen 12 dagen training in de provincie zelf.
Onder de recent aangetreden provinciaal politiecommandant Jumah Gul worden thans, in
samenwerking met de Amerikaanse Police Mentoring Teams en betaalteams, de loonlijsten
opgeschoond, zodat precies kan worden bepaald om hoeveel man het gaat.
27
Tevens is vooruitgang geboekt bij het opschonen van de lijsten van formatieplaatsen en is
formeel goedkeuring verkregen om aanvullende ANAP-agenten op te leiden. Ook is een
omscholingstraining in voorbereiding om veelbelovende ANAP-agenten op te leiden tot
volwaardige ANP omdat de ANAP op termijn zal worden uitgefaseerd. In 2008 zal tenslotte
het provinciaal Politie Trainings Centrum (PTC) worden gebouwd, dat de mogelijkheid zal
bieden om in de provincie zelf vervolgopleidingen te verzorgen. Zowel met de internationale
partners als met de Afghaanse overheid worden afspraken gemaakt over het gebruik,
onderhoud en de bezetting van dit PTC.
Vraag 59, 425 en 496
59
Waarom kiest de Nederlandse regering, in het licht van het uitgesproken belang van de
opbouw van de ANSF, voor het terugbrengen van het aantal Nederlandse OMLT's van vier
naar twee, waardoor het totale aantal OMLT's (incl. de bijdragen van NAVO-partners) op vijf
uitkomt, slechts één meer dan het huidige aantal?
425
Is de uitbreiding tot vijf OMLT's realiseerbaar ondanks de onvolledige vulling van de
behoeftestelling?
496
Waarom levert Nederland nog slechts twee i.p.v. vier OMLT's? Zijn OMLT's niet juist
cruciaal in het streven om het ANA een grotere rol te laten spelen in de regio? Leveren
Frankrijk, Hongarije en Slowakije ieder een volledige OMLT? Vallen deze OMLT's onder het
Nederlandse ISAF-commando?
Antwoord
In de nieuwe missie zullen belangrijke accenten worden gezet zoals de intensivering van de
training en begeleiding van het Afghaanse leger (ANA) door OMLT's. In Uruzgan zullen in
de nieuwe missie vijf OMLT's worden ontplooid, waarvan Nederland er twee voor zijn
rekening neemt. De overige drie worden geleverd door partners. Zo leveren Frankrijk,
Hongarije en Slowakije een bijdrage aan OMLT's en wordt nader overleg gevoerd met
partners. De komende maanden zal op militair-technisch niveau met de potentiële partners
worden gesproken over hun exacte bijdrage en om de inbedding van hun bijdrage vorm te
geven. De "Command and Control" structuur maakt hier deel van uit.
De Nederlandse militaire inspanning concentreert zich op de ruggegraat van de benodigde
ISAF-presentie. Binnen de beschikbare capaciteiten is gekozen voor deelname met twee
OMLT's.
Vraag 60: zie 14
Vraag 61
Hoe kijkt de regering terug op de kwaliteit en uitvoer van het document "Afghanistan
Compact", het huidige stelsel van afspraken tussen de Afghaanse regering en de internationale
28
gemeenschap? Wat waren de sterke punten en wat de zwakke punten van dit stelsel? Wat zijn
de lessen die de Nederlandse regering trekt uit de uitvoer van het document?
Antwoord:
Het Afghanistan Compact dat in 2006 tot stand kwam, biedt tot 2011 het kader voor
inspanningen van de internationale gemeenschap in de Afghaanse overheid. Het Compact
bevat uitgangspunten en doelstellingen ten aanzien van veiligheid; goed bestuur, rechtsorde,
mensenrechten; economische en sociale ontwikkeling en drugsbestrijding. Een sterk punt is
dat de bijlagen concrete en gedetailleerde doelstellingen voor de stabilisering, ontwikkeling
en opbouw van de staat bevatten. Ruim anderhalf jaar na de totstandkoming van het Compact,
moet worden vastgesteld dat sommige ijkpunten te ambitieus lijken en moeten worden
bijgesteld. Over de voortgang wordt regelmatig internationaal overleg gevoerd in het kader
van de JCMB. Deze kwam op 28 september jl. in New York bijeen op ministerieel niveau en
zal in februari in Japan opnieuw bijeenkomen.
Vragen 62, 212, 215, 234, 290, 300, 301, 302 en 352
62
Bent u bereid en in staat om de voortgang van de wederopbouw aan te geven in bredere
termen dan strikt militaire? Bent u bereid en in staat om de Kamer te rapporteren over
vooruitgang die wordt geboekt m.b.t. kindersterfte, percentage schoolgaande kinderen (i.c.
meisjes) e.d.?
212
Welk deel van het reguliere budget van ruim 70 miljoen per jaar is ODA?
215
Kan worden aangegeven hoe het bedrag van 70 miljoen per jaar (het reguliere OS-budget
voor Afghanistan) is opgebouwd in resp. 2006 en 2007 (welk type projecten, waar uitgevoerd
enz.)?
234
Wat draagt Nederland concreet bij aan de bevordering en uitvoering van genoemde nationale
programma's? Voor welk bedrag?
290
Hier wordt gesproken over een bijlage waarin een overzicht is opgenomen van ingezette
activiteiten en programma's. Kunt u deze bijlage naar de Kamer sturen? Neemt u in dit
overzicht de nieuwste afspraken en convenanten mee, zodat inzichtelijk wordt welke
activiteiten de komende jaren te verwachten zijn.
300
Is het mogelijk dat het kabinet een concreet overzicht geeft van de resultaten tot nu toe van de
wederopbouw in Uruzgan, gebaseerd op de informatie van Defensie, het Ministerie van
Ontwikkelingssamenwerking, en de gegevens van de NGO's?
301
Als het ministerie van Defensie geen lijst kan overleggen aan de Tweede Kamer met
wederopbouwprojecten, vanwege de veiligheid, is het dan mogelijk dat het ministerie een lijst
29
overlegt waarin de locaties niet genoemd worden, maar waarin wel inzage wordt gegeven in
de omvang en de aard van de gereedgekomen projecten?
302
Heeft het kabinet inzicht in de behaalde wederopbouwresultaten door de NGO's?
352
Om hoeveel ontwikkelingsprojecten gaat het? Wat is de locatie en status? Is er een lijst die
aan de Kamer kan worden toegestuurd? Welk percentage van de bevolking wordt er door
bereikt? Is het juist dat Nederland projecten als de hare benoemd, terwijl de VS en Australië
dat project op hun eigen naam schrijven, zoals een brug die door de Australiërs zou zijn
gebouwd? Kunt u dat toelichten?
Antwoord
Onderstaande bedragen betreffen alle ODA-uitgaven. Het betreft hier uitsluitend Nederlandse
bijdragen aan projecten/programma's.
In 2006 droeg Nederland ca. EUR 73 mln bij aan Afghanistan.
Wederopbouw ( 56 mln)
40 mln aan het Afghanistan Reconstruction Trust Fund (ARTF)
10 mln aan het Law and Order Trust Fund (LOTFA)
2,9 mln aan het Facilitating Fund for Reconstruction (FFR) Baghlan
1,1 mln aan juridische hervormingen.
2 mln aan het Anti-Personnel Mine and Ammunition Stockpile Destruction project van het
Afghanistan's New Beginnings Programme (ANBP)
Humanitaire hulp ( 12,8 mln)
4,5 mln World Food Programme (WFP)
2 mln UNHCR
1.5 mln ICRC
1 mln UNICEF
0,3 mln ISAF Post-operations Humanitarian Relief Fund.
1 mln HALO trust demining programme
2,5 mln demining via UNMAS
Uruzgan ( 3,8 mln)
2 mln Speciale Faciliteit voor Uruzgan via nationale programma's (UNDP), voor het
National Area Based Programme, het National Rural Access Programme, (infrastructuur en
cash-for-work)
1 mln Quick and Visible Projects, zoals aanleg van wegen (cash for work), irrigatie en
water, een brug, landbouw, radiostations, gezondheidszorg en onderwijs
0,3 mln voor overige kleine projecten (via HMA Kaboel)
0,5 mln Civil Military Cooperation (CIMIC) in Uruzgan.
Ontwikkelingsprogramma Afghanistan & Uruzgan 20071
1 Deze lijst is bijgewerkt tot en met 22 november 2007
30
Totaal gecommitteerd Afghanistan 99,31 mln
Totaal in uitvoering Afghanistan 83,23 mln
ALGEMEEN AFGHANISTAN 2007
Wederopbouw gecommitteerd: 42,34 miljoen
in uitvoering: 42,34 miljoen
Humanitaire hulp gecommitteerd: 10,2 miljoen
in uitvoering: 10,2 miljoen
Wederopbouw
· 25 miljoen aan het Afghanistan Reconstruction Trust Fund (ARTF)
(Het fonds wordt gemanaged door de Wereldbank en dient ter ondersteuning van de
lopende kosten van de centrale Afghaanse overheid en nationale investeringsprogramma's)
· 10 miljoen aan het Law and Order Trust Fund (LOTFA)
(Dit fonds richt zich op het betalen van salarissen van de Afghaanse Nationale Politie)
· 3 miljoen aan de juridische sector. De Nederlandse ontwikkelingshulp op het terrein van
de juridische sector en mensenrechten in 2007 richt zich op samenwerking met niet-
gouvernementele organisaties en UNDP. Er wordt in het bijzonder aandacht besteed aan
transitional justice, detentie, vrouwenrechten en justitiële hervormingen (dat laatste deels
in aansluiting op de nieuwe activiteiten van de EU)
· 1 miljoen aan diverse projecten, vooral gericht op democratisering. (Het gaat hierbij o.a.
om projecten ter ondersteuning van het maatschappelijk middenveld, capaciteitsopbouw
van het parlement en politieke partijen.)
· 3 miljoen aan renovatie Tashqurghan bazaar; de bijdrage is gericht op de renovatie van
een bazar in Tashqurghan en ondersteuning van het Nationaal Museum in Kabul
· 140.000 ten behoeve van EUPOL (detachering van een financieel expert).
· 200.000 ten behoeve van het ANA Transportation Trust Fund
Humanitaire hulp
· 2,3 miljoen aan het World Food Programme (WFP) voor voedselhulp, o.a. in afgelegen
gebieden, aan slachtoffers van natuurrampen, ontheemden (`internally displaced persons')
en aan andere kwetsbare bevolkingsgroepen.
· 3 miljoen aan UNHCR (United Nations High Commissioner for Refugees) ter
ondersteuning van vrijwillige terugkeer van Afghaanse vluchtelingen vanuit Pakistan, Iran
en andere gastlanden naar Afghanistan en ter ondersteuning van hun opvang en eerste re-
integratie in Afghanistan.
· 0,5 miljoen aan UNICEF (United Nations Children's Fund) voor humanitaire hulp op het
gebied van gezondheid, voeding, water en sanitatie, onderwijs en bescherming van
kinderen.
· 2 miljoen via UNMAS (UN Mine Action Services)2 ten behoeve van ontmijning en
bewustwordingsprogramma's.
· 1,4 miljoen via HALO Trust3 ten behoeve van ontmijning en vernietiging van
ongeëxplodeerde oorlogsresten (UXO)
2 Humanitair ontmijnen is budgettair ondergebracht in het Stabiliteitsfonds maar maakt beleidsmatig onderdeel
uit van de humanitaire hulpverlening.
3 Idem.
31
· 1 mln aan ICRC (International Committee of the Red Cross) voor humanitaire hulp,
onder andere op het gebied van gezondheid, voeding, water en sanitatie, alsmede de
bevordering van Internationaal Humanitair Recht.
URUZGAN 2007
Wederopbouw gecommitteerd: 39,67 mln
in uitvoering: 24,89 mln
Humanitaire hulp4 gecommitteerd: 0,1 miljoen
afgerond: 0,1 miljoen
Cimic gecommiteerd: 2 miljoen
in uitvoering: 0,7 miljoen
Wederopbouw:
ONDERWIJS:
In uitvoering
· Ministerie van onderwijs: het Education Quality Improvement Programme (EQUIP)
Bijdrage fase 1: 2.430.000
Resultaten:
o een EQUIP team (vijf stafleden) is gestationeerd in Tarin Kowt. Zij hebben in
49 dorpen de dorpsraden gemobiliseerd, die op hun beurt school management
committees hebben opgezet
o 24 contracten voor bouw/uitbreiding scholen door de schoolcomité's
o de bouw van 25 scholen
o aanbestedingsprocedure opgestart voor 12 grotere schoolprojecten
· NGO: Protection of Children Living
Bijdrage pilot fase: 157.185
Resultaten:
o 182 lespakketten zijn gebracht naar scholen in het district Tarin Kowt en
scholen in het district Chora
o kleine verbeteringen werden aangebracht aan scholen in Tarin Kowt, scholen
in Chora en scholen in Deh Rawood
o Teacher training: 140 leerkrachten, volgden een cursus gezondheid en hygiëne
In voorbereiding
· NGO: Quality Primary Education Project
Bijdrage (4,5 jr): 2.691.495
GEZONDHEIDSVOORZIENINGEN:
4 Deze bijdrage van 0,1 miljoen is specifiek bestemd voor humanitaire hulp aan slachtoffers van
overstromingen in Uruzgan in maart 2007. Het overige gedeelte van de Nederlandse humanitaire hulp aan
Afghanistan, te weten 10,1 miljoen, wordt verleend aan de jaarprogramma's van hulporganisaties voor heel
Afghanistan.
32
In uitvoering
· Ministerie van Volksgezondheid in samenwerking met Afghaanse NGO: Basic Packages
of Health Services
Bijdrage (3 jr): 2.420.875
Resultaten:
o inrichting polikliniek, operatiekamer en cholerazaal ziekenhuis Tarin Kowt
o aanschaf ambulance voor comprehensive health centre Chora
o aanschaf verbandmateriaal en medicijnen
o het opleiden en ondersteunen van dorps gezondheidswerkers
o opzetten van dienstverlening in comprehensive health centres en basic health
centres
o financiering studentenopleidingen tot voedvrouwen en verpleegsters
o de bouw van een basic health centre bij Deh Rawood is gestart
o een nieuwe basic health centre is gestart bij Tarin Kowt
· NGO: steun aan geestelijke gezondheid
Bijdrage: 192.118
Resultaten:
o een provinciaal gezondheidsteam is op het trainingsinstituut van de NGO
opgeleid op terrein van geestelijke gezondheidszorg
RURALE ONTWIKKELING EN INFRASTRUCTUUR:
In uitvoering
· Ministerie van Reconstructie en Rurale Ontwikkeling (MRRD)
Bijdrage: 1.730.400
Resultaten:
o 11 projecten zijn aanbesteed, onder meer:
· de weg van Tarin Kowt naar Garmaab is in uitvoering
· afgerond werden: de weg van Tarin Kowt naar Sarkhume; de weg van
Tarin Kowt naar Bolagh; kanalen t.b.v. irrigatie in Thurkh, Jawnaw en
Jaghan in het district Deh Rawood;
· Ministerie van Reconstructie en Rurale Ontwikkeling (MRRD)
Bijdrage: 4.050.000
Resultaten:
o 110 projecten ontworpen. De aanbestedingsprocedure loopt in de meeste
gevallen nog
· Twee Afghaanse NGO's: aankoop en distributie van fruitbomen, zaad en kunstmest
Bijdrage: 584.144
Resultaten:
o 25.000 fruitbomen werden vorig seizoen geplant
o zaad en kunstmest werd ter beschikking gesteld aan 2000 gezinnen van het
district Tarin Kowt
· Diverse Afghaanse NGO's: productieve infrastructuur
Bijdrage: 1.271.118
Resultaten:
o rurale toegangswegen
---
o kanalen
o irrigatiesystemen
o gedurende korte tijd werkgelegenheid (Cash for Work)
· Nederlandse NGO: productieve infrastructuur
Bijdrage: 251.937
Resultaten:
o rurale toegangswegen
o kanalen
o irrigatiesystemen
o gedurende korte tijd werkgelegenheid (Cash for Work)
· Vier Afghaanse NGO's: gemeenschapsactiviteiten
Bijdrage: 907.168
Resultaten:
o In vier districten werden in 250 dorpen activiteiten gestart onder
verantwoordelijkheid van de dorpen:
· schoon water (putten)
· irrigatiekanalen
· verlichting
· dorpswegen
· bruggen
· oever beschermingswerken
· Afghaanse NGO: hulp aan 800 kwetsbare families (internally displaced persons) en 40
putten voor watervoorziening in recent voor Afghaanse NGO's toegankelijk gebied
Bijdrage: 357.681
Resultaten:
o alle activiteiten in uitvoering
· Publiek-private samenwerking: Introductie saffraan door GSE in samenwerking met
provinciale overheid en twee Afghaanse NGO's
Bijdrage (eerste fase): 850.000
Resultaten:
o bij 126 boeren van Tarin Kowt en Deh Rawod is saffraan geplant
o oogst en verwerking daarvan zijn begonnen
In voorbereiding:
· Publiek-private samenwerking met GSE: fase twee van de pilot saffraan plus pilots voor de
aanplant van fruitbomen en groentezaden.
Bijdrage 1.400.000
· Ondersteuning van MISFA (Microfinance Investment Support Facility for Afghanistan):
een microkredietprogramma in Uruzgan en ondersteuning van een bestaand
microkredietprogramma in Daikundi en Bamian (planning)
Bijdrage (eerste tranche): 1.620.000
Totale bijdrage voor drie jaar is 6.318.000. Uitvoerende organisatie voor Uruzgan heeft
staf aangetrokken en bereidt nu de ontplooiing voor.
34
· Afghaanse NGO: gemeenschapsactiviteiten
Bijdrage: 682.289
Activiteiten:
o in 58 dorpen en bij twee vrouwengroepen activiteiten onder
verantwoordelijkheid van de lokale gemeenschappen
o oprichting van drie kwekerijen voor fruitbomen
o inrichting van 400 boomgaarden in twee districten, 55.000 fruitbomen
o aanplant van 5000 sierbomen langs wegen in Tarin Kowt en het district
· Bijdrage GTZ: 31.000.000
· Bijdrage FAO: USD 3.800.000
HULP AAN SLACHTOFFERS WATERSNOOD EN HAGELSTORMEN DEH RAWOD:
In uitvoering:
· Afghan Red Crescent Society en ANCC
Bijdrage: 100.000 5
Resultaten:
o alle slachtoffers hebben noodhulp ontvangen in de vorm van kleding,
keukengerei, dekens
o de noodvoorraad tenten en medische uitrusting is aangevuld
· Afghaanse NGO: herbouw 755 onderkomens voor slachtoffers overstromingen
Bijdrage: 533.041
Resultaten:
o alle huizen zijn in verschillende stadia van aanbouw (bewoners bouwen zelf)
o Materialen (duurzaam materiaal voor deur en raamkozijnen en voor bedakking
zodat de muren beter beschermd zijn tegen regenstormen) zijn aangeschaft en
voor een deel geleverd
· Afghaanse NGO: watervoorziening
Bijdrage: 396.949
Resultaten:
o 167 waterputten zijn geslagen, van handpompen voorzien en in gebruik
COMMUNICATIE, INFORMATIE EN BEWUSTWORDING:
In uitvoering
· Radio Nawa: installatie en programmering
Bijdrage: 790.725
Resultaten:
o In vijf districten zijn FM relay-stations met antenne geinstalleerd en in functie.
o Een tweede kanaal is geopend dat uitzendt in Pashtu (de lokale taal)
o In november is een live-uitzending uit Tarin Kowt verzorgd, waarbij de
provinciale gouverneur, provinciale directeuren en NGO's werkzaam in
verschillende sectoren aan het woord werden gelaten
o De radio bereikt veel luisteraars in Uruzgan
5 Deze 0,1 miljoen is afkomstig uit het budget voor humanitaire hulp.
35
· Radio Nawa: dramaserie over drugs (2 jaar)
Bijdrage: 500.987
Resultaten:
o Uitzendingen zijn gestart in oktober
INSTITUTIONELE CAPACITEITSONTWIKKELING
In uitvoering
· UNDP/ANDS: poverty profile voor de provincie Uruzgan
Bijdrage: 193.704
Resultaten:
o Het veldonderzoek is afgerond
o Het conceptrapport is besproken met ANDS en de overkoepelende organisatie
van NGO's ACBAR
o Hiermee is waardevolle input voor op te stellen ANDS (het Afghaanse PRSP)
geleverd
In voorbereiding
Financiering van twee nationale programma's voor capaciteitsversterking van lokaal bestuur
zijn in voorbereiding, evenals bijdragen aan GTZ en FAO
· UNDP 's subnational governance programme
Bijdrage: 1.000.000
· Bijdrage aan IDLG via Asia Foundation
Bijdrage: 2.700.000
VEILIGHEIDSSTRUCTUUR
In uitvoering
· Met het Afghaanse Ministerie van Binnenlandse Zaken en UNODC: verbetering van de
veiligheidsinfrastructuur in Uruzgan
Bijdrage: 5.2 miljoen
Resultaten:
o bouw provinciaal politietrainingscentrum
o bouw politiecentrum voor de Counter-Narcotics Police (CNPA)
o het geven van trainingen aan CNPA
o verstrekken transportmiddelen en communicatieapparatuur aan CNPA
· Politie checkpoints
Bijdrage: 300.713
Resultaten:
o Bouw van 6 nieuwe politiecheckpoints
o Bouw van 4 tijdelijke politiecheckpoints
o Herstel van 11 politiecheckpoints
· Politieuitrusting
Bijdrage: 1.920.000
Resultaten:
o Basisuitrusting ANA en ANP
36
BAGHLAN
Wederopbouw gecommitteerd: 5 miljoen
in uitvoering 5 miljoen
· 2 miljoen aan projecten in Baghlan (het nationale onderwijsprogramma EQUIP dat zich
richt op verbetering van de kwaliteit van het onderwijs).
· 3 miljoen aan Aga Khan Foundation voor opzetten en draaiend houden lokale kamer van
koophandel in Baghlan (deze bijdrage loopt door t/m 2008)
Precieze cijfers met betrekking tot de vooruitgang op het gebied van kindersterfte, percentage
schoolgaande kinderen en dergelijke voor de provincie Uruzgan zijn niet beschikbaar. Voor
Afghanistan in zijn geheel meldde Unicef kort geleden dat 6,07 miljoen Afghaanse kinderen,
waarvan 2,17 miljoen meisjes inmiddels naar school gaan. Dit is het hoogste aantal kinderen
dat ooit naar school ging in de Afghaanse geschiedenis.
Ook in Uruzgan wordt op dit moment een nationaal onderwijsprogramma (EQUIP) uitgerold.
In de eerste fase van dit nog te implementeren programma zullen ruim 23.000 kinderen in 64
herstelde, gehuurde of nieuw gebouwde scholen met 316 klaslokalen in staat worden gesteld
onderwijs te volgen. Hiertoe worden extra leraren aangetrokken, scholen verder ingericht en
worden materialen ter beschikking gesteld. In latere fasen zal het aantal leerlingen worden
uitgebreid naar 45.000 (= 158 scholen).
In een periode van vijf jaar is het aantal schoolkinderen gegroeid van minder dan 1 miljoen
naar 5,4 miljoen. Echter, de helft van de leerplichtige kinderen heeft nog geen toegang tot
onderwijs, waaronder vooral meisjes. In de zuidelijke provincies is het leerlingen aantal lager
dan in de rest van het land. De beschikbare cijfers tonen aan dat kindersterfte onder de vijf
jaar het hoogste ter wereld is. De sterfte van babies onder 1 jaar is de laatste jaren flink
gedaald en vaccinatieprogramma's zijn succesvol.
Vragen 63, 64, 65, 70 en 77
63
Wat is een `strategisch politiek-militair plan'?
64
Uit welke elementen moet het strategisch politiek-militair plan van de NAVO gaan bestaan?
65
Moet het strategisch politiek-militair plan van de NAVO een strategisch document worden,
een politiek document, een militair document of een openbaar document dat kan dienen ter
informatie voor het grote publiek?
70
Bestaat er al een concept van het strategisch politiek-militair plan van de NAVO? Zo ja, in
welke fase van ontwikkeling is het? Wat is de inbreng van de Nederlandse regering en
wanneer krijgt de Kamer in aanloop tot de top in Boekarest in april 2008 inzage in het
concept?
37
77
Wat zal de Nederlandse inzet zijn bij het opstellen van een politiek-militair plan voor
Afghanistan, vast te stellen op de NAVO-top in Boekarest in april 2008? Aan welke eisen
moet een dergelijk plan voldoen volgens de Nederlandse regering en in welke mate en op
welke wijze wordt er bij het opstellen van een dergelijk plan teruggekeken naar de kwaliteit
en de uitvoerbaarheid van "Afghanistan Compact"?
Antwoord
Op de NAVO-top in Boekarest (april 2008) zal de NAVO naar verwachting goedkeuring
geven aan een Strategisch Politiek Militair Plan inzake de toekomstgerichte doelstellingen van
de NAVO in Afghanistan. Tot dit plan werd oktober jl. besloten op de Noord-Atlantische
Raad in Noordwijk. De eerst contouren van dit Plan zijn inmiddels vastgesteld tijdens de
Noord-Atlantische Raad van 7 december. Zowel de voortgang die tegen die tijd door ISAF is
geboekt op basis van het vigerende Operatieplan, als de wens om de bijdrage van de NAVO
aan de implementatie van het Afghanistan Compact te optimaliseren zullen richtinggevend
zijn.
Dit plan sluit aan op de kalender van de internationale gemeenschap en op de Afghaanse
politieke kalender, tegen de achtergrond van het aflopen eind 2010 van het Afghanistan
Compact en de Presidents- en parlementsverkiezingen in Afghanistan in 2009 en 2010. In de
loop van 2010 zal de internationale gemeenschap -in overleg met de Afghaanse regering- haar
rol in Afghanistan hernieuwd bezien, ook op het gebied van de veiligheidsassistentie.
Het plan zal waarschijnlijk herbevestigen dat ISAF (en de NAVO) in Afghanistan
verantwoordelijk is voor veiligheidsassistentie. ISAF schept daarmee de randvoorwaarden
voor beter bestuur en wederopbouw, maar is daarvoor niet de eerst verantwoordelijke. Dat
zijn immers de Afghaanse regering zelf, de Internationale Organisaties en de VN.
Vermoedelijk zullen ook andere onderwerpen in het plan worden opgenomen. Daarbij kan
worden gedacht aan: de internationale legitimiteit van ISAF; de inclusiviteit (betrokkenheid
van niet NAVO-lidstaten bij ISAF); de regionale context; het vermijden van
burgerslachtoffers; een geïntegreerd anti-drugsbeleid en interdictie en de verhouding met de
kerntaken van andere internationale organisaties (vooral de VN en de EU).
Het plan zal -naar het zich nu laat aanzien- ook een toegankelijke samenvatting bevatten die
bestemd is voor het bredere publiek, waaronder in Afghanistan.
In de aanloop van de NAVO-top in Boekarest zal uw Kamer via de gebruikelijke procedure
worden geïnformeerd over de agenda en de Nederlandse inzet.
Vraag 64: zie 63
Vragen 66, 157, 342, 343 en 344
66
Hoeveel extra middelen zullen er worden vrijgemaakt voor de opbouwinspanning door de
Afghaanse regering en ngo's? Waar komen deze middelen vandaan? Hoeveel extra geld gaat
38
daarbij naar NGO's en om welke NGO's gaat het dan (hoeveel geld per NGO)? Hoeveel extra
geld gaat naar opbouwinspanningen door de Afghaanse regering? Is de verwachting dat de
absorptiecapaciteit van de Afghaanse regering en ngo's groot genoeg is om extra middelen te
kunnen verwerken?
157
Kunt u een overzicht geven van de middelen die door Nederland gereserveerd zijn voor
ontwikkeling en wederopbouw in Uruzgan in de periode 2008-2010? Welk deel wordt
daarvan via het multi-donorkanaal geven, welk deel bilateraal en welk deel via NGO's? Kunt
u hetzelfde doen voor ontwikkeling en wederopbouw in Afghanistan als geheel?
342
Hoeveel geld is vanuit OS beschikbaar voor het verbeteren van de infrastructuur in Uruzgan
in de periode medio 2008 -medio 2010?
343
Hoeveel geld is vanuit OS beschikbaar voor het verbeteren van de gezondheidszorg in
Uruzgan in de periode medio 2008 - medio 2010?
344
Hoeveel geld is vanuit OS beschikbaar voor het verbeteren van het onderwijs in Uruzgan in
de periode medio 2008 - medio 2010?
Antwoord
Er zullen voldoende middelen beschikbaar worden gesteld om de absorptiecapaciteit
maximaal te benutten. Deze absorptiecapaciteit is geen statisch gegeven en is in de afgelopen
periode gegroeid. Om die reden is vooraf niet aan te geven hoeveel extra middelen zullen
worden ingezet.
In ieder geval zal tot 2009 jaarlijks 25 miljoen worden gegeven via het Afghanistan
Reconstruction Trust Fund (ARTF). Ook zijn committeringen aangegaan op het terrein van
onderwijs (4,5 jaar, totale bijdrage 2.691.495) en gezondheidsvoorzieningen (3 jaar, totale
bijdrage 2.420.875).
De middelen komen ten laste van het budget voor ontwikkelingssamenwerking.
Het is niet doenlijk nu al een verdeling aan te geven tussen overheid, multilaterale kanalen en
NGO's. Centraal in de Nederlandse strategie staat de ondersteuning van de Afghaanse
overheid. Die overheid moet op termijn in staat zijn zelf basale diensten aan de lokale
bevolking te verlenen. Zolang deze overheid echter de benodigde capaciteit ontbeert, is
ondersteuning door NGO's nodig. Nederland ondersteunt daartoe NGO's om tijdelijk
overheidstaken uit te voeren op het gebied van dienstverlening, en tegelijkertijd te werken aan
overdracht van die taken aan de overheid. Dit uitgangspunt zal mede richtinggevend zijn voor
de keuze met betrekking tot de inzet van middelen.
Vragen 67, 227, 233, 240, 242, 317 en 318
67
Op welke wijze zal de ondersteuning van en begeleiding bij de opbouw van adequaat bestuur
worden geïntensiveerd?
227
39
Op welke wijze denkt de regering te gaan bijdragen aan de versterking van het ambtelijk
apparaat in Uruzgan?
233
Welk intensivering gaat u doen op de opereratielijn bestuur (diplomacy)? Hoeveel budget
heeft u daarvoor beschikbaar? Hoe gaat u het ambtelijk apparaat versterken? Hoeveel is
daarvoor beschikbaar?
240
Kan de regering uitleggen op welke wijze zij denkt de operatielijn bestuur (diplomacy) te
intensiveren? Welke concrete maatregelen zullen, mogelijk in samenwerking met lokale en
internationale NGO's, worden genomen om de operatielijn bestuur meer op de voorgrond te
plaatsen van de 3D-benadering?
242
Op welke wijze denkt de regering te gaan bijdragen aan de versterking van het ambtelijk
apparaat in Uruzgan?
317
Wat gaat Nederland zelf doen om de bestuurlijke capaciteit van de provinciale overheid van
Uruzgan verder op te bouwen, dus afgezien van het programma dat GTZ gaat uitvoeren? Kan
de regering deze inspanningen zo concreet mogelijk uiteenzetten?
318
Bestaan er concrete programma's die worden gestart om het lokale civiele bestuur in Uruzgan
te verbeteren. Zijn er specifieke programma's die zich richten op de top van deze lokale
bestuursstructuren?
Antwoord
Nederland ondersteunt het bestuur op het nationale niveau en door middel van specifiek op
Uruzgan gerichte programma's. Nationaal geschiedt dit primair door middel van steun aan het
Independent Directorate for Local Governance (IDLG), een centraal orgaan direct onder de
president, dat de provinciebesturen aanstuurt en goed bestuur en institutionele opbouw op
decentraal niveau bevordert. Nederland droeg in november 2007 als één van de eerste
donoren 2,7 miljoen bij aan het IDLG (via de Asia Foundation), waarin inbegrepen een
budgetlijn voor de versterking van het provinciebestuur van Uruzgan. Een lopend UNDP
(United Nations Development Programme) Sub-national Governance Programme is onder de
coördinatie van het IDLG gebracht; hieraan zal Nederland ook financieel bijdragen.
De Duitse ontwikkelingsorganisatie GTZ, die haar werkzaamheden begin januari zal starten,
richt een gedeelte van haar programma specifiek op ondersteuning van het provinciale en
districtsbestuur. Ook het programma van de VN-organisatie FAO, waarover kort geleden
overeenstemming is bereikt voor een Nederlandse bijdrage van USD 3.8 miljoen, is mede
gericht op capaciteitsopbouw van het bestuur.
Het programma van GTZ bestaat uit drie component: ontwikkeling van de infrastructuur,
rurale ontwikkeling en capaciteitsopbouw/institutionele ontwikkeling. Kern van de
werkzaamheden van GTZ op het terrein van infrastructuur is de aanleg van een weg van Tarin
Kowt naar Chora. Hiermee zal direct na de start van het programma begonnen worden. Op het
gebied van rurale ontwikkeling zal GTZ zich met name richten op het identificeren en
bevorderen van mogelijkheden voor de bevolking om op een duurzame manier in hun
40
levensonderhoud te voorzien. GTZ zal daartoe onder meer extension packages ontwikkelen,
toegang tot lokale en regionale markten creëren, het oprichten van kleine bedrijven en
samenwerkingsvormen ondersteunen. Ten slotte zal GTZ reeds lopende initiatieven op het
gebied van capaciteitsopbouw en institutionele ontwikkeling ondersteunen en verder
ontbouwen om ervoor te zorgen dat het provinciale- en districtsbestuur in toenemende mate
het centale en pro-actief optredende punt is voor dienstverlening op sub-nationaal niveau.
In de eerste 6 maanden van hun werkzaamheden, zal GTZ haar programma nader
aanscherpen.
Vraag 68: zie 51
Vraag 69: zie 51
Vraag 70: zie 63
Vraag 71
Vindt de regering het een goede zaak dat NGO's zoals NOVIB en Cordaid een grote
afstandelijkheid t.o.v. ISAF aan de dag blijven leggen, terwijl opbouwactiviteiten zoals die
door dergelijke organisaties worden uitgevoerd juist ook zouden kunnen bijdragen aan het
positieve imago van ISAF?
Antwoord
NGO's en militairen hebben elk hun eigen mandaat, rol en positie ten opzichte van de lokale
bevolking. Het is van belang dit te respecteren. Wel is het noodzakelijk dat beide actoren
elkaar kunnen vinden voor afstemming van hun activiteiten teneinde elkaar bij de uitvoering
van activiteiten waar mogelijk te versterken. Het Afghanistan Platform, in welk kader
vertegenwoordigers van Buitenlandse Zaken, Defensie en NGO's periodiek samenkomen,
vormt een van de mogelijkheden om de daartoe benodigde informatie met elkaar uit te
wisselen. Dit verloopt naar tevredenheid. De regering is daarbij verheugd dat een nieuwe
NGO, GTZ, spoedig actief zal worden in Uruzgan, onder meer bij projecten rondom de weg
Chora-Tarin Kowt en bij de ontwikkeling van alternatieve inkomstenbronnen voor
papaverboeren (referte ook motie Ferrier). Voor GTZ is een bijdrage voorzien van EUR 31
miljoen.
Vraag 72, 180 en 195
72
Kan, mede in het licht van de uitspraken gedaan tijdens de parlementaire hoorzitting door o.a.
minister van Defensie Wardak, worden aangegeven hoe reëel het perspectief daadwerkelijk is
dat de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in de bewoonde gebieden in Uruzgan in het
voorjaar van 2010 stapsgewijs kan worden overgedragen aan Afghaanse veiligheidstroepen?
180
Deelt u de mening van de Afghaanse minister van Defensie, de heer Wardak, dat het goed
mogelijk is dat het Afghaanse leger (ANA) al voor 2010 de leidende rol van de Nederlandse
ISAF-troepen overneemt? Zo ja, bent u dan bereid de Nederlandse leidende militaire rol voor
41
2010 te beëindigen en het aantal Nederlandse militairen in Uruzgan te verminderen? Zo neen,
waarom niet?
195
In de brief komt helder naar voren dat voor het duurzaam bereiken van structurele
ontwikkelingen in Zuid Afghanistan, de rol van de Afghaanse instituties (zowel het Bestuur
als de ANA en ANP) van cruciaal belang is. Gesteld wordt dat uitbreiding van de inktvlek
stagneert omdat het machtsvacuüm dat de OMF achterlaat na verdrijving, niet kan worden
opgevuld door de Afghaanse autoriteiten. Kan worden aangegeven wat de reële perspectieven
zijn voor de ontwikkeling en bijdrage van:
a. De ANA: gesteld wordt dat in april 2008 de brigade in Uruzgan nagenoeg volledig
operationeel zal zijn. Is dit op het gewenste aantal van 1200, of op het huidige niveau van
950? Zijn er harde toezeggingen van Afghaanse zijde dat het aantal ANA-militairen wordt
verhoogd naar het vereiste niveau van minimaal 1200? Is zelfs een grotere bijdrage van ANA
te verwachten? Deelt de Nederlandse regering de mening van de Afghaanse Minister van
Defensie, dhr. Wardak, dat ANA voor december 2010 in staat is de veiligheid in Uruzgan te
garanderen?
b. De ANP: gemeld wordt dat op korte termijn wél het gewenste aantal van 1200 zal worden
bereikt (nu slechts 180). Zijn er harde toezeggingen van Afghaanse zijde dat het aantal ANP-
ers wordt verhoogd naar het vereiste niveau? Wat zijn de perspectieven van de
kwaliteitsverbetering van de Afghaanse politie in Uruzgan in de komende periode?
c. Het lokale bestuur: sinds februari 2007 stagneerde de vooruitgang mede door toedoen
gouverneur Munib. Inmiddels zijn een nieuwe gouverneur en een politiecommandant
aangetreden. Het klimaat van bestuursopbouw lijkt daarmee weer op gang te komen. Kan nu
reeds een eerste korte assesment worden gegeven van de beide functionarissen en de
verwachtingen naar de toekomst toe t.a.v. een effectieve bestuursopbouw? Dit mede in het
licht van de sleutelfunctie die deze bestuurders vervullen t.a.v. het succes van de opbouw en
behoud van het momentum.
Antwoord
a:
Naar het zich thans laat aanzien, zal de ontplooiing van de 4e ANA Brigade van het 201
Legerkorps in Uruzgan volgens de planning in februari 2008 zijn afgerond. Mede door
aandringen van Nederlandse bewindslieden in contacten met de Afghaanse regering verloopt
de ontplooiing nu voorspoedig. Momenteel zijn er zo'n 1100 Afghaanse militairen in Uruzgan
en dit aantal zal naar verwachting toenemen tot circa 1450 voor de jaarwisseling en nog
verder toenemen in 2008. Een groot deel van de 1450 militairen zal de eerste maanden van
2008 nog aanvullende training moeten ondergaan. De ANA-militairen die hun aanvullende
training hebben afgerond, hebben hun kwaliteiten aangetoond tijdens recente operaties in
Uruzgan. Daarbij hebben zij onder andere zelfstandige patrouilles hebben uitgevoerd. Met de
komst van deze brigade zal de ANA in Uruzgan het door Afghanistan bepaalde adequate
niveau hebben bereikt.
De ANA vertoont een veelbelovende ontwikkeling en is in toenemende mate in staat om met
enige ondersteuning eigen operaties uit te voeren. Zoals gesteld in de artikel 100-brief is het
de verwachting van de regering dat bij voortgezette opbouw, de ANSF vanaf het voorjaar van
42
2010 stapsgewijs de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in de bewoonde gebieden en de
verbindingswegen kunnen overnemen. Naar het zich laat aanzien zal enige vorm van
ondersteuning en begeleiding van de ANSF door de internationale gemeenschap nog nodig
blijven.
b:
Van Afghaanse zijde is toegezegd dat Uruzgan zal beschikken over voldoende
veiligheidstroepen en dus zal kunnen beschikken over de geautoriseerde sterkte. Volgens de
Afghaanse lijst van formatieplaatsen (tashkeel) heeft de Afghan National Police (ANP) in
Uruzgan een geautoriseerde sterkte van 1302 man, waarvan 301 reguliere ANP en 1001
Aghan National Auxiliary Police (ANAP). Naar schatting beschikt de provincie in de praktijk
echter over ongeveer 740 man politie (88 man ANP en circa 650 man ANAP). Onder de
recent aangetreden provinciaal politiecommandant Jumah Gul worden thans, in
samenwerking met de Amerikaanse Police Mentoring Teams en betaalteams, de loonlijsten
opgeschoond, zodat precies kan worden bepaald om hoeveel man het gaat.
In antwoord op lokale verslechtering in de veiligheidssituatie is de politie in Uruzgan
tweemaal tijdelijk versterkt met Afghanistan Standby Police (ASP). In eerste instantie ging
het daarbij om tijdelijke versterking te Chora met 50 man ASP en op dit moment is 45 man
ASP tijdelijk gelegerd te Deh Rawod.
Om de tekorten aan te vullen heeft de provinciale politiecommandant toestemming gekregen
voor werving van aanvullende ANAP-agenten. Nog deze maand gaat een, door Nederland
verzorgde, uitgebreide basiscursus voor 61 nieuwe ANAP-recruten van start. Het is de
bedoeling dat de ANAP in de loop van 2008 zal worden uitgefaseerd. Met het oog daarop gaat
in januari 2008 een voorbereidende training van start om 120 geschikte ANAP-agenten
gereed te maken voor opname in de ANP.
Verder zal in 2008 een district in Uruzgan worden opgenomen in het Amerikaanse Focused
District Development programma; zal uit het Stabilisatiefonds de bouw van een Politie
Trainingscentrum worden gefinancierd en zal EUPOL ook in Uruzgan opleidingsactiviteiten
ontplooien. De verwachting is dan ook dat in 2008 zowel kwalitatief als kwantitatief
verbeteringen zullen worden doorgevoerd in het Afghaanse politieapparaat.
c:
Hoewel beide nog maar recent zijn aangetreden, zijn zowel de nieuwe Provinciaal
Gouverneur Hamdam, als de nieuwe proviniciale politiecommandant, Jumah Gul, een
merkbare verbetering in vergelijking met hun voorgangers.
Gouverneur Hamdam heeft reeds eerder bestuurlijke ervaring opgedaan en is bekend met het
werken in een internationale context doordat hij eerder leiding gaf aan een NGO-project in de
provincie Nagahar). Hij maakt een goede eerste indruk en heeft zich sterk ingezet op het
benaderen van de lokale bevolking, waartoe hij meerdere shuras heeft belegd. Met de goede
samenwerking voorafgaand aan en tijdens de recente operatie Spin Ghar heeft hij bewezen
ook in dergelijke gevoelige situaties effectief op te treden.
Politiecommandant Gul is afkomstig uit Deh Rawod, en kan daar rekenen op steun. Gul
maakt een krachtige indruk. Hoewel hem een zware taak te wachten staat straalt hij veel
zelfvertrouwen uit en geeft aan zich daadwerkelijk gesteund te weten door invloedrijke
spelers in Kabul en Uruzgan. Hij heeft de discipline binnen het politieapparaat hersteld en
43
werkt constructief mee met de Police Mentoring Teams en de TFU bij het opschonen van de
loonlijsten en het stroomlijnen van salarisbetaling om corruptie praktijken uit te bannen.
Met het aantreden van de heren Hamdam en Gul is een klimaat ontstaan waarin de
bestuursopbouw weer op gang kan komen.
Vraag 73
Waarom is slechts circa 30% van alle schoolgaande Afghaanse kinderen een meisje? Welke
rol speelt de islam hierin? Is er concreet zicht op verbetering?
Antwoord:
Verschillende zaken spelen hierbij een rol, zoals beperktere bewegingsvrijheid voor meisjes,
de veiligheidssituatie, de afstand tot school, maar ook slechte schoolvoorzieningen en het
gebrek aan onderwijzeressen. In de National Education Strategy van de Afghaanse overheid,
o.a. gebaseerd op de grondbeginselen van de Islam, wordt bijzondere aandacht besteed aan
het vergroten van het aantal schoolgaande meisjes. Deze onderwijsstrategie wordt ook in
Uruzgan geïmplementeerd.
Vragen 74, 83, 510, 511, 518, 519 en 520
74
Wat is uw exacte plan om voortgang te boeken met de opbouw en opleiding van ANA en
ANP, naast het beschikbaar stellen van meer geld? Acht u het realistisch te veronderstellen
dat EUPOL effectiever wordt aangezien de EUPOL tot op heden teleurstellend verloopt en
andere EU landen niet voldoende bijdragen. Hoe gaat u de effectiviteit van de EUPOL
bevorderen? Hoe verloopt de samenwerking met de Amerikaanse politietraining? Waarom
zijn niet alle ANP trainingsactiviteiten in één programma en onder één leiding ondergebracht?
Waarom geschiedt de Amerikaanse politietraining in het kader van OEF en niet van de
stabilisatiemissie ISAF?
83
Kunnen meer gegevens worden verstrekt over de moeilijke start van de aanwezigheid van
EUPOL in Afghanistan? Wat zijn de perspectieven voor een reële verbetering? Welke
inspanningen verricht de regering daartoe in Europees verband? Welke landen kunnen daarbij
als gelijkgezind worden beschouwd en welke landen staan op de rem?
510
Welke maatregelen gaat Nederland ondernemen om de - momenteel uiterst geringe -
effectiviteit van de EUPOL missie te vergroten? Kan EUPOL een rol spelen in Uruzgan? Zo
ja welke? Wat is er de meerwaarde van om in Uruzgan gelegerde marechaussees bij EUPOL
onder te brengen?
511
Zijn de Amerikaanse en de Nederlandse (EU) opleidingstrajecten voor de ANP op elkaar
afgestemd? Welke maatregelen zijn er genomen om te voorkomen dat er twee soorten ANP
ontstaan?
518
---
Gesteld wordt dat EUPOL een significante bijdrage kan leveren aan het trainen en vormgeven
van het politieapparaat. Kan de regering aangeven hoe EUPOL deze significante bijdrage kan
leveren? Wordt overwogen de missie uit te breiden?
519
Wat is de laatste stand van zaken met betrekking tot de ontplooiing van EUPOL? Zijn de
eenheden al daadwerkelijk operationeel?
520
Kunt u aangeven wat tot nu toe de ervaringen zijn met betrekking tot het in maart 2007
opgerichte International Police Coordination Board? Op welke concrete wijze en in welke
mate heeft het instellen van de dit orgaan invloed gehad op de kwaliteit van de coördinatie
van de politiehervormingen?
Antwoord
De EU en de VS werken nauw samen op het gebied van politie. Met name de VS heeft
hiervoor reeds een zeer grootschalige personele en financiële inspanning gedaan. EUPOL
Afghanistan is in juni van dit jaar van start gegaan met de opbouwfase van de missie. Deze
opbouwfase heeft aanloopproblemen gekend en is daardoor trager verlopen dan voorzien.
E.e.a. werd veroorzaakt door problemen bij de werving van gekwalificeerd personeel; de EU-
procedures bij aanbesteding van materieel en door obstakels bij de institutionele
samenwerking tussen EU en NAVO waardoor lokale oplossingen moesten worden gevonden
om samenwerking tussen EUPOL en ISAF mogelijk te maken.
Inmiddels zijn de relevante procedures zoveel mogelijk vereenvoudigd en versneld; is extra
personeel beschikbaar gesteld aan EUPOL en zijn op provinciaal niveau Technical
Arrangements gesloten om samenwerking tussen EUPOL en ISAF te faciliteren. Uit de
ontstane aanloopproblemen zijn lessen te trekken met het oog op toekomstige civiele EVDB-
missies. Dat proces is reeds gaande.
Het aantreden van de nieuwe Head of Mission, de Duitse politiegeneraal Juergen Scholz,
heeft de missie een nieuwe impuls gegeven. De verwachting is dat EUPOL in maart 2008
volledig operationeel zal zijn. Nederland heeft zich binnen de EU sterk gemaakt om de Head
of Mission de nodige bevoegdheid en flexibiliteit te geven om ook in de provincies de missie
zo snel mogelijk volledig operationeel te krijgen.
Dat wil overigens niet zeggen dat EUPOL op dit moment nog niet functioneert. EUPOL levert
een volwaardige bijdrage aan de verschillende overleg- en coördinatieorganen op het gebied
van politiehervorming en is al actief in een viertal provincies.
Nederland heeft EUPOL een financieel expert en gender expert ter beschikking gesteld voor
het hoofdkwartier te Kabul, naast 7 marechaussees (4 in Kandahar; 3 in Uruzgan). Nederland
zal regelmatig bezien of aanvullend personeel beschikbaar kan worden gesteld om EUPOL te
versterken. Recent heeft ook Nederland met EUPOL overeenstemming bereikt over een
Technical Arrangement dat ondersteuning door het PRT Uruzgan van EUPOL mogelijk
maakt.
Met het oprichten van EUPOL zijn de bilaterale inspanningen op het gebied van
politieopbouw van de EU-lidstaten en een aantal partners van buiten de EU als Canada en
Noorwegen gebundeld. Hiermee wint de gezamenlijke inspanning sterk aan coherentie en
impact. Het is daarbij essentieel dat EUPOL en de VS-inbreng via het Combined Security
Transition Command Afghanistan (CSTC-A) complementair zijn. EUPOL en CSTC-A
45
hebben daartoe inmiddels een goede werkrelatie opgebouwd waarbij ruwweg CSTC-A zorgt
voor de uitrusting en de aantallen manschappen in het veld, terwijl EUPOL de specifieke
politiekennis en ervaring levert. ISAF heeft geen mandaat voor het opleiden van politie.
EUPOL zet in op het ontwikkelen van een lange termijn strategie voor de politie en het
vergroten van de capaciteit binnen de Afghaanse politie op het gebied van kerntaken zoals
rechercheonderzoek. Daarnaast zal EUPOL werken aan het verbeteren van de coördinatie van
de internationale politie-inspanningen. Daartoe heeft EUPOL in principe een twintigtal
adviseurs gereserveerd om de International Police Coordination Board te ondersteunen. Dit
coördinatieorgaan is in maart van dit jaar van start gegaan en heeft zich inmiddels ontwikkeld
tot het forum voor overleg, coördinatie en prioriteitsstelling van de internationale
inspanningen op het gebied van politieopbouw en hervorming.
In Uruzgan zelf heeft EUPOL al belangstelling getoond om betrokken te worden bij het
opzetten van het Politie Trainings Centrum (PTC) dat in 2008 met financiering uit het
Stabiliteitsfonds zal worden gebouwd. Ook met CSTC-A zijn afspraken gemaakt over de
inpassing van het PTC in het bredere trainingsprogramma voor de Afghaanse politie.
Besprekingen met het Afghaanse ministerie van Binnenlandse Zaken over adequate bezetting
en onderhoud zijn vrijwel afgerond.
Vraag 75: zie 57
Vragen 76, 536 en 544
76
Hoe is de juridische positie van onze militairen bij offensieve acties?
536
Is in de Rules of Engagement op enigerlei wijze voorzien in het optreden door militairen in
offensieve veiligheidsoperaties zodat militairen daar juridisch een beroep op kunnen doen?
544
Bieden de Rules of Engagement en de geweldsinstructie voldoende juridische bescherming
voor het offensief optreden van de Nederlandse troepen? Zijn de afspraken tussen het OM te
Arnhem en Defensie "ICC-proof"?
Antwoord
De zogenaamde "counter-insurgency operations" (COIN) zijn onderdeel van het operatieplan
en de ROE, die zijn gebaseerd op het door de VN Veiligheidsraad afgegeven mandaat. Voor
de militairen die aan dergelijke acties deelnemen verandert dan ook niets wat betreft hun
juridische positie. Wat betreft het zich in rechte beroepen op de ROE wordt verwezen naar het
antwoord op de vragen 420, 533 en 534. Het Internationale Strafhof (ICC) spreekt zich alleen
uit over oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid en genocide. Vervolgens geldt
als drempeleis dat het land dat primair de plicht heeft te vervolgen daartoe niet in staat of
bereid is en ook niet bereid is de verdachte uit te leveren naar een land dat wel in staat en
bereid is om de vervolging op zich te nemen. Tot slot bepaalt het Statuut van het Strafhof dat
een schijnproces de rechtsmacht van het ICC niet blokkeert. Het is niet waarschijnlijk dat
46
ingeval van verdenking van een dergelijk zwaar misdrijf als die waarover het ICC zich kan
uitspreken, geen vervolging door het Nederlandse OM zou plaatsvinden.
Vraag 77: zie 63
Vragen 78 en 136
78
In welke mate is de Nederlandse regering tevreden over de samenwerking en afstemming in
Uruzgan tussen enerzijds de PRT's en anderzijds de diverse NGO's die in de provincie actief
zijn? Wat zijn de ervaringen van de afgelopen anderhalf jaar? En wat moet er volgens de
Nederlandse regering aan de samenwerking en afstemming veranderen om tot een optimale
benutting van middelen (financieel, materieel en personeel) te komen?
136
Hoe verloopt momenteel de samenwerking tussen militairen en NGO's? Hoe verloopt de
samenwerking tussen de in Uruzgan aanwezige NGO's onderling en met de Afghaanse
overheid? Op welke wijze kan Nederland bijstaan in het verkrijgen van een betere toegang
voor NGO's tot Uruzgan (wegen, veiligheid), opdat meer NGO's werkzaam kunnen zijn in
Uruzgan?
Antwoord
De samenwerking met NGO's verloopt naar tevredenheid. De Civiele Vertegenwoordiger is
samen met de ontwikkelingsadviseur, de tribale adviseur en de Ambassade in Kaboel het
centrale coördinatiepunt voor de diverse Nederlandse activiteiten en die van
ontwikkelingsorganisaties zoals NGO's in Uruzgan. Teneinde coherentie in activiteiten op het
terrein van rurale ontwikkeling en ondersteuning van het bestuur verder te versterken, zal de
Duitse ontwikkelingsorganisatie GTZ, die in januari 2008 haar werkzaamheden zal opstarten,
die coördinatie en vooral ook de rol van de overheid daarin nog verder versterken.
De precaire veiligheidssituatie en het gebrek aan lokale absorptiecapaciteit leiden soms ook
voor NGO's tot beperkingen bij de uitvoering van hun projecten. Nederland faciliteert waar
mogelijk en waar gevraagd.
Vragen 79 en 80
79
Welke `Opposing Militant Forces' kunnen worden onderscheiden in Uruzgan?
80
Ondervindt ISAF in Uruzgan de meeste tegenstand van Taliban of van andere OMF?
Antwoord
OMF is een generieke term die duidt op de gewapende oppositie tegen de Afghaanse regering
en de internationale presentie. Deze bestaat uit Taliban, Hezb-e Islami Gulbuddin, Al Qaida,
en andere kleinere netwerken waaronder criminele organisaties.
47
Vraag 80: zie 79
Vragen 81, 103, 263, 276 en 521
81
Wordt onder `zwak' in zwakke ministerie ook verstaan `corrupt'? Zo ja, wat stelt de regering
voor om dit op te lossen?
103
Wat wordt concreet gedaan om de corruptie in Afghanistan te bestrijden? Wat wordt concreet
gedaan om de corruptie in Uruzgan te bestrijden? Welke resultaten zijn daarbij tot nu toe
behaald?
263
Hoe beoordeelt de regering het anti-corruptiebeleid van de regering Karzai van de afgelopen
jaren?
269
Gezien het belang hiervan voor het uiteindelijke welslagen van de missie in Uruzgan: kan
worden aangegeven wat in de aanloop naar de presidentsverkiezingen in 2009, de reële
perspectieven zijn t.a.v. de besluitvorming van President Karzai op de drie kernonderwerpen:
benoeming seniore overheidsfunctionarissen, anti-corruptiebeleid en de capaciteit en kwaliteit
van overheidsinstellingen?
276
Zal de regering de Tweede Kamer op de hoogte houden van belangrijke stappen m.b.t. het
anticorruptiebeleid van de Afghaanse overheid?
521
Kan de regering aangeven welke middelen zullen worden ingezet om de mate van corruptie
binnen de Afghaanse politie in te dammen? Welke veranderingen in het beleid ten aanzien
van het tegengaan van de corruptie binnen de politie kunnen worden verwacht na 1 augustus
2008?
Antwoord
Nederland pleit bij de Afghaanse overheid voor een sterk beleid tegen corruptie. De aanpak
van corruptie onder de overheid, inclusief de Afghaanse politie, is in de eerste plaats een
aangelegenheid die op nationaal niveau dient te worden aangepakt. Er zijn reeds verschillende
maatregelen genomen. Op het gebied van benoemingen is het Appointments Advisory Panel
ingesteld. Dit panel moet president Karzai adviseren over alle seniore benoemingen onder het
niveau van minister. Ook nam het Lagerhuis in augustus 2007 de VN Conventie tegen
Corruptie aan. UNDP en UNODC leveren inmiddels technische assistentie voor de
implementatie van deze conventie, zoals de aanpassing van wet- en regelgeving. Voorts
worden overheidsuitgaven - ook in Uruzgan - gecontroleerd door het ministerie van Financiën
en de Wereldbank. Ten aanzien van de politie heeft het "Pay and Rank Reform" programma
ervoor gezorgd dat alle seniore politiecommandanten zijn getoetst op basis van objectieve
criteria. In totaal zijn 40 commandanten vervangen, waarbij vrijwel alle aanbevelingen van
het zogenaamde `Joint Police Probation Board' zijn overgenomen door president Karzai.
Voorts wordt in Kabul momenteel gewerkt aan de versnelde uitvoering van het Electronic
48
Funds Transfer om de salarisbetaling elektronisch te laten verlopen en daarmee de
mogelijkheden voor fraude te beperken.
Meer maatregelen op zowel centraal als provinciaal niveau zijn echter nodig om de
legitimiteit van de Afghaanse overheid te versterken en te voldoen aan de voorwaarden zoals
vastgelegd in het Afghanistan Compact. Hiertoe is het uitvoeren van een geïntegreerd anti-
corruptiebeleid van essentieel belang.
De regering is bereid de Tweede Kamer op de hoogte te houden van relevante maatregelen
van de Afghaanse overheid op het gebied van anti-corruptie.
Op het gebied van overheidscapaciteit heeft president Karzai eveneens een aantal maatregelen
genomen, zoals de oprichting van het IDLG. In de pilotprovincies, waartoe ook Uruzgan
behoort, zal een inventarisatie worden gemaakt van de lokale maatschappelijke structuren en
van de behoeften van de provinciale gouverneur op het gebied van personeel, communicatie
en outreach naar de bevolking. In Uruzgan zijn enkele adviseurs vanuit Kabul geplaatst om
het provinciaal bestuur te versterken. Het Sub-national Governance Programme van UNDP is
onder de coördinatie van het IDLG gebracht. Dit programma zal ook in Uruzgan worden
uitgerold.
Naast de bestuurshiërarchie in de provincie zullen de provinciale departementen van
Landbouw, Onderwijs en Rurale Ontwikkeling (MRRD) eveneens aanzienlijk versterkt
moeten worden met mensen en middelen. In eerste instantie is vooral tijdelijke capaciteit
nodig die wordt toegevoegd ten bate van het opstellen, begeleiden en uitvoeren van
(nationale) projecten in deze sectoren. Creatieve oplossingen om dit te bereiken (bijv.
stimuleringspremies, opleidingen met garanties op arbeidsplaatsen) worden aangedragen.
Internationale ondersteuning van verdere initiatieven, ook door Nederland, komen van de
grond en worden gaandeweg beter gecoördineerd. Nederland zal daartoe ondersteunende
capaciteit ter beschikking stellen.
Vraag 82: zie 4
Vraag 83: zie 74
Vraag 84
Wordt de Afghaanse krijgsmacht ook qua materieel in staat gesteld om zelf op termijn de
verantwoordelijkheid over te nemen?
Antwoord
Verschillende landen schenken de Afghaanse krijgsmacht materieel, waarbij veruit het meeste
materieel wordt verstrekt door de Verenigde Staten. Ook de NAVO investeert hierin.
Nederland heeft een financiële bijdrage gegeven. Al dit materieel wordt overgedragen aan de
Afghaanse krijgsmacht, die daarnaast ook wordt begeleid om dit materieel te beheren.
De materiële uitrusting van de ANA eenheden die nu in Uruzgan gestationeerd worden, is
over het algemeen goed. De eenheden zijn uitgerust met nieuwe voertuigen, nieuw
verbindingsmaterieel en nieuwe of gereviseerde wapens. Ook de voorraadsituatie is goed te
noemen. Op het gebied van de persoonlijke uitrusting zijn momenteel nog enige
tekortkomingen maar de vooruitzichten zijn goed.
49
Vraag 85
Op welke manier, bijvoorbeeld via welke bilaterale of internationale programma's, is
Nederland betrokken bij de opbouw van de civil society in Afghanistan?
Antwoord
Nederland werkt op diverse manieren direct of indirect aan het versterken van civil society in
Afghanistan. Zo biedt Nederland ondersteuning aan programma's op het gebied van
transitional justice, draagt Nederland substantieel bij aan het ARTF, waaruit ook door NGO's
uitgevoerde wederopbouwprojecten worden gefinancierd en verstrekt Nederland directe
financiering voor de uitvoering van projecten aan NGO's.
Een voorbeeld van een nationaal door Nederland ondersteund programma dat bijdraagt aan
versterking van civil society is het succesvolle National Solidarity Programme, waarbij
democratisch gekozen Community Development Councils worden opgericht voor het
identificeren en via onder andere ngo's implementeren van wederopbouwprojecten. Dit draagt
zowel bij aan versterking van gemeenschappen als aan versterking van capaciteit van NGO's.
Voorts subsidieert de Nederlandse regering in Uruzgan een samenwerkingsproject van drie
Nederlandse NGO's, waarbij een van de partners zich richt op het versterken van civil
society.
Vraag 86
Kan de regering aangeven welke meningsverschillen bestonden over counter-narcotics?
Tussen wie leven die verschillen en wat zijn de verschillen? Zijn deze meningsverschillen
inmiddels uitgesproken en opgelost?
Antwoord
De Afghaanse centrale overheid heeft herhaaldelijk bij voormalig gouverneur Munib
aangedrongen op een provinciaal plan voor de bestrijding van de papaverteelt, met name
gericht op verdelging. Munib bleek echter niet in staat een plan op te stellen. In reactie hierop
ontplooide de centrale Afghaanse regering de Poppy Eradication Forces in Uruzgan in april
2007.
De recent aangetreden gouverneur Hamdam heeft aangegeven de papaverteelt wel actief te
willen bestrijden. Eerste stappen zijn door hem reeds gezet op het gebied van voorlichting.
In de maand november zijn 2 grootse shura's georganiseerd waar ruim 200 Afghanen spraken
over de gevaren van drugs voor de gezondheid en voor Afghanistan, het verbod op papaver en
eradicatie. De gouverneur riep op tot vrijwillig afzien van papaver in ruil voor graan en
kunstmest. Tijdens een vervolgbijeenkomst is in totaal 140 hectare geïdentificeerd waarop
geen papaver verbouwd zal worden.
Nederland is tegenstander van verdelging door middel van chemisch sproeien (vanuit lucht of
op de grond) vanwege mogelijke schadelijke effecten op mensen en gewassen en de
psychologische en sociale gevolgen.
Nederland zal vasthouden aan de lijn dat drugsbestrijding slechts kans van slagen heeft als
een evenwichtige benadering wordt gekozen, waarbij de landbouwbevolking een alternatief
wordt geboden en met name handelaren worden aangepakt.
50
De VS-minister van Defensie heeft recent verklaard geen voorstander te zijn van
papaververnietiging via besproeiing vanuit de lucht en heeft zich tevens sterk uitgesproken
voor een geïntegreerde benadering.
Vraag 87
Kunt u de kwaliteit van het Afghaanse (regionale) overheidsapparaat - dat 'nog voor grote
verbetering vatbaar' is, in SMART termen formuleren? Kunt u in SMART-termen aangeven
welke doelstellingen Nederland heeft om die kwaliteit te verbeteren? Wilt u de Kamer
periodiek rapporteren over de bereikte vooruitgang?
Antwoord
Er is geen kwantitatieve kwaliteitsmeting van het Afghaanse (regionale) overheidsapparaat
beschikbaar.
De Nederlandse doelstellingen voor verbetering van het provinciale bestuur in Uruzgan zijn in
algemene termen aangegeven in de artikel 100 brief. Concretisering hiervan zal in het
komende half jaar plaatsvinden, in samenspraak met de gouverneur, het IDLG, de sectorale
ministers en hun diensthoofden in Uruzgan en GTZ dat een programma voor
capaciteitsopbouw van provinciaal en districtsbestuur zal uitvoeren ter waarde van EUR 31
miljoen. Uw Kamer zal in de voortgangsbrieven worden geïnformeerd.
Vragen 88, 142, 149, 164 en 355
88
Is het waar dat in verband met corruptie die de legitimiteit van de regering ondermijnt, in dit
verband ook de rol van de heroïnehandel meespeelt en dat overheidsfunctionarissen daarbij de
betrokken zijn? Kunt u dat nader toelichten?
142
Volgens de regering vullen overheidsfunctionarissen, in het bijzonder ANP-agenten, hun
salaris aan met inkomsten uit drugs. Om hoeveel geld gaat het? Wat doet de Afghaanse
overheid zelf om dat te bestrijden? Worden overheidsfunctionarissen die zich daaraan
schuldig maken bestraft?
149
Gaat het bij inkomsten uit drugs ook om overheidsfunctionarissen zelf? Zo niet, wat betekent
dan de term `gerelateerde in de zinsnede gerelateerde stamleiders en krijgsheren? Hoe zit het
in het noorden met de papaverteelt en de veiligheid?
164
Welke stappen worden ondernomen om tegen te gaan dat overheidsfunctionarissen waaronder
ANP-agenten hun salaris aanvullen met inkomsten uit drugs?
355
Wat is het Nederlandse beleid indien leden van de Afghaanse regering bij de drughandel
betrokken zijn?
Antwoord
51
Nederland en andere internationale partners dringen er bij de Afghaanse overheid geregeld op
aan dat actie wordt ondernomen tegen corruptie en tegen betrokkenheid van Afghaanse
overheidsdienaren bij drugshandel en spreken de Afghaanse politieke leiders daar ook op aan.
De overheid heeft een anti-corruptiestrategie in voorbereiding als onderdeel van het nieuwe
ANDS. Nederland onderzoekt in samenwerking met andere donoren hoe het anti-
corruptiebeleid zo goed mogelijk ondersteund kan worden.
In een fragiele staat waar corruptie veel voorkomt, zoals Afghanistan, vergt een effectieve
aanpak van corruptie een brede aanpak van de bestuurlijke instituties en zijn er geen snelle
oplossingen.
Over de specifieke link van corruptie en drugsinkomsten is geen concrete informatie bekend.
Wel zijn de salarissen van politie-agenten in het algemeen een punt van zorg, aangezien zowel
het lage niveau als de onregelmatige uitbetaling corruptie in de hand werkt. Van belang is dat
de agenten tijdig voldoende inkomen rechtstreeks ontvangen. Hiertoe worden Afghaanse
betaalteams ondersteund door de internationale gemeenschap, ondermeer via LOTFA en
andere mechanieken. Dit om zeker te stellen dat de salarissen ook bij de politieagenten terecht
komen.
Bekend is dat in Kandahar onlangs een aantal politie-agenten en overheidsfunctionarissen zijn
opgepakt in opdracht van de Afghaanse regering. Zij zitten nog vast en worden op dit moment
gerechtelijk vervolgd. Men ontvangt geld door aan drugstransporten gerelateerde activiteiten
zoals bescherming van transporten, het voor geld doorlaten van transporten etc. Verder is
bekend dat tijdens het oogstseizoen van papaver overheidspersoneel en politieagenten
meehelpen om extra inkomsten te genereren.
Ook hooggeplaatste functionarissen in de zuidelijke provincies zijn betrokken. Doordat zij
bijvoorbeeld land bezitten, dan wel doordat zij actief betrokken zijn bij het transport.
Vraag 89
Welke inspanningen worden door de internationale gemeenschap verricht om het binnenlands
bestuur resp. de kwaliteit van het optreden van het Afghaanse ministerie van Binnenlandse
Zaken te verbeteren? Vormen bij dat binnenlands bestuur juist ook traditionele 'war lords' een
probleem? Hoe beoordeelt de regering de positie van de president daarbij? Welke
mogelijkheden zijn er voor de internationale gemeenschap om in dit opzicht vooruitgang te
bevorderen?
Antwoord
Er worden verschillende activiteiten ontplooid en gefinancierd door de internationale
gemeenschap op het gebied van bevordering van goed bestuur. Een belangrijk programma is
het Subnational Governance Programme van UNDP dat is ondergebracht bij het Independent
Directorate for Local Governance. Steun van de internationale gemeenschap aan multilaterale
donorfondsen ARTF en LOTFA maakt het functioneren van overheidsinstellingen mogelijk
door lopende kosten te financieren. Ook wordt steun verleend aan de Public Administration
Reform, uitgevoerd door de Independent Administration Reform and Civil Service
Commission. Door diverse donoren en PRT's worden voorts kleinschalige initiatieven
ontplooid om het provinciale of districtsbestuur van de grond te krijgen.
Het functioneren van het ministerie van Binnenlandse Zaken dient dringend te worden
verbeterd. De Afghaanse regering zal bovendien serieus werk moeten maken van het senior
52
appointments panel dat ervoor moet zorgen dat hoge ambtenaren slechts op basis van hun
kwalificaties worden benoemd. De internationale gemeenschap zal de regering Karzai hierop
blijven aanspreken en aarzelt niet om schendingen van deze regels aan de orde te stellen en
conditioneel te maken aan onze bestuurlijke samenwerking.
Vragen 90, 91 en 207
90
Gesteld wordt dat vooruitgang op dossiers zoals bijvoorbeeld gezondheidszorg en onderwijs
teniet worden gedaan door o.a. propaganda van de Taliban. Tijdens de parlementaire
hoorzitting werd dit punt ook aangesneden en werd aangeraden dat de Afghaanse overheid en
ISAF veel beter gebruik moeten makken van de media. Kan worden aangegeven of hierover
een plan bestaat en zo niet, of dit punt mee zal worden genomen bij het opstellen van, o.a., het
NATO-actieplan?
91
Ondersteunt Nederland en/of de internationale gemeenschap de Afghaanse regering om de
capaciteiten op te bouwen de Afghaanse bevolking zo goed en volledig mogelijk objectief te
informeren over het verloop van de wederopbouw en de veiligheid, als tegenwicht tegen de
Tabilan information campaign?
207
Hoe gaat u er zorg voor dragen dat de internationale gemeenschap haar bijdragen coördineert
en haar intenties en beleidsdaden daadwerkelijk communiceert naar de Afghaanse
samenleving, zoals volgens u belangrijk is. Heeft u hiertoe een communicatieplan opgesteld?
Hoeveel budget en mensen zijn ervoor beschikbaar?
Antwoord
Het Afghanistan Compact van begin 2006 vormt het raamwerk voor samenwerking tussen de
internationale gemeenschap en de Afghaanse autoriteiten. Voor de uitvoering van het
Compact is de Joint Coordination and Monitoring Board (JCMB) opgericht, bestaande uit de
grotere donoren, onder leiding van de VN en Afghaanse ministers. Dit forum wordt algemeen
erkend als het belangrijkste forum voor internationaal overleg en coördinatie.
Voorlichting over thema's als wederopbouw en veiligheid behoort in de eerste plaats tot de
taken van de Afghaanse overheid, daarbij ondersteund door de internationale gemeenschap,
inclusief Nederland, via ondermeer het ARTF. Ook wordt door de internationale
gemeenschap informatie verschaft aan de Afghaanse overheid over ontwikkelingen op deze
thema's en worden verschillende specifieke projecten ondersteund ter versterking van de
Afghaanse communicatiecapaciteit. Zo is met Nederlandse steun in Uruzgan de FM zender
Nawa opgezet, dat dient als brug tussen de bevolking van Uruzgan en de Afghaanse overheid.
Naast nieuws en actualiteiten wordt via lokale medewerkers onder andere informatie gegeven
over overheidsprogramma's op het gebied van onderwijs, gezondheid, landbouw en
mensenrechten.
Communicatie en het afgeven van coherente boodschappen zijn tevens belangrijke
onderwerpen die regulier worden besproken in NAVO-verband.
53
Vraag 91: zie 90
Vraag 92
Kan de regering een update geven van het civil assessment dat de Kamer op 20 oktober 2006
is toegegaan?
Antwoord
Op dit moment voldoet het civil assessment. Mocht het civil assessment worden bijgewerkt,
zal de Kamer hiervan kennis kunnen nemen.
Vragen 93, 108, 110, 118, 124, 125, 126 en 322
93
Kan de regering aangeven wat de resultaten zijn geweest van de oprichting van het
Independent Directorate for Local Governance (IDLG) en het programma van de UNDP,
waaraan Nederland financiële bijdragen heeft geleverd?
108
Uruzgan is door Kabul aangewezen als "pilot province". Wat zijn de effecten van deze
aanduiding?
110
Hoeveel van de 2,7 miljoen euro die Nederland bijdroeg aan het IDLG is er precies besteed
aan het versterken van het provinciebestuur van Uruzgan?
118
Kunt u in detail uitleggen wat de status "pilot provincie", met betrekking tot versnelde
bestuurlijke hervormingen, inhoudt? Wat zijn de concrete gevolgen van een dergelijke status
voor de geplande hervormingen?
124
Wat is de betekenis van het aanwijzen van Uruzgan als pilot provincie om bestuurlijke
hervorming versneld door te voeren? Wat houden de bestuurlijke hervormingen in, en welke
rol speelt Nederland of spelen Nederlandse bijdragen in deze hervormingen?
125
Welke gevolgen heeft het aanwijzen van Uruzgan als pilot provincie voor andere provincies
in het Zuiden? Bent u bekend waarom Afghanistan heeft gekozen voor Uruzgan als pilot
provincie?
126
Welke andere donoren dragen bij aan het IDLG? Wat is het budget dat het IDLG totaal ter
beschikking heeft? Wat is de werkwijze van het IDLG en wat is de doelstelling?
322
Welk bedrag heeft de Nederlandse regering bijgedragen aan het IDLG (Independent
Directorate for Locale Governance)?
54
Antwoord:
Het Independent Directorate for Local Governance (IDLG), een centraal orgaan direct onder
de president, kwam op 30 augustus jl. tot stand met als doel de versterking van het bestuur op
subnationaal niveau. Tot het mandaat van het IDLG behoort de aansturing van provinciale
gouverneurs, districtsgouverneurs, provinciale raden en gemeenten, en de formulering en
implementatie van het beleid inzake decentraal bestuur. Tot 30 augustus van dit jaar werden
deze taken door het Afghaanse ministerie van Binnenlandse Zaken uitgevoerd.
Naast Noorwegen en het Britse DFID, droeg Nederland in november 2007 als één van de
eerste donoren 2,7 miljoen bij aan het IDLG (via de Asia Foundation). Dit bedrag is
bestemd voor de aanloopkosten van het IDLG totdat een meer structururele vorm van
ondersteuning is gevonden. Over een eigen budget beschikt het IDLG nog niet. In de
Nederlandse bijdrage is een budgetlijn voor de versterking van het provinciebestuur van
Uruzgan als één van de pilot-provincies van het IDLG opgenomen. In de pilotprovincies zal
een inventarisatie worden gemaakt van de lokale maatschappelijke structuren en van de
behoeften van de provinciale gouverneur op het gebied van personeel, communicatie en
outreach naar de bevolking. In Uruzgan zijn reeds enkele adviseurs vanuit Kabul geplaatst om
het provinciaal bestuur te versterken.
Het Sub-national Governance Programme van UNDP waar Nederland financieel aan
bijdraagt is onder de coördinatie van het IDLG gebracht. Dit programma zal ook in Uruzgan
worden uitgerold.
Vragen 94, 96, 97, 102, 111, 112, 297 en 310
94
Wanneer is de VN van plan het voornemen uit te voeren een kantoor te openen in Uruzgan,
zowel wat betreft in deeltijd als permanent geopende voorziening? Deelt u de mening van de
UNAMA vertegenwoordiger op de hoorzitting van 7 december jl. dat het nu nog te gevaarlijk
is om een kantoor te openen en dat hij slechts kan hopen dat dat op termijn wel gebeurt? Op
welke manier is Nederland en de brede internationale gemeenschap bezig om de VN ervan te
overtuigen zo snel mogelijk een kantoor in Uruzgan te openen?
96
Is de speciale vertegenwoordiger voor Uruzgan van UNAMA alleen voornemens elke maand
een week kantoor te houden in Uruzgan of betreft dit een harde toezegging van de VN?
97
Is de speciale vertegenwoordiger voor Uruzgan van UNAMA alleen voornemens twee lokale
medewerkers aan te stellen of betreft dit een harde toezegging van de VN of is dit zelfs al
gebeurd?
102
Kunt u verder uiteenzetten wat de redenen voor de terughoudendheid van de VN zijn?
111
Waarom zal de speciale vertegenwoordiger van UNAMA voor Uruzgan slechts een week per
maand kantoor houden in Uruzgan en waarom zal hij slechts twee lokale medewerkers
---
aanstellen? Wat zegt dit volgens u over de ambities van UNAMA in Uruzgan? Wat betekent
dit voor de Nederlandse missie?
112
Hoe rijmt u de uitspraken van de UNAMA vertegenwoordiger tijdens de hoorzitting in de
Tweede Kamer, 7/12/2007 waarin deze aangeeft dat wegens de onveiligheid in Uruzgan de
VN daar niet actief kan zijn, met uw toezegging hieromtrent in de artikel 100 brief? Hoe groot
is de kans dat de VN een permanent kantoor vestigt Uruzgan? Wanneer hoopt men dit te
bereiken?
297
Wat is het standpunt van de VN over het vraagstuk van een sterkere rol van de VN en grotere
coördinatie op ontwikkelingsgebied?
310
Welke partij heeft de regie of zou de regie moeten krijgen bij sterkere rol van de VN en
grotere coördinatie op ontwikkelingsgebied om een sterker civiel gezicht van de missie te
bereiken?
Antwoord
Opening van een VN-kantoor in Uruzgan staat voor de korte termijn niet in de planning, maar
staat wel op de agenda van de VN. De VN acht het op dit moment nog te onveilig in Uruzgan
voor de opening van een zelfstandig, losstaand VN-kantoor. Wel zijn reeds enkele VN-
organisaties actief in Uruzgan (World Food Programme, UNICEF werkend via lokale
uitvoerders) en bezoekt de VN de provincie regelmatig. Daarnaast heeft UNAMA in Kabul
een speciale medewerkster voor Uruzgan aangewezen die het voornemen heeft elke maand
een week kantoor te houden in Uruzgan en twee lokale medewerkers aan te stellen. Dit is een
positieve ontwikkeling en een eerste stap op weg naar een permanent VN-kantoor in Uruzgan.
Nederland acht VN-presentie in het Zuiden van groot belang en blijft ervoor pleiten in Kabul,
Brussel en New York, op alle niveaus, dat de VN een kantoor opent in Uruzgan. Daarbij
wordt aangeven dat Nederland graag bereid is te faciliteren.
Vragen 95 en 104
95
Op welke wijze en in welke mate heeft het instellen van de Policy Action Group (PAG) in
juni 2006 concreet bijgedragen aan het versterken en verbeteren van de opbouwstrategie?
104
Over welke financiële middelen beschikt de PAG (Policy Action Group)? Welk deel van die
middelen wordt uitgetrokken voor Uruzgan?
Antwoord
De PAG is een nuttig forum gebleken voor overleg, informatie-uitwisseling en coördinatie
tussen de belangrijkste actoren, zowel van Afghaanse alsook internationale zijde. Dit geldt
voor het afstemmen van activiteiten op het gebied van veiligheid, wederopbouw,
communicatie en bestuur. Zo zijn shura's georganiseerd in het zuiden en zijn ondermeer
tussen provinciale bestuurders en de ministeries van Rurale Ontwikkeling, Landbouw,
56
Gezondheidszorg en Onderwijs afspraken gemaakt over wederopbouwprojecten in het
Zuiden. De PAG heeft als zodanig geen specifieke eigen middelen tot zijn beschikking.
De Afghaanse overheid put uit het algemene overheidsbudget, waarbij de Afghaanse regering
uit eigen middelen in PAG-kader USD 18 miljoen voor de vier zuidelijke provincies
beschikbaar stelde. Het ARTF is echter veruit het belangrijkste multidonorfonds voor
financiering van de lopende kosten van de overheid alsook nationale wederopbouwprojecten,
ook in de regio Zuid. Ook worden door bilaterale donoren direct projecten in het Zuiden
gefinancierd. Wel biedt de PAG op opbouwterrein een forum voor overleg en afstemming met
de grote donoren.
Op veiligheidsterrein heeft de PAG bijgedragen aan de opbouw van het politieapparaat en het
leger.
Vraag 96: zie 94
Vraag 97: zie 94
Vragen 98, 128, 285 en 298
98
Welke omvang heeft het Afghanistan Reconstruction Trust Fund? Hoe verhoudt de
Nederlandse bijdrage aan het ARTF zich tot bijdragen van andere landen?
128
Welke donoren participeren in het ARTF? Aan welke uitvoeringsorganen en ngo's worden
fondsen beschikbaar gesteld? Welk percentage van het ARTF wordt besteed in het kader van
I-ANDS?
285
Welke omvang heeft het LOTFA en hoe verhoudt de Nederlandse bijdrage aan het LOTFA
zich tot de bijdrage van andere landen?
298
Welke bedragen stelt de Nederlandse regering in 2007 en in 2008 beschikbaar via de twee
grote multidonortrustfunds ARTF en LOFTA? Welke OS-bedragen worden in die jaren op
andere wijze uitgeven? Waaraan worden die andere bedragen besteed?
Antwoord
Met het ARTF worden de kosten van de overheid als ook nationale wederopbouwprogramma's
gefinancierd. Hierbij zijn vele overheidsinstellingen betrokken en wordt gebruik gemaakt van
een groot aantal NGO's. Volgens de gegevens van de Wereldbank bedraagt de totale omvang
van de toezeggingen voor het jaar 1386 (21 maart 2007-20 maart 2008) ruim 450 miljoen
euro. Nederland draagt dit jaar ruim 40 miljoen euro bij aan het ARTF (inclusief de bijdragen
t.b.v. nationale programma's in Uruzgan en Baghlan) en is daarmee de vijfde donor. Andere
grote donoren zijn Canada, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, de Europese Commissie, de
Verenigde Staten, Noorwegen, Spanje en Zweden.
57
In 2007 droeg Nederland 10 miljoen euro bij aan LOTFA. De Nederlandse bijdrage aan
LOTFA voor 2008 is op dit moment nog niet vastgesteld. In het Afghaanse fiscale jaar 1385
(1 april 2006 t/m 31 maart 2007) was Nederland de derde donor. Andere grote donoren zijn de
VS, het Verenigd Koninkrijk, de Europese Commissie, Duitsland, Japan, Australië en Canada.
Vraag 99
Kunt u voorbeelden geven van significante vooruitgang op dossiers als gezondheidszorg en
onderwijs die teniet zijn gedaan door slechte ervaringen met de overheid? Wat is de oorzaak
geweest van deze slechte ervaringen, en waren deze te voorkomen? Zo ja, op welke wijze en
had een Nederlandse bijdrage daar een rol in kunnen spelen?
Antwoord
Nederland heeft als donor een dergelijke ervaring tot op heden niet gehad. Minister Atmar
(onderwijs) toont zich een actief en betrokken minister die zich constructief opstelt. Op het
terrein van de gezondheidszorg worden resultaten geboekt in Uruzgan.
In meer algemene zin heeft de stagnatie van de bestuurssituatie in Uruzgan tussen februari en
september 2007 niet bijgedragen aan grotere steun van de bevolking voor de overheid.
Vraag 100
Welke acties en wat voor propaganda van de Taliban heeft de significante vooruitgang op
dossiers als gezondheidszorg en onderwijs teniet gedaan? Waren dit acties en propaganda van
de Taliban zelf, of van aan de Taliban gebonden mensen?
Antwoord
Het is lastig aan te geven wat het precieze effect is van de propaganda die de Taliban
verspreidt. Deze onttrekt zich grotendeels aan ons zicht. Geen van de opbouwprojecten is tot
heden voorwerp geweest van Taliban-geïnspireerd geweld.
Vragen 101, 107, 209, 218, 221 en 308
101
Kunt u aangeven welke bestuurlijke instituties slechts beperkt functioneren? Wat is de
oorzaak van dit beperkt functioneren?
107
Naar het voorkomt is het absorptievermogen voor ontwikkeling in Uruzgan juist ook beperkt
omdat het aantal gekwalificeerde ambtenaren onvoldoende is? Welke vooruitgang hoopt de
regering in dat opzicht te zien in de periode medio 2008 - medio 2010? (Vgl. ook p. 9 en 11)
209
Waarop baseert de regering de verwachting dat in 2010 het overheidsgezag in Uruzgan vaste
voet onder de grond zal hebben en waarbij basisdiensten van de overheid beschikbaar en
toegankelijk zullen zijn voor burgers?
218
58
Hoe gaat u bewerkstelligen dat tegen 2010 het overheidsgezag in Uruzgan vaste grond onder
de voeten heeft gekregen en basisdiensten van de overheid beschikbaar en toegankelijk zijn
voor burgers?
221
Waarop baseert de regering de verwachting dat in 2010 het overheidsgezag in Uruzgan vaste
voet onder de grond zal hebben en waarbij basisdiensten van de overheid beschikbaar en
toegankelijk zullen zijn voor burgers?
308
Kan Nederland bijdragen aan het vergroten van de geringe uitvoeringscapaciteit van de
provinciale overheid en zo ja, op welke wijze en gebeurt dit ook?
Antwoord
De provinciale overheid functioneert nog niet op een zodanig niveau dat zij zelfstandig zorg
kan dragen voor verlening van basale diensten aan de bewoners van de provincie Uruzgan.
Dit geldt nog sterker voor de districtsbesturen.
Dat is niet verwonderlijk. Uruzgan is van oudsher een gebied waar ontwikkeling is
achtergebleven, bovendien hebben decennia lang oorlog (en dat is niet veel anders voor grote
delen van Afghanistan) een grote aanslag gedaan op het menselijke kapitaal. Veel hoger
opgeleiden en mensen met bestuurlijke ervaring zijn omgekomen of gevlucht. De huidige
generatie heeft te kampen met zeer beperkte opleidingsmogelijkheden gedurende de
afgelopen 30 jaar. Het aantal gekwalificeerde ambtenaren is in Uruzgan volstrekt
onvoldoende.
Niettemin heeft de ervaring van de afgelopen periode laten zien dat ook in Uruzgan capabele
bestuurders te vinden zijn: de provinciale minister van rurale ontwikkeling (MRRD) en de
provinciale minister van Irrigatie zijn daarvan een goed voorbeeld. Ook is gebleken dat met
steun vanuit de NGO-sector en de nationale lijnministeries een start kon worden gemaakt met
de uitrol van nationale programma's op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs en
plattelandsontwikkeling.
In de artikel 100-brief wordt de hoop uitgesproken dat in 2010 het overheidsgezag in Uruzgan
vaste voet onder de grond heeft gekregen waarbij basisdiensten van de overheid beschikbaar
en toegankelijk zullen zijn voor burgers. Om dit te verwezenlijken, ondersteund Nederland de
Afghaanse overheid op vele fronten.
Ten eerste zal door ondersteuning van het bestuur vanuit het IDLG alsook de
bestuursondersteuningscomponent van de programma's van GTZ en FAO die begin 2008 van
start gaan, zowel kwaliteit als kwantiteit van het provinciale en districtsbestuur versterkt
worden.
Ten tweede zullen in het kader van de uitrol van de nationale sectorale programma's ook de
provinciale lijnministeries worden versterkt (onderwijs, gezondheidszorg en rurale
ontwikkeling).
Ten derde is de verwachting dat naarmate meer projecten en programma's tot zichtbare
resultaten leiden, de bevolking in toenemende mate vertrouwen krijgt in de overheid.
Vraag 102: zie 94
59
Vraag 103: zie 81
Vraag 104: zie 95
Vragen 105 en 199
105
Gesproken wordt over een verbeterde aansturing van de politie in Uruzgan. Zal ook aandacht
worden besteed aan de herkenbaarheid van de politie, aan de bezoldiging van de politie en aan
de mate van geletterdheid bij de politie? Zo ja, op welke wijze?
199
Is bekend welk deel van de ANP- en ANAP-agenten ongeletterd zijn? Wat zijn de gevolgen
van deze ongeletterdheid? Zijn er programma's om ANP- en ANAP-agenten te scholen?
Antwoord
Met het aantreden van de nieuwe provinciale politiecommandant, Jumah Gul, is een merkbare
verbetering opgetreden in de discipline onder de politie in Uruzgan. Zo ziet commandant Gul
er op toe dat de agenten hun uniform ook daadwerkelijk dragen, hetgeen tot op heden veelal
niet het geval was.
Ook is vooruitgang geboekt bij het betalen van politiesalarissen. In goede samenwerking met
de Amerikaanse Police Mentoring Teams, en betaalteams zijn loonlijsten opgeschoond en is
in het grootste deel van de provincie de opgelopen betaalachterstand ingelopen.
Precieze cijfers over de mate van analfabetisme onder de Afghaanse politie zijn niet
voorhanden. Naar schatting geldt voor de ANP landelijk dat minder dan 30% van de agenten
kan lezen en schrijven. Aangezien in Uruzgan meer dan 90% van de bevolking analfabeet is,
zal het aandeel geletterde agenten in de provincie nog aanzienlijk lager zijn. Dit heeft
uiteraard een negatief effect op het vervullen van politiewerk dat uitstijgt boven eenvoudige
veiligheidstaken.
Bij de basisopleiding tot ANP-agent worden alfabetiseringscursussen aangeboden van vijf
weken. In vijf weken kunnen uiteraard slechts beperkte resultaten worden geboekt. Met de
bouw van het Politie Trainings Centrum in Uruzgan wordt de mogelijkheid geschapen om
politieagenten lokaal alfabetiseringscursussen aan te bieden over langere periodes.
Vragen 106, 172 en 333
106
Wat zal vanuit het DGIS worden gedaan aan de ontwikkeling van de landbouw in Uruzgan?
Welke voortgang wordt daarbij beoogd voor de periode medio 2008- medio 2010? Hoeveel
geld is daarvoor beschikbaar? (Vgl. p. 25,26)
172
Welke concrete plannen liggen er op het terrein van alternatieve ontwikkeling? Welke
middelen worden hiervoor gereserveerd? Hoe wordt het Nederlandse bedrijfsleven en
Nederlandse kennis betrokken bij de alternatieven?
60
333
Zijn de WUR en/of de FAO betrokken bij de plannen en projecten gericht op rurale
ontwikkeling van Uruzgan? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Naast activiteiten die reeds gefinancierd worden, zoals activiteiten van het ministerie van
Rurale ontwikkeling met lokale gemeenschappen in Uruzgan, QVP's, activiteiten van
Nederlandse en Afghaanse ngo's, het microkredietprogramma, zal worden bijgedragen aan de
ontwikkeling van de landbouw door:
- Inzet van de Duitse organisatie GTZ. GTZ zal zich in Uruzgan vestigen op verzoek
van de Nederlandse minister voor Ontwikkelingssamenwerking in overleg met zijn
Duitse collega, waarbij activiteiten gericht zullen zijn op alternatieve
bestaansmogelijkheden, infrastructurele ontwikkeling en capaciteitsopbouw. Hiervoor
is door de minister van Ontwikkelingssamenwerking een bedrag gereserveerd van 31
miljoen euro.
- Verdere publiek private samenwerking met GSE: fase twee van de pilot saffraan plus
pilots voor de aanplant van fruitbomen en groentezaden.
- Verschillende gemeenschapsactiviteiten uitgevoerd door een Afghaanse NGO.
- De voedsel en landbouworganisatie van de VN (FAO) zal in nauwe afstemming met
GTZ eveneens activiteiten op deze gebieden uitvoeren in Uruzgan. Op Nederlands
initiatief heeft men Uruzgan bezocht en heeft men activiteiten geformuleerd, die
Nederland financieel zal ondersteunen. Het gaat met name om kleinveeteelt gericht op
kwetsbare families en de bevordering van de positie van vrouwen in Uruzgan.
- Een missie van LNV/Wageningen zal naar Afghanistan reizen ten einde de
mogelijkheden voor ondersteuning van het landbouwonderwijs te onderzoeken. Ook
met het bedrijfsleven wordt overlegd over partnerschappen op het gebied van
investering in rurale ontwikkeling.
Voor de periode van 2008 2010 is geen financieel plafond vastgesteld. Er liggen
mogelijkheden in de rehabilitatie en uitbreiding van de veeteelt, fruitteelt en groenteteelt.
Kleinschalige kredietfaciliteiten zullen aan genoemde opties complementair zijn. Kansen om
de productieve rol van vrouwen te ondersteunen worden hierbij benut.
Vraag 107: zie 101
Vraag 108: zie 93
Vraag 109
Hoeveel adviseurs zijn er vanuit Kabul in Uruzgan geplaatst om het provinciale bestuur te
versterken? Zijn er genoeg ambtenaren in Uruzgan om het beleid uit te voeren? Zo nee, hoe
gaat u dit tekort oplossen?
Antwoord
Sinds november 2007 is de staf van gouverneur Hamdam versterkt door het aantreden van
vier Afghaanse adviseurs. Het team vormt de voorloper van een breder programma. De
nieuwe provincieambtenaren krijgen onder meer in hun portefeuille: institutionele capaciteit,
beleid en plannen, onderwijs en sociale sectoren.
61
Verdere versterking van de provinciale regering is gewenst. Nederland blijft hierop
aandringen bij het IDLG en is bereid hierbij ondersteuning te verlenen.
Vraag 110: zie 93
Vraag 111: zie 94
Vraag 112: zie 94
Vragen 113 en 312
113
Hoe worden de grotendeels door de belastingbetaler gevoede uitgaven van ngo's
daadwerkelijk gecontroleerd op rechtmatigheid en doelmatigheid ook buiten de zogenaamde
inktvlek? Vindt u het acceptabel dat volgens Cordaid zelf maar liefst 30% van de projecten
zonder enig succes zijn en de gelden dus weggegooid? Ligt dit percentage niet nog (veel)
hoger omdat men over veel projecten in Afghanistan de doelmatigheid van de uitgaven niet
eens kan meten en er daar veelal slechts sprake is van boekcontrole in plaats van feitelijke
controle bij de projecten te plaatse? Hoe staat dit met de overige mede door de Nederlandse
belastingbetaler gevoede ngo's en hun activiteiten?
312
Hoe kan Cordaid beweren dat haar ontwikkelingsprojecten in Uruzgan, uitgevoerd via lokale
partners, succesvol zijn terwijl niemand vanwege de veiligheidssituatie het gebied waar zij
opereert kan betreden?
Antwoord
Monitoring van projecten vindt grotendeels plaats door beoordeling van de rapportages die
uitvoerende organisaties indienen bij de civiele staf van het PRT of ambassade Kaboel. De
monitoring op het hogere niveau, namelijk of het geheel van activiteiten bijdraagt aan de
doelstellingen van het PRT, wordt verzorgd door de civiele staf van het PRT. De resultaten
van die monitoring worden regelmatig aan uw Kamer gemeld, als onderdeel van
Kamerbrieven over de voortgang van de missie.
Een moeilijke situatie als die in Afghanistan vraagt om een zekere flexibiliteit. Daarbij is het
Ministerie van Buitenlandse Zaken uiteraard gehouden aan daaraan door de toepasselijke
regelgeving gestelde grenzen.
De stelling dat 30% van de projecten zonder enig succes zou zijn, kan de regering niet
terugleiden op feiten en wordt niet door de regering onderschreven.
Vraag 114
Hoeveel geld geven Nederlandse ngo's in totaal uit in Afghanistan? Welk deel hiervan is
afkomstig van het Rijk en dus van de belastingbetaler?
Antwoord
De begrote subsidies voor 2007 van de Nederlandse overheid aan NGO's voor specifieke
activiteiten in Afghanistan luiden als volgt:
62
- Cordaid : 4 miljoen
- Dutch committee for Afghanistan: 2,5 miljoen
- Healthnet / TPO: 10 miljoen
- Oxfam/Novib: 3,4 miljoen
- Save the Children: 3 miljoen
- ZOA Refugee Care: 2 miljoen
Totaal 24,9 miljoen
Naast deze bijdragen voor specifieke activiteiten geeft de Nederlandse regering door middel
van het subsidiekader TMF/MFS een periodieke subsidie aan de meeste van deze NGO's. Zij
maken zelf binnen het hun beschikbare budget (dat ook door andere bronnen wordt gevoed)
hun keuze met betrekking tot allocatie van middelen. Ook daaruit kunnen dus activiteiten in
Afghanistan gefinancierd worden.
Vraag 115
Op welke wijze wordt er invulling gegeven aan resolutie 1325 inzake vrouwen, vrede en
veiligheid, die iedereen die belast is met het voeren van vredesonderhandelingen en met het
toezicht op de naleving van vredesakkoorden oproept terdege rekening te houden met de
gelijkwaardigheid van de seksen en ook zorgvuldig rekening te houden met de bijzondere
behoeften van vrouwen en meisjes bij hun terugkeer en vestiging in voormalige
conflictgebieden, evenals bij hun reïntegratie en bij hersteloperaties?
Antwoord
Het overheidsbeleid ten aanzien van vrouwen is in de post-Talibanperiode verbeterd. In 2005
is een Protocol on the Elimination of Child and Forced Marriages aangenomen en een
campagne tegen geweld tegen vrouwen gevoerd. In de grondwet zijn verschillende bepalingen
opgenomen ter versterking van de positie van vrouwen. Naast gelijke behandeling, is een
bepaling opgenomen dat minimaal twee vrouwelijke gedelegeerden per provincie dienen te
worden gekozen in het Lagerhuis, waarmee de vrouwelijke aanwezigheid wordt verdubbeld.
Ook heeft president Karzai een aparte minister voor Vrouwenzaken ingesteld en is eind 2005
een Nationaal Actieplan voor Vrouwen opgesteld. Het actieplan heeft als doel discriminatie
uit te bannen, capaciteit van vrouwen te versterken en leiderschap en participatie van vrouwen
te bevorderen, in lijn met de grondwet, het VN-vrouwenverdrag en de Millennium
Development Goals. Daarnaast dragen nationale programma's op ondermeer het gebied van
gezondheidszorg en onderwijs bij aan de positie van vrouwen. Te verwachten is dat de
inspanningen van regeringszijde de situatie van vrouwen langzaam zal verbeteren. Op dit
moment is de positie van vrouwen nog zorgwekkend.
Vragen 116, 120, 121, 131 en 135
116
In hoeverre passen de activiteiten van de NGO's die buiten de inktvlek opereren binnen de
strategie van de Nederlandse missie in Uruzgan? Kunt u dat toelichten?
120
Kan de regering de Kamer een overzicht geven van alle uitgevoerde `Quick and Visible
Projects'?
63
121
Kan de regering de Kamer een overzicht geven van alle nog geplande `Quick and Visible
Projects'?
131
Hoeveel projecten zijn op het terrein van de kleine en voor de bevolking zichtbare projecten
(Quick and Visible Projects; QVPs) gestart en afgerond. Waar zijn deze uitgevoerd? Kunnen
de QVP's omgezet worden in of ingezet worden bij structurele opbouw? Zo ja, op welke
wijze? Zo nee, waarom niet? Welk deel van de bevolking van Uruzgan is met QVP's bereikt?
Zijn er specifieke gebieden, bevolkingsgroepen of leeftijdscategorieën die niet bereikt zijn?
135
Kunt u voor elk van de gerealiseerde QVP aangeven of deze is uitgevoerd door militairen of
door burgers? Kunt u voor elke QVP aangeven of deze ook zonder stationering van militairen
in Uruzgan met enkel de inzet van ambassademedewerkers had kunnen worden gerealiseerd?
Antwoord
QVPs worden zowel in de ADZ als daarbuiten uitgevoerd. Alle QVP's worden
geïdentificeerd en uitgevoerd door Afghaanse burgers. De QVP's vallen onder de
verantwoordelijkheid van de tribale adviseur.
Buiten de ADZ zijn de QVPs op gemeenschappen gericht die zich door de eigen overheid en
de internationale gemeenschap in de steek gelaten voelen en die zich gevoelig kunnen betonen
voor de Taliban en andere tegenkrachten. Belangrijk onderdeel van de QVP strategie vormt
het gericht inzetten van projecten om informele geschilbeslechting mogelijk te maken.
Daarmee passen de QVP's geheel in de strategie van de Nederlandse missie in Uruzgan. Zij
dragen niet alleen bij aan de-escalatie van lokale spanningen en aan veiligheid, maar creëren
ook hoop, perspectief en ontwikkelingsgerichtheid bij de betrokken bevolkingsgroepen, die
niet duurzaam toegankelijk zijn voor de militairen van de TFU.
In de ADZ boden de QVP's tevens de gelegenheid om vertrouwen op te bouwen tussen
bevolking, ngo's, lokale overheid en PRT, en om ervaring op te doen met de uitvoering van
kleinschalige projecten. Zowel dit vertrouwen als de ervaringen vormden een waardevolle
voorbereiding op de meer structurele programma's die thans worden gestart.
Door middel van een veelheid aan kleine projecten (tot heden meer dan 300) wordt een
aanzienlijke groep mensen bereikt. Naar schatting 160.000 mensen (22.881 families,
bestaande uit gemiddeld 7 familieleden) hebben meegewerkt aan of toegang tot projecten als
het aanleggen en verbeteren van langwegen, irrigatie en het verstrekken van zaad en
bemesting. Dit is bij benadering 50% van de totale bevolking van Uruzgan (zie ook de
beantwoording van de vragen 10 en 13).
Belangrijkste disctricten waarin deze projecten worden uitgevoerd zijn Tarin Kowt, Deh
Rawod, Chora en Khas Uruzgan.
Met QVP's wordt ingespeeld op concrete kansen en wensen; bij dorpsprojecten is de keuze
van de dorpsbevolking voor een specifieke verbetering leidend, uitvoerders moet de ruimte
worden gelaten om hun middelen (bouw van scholen, herstel van wegen, irrigatiekanalen,
etc.) op die doelen af te stemmen. Dit impliceert dat geen vaste projectenplanning geldt.
64
Overzicht QVP's:
- 63 landwegen,
- 83 projecten ter verbetering traditionele irrigatiekanalen en watertoevoer, 30 km
toegangswegen ten behoeve van 44 dorpen,
- 34 km irrigatiekanalen voor 121 dorpen,
- herstel 750 huizen in Deh Rawod en Chahar Chino,
- verspreiding landbouwinputs voor 2500 gezinnen,
- verspreiding van 24.000 fruitbomen met voorlichting
- het opzetten van 5 radiostations in Uruzgan met programma's gericht op stabiliteit en
informatieverspreiding, waarmee een groot deel van de bevolking wordt bereikt
- distributie van 20.000 amandelbomen ten behoeve van 90 dorpen
Vraag 117
Op welke manier spant Nederland zich in om de rol van de VN in Afghanistan te verzwaren
en te verbreden?
Antwoord
Naast een grotere presentie in Zuid-Afghanistan, bepleit Nederland in bilaterale en
multilaterale context op alle niveaus een versterkte rol van de VN in Afghanistan. Vooral op
moeilijke dossiers als mensenrechten, transitional justice, corruptiebestrijding en
hervormingen. Daarnaast ondersteunt Nederland VN-programma's in Afghanistan en
faciliteert waar mogelijk.
Vraag 118: zie 93
Vragen 119, 122 en 329
119
Kunt u aangeven wat het basisgezondheidszorgprogramma (BPHS) kost? Kunt u aangeven
hoe dit programma gefinancierd wordt?
122
Welke activiteiten zijn er nog gepland tot augustus ten behoeve van het BPHS-programma?
329
Wat houdt de "tweede fase" in van het BPHS? Wat zal concreet worden gedaan tijdens de
nieuwe missie? Wanneer is de uitrol van deze tweede fase een succes?
Antwoord
Het Basic Package of Health Services (BPHS) is een nationaal programma van het Afghaanse
Ministerie van Volksgezondheid in samenwerking met de Afghaanse NGO AHDS (Afghan
Health Development Services). Nederland geeft een bijdrage van 2.420.875, verspreid over
3 jaar. Tot heden zijn met deze bijdrage de volgende resultaten gerealiseerd:
- inrichting polikliniek, operatiekamer en cholerazaal ziekenhuis Tarin Kowt
65
- aanschaf ambulance voor comprehensive health centre Chora
- aanschaf verbandmateriaal en medicijnen
- het opleiden en ondersteunen van dorps gezondheidswerkers
- opzetten van dienstverlening in comprehensive health centres en basic health centres
- financiering studentenopleidingen tot voedvrouwen en verpleegsters
- de bouw van een basic health centre bij Deh Rawood is gestart
- een nieuwe basic health centre is gestart bij Tarin Kowt
Het programma wordt bekostigd door donoren. Grote donoren aan het nationale BPHS
programma zijn: USAID, de Wereldbank en de Europese Commissie. De Europese
Commissie draagt tevens 2 miljoen bij aan het specifiek op Uruzgan gerichte programma.
De tweede fase houdt een voortbouwen op en intensivering van de reeds opgestarte
activiteiten in. Aan het eind van de bijdrageperiode (2009) zullen 12 nieuwe
gezondheidscentra zijn gerealiseerd, zal 80% van de staf weten te handelen overeenkomstig
toepasselijke gezondheidszorgvoorschriften, zullen TB patiënten behandeld kunnen worden
en zullen 285 nieuwe gezondheidsverzorgers zijn opgeleid.
Vraag 120: zie 116
Vraag 121: zie 116
Vraag 122: zie 119
Vragen 123, 145, 335 en 340
123
Welke concrete activiteiten zijn gepland in het kader van het EQUIP-programma? Hoeveel
scholen gaat het EQUIP-programma tot 2010 opleveren in Uruzgan? Hoeveel kinderen
kunnen er dankzij het EQUIP-programma naar school?
145
Wat wordt bedoeld met de 'afzienbare termijn' waarop onderwijs van behoorlijke kwaliteit
toegankelijk moet zijn voor jongens en meisjes? En wat wordt bedoeld met 'behoorlijke
kwaliteit'? Tot welke leeftijd en welk niveau is dit onderwijs? Zijn de school voor
beroepsonderwijs die wordt opgezet en het beurzenprogramma voor jongeren ook gericht op
meisjes?
335
Hoeveel scholen zullen tijdens de nieuwe missie worden opgezet in het kader van het EQUIP-
programma?
340
In welke bevolkingsconcentraties zal EQUIP worden ontplooid?
Antwoord
Het nationale onderwijsprogramma EQUIP zal in alle bevolkingsconcentraties worden
uitgerold waarmee vergroting van de toegang tot basisonderwijs voor jongens en meisjes
wordt gerealiseerd. Er worden in Uruzgan 758 klaslokalen gebouwd in 158 scholen in Tarin
---
Kowt, Deh Rawod, Chora, Khas Uruzgan, Charchino en Gizab district. Hiervan profiteren
45.000 kinderen. Naast deze `hardware' wordt er ook een bijdrage geleverd aan de `software'
van de school zoals verbetering van de kwaliteit die onderwijzers bieden, het curriculum etc.
Er is een miljoen euro gecommitteerd aan het EQUIP programma in Baghlan. Er zullen daar 3
high schools en 5 secondary schools worden gebouwd waardoor er 4700 kinderen naar school
kunnen. De looptijd van het EQUIP programma in Baghlan en Uruzgan is 1 mei 2007 t/m 30
april 2008. De school voor beroepsonderwijs is ook voor meisjes.
Vraag 124: zie 93
Vraag 125: zie 93
Vraag 126: zie 93
Vraag 127
Heeft UNAMA ook voor andere provincies in Zuid-Afghanistan vertegenwoordigers? Wat
zullen de activiteiten zijn van de speciale vertegenwoordiger voor Uruzgan en de lokale
medewerkers? Is dit vergelijkbaar met de inzet van de VN in andere provincies in Zuid-
Afghanistan?
Antwoord
UNAMA kent een regionaal hoofdkantoor in Kandahar, dat verantwoordelijk is voor de de
provincies Kandahar, Zabul, Uruzgan, Helmand en Nimroz. Daarnaast zijn in de provinciale
hoofdsteden van de provincies Zabul en Nimroz aparte provinciale VN-kantoren gevestigd.
Voor Uruzgan is een speciaal vertegenwoordiger benoemd, met standplaats Kabul. Net als bij
de andere provincies in het Zuiden, zal de VN-vertegenwoordiger voor Uruzgan zich
ondermeer richten op (coördinatie van) humanitaire hulp, wederopbouw en versterking van de
overheidscapaciteit, specifiek t.a.v. veiligheid, goed bestuur en de rechtstaat.
Vraag 128: zie 98
Vraag 129: zie 23
Vragen 130 en 133
130
Gaat het bij de contracten die zijn afgesloten ter waarde van ruim 25 miljoen om contracten
met betrekking tot Uruzgan alleen, of ook om contracten buiten Uruzgan?
133
Is een bedrag van 25 miljoen aan gesloten contracten t.b.v. de ontwikkeling van Uruzgan
niet droevig laag in vergelijking met de grote bedragen die voor de Nederlandse militaire
aanwezigheid moeten worden uitgegeven? Hoe kunnen de verhoudingen in dat opzicht
worden verbeterd? Hoe groot is in dat opzicht de inspanning die door OS wordt geleverd?
Antwoord
67
Deze contracten hebben betrekking op activiteiten in Uruzgan.
Inmiddels bedragen de committeringen die Nederland ten behoeve van Uruzgan voor de
komende jaren is aangegaan ruim 39 miljoen. Dit is een substantieel bedrag voor een
provincie van naar schatting 350.000 inwoners, en in dezelfde orde van grootte als bedragen
die in partnerlanden jaarlijks worden besteed.
De wederopbouw in Uruzgan lijdt niet onder een gebrek aan geld, maar onder gebrek aan
absorptiecapaciteit. Het aantal mensen en organisaties dat in staat is goede projecten uit te
voeren is uiterst beperkt. Uruzgan is de armste provincie in het op vier na armste land ter
wereld. Hierdoor is het niet mogelijk om zowel snel als verantwoord geld uit te geven.
Projecten moeten zinnig zijn en moeten ten goede komen aan de mensen die dat nodig
hebben.
Onderlinge vergelijkingen van de kosten van militaire operaties en wederopbouw- of
ontwikkelingsprogramma's gaan mank vanwege de uiteenlopende doelstellingen.
Vraag 131: zie 116
Vraag 132
Welke activiteiten op het terrein van rurale ontwikkeling worden gefinancierd in Uruzgan en
waar precies is dat het geval?
Antwoord
Op het terrein van rurale ontwikkeling worden activiteiten gefinancierd van het ministerie van
Rurale ontwikkeling met lokale gemeenschappen in Uruzgan. Daarnaast tekende de minister
voor Ontwikkelingssamenwerking in september 2007 een contract voor een
microkredietprogramma in Uruzgan en ondersteuning van een programma elders in het land.
De verwachting is dat na drie jaar de programma's zelfstandig kunnen functioneren. Dit is van
belang omdat ongeveer 70% van de microkredieten in Afghanistan wordt verstrekt aan
vrouwelijke ondernemers. Betrokkenheid van Nederlandse NGO's is vormgegeven door op
hun verzoek drie Nederlandse NGO's financiering te verstrekken voor activiteiten via hun
partners in Uruzgan. Via QVP's wordt geïnvesteerd in kleinschalige projecten als herstel van
wegen, irrigatiekanalen, bruggen en waterputten. Daarnaast worden activiteiten gefinancierd
om een start te maken met het aanbieden van alternatieven voor de papaverteelt.
De verschillende activiteiten vinden met name plaats in de relatief stabiele zones rondom
Tarin Kowt, Deh Rawod en Chora. Een gedeelte van de QVP's vindt echter ook plaats in
moeilijk toegankelijke gebieden daarbuiten (de zogenoemde below the radar projecten).
Voor het overzicht van bijdragen aan rurale ontwikkeling in Uruzgan, wordt u verwezen naar
het OS overzicht zoals meegenomen in het antwoord op vraag 290.
Vraag 133: zie 130
Vraag 134
Vallen de nationale programma's voor gezondheidszorg, onderwijs en microkrediet onder de
Nederlandse militaire ISAF-missie in Uruzgan? Waarom worden zij in de artikel-100 brief
opgevoerd?
68
Antwoord
De missie in Uruzgan is een geïntegreerde missie, waarbij Buitenlandse Zaken, Defensie en
Ontwikkelingssamenwerking zeer nauw met elkaar samenwerken. De doelstellingen op het
gebied van veiligheid en ontwikkeling gaan hand in hand: ontwikkeling kan niet wortelen in
een onveilige omgeving en de veiligheid verbetert wanneer de bevolking perspectief op
ontwikkeling heeft en op een integere wijze wordt bestuurd. De Kamer wordt in de brieven
over de voortgang van de missie steeds geïnformeerd over de activiteiten van ieder van deze
actoren. De ondersteuning door de minister voor Ontwikkelingssamenwerking van de uitrol
van nationale programma's voor gezondheidszorg, onderwijs en microkrediet in Uruzgan is in
dit kader relevante informatie.
Vraag 135: zie 116
Vraag 136: zie 78
Vragen 137 en 311
137
Wat is de reden voor de beperkte aanwezigheid van (lokale en internationale) NGO's in
Uruzgan? Wat is uw oordeel over de beperkte aanwezigheid van (lokale en internationale)
NGO's in Uruzgan? Welke rol wordt daarbij gespeeld door de onwil bij diverse NGO's om
geassocieerd te worden met ISAF? Wat is uw oordeel daarover?
311
Waarom blijft het aantal NGO's beperkt? Gaat het om problemen t.a.v. samenwerking met
militairen?
Antwoord
Uruzgan is een provincie waar ontwikkeling door de slechte veiligheidssituatie lang
onmogelijk was. Er zijn dan ook slechts enkele NGO's actief geweest: toen de Nederlandse
missie in augustus 2006 van start ging, waren in Uruzgan voor zover bekend slechts 3 NGO's
actief. Inmiddels is dat aantal gestegen tot 10.
De Nederlandse regering zet daarnaast in op het naar de provincie halen van nationale
programma's. NGO's kunnen daarbij een ondersteunende rol spelen (zie bijvoorbeeld AHDS
bij de uitrol van het Basic Package of Health Services programma). De slechts beperkte
capaciteit van de nu bekende NGO's kan hierbij een beperking vormen.
Vraag 138
Over welke investeringen heeft u het als u zegt dat "sommige van de investeringen zullen pas
de komende periode vruchten afwerpen"? Wanneer verwacht u dat deze investeringen vrucht
zullen afwerpen?
Antwoord
Daarmee doelt de regering op de tijd en menskracht die geïnvesteerd is om de uitrol van
nationale programma's naar de provincie te bevorderen.
69
De eerste resultaten worden zichtbaar (met name op het gebied van onderwijs en
gezondheidsvoorzieningen) en zullen de komende jaren verder uitgebouwd kunnen worden.
Vraag 139 en 140
139
Heeft de regering kennisgenomen van de uitspraken van de Afghaanse minister van Defensie
Wardak die in de hoorzitting van de Tweede Kamer aangaf dat de Afghaanse regering
mordicus tegen het verdelgen van papaver is, maar zich door internationale druk verplicht
voelt toch tot verdelging over te gaan? Heeft de Afghaanse regering die opvatting de
afgelopen tijd ook kenbaar gemaakt aan de Nederlandse regering? Wordt vanuit de VN, de
NAVO of één of meerdere NAVO-bondgenoten druk uitgeoefend op de Afghaanse regering
om tot verdelging over te gaan? Kan in het licht van de uitspraken van Wardak eigenlijk wel
gesproken worden van een "Afghaanse nationale drugsstrategie", aangezien volgens hem de
Afghaanse regering er helemaal niet achterstaat?
140
De regering legt het primaat voor drugsbestrijding bij de Afghaanse regering. Heeft de
regering overwogen de inzet van Nederlandse militairen tussen 2008 en 2010 te verbinden aan
de voorwaarde dat de Afghaanse overheid in Uruzgan geen papaver zal verdelgen, gelet op de
negatieve uitwerking van verdelging op het vertrouwen van de bevolking? Zo ja, waarom is
die voorwaarde niet overeind gebleven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De regering is op de hoogte van de uitspraken van de Afghaanse minister van Defensie
Wardak tijdens de hoorzitting van de Tweede Kamer. Minister Wardak gaf aan dat de
Afghaanse regering geen voorstander is van het chemisch verdelgen van papaver. Een
standpunt waar Nederland zich bij aansluit.
Minister Wardak zei tegen verdelging in isolement te zijn. Verdelging van de papaverteelt
maakt deel uit van de Afghaanse drugsstrategie, die breed wordt gesteund door de Afghaanse
overheid en de internationale gemeenschap.
Eradicatie, verdelging, maakt deel uit van de Afghaanse nationale drugsstrategie. Nederland
blijft tegen eradicatie in isolement en stelt drie voorwaarden: namelijk een Afghaanse besluit
en uitvoering, beperkte inzet alleen in zorgvuldig bepaald daarvoor aangewezen gebieden
waarbij kleine boeren ontzien worden en alternatieven aanwezig zijn, en committering van
Afghaanse overheid en internationale partners aan korte en middellange termijn follow-up in
de vorm van de genoemde brede benadering. Nederland zal niet meewerken aan eradicatie als
niet aan deze voorwaarden is voldaan, en zal zich verder hiervoor sterk maken in contacten
met de Afghaanse overheid en de internationale gemeenschap.
Nederland is tegenstander van verdelging door middel van chemisch sproeien (vanuit lucht of
op de grond) vanwege mogelijke schadelijke effecten op mensen en gewassen en de
psychologische en sociale gevolgen.
Nederland zal vasthouden aan de lijn dat drugsbestrijding slechts kans van slagen heeft als
een evenwichtige benadering wordt gekozen, waarbij de landbouwbevolking een alternatief
wordt geboden en met name handelaren worden aangepakt.
70
De VS-minister van Defensie heeft recent verklaard geen voorstander te zijn van
papaververnietiging via besproeiing vanuit de lucht en heeft zich tevens sterk uitgesproken
voor een geïntegreerde benadering.
Vraag 140: zie 139
Vraag 141
Is het correct dat Afghanen bereid zijn te betalen om de functie van politiecommandant te
mogen vervullen? Zo ja, om welke bedragen gaat het? Is ook in Uruzgan gepoogd op die
manier de functie van politiecommandant in de wacht te slepen?
Antwoord
Inderdaad doen hardnekkige geruchten de ronde dat sommige politiefuncties op basis van
steekpenningen worden toegewezen. Middels het Pay and Rank Reform programma,
waarbinnen politiecommandanten aan objectieve criteria moeten voldoen, wordt gestreefd
naar zuivere benoemingen.
Er zijn geen indicaties dat steekpenningen in het spel zouden zijn geweest bij de aanstelling
van de nieuwe provinciale politiecommandant, Jumah Gul.
Vraag 142: zie 88
Vraag 143
Welke rol speelt het bedrijfsleven in de uitrol van programma's?
Antwoord
Nationale programma's worden primair uitgevoerd door de Afghaanse overheid, daarbij
ondersteund door NGO's. Op dit moment speelt het Afghaanse en internationale bedrijfsleven
geen directe rol bij de uitrol van nationale programma's. Indien bedrijven wel een
ondersteunende rol voor zichzelf zien bij de ontwikkeling van Uruzgan zullen
samenwerkingsmogelijkheden vanzelfsprekend worden onderzocht.
Vraag 144
Waar in de provincie is sprake van enige toegang tot basisgezondheidszorgvoorzieningen, en
waar niet? Hoe groot is de verbetering ten opzichte van 2005? Wat wordt bedoeld met 'enige
toegang'?
Antwoord
Met het Basic Package of Health Services-programma wordt het grootste gedeelte van de
bevolking bereikt. Niet voor iedereen is de omvang van het pakket aan
gezondheidsvoorzieningen echter even groot. Toegang tot het breedste pakket aan
voorzieningen hebben de mensen die rond Tarin Kowt wonen: hier is het provinciale
ziekenhuis gevestigd, dat de beste voorzieningen heeft, daarna volgen de districtshoofdsteden,
en ten slotte de basic health posts. Deze basic health post zijn het wijdst verspreid, en bieden
71
slechts eenvoudige zorg als vaccinaties en voorlichting over hygiëne. Om dit verschil in zorg
aan te geven wordt gesproken van "enige toegang tot".
Met Nederlandse financiële steun zijn de volgende resultaten bereikt:
o inrichting polikliniek, operatiekamer en cholerazaal ziekenhuis Tarin Kowt
o aanschaf ambulance voor comprehensive health centre Chora
o aanschaf verbandmateriaal en medicijnen
o het opleiden en ondersteunen van dorps gezondheidswerkers
o opzetten van dienstverlening in comprehensive health centres en basic health
centres
o 6 vrouwen volgen een opleiding tot vroedvrouw
o 3 mannen uit Uruzgan zijn net begonnen met een opleiding tot verpleger
o 2 vrouwen uit Uruzgan zijn net begonnen met een opleiding tot vroedvrouw
o de bouw van een basic health centre bij Deh Rawood is gestart
o een nieuwe basic health centre is gestart bij Tarin Kowt
Vraag 145: zie 123
Vragen 146 en 150
146
Waarom is het van belang dat na drie jaar de programma's zelfstandig kunnen functioneren
omdát ongeveer 70% van de microkredieten in Afghanistan wordt verstrekt aan vrouwelijke
ondernemers?
150
Hoe omvangrijk is de Nederlandse steun voor het microkredietprogramma in Uruzgan?
Antwoord
Nederland heeft ruim 6,3 miljoen euro ter beschikking gesteld aan de Microfinance
Investment Support Facility for Afghanistan (MISFA) voor een microkredietprogramma in
Uruzgan (5,1 miljoen euro) en uitbreiding van een bestaand microkredietprogramma in
Daikundi en Bamian (1,2 miljoen euro). MISFA wordt gefinancierd vanuit het ARTF, dat
door de Wereldbank wordt beheerd. De verwachting is dat na drie jaar de programma's
zelfstandig kunnen functioneren. In Afghanistan is 70% van de microkredieten verstrekt aan
vrouwelijke ondernemers.
Vraag 147
Waarom zijn Nederlandse NGO's niet zelf aanwezig in Uruzgan en is er naar uw oordeel een
ontwikkeling mogelijk dat Nederlandse NGO's zelf in Uruzgan aan het werk gaan? Kunt u dat
toelichten?
Antwoord
De betrokken Nederlandse NGO's werken via lokale partners in Uruzgan met name om beter
op de lokale situatie en noden van de lokale bevolking afgestemde programma's aan te
kunnen bieden. Dit doen zij in andere landen ook. Ondersteuning vindt plaats vanuit
72
Kandahar of Kabul. De veiligheidssituatie in Uruzgan legt ook aan de bewegingsvrijheid van
medewerkers van NGO's beperkingen op.
De Nederlandse regering maakt bij het werken via NGO's geen onderscheid naar nationaliteit,
maar beoordeelt op inhoud en competentie.
Vraag 148
Bestaan er cijfers over de toegenomen economische activiteit in de omgeving van Tarin
Kowt? Zo ja, graag een overzicht?
Antwoord
Hier bestaan geen harde cijfers over. Wel kan worden waargenomen dat er veel meer
jingletrucks rondrijden, dat meer winkels zijn geopend, dat de bazaars drukker worden
bezocht en dat meer mensen gebruik maken van een mobiele telefoon.
Vraag 149: zie 88
Vraag 150: zie 146
Vraag 151
Aangegeven wordt dat het ontplooien van economische activiteit in Tarin Kowt van groot
belang is. De groei wordt belemmerd door de OMF die de belangrijke wegen bedreigt. Is het
beveiligen van de weg een specifieke doelstelling van de missie? En zo ja, kan worden
aangeven wanneer dit doel bereikt kan zijn?
Antwoord
De weg tussen Kandahar en Tarin Kowt ligt voor het overgrote deel in de provincie
Kandahar, en valt dus onder de primaire verantwoordelijkheid van de Canadese taakgroep. In
regionaal verband zijn in het recente verleden, met medewerking van de TFU, grootschalige
operaties uitgevoerd om de veiligheid van de route te verbeteren. De enorme uitgestrektheid
en dunbevolktheid van het gebied maken het echter vrijwel onmogelijk om de veiligheid over
de gehele route continue te garanderen. ANP-posten zorgen voor monitoring op enkele
belangrijke plaatsen. De TFU beveiligt zijn konvooien die de route gebruiken. Het beveiligen
van de weg is derhalve wel degelijk een doel van ISAF, maar structurele verbeteringen zijn op
korte termijn niet verwachtbaar.
Vragen 152 en 153
152
Kunt u, mede n.a.v. de door de vertegenwoordiger van de UNODC gemaakte opmerkingen
tijdens de parlementaire hoorzitting, een verklaring geven voor de enorm gestegen productie
van opium in Helmand sinds de aanwezigheid van ISAF-troepen? Wat voor lessen leert
Nederland daarvan en op welke wijze worden deze in Uruzgan geïmplementeerd?
153
Waarom is de papaverproductie in Afghanistan in 2006-2007 met maar liefst 34%
toegenomen? Is er concreet zich op verbetering van de situatie?
73
Antwoord
De cijfers van UNODC vertonen sinds de jaren negentig (met uitzondering van het jaar 2001
dat na een verbod op het telen van papaver uitzonderlijk laag scoort) een stijgende lijn met
betrekking tot de teelt van papaver in Afghanistan.
De afgelopen jaren zijn met name de zuidelijke provincies verantwoordelijk voor de stijging.
In de noordelijke provincies is daarentegen een afname te zien. In 2007 is het aantal `papaver
vrije provincies' in noordelijk Afghanistan volgens UNODC zelfs toegenomen van 6 tot 13.
De recent gepubliceerde cijfers van UNODC wijzen daarmee op een duidelijke link tussen de
teelt van papaver en de onveiligheid in de zuidelijke regio van Afghanistan.
Onveiligheid en gebrek aan goed bestuur maken de zuidelijke regio tot een vrijhaven voor
drugslords en criminele handelaren. Daarbij worden criminele activiteiten maar ook de
activiteiten van de Taliban gevoed met geld dat verkregen is door papaverteelt en
drugshandel. Dit geeft drugshandelaren en bij drugshandel betrokken bestuurders een direct
belang bij een voortdurende instabiliteit. Drugs zijn zowel een oorzaak als een gevolg van de
problemen die aangepakt moeten worden. Het bestrijden van de papaverteelt betekent dan ook
niet alleen inzetten op rurale ontwikkeling en alternatieven, maar even zo inzetten op
versterking van het provinciale bestuur en van de veiligheidssituatie.
Vraag 154
Hoe gaat u de voornaamste hoofdwegen, waaronder de weg tussen Kandahar en Tarin Kowt,
beveiligen terwijl er na augustus 2008 minder manschappen beschikbaar zijn?
Antwoord
Door de bijdragen van partners zal het aantal ISAF-militairen in Uruzgan ook na augustus
2008 gelijk blijven. Daarnaast zal de omvang van de ANSF toenemen. De huidige taken,
waaronder ook begeleiding van konvooien over de weg tussen Kandahar en Tarin Kowt,
kunnen daarmee onverminderd worden blijven uitgevoerd.
Vraag 155
Zijn er aanvragen voor activiteiten in Uruzgan door andere Nederlandse NGO's dan de drie
die actief zijn in Uruzgan afgewezen?
Antwoord
Er is geen enkel financieringsvoorstel van een Nederlandse NGO afgewezen dat uitvoerbaar
en duurzaam was en aansloot bij de Afghaanse prioriteiten.
Vraag 156
Welke middelen hebben de drie Nederlandse NGO's ter beschikking gesteld gekregen? Gaat
het om financiering direct door de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, of via een
multi-donorfonds?
Antwoord
De drie Nederlandse NGO's hebben gezamenlijk een voorstel ingediend met een totaal budget
van 800.000. Dit verzoek is ingewilligd door de minister voor Ontwikkelingssamenwerking.
Vraag 157: zie 66
74
Vraag 158
Krijgen de problemen in aangrenzende provincies ook de aandacht die ze verdienen van de
nationale regering en de donorgemeenschap? Kunt u dat toelichten? Is de aandacht
voldoende? Zo nee, zal Nederland zich inspannen voor het intensiveren van de aandacht?
Antwoord
De problemen in Uruzgan en de vorderingen bij het oplossen daarvan zijn vergelijkbaar met
de problemen in de aangrenzende provincies. Met de oprichting van de Policy Action Group
(PAG) door president Karzai, voor overleg met internationale partners en Afghaanse
ministeries, is de aandacht voor het zuiden versterkt. De nationale overheid is actief in deze
provincies, ondermeer met veiligheidstroepen en wederopbouwprogramma's. Daarnaast
worden door de VN en NGO's projecten geïmplementeerd in deze gebieden. Nederland blijft
evenwel bij de nationale gemeenschap en in de internationale donorgemeenschap continue en
intensieve aandacht voor deze gebieden bepleiten.
Vraag 159 en 347
159
Bij wie zijn die voorwaarden bedongen om destabiliserende effecten van papaververdelging te
voorkomen? Hebben er verdelgingsoperaties plaatsgevonden in Uruzgan en zo ja waar? Wie
heeft hiertoe bevel gegeven?
347
Nederland heeft i.s.m. de Afghaanse regering voor Uruzgan een aantal voorwaarden
bedongen t.a.v. drugsbestrijding. Hierdoor werden potentieel destabiliserende effecten
voorkomen. Kan worden aangegeven of deze voorwaarden een positieve uitwerking hadden/
hebben op de drugsbestrijding in Uruzgan? Staan de autoriteiten in Kabul voorlopig
welwillend t.a.v. de voorwaarden die Nederland heeft gesteld en wat zijn de gevolgen als toch
wordt overgegaan op eradicatie terwijl niet aan de voorwaarden van Nederland wordt
voldaan? Wat zal de reactie van Nederland zijn als de Afghaanse regering het advies van de
Amerikanen opvolgt om papavervelden te gaan besproeien vanuit vliegtuigjes?
Antwoord
Nederland heeft ingezet op een drietal voorwaarden namelijk een Afghaanse besluit en
uitvoering, beperkte inzet alleen in zorgvuldig bepaalde daarvoor aangewezen gebieden
waarbij kleine boeren ontzien worden en alternatieven aanwezig zijn, en committering van
Afghaanse overheid en internationale partners aan korte en middellange termijn follow-up in
de vorm van de genoemde brede benadering.
Deze voorwaarden zijn duidelijk uitgedragen naar de Afghaanse centrale en provinciale
overheid en internationale partners. In 2007 hebben de Afghaanse autoriteiten deze
voorwaarden overgenomen. Mede daardoor is in Uruzgan in 2007 kleinschalig en gericht
geëradiceerd. Slechts 77 hectare is door de Poppy Eradication Forces (PEF) handmatig
verdelgd, het leeuwendeel ten westen van Tarin Kowt. Het besluit de PEF in Uruzgan te
ontplooien is door Afghaanse centrale overheid genomen, nadat gouverneur Munib niet in
staat bleek op provinciaal niveau actie te ondernemen.
75
Nederland blijft inzetten op de bovengenoemde voorwaarden. De beslissing is echter aan de
Afghaanse autoriteiten. Daarnaast zal Nederland actief de overheid blijven ondersteunen bij
uitvoering van een evenwichtige benadering in de drugsbestrijding, waarbij de
landbouwbevolking goed wordt voorgelicht en hen alternatieven worden geboden en met
name handelaren worden aangepakt. Nederland zal niet meewerken aan eradicatie als niet aan
deze voorwaarden is voldaan, en zal zich verder hiervoor sterk maken in contacten met de
Afghaanse overheid en de internationale gemeenschap. Nederland zal niet betrokken worden
bij fysieke verdelgingsactiviteiten.
Uit recente contacten blijkt dat de VS niet langer zal aandringen op chemische verdelging
vanuit de lucht bij de Afghaanse overheid. De Afghaanse regering toonde zich fervent
tegenstander van luchtsproeien.
Vragen 160 en 173
160
Waaruit leidt u af dat de eerste resultaten m.b.t. de saffraanteelt 'bemoedigend' zijn? Wanneer
is er sprake van succes? Is de voortgang in SMART-termen aan te geven?
173
Op welke manier zal vervolg worden gegeven aan het pilotproject saffraanteelt?
Antwoord
Het pilot-project voor de teelt van saffraan is in juli 2007 van start gegaan. Het project wordt
uitgevoerd in nauwe samenwerking met het lokale ministerie van landbouw en met lokale
ngo's. Elf werknemers van de lokale counterparts zijn door de Nederlandse uitvoerder van het
project opgeleid tot saffraan-instructeur. De instructeurs zijn vervolgens de provincie in
gegaan om de aan het project deelnemende boeren te trainen met betrekking tot
voorbewerking van de grond. In de maanden augustus en september zijn in een straal van 30
km rond Tarin Kowt en (zij het op beperktere schaal) rond Deh Rawod, 26 hectare
saffraanbollen geplant bij 128 boeren. Bij de selectie van boeren voor de pilot is zorg besteed
aan een zo goed mogelijk spreiding over de verschillende stammen om zo tribaal evenwicht te
waarborgen. De instructeurs hebben hetgeen zij in het voorbereidingstraject hebben geleerd,
effectief overgedragen aan de boeren: door de Nederlandse uitvoerder is geconstateerd dat de
velden met vakkennis en nauwgezetheid zijn aangelegd. In de weken volgend op het planten
van de bollen is training gegeven met betrekking tot het oogsten van de saffraan. Daarbij ligt
de nadruk op het produceren van kwalitatief goede saffraan. Voor de verwerking zijn in totaal
zes droogmachines aan de boeren ter beschikking gesteld.
De eerste oogst na aanplant is slechts beperkt, pas in het tweede jaar komt de productie goed
op gang. Desalniettemin zijn de eerste resultaten hoopgevend. Een groot aantal boeren heeft
vaardigheden opgedaan en enthousiast het nieuwe gewas omarmd. In de maand november is
door de boeren voor het eerst saffraan geoogst.
Tijdens het vervolg van het saffraanproject zal training een belangrijke plaats innemen. Ook
zal aandacht worden besteed aan onderhoud en bemesting van de beplante velden. Om te
voorkomen dat boeren zich in de schulden moeten steken om kosten van kunstmest af te
dekken, zullen zij in ieder geval de eerste drie jaar ondersteund worden bij het financieren van
de kosten van de verbouw. De financiering van deze kosten is tijdelijk en zal geleidelijk
76
worden afgebouwd. Er wordt van uit gegaan dat de boeren na 3 jaar de productie volledig
zelfstandig en onafhankelijk ter hand zullen kunnen nemen. De Nederlandse uitvoerder zal
vanaf volgend jaar de saffraan-oogst afnemen tegen de (aan de kwaliteit gerelateerde)
wereldmarktprijs.
De saffraanbollen zijn als lening verstrekt aan de lokale boeren. De verwachting is dat de
saffraanbollen zich in de loop van een periode van vijf jaar met een factor 2 tot 3 zullen
vermenigvuldigen. Na vijf jaar zullen de boeren de oorspronkelijke hoeveelheid plantgoed
teruggeven aan de lokale counterpart, die deze kan inzetten voor verdere verspreiding.
Of het pilot project echt succesvol is, kan pas worden beoordeeld na de tweede oogst (najaar
2008). Dan ook kan bezien worden of het zinvol is het met saffraan beplante areaal uit te
breiden.
Vraag 161
Volgens de regering vermijdt de Taliban waar mogelijk confrontaties met ISAF. Hoe
verklaart de regering dan de gevechten rond Chora en rond Deh Rawod?
Antwoord
De Taliban realiseren zich over het algemeen dat ISAF een te sterke tegenstander is. Hierdoor
zullen zij zoveel mogelijk directe confrontaties met ISAF trachten te vermijden. Desondanks
kunnen plaatselijke en tijdelijke successen belangrijk zijn voor de Taliban vanuit het oogpunt
van hun informatiecampagne. Indien de Taliban de inschatting maken dat voor hen de
gevechtskrachtverhoudingen gunstig zijn en/of er een belangrijk succes valt te behalen, kan
hiervan derhalve worden afgeweken. Daarnaast blijft er voor ISAF een hoge dreiging bestaan
van aanslagen die voor de Taliban met een relatief laag eigen risico kunnen worden
uitgevoerd, zoals zelfmoordaanslagen en aanslagen met IED's.
Vragen 162, 166, 169, 225, 226, 231, 241, 281, 282, 284, 289, 291 en 382
162
Doet de Afghaanse overheid voldoende om "verzoening" te bereiken met (lokale, gematigde)
Taliban-leiders?
166
Welke rol speelt de TFU precies bij pogingen tot verzoening met Taliban-leiders? Is het
nieuw beleid dat de TFU zich primair richt op het aanpakken van Talibanleiders, waar
mogelijk door middel van verzoening? Zo nee, welke pogingen zijn daar tot nu toe toe
ondernomen en hoe. Zo ja, erkent u dat het noodzakelijk is te onderhandelen alvorens
verzoening tot stand kan worden gebracht? Gaat ISAF dus toch praten met de Taliban? Ligt
het primaat voor verzoening met Taliban-leiders bij de TFU of bij de Afghaanse overheid?
Hoe vaak is het tot nu toe gelukt in Uruzgan om Taliban-leiders aan te pakken door middel
van verzoening?
169
Kunt u aangeven op welke manier de internationale gemeenschap president Karzai
ondersteunt in zijn pogingen een dialoog te starten met specifieke onderdelen of leden van de
Taliban? Heeft de internationale gemeenschap hier voorwaarden aan gesteld en zo ja, welke?
---
225
Op welke wijze wil de regering in de operatielijn `diplomacy' invulling geven aan het
ondersteunen van een proces waarin de Taliban, of in elk geval gematigde elementen daaruit,
worden overgehaald hun geweld te beëindigen en te participeren in het politieke proces?
226
Kan ook in Uruzgan een bijdrage worden geleverd aan het overhalen van gematigde Taliban
om het geweld te beëindigen en te participeren in het politieke proces? Zo ja, welke
inspanningen wil de regering plegen om dat proces in Uruzgan te ondersteunen?
231
Zullen er ook gesprekken met de Taliban worden gevoerd?
241
Kan ook in Uruzgan een bijdrage worden geleverd aan het overhalen van gematigde Taliban
om het geweld te beëindigen en te participeren in het politieke proces? Zo ja, welke
inspanningen wil de regering plegen om dat proces in Uruzgan te ondersteunen?
281
Worden onderhandelingen met de Taliban uitgesloten?
282
Acht de regering directe gesprekken tussen de regering Karzai en de top van de Taliban
(Mullah Omar c.s.) denkbaar?
284
Welke inspanningen doet Nederland om de regering Karzai in gesprek te laten geraken met de
top dan wel met meer gematigde elementen van de Taliban teneinde langs politieke weg een
einde te maken aan het geweld?
289
Kan een korte appreciatie worden gegeven van het door Karzai geïnitieerde proces van
nationale verzoening en of er reeds zichtbare effecten van dit proces zichtbaar zijn/ te
verwachten zijn in Uruzgan?
291
Welke rol van de VN voorziet de Nederlandse regering in het kader van verzoening gerichte
initiatieven? Ziet de regering een bemiddelende rol weggelegd voor de VN?`
382
Is de Nederlandse regering er nog steeds van overtuigd dat 'de Taliban irrelevant kan worden
gemaakt'? Is er sprake van een sluitende definitie van de irrelevant te maken Taliban? Zijn er
geledingen in de OMF's (Opposing Military Forces) waarmee onderhandelingen denkbaar
zijn? In hoeverre geldt de 'D' voor diplomacy ook voor contact met OMF's? Hoe belangrijk
acht u een dialoog met OMF's voor het welslagen van de missie? Welke concrete initiatieven
kunnen wij op dit gebeid verwachten?
Antwoord
Er is uiteindelijk alleen een politieke oplossing voor de problemen in Afghanistan. President
Karzai probeert sinds enige tijd door contacten met de Taliban de onverzoenbare elementen
78
los te weken van de meer politiek gemotiveerde tegenstanders van zijn regering. Van een
formeel onderhandelingsproces is momenteel nog geen sprake. Uitzicht op verzoening,
integratie en participatie zou gematigde delen van de Taliban over de streep kunnen trekken.
Dit proces is in eerste instantie een zaak van en tussen Afghanen, maar wordt internationaal
breed gesteund, zoals deze week bleek uit de beleidstoespraak van de Britse premier Brown.
Ook Nederland ondersteunt dit. Hierbij moet worden aangetekend dat de Afghaanse regering
is gebonden aan de uit het relevante internationale recht voortvloeiende voorwaarden,
alsmede het Transitional Justice Action Plan. Ten aanzien van een strategie voor duurzame
vrede zou de VN een faciliterende rol kunnen spelen, bijvoorbeeld wanneer de Afghaanse
regering daartoe verzoekt.
Sommige Taliban-volgelingen hebben aangegeven zich niet politiek te willen engageren met
de Afghaanse regering totdat buitenlandse troepen zich hebben teruggetrokken. Deze
voorwaarde is voor de Afghaanse regering onaanvaardbaar. Tevens heeft minister Wardak
tijdens de recente hoorzitting nog eens benadrukt dat met Taliban-aanhangers die verdacht
worden van ernstige mensenrechtenschendingen en die de grondwet niet erkennen, géén
zaken worden gedaan.
Tot nog toe zijn ruim 3000 ex-Taliban verzoend met de Afghaanse regering via het PTS-
programma (program Takhem-Sohl). Ook enkele seniore Talibanleiders zijn teruggekeerd in
het politieke proces na de aanvaarding van de Afghaanse grondwet en de democratische
regels en afzwering van geweld. Nederland, evenals de VS en het VK verlenen financiële
steun aan het PTS-verzoeningsprogramma. Lokale kantoren, verspreid over het hele land,
faciliteren een reïntegratieprogramma. Dit jaar draagt Nederland 175.000 Euro bij aan het
PTS-programma in Uruzgan. Dit programma zal de komende tijd worden versterkt door onder
andere meer aandacht voor follow-up en monitoring. De minimumeisen die worden gesteld
aan ex-Taliban om geïntegreerd te worden in het Afghaanse openbare leven is dat zij geweld
afzweren en de Afghaanse grondwet accepteren.
Vraag 163
Wat is uw inschatting van het effect van de kunstmatig lage prijs voor katoen op de
wereldmarkt op de teelt van papaver in Afghanistan?
Antwoord
De regering is niet op de hoogte van een direct verband tussen de prijs van katoen op de
wereldmarkt en de omvang van de teelt van papaver in Afghanistan.
Vraag 164: zie 88
Vraag 165
Hoe verklaart u dat de Taliban in staat is gebleken het operationele tempo op te voeren terwijl
enkele belangrijke commandanten zijn weggevallen en de commandostructuur onder druk is
komen te staan? Als u verwacht dat het aantal geweldsincidenten in 2008 zal blijven
toenemen, hoe gaat u dan deze tactiek van de Taliban bestrijden? En hoe denkt u dit te
realiseren met minder Nederlandse militairen?
Antwoord
79
Het operationeel tempo van de Taliban wordt grotendeels bepaald door lokale en regionale
Taliban-commandanten in de verschillende districten en provincies. Het wegvallen van
Taliban-commandanten brengt, mede afhankelijk van de positie van desbetreffende
commandanten binnen de structuren, een tijdelijke, lokale dan wel regionale verstoring van de
netwerken met zich mee. Wanneer deze periode niet wordt gebruikt om het gezag van de
Afghaanse (locale) overheid (of ISAF) in de betreffende gebieden te herstellen, zal de invloed
van de Taliban na verloop van tijd weer toenemen. Daarnaast is het optreden van de Taliban
afhankelijk van de steun of op z'n minst acceptatie van de bevolking. De afgelopen jaren is de
steun en het vertrouwen van de bevolking voor de regering Karzai afgenomen, resulterende in
een toename van steun aan de Taliban vanuit of acceptatie van Taliban aanwezigheid door de
bevolking.
Over de tactische militaire wijze van optreden tegen de Taliban worden geen uitspraken
gedaan. Het is echter belangrijk te onderstrepen dat, ondanks een afname van het aantal
Nederlandse militairen in Uruzgan, de totale vereiste militaire ISAF-bijdrage voor de
provincie Uruzgan, inclusief de Nederlandse bijdrage daaraan, gelijk blijft.
Vraag 166: zie 162
Vragen 167, 178, 286 en 372
167
Hoe gaat Nederland om met onschuldige burgerslachtoffer door acties van de Task Force
Uruzgan?
178
Wat is het oordeel van de VN en de AIHRC over de door NAVO genomen aanvullende
maatregelen ter minimalisering van de kans op burgerslachtoffers?
286
Sluit u uit dat volgelingen van de Taliban ook gedreven worden door woede over de
aanwezigheid van grote aantallen westerse troepen in Afghanistan? Of door het optreden van
delen van die troepenmacht (zoals bij artilleriebombardementen of luchtaanvallen waarbij
burgerdoden vallen? Indien neen, waarom wordt deze drijfveer niet genoemd?
372
Hoe verhoudt zich de veiligheid van de burgerbevolking met het toenemende aantal
burgerdoden bij het hoofddoel van ISAF dat de Afghaanse overheid bij het bevorderen van
stabiliteit en veiligheid wordt geassisteerd?
Antwoord
De Nederlandse regering betreurt het ten zeerste dat als gevolg van acties van ISAF
onschuldige burgerslachtoffers zijn gevallen. Nederland neemt zoveel mogelijk maatregelen
om het risico op burgerslachtoffers te minimaliseren.
Daarbij dient te worden opgemerkt dat de Taliban zich dikwijls bewust ophoudt tussen de
burgerbevolking en deze als schild gebruikt, mede om burgerslachtoffers uit te lokken.
Ofschoon de Afghaanse regering verantwoordelijkheid draagt (en wenst) voor het
80
compenseren van gewonden of nabestaanden en ISAF -als ondersteuningsmacht op
uitnodiging van de Afghaanse regering- op dat vlak geen juridische aansprakelijkheid kent,
pleegt Nederland vrijwillig `ex gratia' betalingen te verrichten om slachtoffers (of hun
nabestaanden, als die te identificeren zijn) te compenseren.
Nederland hecht aan openheid en onafhankelijk onderzoek in geval er sprake is van vermoede
burgerslachtoffers. Tragische gevallen van burgerslachtoffers mogen de legitimiteit en
acceptatiegraad van ISAF niet ondermijnen. Daarom heeft Nederland na de gevechten in
Chora, waarbij sprake was van burgerslachtoffers, bijvoorbeeld de VN en de AIHRC verzocht
een onderzoek te doen naar de gebeurtenissen.
Zowel de VN als de AIHRC hebben meerdere malen hun zorg uitgesproken over het aantal
burgerslachtoffers in Afghanistan. De aanvullende maatregelen die de NAVO inmiddels heeft
genomen zijn verwelkomd door de Speciale Vertegenwoordiger van de SGVN in
Afghanistan. Het AIHRC heeft zich -bij weten van de regering- niet in het openbaar
uitgesproken over de maatregelen van de NAVO. Wel komen een aantal van deze
maatregelen overeen met eerdere aanbevelingen van de AIHRC.
Uit vele opiniepeilingen blijkt dat een grote meerderheid van de Afghaanse bevolking de
aanwezigheid van internationale troepen ondersteunt.
Vraag 168
Is de inktvlek rond de Nederlandse basis gekrompen?
Antwoord
De inktvlek rond de Nederlandse basis in Tarin Kowt is inmiddels uitgebreid tot aan de
Baluchivallei. De inktvlek rond de basis in Deh Rawod staat de laatste maanden onder zware
druk door verhoogde activiteit van de Taliban. De wijze en lokaties van optreden worden
voortdurend aangepast aan de omstandigheden. Daarbij zijn de te bereiken effecten in
gebieden soms van groter belang dan de geografische duiding van de inktvlek.
Vraag 169: zie 162
Vraag 170
Kunt u inzicht geven in de eisen die de Nederlandse regering stelt aan de zogenoemde
geïntegreerde plattelandsontwikkeling? In hoeverre wordt reeds in de bestaande projecten aan
deze eisen voldaan? En op welke wijze zal de Nederlandse regering trachten aan de genoemde
eisen voor de geïntegreerde plattelandsontwikkeling te voldoen? Sluit de geïntegreerde
plattelandsontwikkeling aan bij de visies op plattelandsontwikkeling van andere NAVO-
partners?
Antwoord
De regering stelt aan de geïntegreerde plattelandsontwikkeling voor zover mogelijk de eisen
die aan duurzame opbouwprojecten worden gesteld:
- Ondersteunend aan lokale implementatie van nationale ontwikkelingsprogramma's
voortvloeiend uit de (I-)ANDS;
81
- Aansluitend bij het lange-termijn ontwikkelingspotentieel van de provincie en zo
mogelijk bijdragend aan vergroting van dit potentieel;
- Bijdragend aan de Nederlandse 3D benadering in Uruzgan;
- Effectiviteit, haalbaarheid (qua veiligheid/bewegingsvrijheid, politiek, sociaal-
cultureel, technisch, financieel-economisch, institutioneel), duurzaamheid,
overdraagbaarheid aan Afghaanse uitvoerders (exit strategie).
- Vraaggestuurd, d.w.z. dat de vraag vanuit de lokale bevolking en leiders
richtinggevend is ten behoeve van maximale betrokkenheid lokale bevolking en
leiders;
- Evenwichtige verdeling van activiteiten en effecten over de verschillende
politiek/etnisch/familiale groeperingen, mannen en vrouwen;
- Conflictsensitief: verergert conflicten niet en draagt bij voorkeur bij aan oplossing van
conflicten;
- Gendersensitief: schaadt positie meisjes en vrouwen niet en draagt bij voorkeur bij aan
verbetering van hun positie en gender gelijkheid.
Specifiek voor het plattelandsontwikkelingsprogramma geldt dat het de mogelijkheden voor
productieve ontwikkeling van de landbouwsector maximaal moet benutten. Met
`geïntegreerd' wordt bedoeld dat de inzet gebaseerd is op een omvattende analyse van wat
kan in de sector en wat nodig is voor ontwikkeling. Dat impliceert dat ook activiteiten buiten
de landbouw kunnen worden ondernomen die essentieel zijn voor de ontwikkeling van de
gehele productieketen van een gewas. De aanleg van infrastructuur ten behoeve van
vermarkting is hiervan een voorbeeld. Maar ook de opbouw van voldoende capaciteit bij de
provinciale overheid hoort hierbij. Het gaat om capaciteit om de projecten en uitvoerders op
het gebied van plattelandsontwikkeling te coördineren, om het benodigde economische
klimaat te scheppen en om de benodigde ondersteunende diensten te verlenen.
In de bestaande QVP projecten ligt de nadruk op de eisen van vraaggestuurdheid, tribaal
evenwicht, conflictsensitiviteit, (het zoeken naar) gendersensitiviteit en het leveren van snelle,
zichtbare en door de bevolking gewaardeerde resultaten. Volledig voldoen aan de eisen was
immers in de beginfase van de Nederlandse inzet niet mogelijk. De QVP's hebben
bijgedragen aan het creëren van een omgeving waarin in toenemende mate aan de eisen kan
worden voldaan.
In de meer structurele opbouwprojecten die nu geleidelijk aan worden uitgevoerd (uitrol
nationale programma's, saffraanproject, GTZ) wordt in toenemende mate aan de eisen voor
duurzame opbouw voldaan. Uruzgan blijft echter een fragiele situatie waarin het niet mogelijk
is vanaf het begin van een project aan alle eisen te voldoen. In die gevallen wordt een
afweging gemaakt of de verwachte resultaten opwegen tegen de tekortkomingen en of tijdens
de projectuitvoering verbetering ten aanzien van de betreffende eisen kan worden bereikt.
Deze benadering sluit aan bij de visies op plattelandsontwikkeling van belangrijke andere
NAVO-partners, met name Canada en het Verenigd Koninkrijk. De Verenigde Staten legt
daarnaast de nadruk op het aanleggen van infrastructuur en energievoorziening via directe
contractering van commerciële (veelal buitenlandse) uitvoerders.
Vraag 171
Hoe lang dienen de twee extra pelotons, die zijn gestuurd vanwege de situatie rond Deh
Rawod, nog in Uruzgan te blijven?
82
Antwoord:
In de huidige planning zullen de twee tijdelijk extra ingezette pelotons medio februari 2008
terugkeren naar Nederland.
Vraag 172: zie 106
Vraag 173: zie 160
Vraag 174 en 175
174
Hoe beoordeelt u de uitlatingen van dhr. C. Klep gedaan in het televisieprogramma Zembla
d.d. 09 december jl. dat "minder man en minder opbouw, meer vechten is", dat het
terugwinnen van het initiatief t.o.v. de Taliban momenteel cruciaal is en dit niet lukt met de
beperkte manschappen die nu beschikbaar komen en dat met het huidige manschappenaantal
meer dan consolidatie niet mogelijk is?
175
Wat is uw oordeel over de kritiek op de handelswijze van ISAF, zoals die bijvoorbeeld werd
verwoord in het televisieprogramma Zembla d.d. 09 december jl., specifiek t.a.v. het
doorzoeken van huizen, het niet steunen van voormalige krijgsheren waardoor het draagvlak
van ISAF onder de bevolking wegebt, et cetera? Wat voor conclusies verbindt u hieraan t.a.v.
toekomstige operaties?
Antwoord
De regering heeft kennis genomen van de diverse meningen die werden verkondigd over
Afghanistan in de uitzending van Zembla van 9 december jl.
De regering is van mening dat de nieuwe missie, zoals neergelegd in de art 100-brief,
realistisch is in haar doelstellingen en realiseerbaar.
Militaire middelen alleen zijn niet voldoende om stabiliteit te brengen in Zuid-Afghanistan.
De Nederlandse inspanning, net als die van de internationale gemeenschap, is daarom
geïntegreerd, en richt zich ook op bestuursversterking en ontwikkeling. Een louter militair-
numerieke benadering van het probleem in Afghanistan is daarom té eenzijdig. Verschillende
commentatoren in de uitzending van Zembla gingen bovendien voorbij aan de inzet van het
Afghaanse leger.
De regering kon zich niet altijd herkennen in het beeld dat over ISAF werd gegeven in de
uitzending. ISAF pleegt terughoudend op te treden. De Internationale Gemeenschap,
waardonder alle landen die aan ISAF deelnemen, is sterk voorstander van het proces van
Transitional Justice en vraagt juist om het terugdringen van de rol van de krijgsheren.
Zoals bleek uit een grote enquête eind november (uitgevoerd door enkele gerenommeerde
internationale TV-stations), steunt een grote meerderheid van de Afghaanse bevolking zowel
de doelstellingen als het optreden van ISAF. Volgens deze enquete pleit een meerderheid van
de Afghaanse bevolking voor een voortzetting van het verblijf van de buitenlandse troepen.
83
Vraag 175: zie 174
Vraag 176
Hoe beoordeelt u de huidige situatie en ontwikkelingen in Musa Qala? Wat voor conclusies
meent u hieraan te moeten verbinden t.a.v. het toekomstperspectief van de opbouw
werkzaamheden van ISAF en t.a.v. de overdracht van gezag en veiligheidstaken aan het
lokale gezag? Hoe apprecieert u de kennelijke keuze de bevolking aldaar die vrijwillig
lijken te willen kiezen voor een leven onder de Taliban? Dient men deze wens te respecteren?
Zo niet, hoe dienen de "hearts and minds" van de bevolking aldaar gewonnen te worden?
Antwoord
De situatie in Musa Qala is momenteel aan verandering onderhevig. Vanaf 7 december jl.
vindt een grootscheepse militaire operatie plaats met als doel het wederom onder controle van
de Afghaanse overheid brengen van het district en de districtshoofdstad. Hierbij is een
belangrijke rol weggelegd voor het ANA.
Het is de bedoeling dat het gezag en de veiligheidstaken na afloop van deze operatie in
handen komen van de lokale autoriteiten. Dit wordt gewaarborgd door de presentie van de
ANSF in Musa Qala. Het feit dat de bevolking van Musa Qala de afgelopen maanden onder
het gezag van de Taliban heeft geleefd, was geen kwestie van vrijwillige keuze. Door de
bezetting van Musa Qala door de Taliban werd de lokale bevolking voor een voldongen feit
geplaatst. Teneinde in deze situatie te overleven accepteerde men de Taliban op pragmatische
gronden.
Verwacht wordt dat de situatie in Musa Qala zich na afloop van de militaire operatie zal
stabiliseren. De hearts and minds van de bevolking kunnen teruggewonnen worden indien de
directe dreiging van de Taliban wordt weggenomen en de lokale autoriteiten laten zien dat zij
met behulp van Afghaanse militairen en politie voor veiligheid kunnen zorgen. Eén en ander
zal echter afhankelijk zijn van de kwaliteit van het Afghaans bestuur ter plekke. Het is de
bedoeling dat ISAF in dit gebied nog slechts een ondersteunende rol zal blijven spelen en zal
assisteren bij wederopbouwprojecten.
Vraag 177
Zal de noodzaak van de aanpak van de papaverteelt in Zuid-Afghanistan ertoe leiden dat een
versnelling wordt doorgevoerd bij het introduceren van alternatieven voor de boeren in dat
gebied? Kan dan worden volstaan met de constatering dat de introductie van alternatieven
"werk (is) van zeer lange adem"? Is een versnelling niet temeer noodzakelijk omdat in de loop
van de volgende jaren de Afghaanse inbreng in het bestuur en in de handhaving van de
veiligheid steeds groter zal worden? (Vgl. p.28)
Antwoord
Het introduceren van alternatieven voor boeren in Zuid-Afghanistan kent zowel
mogelijkheden als beperkingen. Zo zijn in beginsel veel aanvullende en alternatieve gewassen
in Uruzgan, meer specifiek in de omgeving van Tarin Kowt, te telen. Klimatologisch heeft
Uruzgan potentieel, al hebben droogte, jarenlange oorlog en de huidige onveiligheid impact
op wat wel en niet mogelijk is. De natuurlijke omstandigheden (grond, water, klimaat) zijn
84
gunstig voor de teelt van saffraan en andere alternatieve landbouwproducten (zoals
amandelen, appels, vijgen, granaatappels en diverse groentesoorten).
Anderzijds kent het zuiden van Afghanistan beperkingen voor de introductie van
alternatieven. Productieketens moeten van nul worden opgebouwd. Infrastructuur en
afzetkanalen naar de regio, laat staan de wereldmarkt, ontbreken grotendeels. Veel
eenvoudige vaardigheden met betrekking tot onderhoud en bewerking van het land zijn
verloren gegaan.
Daarnaast betekent duurzame opbouw, opbouw met een Afghaans gezicht, met Afghaanse
partners. De Afghaanse capaciteit is beperkt. Het aantal NGO's en de capaciteit van de
Afghaanse overheid nemen gestaag toe, maar ontwikkeling is en blijft daarmee een proces
van de lange adem. Immers nieuwe gewassen dienen niet enkel geïntroduceerd te worden
maar dienen ook gehandhaafd te worden. Dit betekent training en het faciliteren van de
boeren voor langere termijn. Een hoge mate van analfabetisme (ongeveer 90%) en
onbekendheid met het gewas zijn de belangrijkste redenen voor deze werkwijze. Kunstmest
en gewasbeschermingsmiddelen zijn onvoldoende beschikbaar. Nederland zet zich ten volle
in om alternatieven mogelijk te maken en uit te breiden.
Vraag 178: zie 167
Vraag 179
Kunt u voor elke gedetineerde de duur van de detentie tot nu toe aangeven? Wat wordt de
verdere procedurele behandeling van de gedetineerden, binnen welke perioden, en volgens
welke wettelijke regeling? Is de nieuwe detentiewet reeds aangenomen; Zo nee, waarom niet?
Voldoet het toepasselijke wettelijk regiem aan de internationale standaarden van due process?
Antwoord
Van de 87 personen die door de Task Force Uruzgan zijn gedetineerd sinds de aanvang van de
missie, zijn 44 al vrijgelaten binnen de 96 uur gedurende welke de Nederlandse troepen
gedetineerden zelf mogen vasthouden.
De resterende 43 zijn overgedragen aan het Afghaanse National Directorate for Security
(NDS), waarvan vervolgens 34 personen kort daarna zijn vrijgelaten wegens gebrek aan
bewijs.
Wat betreft de resterende 9 personen vindt nog nader onderzoek plaats. Deze personen zijn
overgebracht naar detentiefaciliteiten in Kabul in afwachting van dit onderzoek en hun
eventuele rechtzaak. Twee van hen zijn inmiddels veroordeeld tot elk zes jaar celstraf.
De problemen bij de rechtsgang in Afghanistan liggen niet zozeer bij de wetgeving, maar
veeleer in de implementatie daarvan. Door verwaarlozing en het langdurige conflict is de
capaciteit binnen de gehele keten van politie, aanklagers en rechters beperkt. Tijdens de
Conference on the Rule of Law in Afghanistan, die in juli van dit jaar te Rome werd
gehouden, heeft de minister voor Ontwikkelingssamenwerking zijn bereidheid uitgesproken
om voor de komende drie jaren 15 miljoen euro ter beschikking te stellen ter versterking van
de juridische sector.
85
Het concept-Afghaanse detentiebeleid zoals beschreven in onze brief van 21 juli (kamerstuk
27 925, 221) en het antwoord op de vragen van het lid Peters (Kamerstuk 27 219, 726) is nog
niet door president Karzai vastgesteld.
Het is op dit moment onduidelijk of, en zo ja op welk moment, deze wet door het Afghaanse
parlement zal worden behandeld. In dat verband wordt voorts vermeld dat momenteel door
twee commissies in het Afghaanse parlement een wet wordt voorbereid die een nieuwe basis
moet bieden voor de werkzaamheden van de nationale veiligheidsdienst.
Vraag 180: zie 72
Vragen 181, 387, 389, 392, 393, 423, 463, 465, 478, 479 en 482
181
Kunt u specifiek ingaan op de redenen voor het optimisme met betrekking tot de
samenwerking met de Australische partner? Wat gaat er goed in de samenwerking? En wat
kan er verbeterd worden in de samenwerking?
387
Is het helemaal zeker dat Australië en de VS hun huidige bijdrage in Uruzgan zullen
continueren na augustus 2008? Of moeten deze landen nog formeel een besluit nemen over de
continuering van hun bijdrage in Uruzgan?
389
Heeft u kennis genomen van de uitspraak van de Australische minister van Defensie Joel
Fitzgibbon dat "no formal decisions have yet been made about future commitments beyond
the current mandate"? Hoe is deze uitlating verenigbaar met de passage in brief dat "(z)owel
Australië als de VS hun huidige bijdragen in Uruzgan zullen continueren na augustus 2008,
waarbij Australië de voorzetting heeft gekoppeld aan de duur van de Nederlandse bijdrage in
Uruzgan." (p 29 onderaan) Verandert dit niet wezenlijk de argumentatie van de Nederlandse
regering om de missie te verlengen? Indien neen, waarom niet?
392
Waarop baseert u de stelling dat Australië zijn huidige bijdrage in Uruzgan zal continueren na
augustus 2008? (AFP bericht 9/12/07: Australia denies plan to keep troops in Afghanistan tot
2010")
393
Staat 100% zeker vast dat zowel Australië als de Verenigde Staten hun huidige bijdragen in
Uruzgan zullen continueren na augustus 2008 en is reeds bekend tot welk moment en in welke
mate beiden landen in Uruzgan aanzweig zullen zijn?
423
Wat zijn de redenen van de Australische terughoudendheid? Heeft deze te maken met de
Australische kritiek op de Nederlandse strijdkrachten (verwoordt in NRC 291007) dat
Nederlands optreden teveel risico op burgerslachtoffers inhoudt? Indien neen, wat zijn dan de
redenen?
86
463
Is het waar dat er tamelijk gevoelige onderhandelingen met Australië gaande zijn? Kunt u
aangeven wat de Australische eisen zijn of positie is? Kunt u tevens aangeven, wanneer u
verwacht dat deze onderhandelingen zijn afgerond? ("There's been quite sensitive negotiations
going on with the Dutch for some time," Australian Defence Association executive director
Neil James told Sky News. ... "The Netherlands government's a reasonably unstable coalition
and so the extension of the Dutch (deployment) has to go through the legislature," he said).
465
Heeft Australië toegezegd met dezelfde troepensterkte als thans tot eind 2010 diens aandeel
aan de Task Force Uruzgan te leveren? Overweegt Australië meer troepen te sturen? Is er een
bevestiging op beide punten van de Australische Labour-regering?
478
Waar baseert u op dat Australië na augustus 2008 een gelijkwaardige bijdrage zal leveren aan
TFU?
479
Welke militaire bijdrage zal Australië gegarandeerd na 2008 in Uruzgan leveren?
482
Hoe beoordeelt u de regeringswisseling in Australië in relatie tot hun bijdrage aan de
Nederlandse missie? Kunt u de garantie geven dat zij gedurende de looptijd van de nieuwe
missie hun bijdrage in stand houden?
Antwoord:
De bijdrage van de VS in Uruzgan heeft vooralsnog een open einde. Deze zal ook na augustus
2008 worden gecontinueerd. Dit is op politiek niveau door de VS herbevestigd.
Australië heeft zich voor de lange termijn aan Afghanistan gecommitteerd. De Nederlandse
regering, maar ook de NAVO, heeft steeds de toezegging gekregen, zowel op militair als op
politiek niveau, dat Australië zijn bijdragen in Uruzgan zal voortzetten. Dat is de strekking
van de door u aangehaalde zinsnede in de artikel 100 brief.
Minister Van Middelkoop en minister Koenders hebben dit op 11 december in heldere
bewoording herbevestigd gekregen van hun evenknieën in de nieuwe Australische regering.
Australië zal ook na 1 augustus 2008 zijn bijdrage in Uruzgan continueren.
Tijdens de ministeriële bijeenkomst in Edinburgh (13-14 december jl.) voor landen die actief
zijn in het Zuiden van Afghanistan heeft de Australische minister van Defensie ook aan
overige partners deze toezegging gedaan.
Op vele vlakken is de Nederlandse en Australische benadering gelijkluidend. Pragmatisme,
geïntegreerd beleid (3D), overleg en openheid naar de bevolking staan daarbij centraal.
Het Nederlands geleide Provinciaal Reconstructie Team en de Australische Reconstruction
Task Force zijn wederzijds aanvullend. Op het gebied van counter-narcotics streven
Nederland en Australië een zelfde beleid na.
Onze krijgsmachten zijn bovendien gelijkgezind. Op het gebied van detentie zijn goede
onderlinge afspraken gemaakt, die zijn vastgelegd in een Australisch-Nederlands MoU.
Op termijn zullen Nederland en Australië in Kaboel eenzelfde Ambassade-pand betrekken.
87
Nederland verwelkomt het positieve besluit dat Canberra heeft genomen om een eigen
Ontwikkelingsadviseur in Uruzgan te stationeren.
Vraag 182: zie 58
Vraag 183: zie 54
Vraag 183: zie 54
Vraag 184: zie 4
Vraag 185: zie 4
Vraag 186: zie 4
Vraag 187: zie 4
Vraag 188
Is het waar dat de Afghaanse regering een extra brigade beschikbaar heeft voor Uruzgan en
dat die nog slechts op training en OMLT-capaciteit wacht, zoals minister van Defensie
Wardak de Kamer meldde tijdens de hoorzitting?
Antwoord
De bedoelde brigade is de 4e, die reeds grotendeels is ingestroomd in Uruzgan. Momenteel
zijn circa 1100 ANA-militairen van deze brigade aanwezig. OMLT-capaciteit voor
begeleiding is aanwezig, en militairen van deze brigade hebben reeds deelgenomen aan
operaties. Daar waar de initiële opleiding van instromend personeel nog niet is voltooid,
geschiedt dit in Tarin Kowt. Een additionele brigade is niet voorzien.
Vraag 189: zie 58
Vragen 190, 366, 384 en 445
190
De regering spreekt over "intensivering van de begeleidings- en trainingscapaciteit door
Nederland" ten behoeve van de ANA. Kan de regering dit nader toelichten? Wordt die
intensivering niet teniet gedaan als Nederland twee OMLT's terugtrekt?
366
Hoe kritisch is een volledige vulling van het aantal benodigde OMLT's (Operational
Mentoring and Liasion Team) voor het betrekken van het ANA bij het herstel van de orde in
Uruzgan? Wat voor gevolgen heeft het voorziene tekort aan (vulling van de) OMLT's voor de
relatie met het ANA, resp. het Afghaanse regeringsapparaat?
384
---
Hoe verhoudt de opmerking dat er steeds meer begeleiding nodig is vanwege de verwachte
groei van het aantal ANA-militairen zich tot het halveren van de Nederlandse OMLT-
capaciteit?
445
Hoeveel OMLTs zijn er op dit moment in Afghanistan actief? Hoeveel daarvan in Uruzgan?
Hoe zijn deze OLMTs bemand? (kader, officieren etc). Hoeveel OMLTs zijn er nodig om
ANA goed te trainen? Hoeveel OMLTs zullen er vanaf augustus 2008 actief zijn in Uruzgan?
Hoeveel daarvan zijn er Nederlands?
Antwoord
De vulling van de benodigde OMLT's is zeer belangrijk voor de verdere ontwikkeling van
eenheden van het ANA. De ANA eenheden ondergaan na hun basistraining in de omgeving
van Kaboel hun verdere militaire vorming o.l.v. het OMLT in hun inzetgebied. De
ontwikkelingen in Uruzgan tonen aan dat de OMLT's functioneren als katalysator bij de
snelle ontwikkeling van het ANA. Verder zijn de OMLT's zeer belangrijk tijdens inzet, als
liaison tussen ANA- en ISAF-eenheden.
Momenteel zijn er 27 OMLT's actief in Afghanistan en dit aantal zal verder moeten toenemen
om de groei van het ANA bij te houden. De NAVO verwacht, gezien de toezeggingen, het
aantal OMLT's in de nabije toekomst uit te kunnen breiden. In Uruzgan zijn nu vier OMLT's
actief. Een OMLT bestaat voornamelijk uit officieren en onderofficieren; het is een
mentoreenheid. Na de aankomst van het laatste ANA-bataljon eind 2007 is nog een vijfde
OMLT benodigd. Vanaf augustus 2008 zullen deze genoemde vijf OMLT's actief zijn.
Nederland is in staat om in twee OMLT's te blijven voorzien, en voert besprekingen met
partners over de vulling van de resterende drie OMLT's. Het aantal OMLT's zal derhalve niet
afnemen.
Vragen 191 en 194
191
Wanneer wordt de tweede helft van de CIMIC-projecten afgerond? Kunt u voorbeelden geven
van de CIMIC-projecten waarvan meer dan de helft is afgerond? Zijn dit ook QVP's?
194
Bestaat er een lijst van de 300 CIMIC-activiteiten en kan de Kamer hier inzage in krijgen?
Antwoord
CIMIC-projecten zijn geen Quick and Visible Projects (QVP's). QVP's passen in het
programma voor structurele wederopbouw. Quick Impact Projects (QIP's) of CIMIC
projecten zijn gericht op het ondersteunen van de militaire missie. Er is geen exacte datum
aan te geven wanneer alle projecten worden afgerond. De Kamer wordt periodiek
geïnformeerd over de voortgang op het terrein van CIMIC, inclusief de stand van zaken met
betrekking tot projecten.
Vraag 192
Welke NGO's en IO's opereren buiten de zogenoemde inktvlekken en welke NGO's en IO's
binnen de inktvlekken?
89
Antwoord
De meeste NGO's en IO's werken binnen de zogenoemde inktvlekken. Daarbuiten werken
met name die lokale NGO's die QVP's uitvoeren (zie ook de antwoorden op de vragen 116,
120, 121, 131 en 135) alsmede de Afghaanse Rode Halve Maan, (lokale) NGO's en IO's die
betrokken zijn bij noodhulpverlening. De toegang voor internationale hulporganisaties is
echter vaak beperkt door onveiligheid.
Vraag 193
Welke bijdrage heeft het AUS RTF kunnen leveren bij het creëren van ruimte voor
opbouwwerk binnen de ADZs?
Antwoord
De Australische Reconstruction Task Force levert belangrijke geniecapaciteit aan de Task
Force Uruzgan. Deze geniecapaciteit is onder andere ingezet bij de bouw van politie-
checkpoints. Deze checkpoints dragen bij aan de veiligheid, zowel binnen als buiten de
ADZ's. De RTF heeft met geniecapaciteit bijgedragen aan de bouw van elf checkpoints en
zelfstandig vier checkpoints gebouwd. Daarnaast levert de RTF met herstelwerkzaamheden
een bijdrage aan het creëren van stabiliteit. Het herstel van infrastructuur vergroot de
mogelijkheden voor sociaal-economische ontwikkeling. Op genoemde gebieden heeft de RTF
38 projecten opgestart, hiervan zijn er 20 afgerond, 10 in uitvoering en 8 in de planningsfase.
Voorbeelden van nog lopende projecten zijn onder andere het renoveren van het provinciaal
ziekenhuis, de bouw van een brug nabij Tarin Kowt, de bouw van een nieuw hoofdkwartier
voor de Afghaanse inlichtingen dienst NDS, de renovatie van een school en de bouw van een
medisch opleidingscentrum in Tarin Kowt. Tenslotte heeft de RTF een ambachtsschool
opgericht, waar lokale mensen worden opgeleid tot vakman. Het opleiden van Afghaanse
ambachtslieden vergroot de Afghaanse mogelijkheid om bij te dragen aan de eigen
ontwikkeling. De Australische RTF heeft inmiddels 118 lokale ambachtslieden en 90 genisten
voor het ANA opgeleid.
Vraag 194: zie 191
Vraag 195: zie 72
Vraag 196: zie 54
Vraag 197: zie 54
Vragen 198 en 201
198
Is de internationale donorgemeenschap of Nederland in het bijzonder van plan om middelen
beschikbaar te stellen voor de salarisbetaling van ANP-agenten? Wat is het salaris van een
ANP-agent? Is dit voldoende voor een Afghaans gezin om van te leven?
201
Overweegt de regering de Afghaanse politie zelf te gaan betalen?
90
Antwoord
Nederland heeft in 2006 en 2007 een bijdrage van 10 miljoen euro gegeven aan het
internationale Law and Order Trustfund Afghanistan (LOTFA) dat wordt beheerd door UNDP
en waaruit onder andere de politiesalarissen worden betaald. De salarissen van ANP en
ANAP-agenten zijn recent gelijk getrokken met die van de soldaten van het Afghan National
Army en bedragen nu USD 100,- per maand. Dat is vier maal meer dan het gemiddelde
Afghaanse inkomen dat op ongeveer USD 300,- per jaar ligt.
De Nederlandse regering overweegt niet om, naast de bijdrage aan het LOTFA, rechtstreeks
politiesalarissen te betalen buiten de formele Afghaanse structuren om. Wel heeft Nederland,
in nauw overleg met het Amerikaanse Combined Security Transition CommandAfghanistan
(CSTC-A) er veel aan gedaan om te verzekeren dat de salarisbetalingen van het ministerie van
Binnenlandse Zaken in Kabul de politieagenten in het veld ook daadwerkelijk tijdig bereiken.
Sinds het aantreden van de nieuwe provinciaal politiecommandant Jumah Gul is hierbij
aanzienlijke vooruitgang geboekt. In goede samenwerking met de Amerikaanse Police
Mentoring Teams en betaalteams zijn loonlijsten opgeschoond en is in het grootste deel van
de provincie de betaalachterstand ingelopen.
Vraag 199: zie 105
Vraag 200
Hoe is de interne controle tegen corruptie bij ANP en ANAP geregeld? Is dit volgens u
afdoende? Welke maatregelen zouden nog meer genomen moeten of kunnen worden?
Antwoord
Het Afghaanse ministerie van Binnenlandse Zaken beschikt sinds 2005 over een afdeling
interne zaken met een anti-corruptie eenheid. Tot voor kort beschikte de afdeling slechts over
35 man personeel, maar de afdeling wordt op dit moment fors uitgebreid en zal uitgroeien tot
ongeveer 150 man, met onderzoeksteams in alle regionale hoofdkwartieren. Desondanks blijft
de interne controle binnen de politie onder de maat. Zowel de VS als EUPOL hebben het
versterken ervan tot een van de prioriteiten gemaakt voor 2008 en zetten in op het versterken
van de institutionele capaciteit en het onder de politieke aandacht brengen van de problemen.
Vraag 201: zie 198
Vraag 202 en 203
202
Op welke wijze en in welke mate sluiten de CIMIC-activiteiten van het Nederlandse PRT aan
op de activiteiten van de lokale en internationale NGO's in Uruzgan? Is de regering
voornemens om in deze samenwerking veranderingen aan te brengen voor de periode tot 1
augustus 2008?
203
91
Zijn de projecten van CIMIC gericht op het vergroten van draagvlak onder de bevolking voor
de militaire missie, of voor de nationale of provinciale overheid? Als CIMIC-projecten zijn
gericht op het vergroten van draagvlak voor de militaire missie, ziet u dan een risico dat dit
het vertrouwen van de bevolking in de eigen overheid ondermijnt? Is bij CIMIC-projecten
duidelijk zichtbaar en bij de lokale bevolking bekend dat het om CIMIC-projecten gaat?
Antwoord
CIMIC-projecten zijn gericht op het vergroten van het draagvlak voor de militaire missie.
Kern van die missie is het vergroten van het gezag van de Afghaanse overheid; nationaal en
provinciaal. CIMIC-projecten sluiten aan bij de activiteiten van lokale en internationale
NGO's. Verder wordt nagestreefd dat CIMIC-projecten in lijn zijn met de
ontwikkelingsdoelstellingen van de Afghaanse overheid. Hiertoe wordt betrokkenheid van de
Afghaanse autoriteiten zo veel mogelijk gestimuleerd en gefaciliteerd. CIMIC-projecten
worden door militairen uitgevoerd, en altijd met een bijdrage van en in samenspraak met de
lokale bevolking en waar mogelijk met een zichtbare bijdrage van de Afghaanse overheid.
Door de Commandant van het PRT wordt, met advies van de Civiele Vertegenwoordiger
(CivRep) en CIMIC-functionarissen, zorggedragen voor de beoordeling van en de afstemming
tussen CIMIC-projecten en projecten van derden. De algemene doelstellingen voor CIMIC-
projecten en de afstemming met civiele organisaties zullen niet veranderen tot augustus 2008,
noch daarna in de nieuwe missie.
Vraag 204
Zijn er ook functioneel specialisten ingezet op het gebied van gender? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Een genderexpert van het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft van 25 mei tot en met 8
juni 2007 een bezoek gebracht aan Kaboel en aan Uruzgan om te onderzoeken in hoeverre
door middel van het gericht inzetten van wederopbouwprojecten kan worden gewerkt aan een
verbetering van de levensomstandigheden van Afghaanse vrouwen. De resultaten van dit
bezoek worden momenteel beschouwd op mogelijke maatregelen. De regering onderzoekt
mede naar aanleiding van dit bezoek of de Ambassade in Kaboel kan worden versterkt met
genderexpertise.
Vraag 205
Zijn de programma's van de ambachtsschool die AUS RTF heeft opgezet, ook gericht op en
toegankelijk voor meisjes en vrouwen? Zo ja, wordt hier ook gebruik van gemaakt? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord
De cursussen die gegeven worden op de ambachtschool zijn niet specifiek gericht op meisjes
en vrouwen. Wel zijn ze toegankelijk voor meisjes en vrouwen. Tot op heden zijn er voor
zover bekend geen aanmeldingen van meisjes en/of vrouwen geweest.
Vraag 206: zie 1
Vraag 207: zie 90
92
Vragen 208 en 213
208
Is de regering tevreden over de mate van coördinatie tussen de NAVO-partners, VN, EU en
NGO's van de bijdragen die door de verschillende actoren worden geleverd? In hoeverre is de
regering van mening dat het communiceren van intenties en beleidsdaden van de
internationale gemeenschap onderling naar tevredenheid verloopt? Wat kan hierin verbeterd
worden?
213
Hoe breed wordt het uitgangspunt van het geïntegreerd optreden gedragen bij VN, NAVO,
EU en in Afghanistan zelf?
Antwoord
Het geïntegreerde beleid van de internationale gemeenschap is vastgelegd in VN
veiligheidsraadresolutie 1776 van 19 september 2006. Deze resolutie herbevestigt het belang
van een alomvattende aanpak en benoemt de synergie in doelstellingen in Afghanistan van de
VN, de EU en ISAF. Ook de Afghaanse regering onderschrijft deze benadering.
De NAVO heeft in al haar beleidsverklaringen deze geïntegreerde benadering (comprehensive
approach) omarmd.
De coördinatie van de inspanningen van de verschillende actoren verdient veel aandacht in
een grootschalige en gecompliceerde 3D-aanpak als in Afghanistan wordt voorgestaan.
De JCMB (Joint Co-ordinating and Monitoring Board), onder leiding van de VN, is het
geëigende orgaan om de coördinatie te verzorgen. Dit mechanisme functioneert adequaat,
maar is wel voor verbetering vatbaar. De vertaling van coördinatieafspraken naar de
dagelijkse praktijk verdient bijzondere aandacht.
Binnen de NAVO vindt coördinatie plaats binnen de reguliere structuren (de NAR, het
Militair Comité, etc). Dit functioneert naar behoren. De coördinatie op civiel gebied kan
echter nog aan daadkracht winnen, mede omdat de Afghaanse overheid nog over onvoldoende
kwaliteit beschikt om de rol als centraal aanspreekpunt op dit gebied te kunnen waarmaken.
Onder het JCMB en de NAVO-mechanismen is een groot aantal andere, meer thematische,
coördinatiemechanismen opgericht, ondermeer een regulier PRT-overleg, overleg van landen
die deelnemen aan het ISAF-Zuidcommando en de `Vendrell-groep' (waarin de belangrijkste
Europese donoren plaatshebben).
Hoewel een grote meerderheid van de Afghaanse bevolking de inspanning van de
internationale gemeenschap in Afghanistan (inclusief ISAF) ondersteunt, is de strategische
communicatie van onze beleidsintenties en beleidsdaden nog voor verbetering vatbaar. De
zichtbaarheid van de resultaten die de Afghaanse overheid behaalt met onze steun, de
coherentie in ons handelen, en de uitstraling naar de landen in de regio verdienen continue
aandacht.
Vraag 209: zie 101
93
Vragen 210 en 211
210
|Is er een masterplan voor de "betekenisvolle verbeteringen" die tijdens de nieuwe missiemoeten worden gerealiseerd? Zo ja, kan dat openbaar worden gemaakt? Zo nee, is de regering bereid om voor de Nederlandse activiteiten in Uruzgan een masterplan op te stellen waarin publiek wordt gemaakt welke stappen Nederland gedurende de nieuwe missie wil zetten en dat kan dienen om de voortgang te monitoren?
211
Is er voor de huidige missie een masterplan waarin wordt aangegeven wanneer welke vorderingen gerealiseerd moeten zijn? Zo ja, kan dat openbaar worden gemaakt? Hoe verhoudt de voortgang in opbouw en stabilisatie zich tot dat masterplan?
Antwoord
In aanloop naar de nieuwe missie, zullen de ministeries van Buitenlandse Zaken en van Defensie een masterplan opstellen waarin subdoelstellingen, werkmethoden en werkafspraken verder worden uitgewerkt. Dit masterplan is een intern document. Deze methodiek is ook gevolgd in 2006.
Net als thans het geval is, zal de regering via frequente rapportage de Kamer informeren over de voortgang van de nieuwe missie.
Vraag 212: zie 62
Vraag 213: zie 208
Vragen 214, 353, 362, 369, 373, 375, 435 en 467
214
Wat zijn de precieze doelstellingen van de VS in de drie genoemde provincies Kandahar, Helmand en Zabul? Wordt hier mee bedoeld de ISAF operatie of ook OEF?
353
Om welk Navo-operatieplan gaat het en door wie is het vastgesteld? Welke rol wordt door de VS strijdkrachten gespeeld en hoe verhoudt zich dit tot OEF?
362
Zullen tijdens de missie periode OEF-operaties kunnen worden uitgevoerd in het Nederlandse ISAF mandaatgebied?
369
Is gepoogd de OEF-activiteiten op het gebied van opleiding, uitrusting en training van de ANSF onder te brengen bij ISAF? Zo ja, wat was het resultaat daarvan? Zo nee, waarom niet?
373
Heeft de Nederlandse bevelhebber een vetorecht over de OEF-operaties? Is de regering bekend met een incident (zoals beschreven door een journalist) waarbij een OEF- bombardement een Nederlandse ISAF-operatie doorkruiste?
94
375
Klopt het dat Nederland bij de verlengde missie wederom militaire bijstand zal verlenen aan zogenaamde Counter Terrorism-operaties onder OEF?
435
Zijn voor invulling van de totale vereiste ISAF-bijdragen ook de Amerikaanse bases Cobra en Anaconda noodzakelijk?
467
Blijven de VS op de huidige wijze tot en met eind 2010 verantwoordelijk voor het afschermen van de Noordflank in Uruzgan en Zabul?
Antwoord
Het ISAF-operatieplan, dat zoals gesteld in de artikel 100-brief is aangepast ten behoeve van de uitbreiding van ISAF naar het onveiligere Zuiden en Oosten, is vastgesteld door de Noord Atlantische Raad van de NAVO. Sinds ISAF de ondersteuningsverantwoordelijkheid heeft gekregen in Oost Afghanistan op 5 oktober 2006 is ISAF actief in geheel Afghanistan. OEF blijft ook actief in Afghanistan, doch alle OEF-operaties dienen te worden afgestemd met ISAF, waarbij COMISAF beschikt over een veto over alle geplande OEF-operaties.
De trainingsinspanningen van OEF (Combined Security Transition Command Afghanistan, CSTC-A) moeten los worden gezien van de counter terrorism-operaties onder OEF. Het is niet overwogen om de activiteiten van CSTC-A onder de NAVO onder te brengen, mede ook omdat er door het verschil in taken geen doublures of competentiegeschillen dreigen. CSTC- A is nagenoeg een volledig Amerikaanse organisatie waarvan de VS een groot deel van de lasten draagt, inclusief voor uitrusting en training van het ANA en de ANP. De samenwerking tussen CSTC-A en ISAF verloopt naar volle tevredenheid, en de recente groei van het ANA is voornamelijk een gevolg van de grote inspanning van de VS en CSTC-A.
De samenwerking met de in Uruzgan aanwezige OEF-troepen, die voornamelijk het ANA begeleiden, verloopt naar tevredenheid. De VS-presentie op de bases in het onherbergzame Noorden, waar Nederland niet militair actief is (doch wel met ontwikkelingsprojecten), was en blijft een voorwaarde voor voortgezette Nederlandse deelname, en is van grote waarde gebleken. Door deze presentie wordt inzicht verkregen in de veiligheidssituatie in het Noorden, kunnen contacten met het lokale bestuur worden onderhouden, en kan de Taliban in deze buitengebieden worden verstoord. Conform het eerdergenoemde ISAF-operatieplan wordt door ISAF in extremis steun verleend aan OEF-troepen en vice versa. Ook worden, in lijn met de afspraken die de regering daarover met de Tweede Kamer heeft gemaakt (stand van zakenbrief, 1 september 2006, Kamerstuknummer 27 925, nr. 226), in voorkomend geval gezamenlijk operaties voorbereid en gedeconflicteerd. Daarbij treden OEF- en ISAF-troepen bij geplande veiligheidsoperaties op gedeconflicteerde wijze op. Van genoemd incident waarbij een OEF-bombardement een ISAF-operatie zou hebben doorkruist is de regering niets bekend.
De VS is nog actief in nagenoeg alle provincies in het Zuiden. Die presentie varieert per provincie. In Zabul is de VS bijvoorbeeld de junior partner van lead nation Roemenië, en opereert het onder ISAF. Daarnaast zijn in alle provincies nog (OEF-) begeleidingsteams van het ANA actief, die op hun beurt worden begeleid door Special Forces. Ook levert de VS momenteel met de bridging capacity op Kandahar een aanzienlijk deel van de benodigde
95
helikoptertransportcapaciteit voor het Zuiden. Tenslotte is de VS zeer actief in alle provincies op het gebied van ontwikkelingssamenwerking (USAID). Veruit de meeste investeringen in onder andere infrastructuur en alternatieve gewassen worden door de VS gedaan. Ook het PRT in Uruzgan heeft een permanente vertegenwoordiger van USAID. De VS heeft geen separate doelstellingen voor de verschillende provincies. Alle troepen treden ondersteunend aan de ISAF-doelstellingen op. Eerdergenoemd veto van COMISAF vormt hiervoor de garantie.
Vraag 215: zie 62
Vraag 216
Welke activiteiten onderneemt de EU in Uruzgan? Welke financiële omvang heeft die inspanning?
Antwoord:
De hulpinspanningen van de Europese Commissie richten zich met name op financiering van nationale programma's zoals het Afghanistan Reconstruction Trust Fund, het Law and Order Trust Fund en de gezondheidssector en welke ook in Uruzgan effect sorteren. In de periode 2002-2006 heeft de Commissie meer dan 1 miljard euro uitgegeven aan wederopbouwactiviteiten. Voor de periode 2007-2010 is een bedrag van 610 miljoen Euro gecommitteerd. Ook draagt de Commissie bij aan humanitaire hulp.
Daarnaast is de EU met de politietrainingsmissie EUPOL betrokken bij de politieopbouw in Afghanistan en Uruzgan.
Vraag 217
Wat draagt de Nederlands missie in Uruzgan concreet bij de doelstelling te voorkomen dat extremisten Afghanistan weer gebruiken als een kweekvijver en trainingsplaats voor terroristen die wereldwijd aanslagen kunnen plegen. Is volgens u een militaire missie de meeste aangewezen en efficiënte manier om dit te voorkomen? Waarom?
Antwoord
De meeste volgelingen van de Taliban lijken eerder gedreven door onwetendheid, vervreemding, manipulatie en opportunisme dan door ideologie. Uitzicht op verzoening, sociaal-economische kansen en herintegratie, inclusief participatie in het politieke proces, zou velen van hen over de streep kunnen trekken.
Een geïntegreerde aanpak is nodig om een provincie als Uruzgan te stabiliseren en om extremisme te bestrijden. Enerzijds zal de Taliban, en andere extremistische groeperingen in Afghanistan, actief moeten worden verstoord via militaire middelen. Daarnaast moet evenzeer worden geïnvesteerd in goed bestuur en ontwikkeling om de bevolking weer perspectief te geven en zich van de Taliban af te keren. Met andere woorden: een pallet aan diplomatieke, militaire en ontwikkelingsinstrumenten (3D) moet worden ingezet om Zuid-Afghanistan te stabiliseren.
De door ISAF en Nederland voorgestane strategie houdt rekening met bovenstaande aspecten.
96
Vraag 218: zie 101
Vraag 219: zie 52
Vraag 220: zie 52
Vraag 221: zie 101
Vragen 222, 223, 224, 293, 450, 452, 453, 454 en 493
222
Waarom zal het PRT "gaandeweg" een meer civiel karakter krijgen?
223
In welk tempo zal de `civilisering' van het PRT verlopen? Van welke factoren is het civiliseren van het PRT afhankelijk?
224
Wordt het PRT civieler omdat het PRT-werk eigenlijk bij voorkeur civiel moet worden uitgevoerd, omdat een civiele uitvoering meer draagvlak oplevert bij de bevolking of om de belasting van de krijgsmacht te verlichten?
293
Op basis waarvan hebt u vertrouwen dat het civiele karakter van de missie kan worden versterkt?
450
Wat betekent 'meer civiel worden' van het PRT concreet? Inzet van BUZA/OS of CIMIC of IO/NGO? Is dit een wens, of is de beschikbaarheid al geregeld? Komt deze civiele inzet bovenop de militaire aanwezigheid? Is het budget voor deze civiele inzet additioneel of verwerkt in de huidige begroting.
452
In welk tempo wordt het PRT vanaf begin 2008 meer civiel worden ingevuld? Hoe groot is het civiele aandeel van het PRT bij het begin van de nieuwe missie in augustus 2008?
453
Is het de bedoeling dat het PRT op termijn geheel civiel wordt ingevuld?
454
Welke reden heeft de regering voor een meer civiele invulling van het PRT?
493
Hoe zal het PRT worden gefinancierd als de leiding ervan in civiele handen komt?
Antwoord
Het PRT zal vanaf begin 2008 geleidelijk meer civiel worden ingevuld om het mogelijk te maken krachtiger de opbouwinspanning door de Afghaanse overheid en niet-gouvernementele
97
en internationale organisaties te ondersteunen. Wederopbouw dient immers primair civiel te worden ingevuld. De regering heeft vertrouwen dat het civiele karakter van de missie kan worden versterkt op basis van de voortgang die in de lopende missie is geboekt met de wederopbouw. Zie ook beantwoording van vraag 62 en verder.
Een meer civiele inzet betekent concreet dat het wederopbouwprogramma (inclusief diplomatie en bestuursopbouw) leidend wordt voor de PRT-inzet (ook van de militaire missieteams binnen het PRT), dat de PRT leiding op een nader te bepalen moment in civiele handen komt, en dat de civiele staf in het PRT (politiek adviseurs, OS-adviseurs, tribaal adviseurs, functioneel specialisten, tolken, semi-permanente consultants) op voldoende sterkte wordt gehouden om het groeiende wederopbouwprogramma goed te begeleiden.
Het tempo en de mate waarin de `civilisering' van het PRT zal verlopen, hangen van verschillende factoren af. De veiligheidssituatie is een belangrijke factor. Zolang de civielen zich niet vrij in het gebied kunnen bewegen zonder militaire bescherming zal een militaire component in het PRT (voor bescherming van civielen) nodig blijven, evenals ondersteuning door de TFU.
Overdracht van de leiding aan civielen is vooral afhankelijk van een goed overdrachtsproces van militaire leiding via gedeelde leiding naar civiele leiding. Voorwaarde is wel dat de veiligheidssituatie toelaat dat een substantieel wederopbouwprogramma kan blijven worden uitgevoerd, door externe civielen (Afghaanse overheid, GTZ, FAO, NGO's etc.). Civiele leiding is immers alleen zinvol als de nadruk van het PRT-werk op wederopbouw kan liggen.
De financiering van de civiele inzet in het PRT komt bovenop de militaire inzet, zoals dat ook in de lopende missie al het geval is, en komt grotendeels ten laste van de BZ-begroting (met uitzondering van de functioneel specialisten).
Vraag 223: zie 222
Vraag 224: zie 222
Vraag 225: zie 162
Vraag 226: zie 162
Vraag 227: zie 67
Vraag 228: zie 52
Vraag 229: zie 52
Vraag 230
Wat houdt het uitgangspunt dat een evenwichtige tribale benadering richtinggevend blijft in?
Antwoord
Uruzgan is een tribaal zeer divers samengestelde provincie. Zowel tribale tegenstellingen als twisten tussen stammen domineren al lange tijd de provincie. Om zowel drivers of change als
98
triggers of conflict te kunnen identificeren (cruciaal voor een duurzame stabiliteit) is het essentieel tribale kansen en gevoeligheden centraal in de benadering te stellen. Een concrete uitgangspunt is dat ontwikkelingsprojecten grosso modo naar rato verdeeld moeten worden over de verschillende stammen, om zo alle stammen te betrekken bij de ontwikkeling en te voorkomen dat groepen zich achtergesteld voelen of van ontwikkeling uitgesloten worden.
Dit uitgangspunt wordt ook toegepast bij bijvoorbeeld de Nederlandse voorwaarden voor eradicatie: voorkomen moet worden dat sommige stammen meer benadeeld worden door eventuele eradicatie dan andere.
Ten slotte is de tribale component ook van belang voor de samenstelling van het provinciale en districtsbestuur: wil de betrokkenheid van alle groepen bij de eigen overheid vergroot worden dan is het van belang dat alle stammen in bestuur vertegenwoordigd zijn.
Vraag 231: zie 162
Vraag 232: zie 52
Vraag 233: zie 67
Vraag 234: zie 62
Vraag 235
Welke "bijzondere aandacht" is volgens u nodig voor de geïntegreerde uitvoering van de Afghaanse anti-drugsstrategie?
Antwoord
De teelt van papaver en de handel in drugs vormen onveranderd een groot probleem in Uruzgan. Het United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) maakte op 27 augustus jl. in zijn jaarlijkse rapport bekend dat de opiumproductie in Afghanistan in het seizoen 2006- 2007 opnieuw was gestegen (met 34 %) ten opzichte van recordjaar 2006. Meer dan de helft van de Afghaanse papaver kwam dit jaar uit de provincie Helmand. Uruzgan leverde 5%.
De cijfers van UNODC laten een verband zien tussen de onveiligere provincies in het Zuiden en de grote toename van de papaverteelt. Opbrengsten die gegenereerd worden uit de handel in opium en heroïne zijn een financieringsbron van de Taliban, maar vormen in veel gevallen ook een belangrijke inkomstenbron van de aan de Afghaanse overheid gerelateerde stamleiders en krijgsheren. Ook veel overheidsfunctionarissen, in het bijzonder de ANP- agenten, vullen hun salaris aan met inkomsten uit drugs. Er bestaat een duidelijke relatie tussen de toename van de papaverteelt in (het zuiden van) Afghanistan en het gebrek aan veiligheid en aan legitimiteit van het provinciale bestuur in de zuidelijke provincies. De papaverteelt en de handel in drugs zijn daarmee zowel oorzaak als gevolg van de problemen die aangepakt moeten worden. De drugsteelt en handel heeft een negatieve invloed op de ontwikkeling van veiligheid en bestuur.
Omwille hiervan heeft de bestrijding van de papaverteelt onze bijzondere aandacht nodig, waarbij de nadruk dient te liggen op een consistente informatiecampagne voor boeren, het
---
beschikbaar komen van alternatieve inkomstenbronnen (mede in het kader van een brede rurale ontwikkelingsstrategie), meer aandacht voor wetshandhaving en interdictie en het koppelen van voorwaarden aan eradicatie.
Vraag 236: zie 23
Vraag 237
U spreekt in de brief over "afzonderlijke veiligheidsincidenten", maar niet over grote Taliban- offensieven. Verwacht u geen grote Taliban-offensieven? Hoe bent u daarop voorbereid?
Antwoord
De Taliban lijken niet in staat tot een grootschalig offensief. Daarnaast hebben zij om effect te sorteren een dergelijk omvangrijk optreden niet nodig. Door aanwezig te zijn en met behulp van kleinere acties zijn zij in staat om de bevolking het gevoel van onveiligheid te geven, waardoor de ontevredenheid over de Afghaanse overheid toeneemt. Grotere operaties worden door de Taliban alleen uitgevoerd, indien de lokale omstandigheden daarvoor als gunstig worden ingeschat. Vanuit dit perspectief moet bijvoorbeeld de Taliban-aanval op Chora in juni jl. worden bezien.
Vraag 238, 378 en 379
238
Heeft u een exit-strategie paraat voor het geval de druk van de opposing forces zo groot wordt dat de Nederlandse militairen onder de voet dreigen te worden gelopen? Wordt met dit scenario rekening gehouden en hoe?
378
Zijn in geval van calamiteiten en onvoorziene omstandigheden voldoende bijstand en veiligheidsgaranties geregeld? Is in de contingency planning rekening gehouden met worst case scenario's, zoals het ineenstorten van Pakistan en grootschalige offensieven van de Taliban in Uruzgan?
379
Zal ook de Strategische Reserve van de NAVO ingezet kunnen worden in Afghanistan, in het geval van een ernstige verslechtering van de veiligheidssituatie, of bijvoorbeeld ter ondersteuning van verkiezingen?
Antwoord
De Nederlandse regering hecht het grootste belang aan de veiligheid van haar militairen. Het ISAF-concept voorziet daarin. De Nederlandse inbreng voorziet in een samenstel aan middelen waarmee de veiligheidsketen in nationale handen blijft. Daabij kan onder andere worden gedacht aan een goed beveiligd kamp, goede wapens, artillerie, Apache-helicopters en F16-gevechtsvliegtuigen.
De Nederlandse Task Force Uruzgan maakt deel uit van RC South. Binnen RC South is een regionale reserve ter grootte van een bataljon beschikbaar, die ook kan worden ingezet in geval van calamiteiten en onvoorziene omstandigheden. Daarnaast beschikt COMISAF ook
100
over een reserve, de zogenaamde Theatre Task Force, die kan worden ingezet waar extra troepen nodig zijn. De NAVO heeft een Strategische Reserve ter beschikking die onder andere kan worden ingezet in geval van onvoorziene omstandigheden. Hiermee is zij in staat om noodzakelijk geachte accenten te leggen. Ten slotte, zoals ook gemeld in de artikel 100- brief, blijft de VS-toezegging uit 2005, om in geval van nood Nederlandse militairen bij te staan, van kracht.
Vraag 239
Kan de regering uitleggen waarom zij van mening is dat bevordering van de uitvoer van de nationale programma's ondersteund moet worden door NGO's, internationale organisaties en bedrijven in plaats van dat deze relatie andersom is (i.e. PRT ondersteunt NGO's) en internationale organisaties? Waar ligt, met andere woorden, het zwaartepunt van de Nederlandse ISAF-missie, bij defense of development?
Antwoord
De nieuwe missie is een stabilisatie- en ondersteuningsmissie, die gericht is op overdracht. Hierbij gaan doelstellingen op het gebied van veiligheid en ontwikkeling hand in hand. In deze benadering blijft het Nederlandse adagium: "opbouwen waar mogelijk en militair optreden waar nodig". Het gaat hierbij derhalve om een combinatie stabilisatie en opbouw. De regering is van mening dat de uitrol van Afghaanse nationale programma's ondersteund moet worden door het PRT. Waar nodig kunnen ook NGO's een ondersteunende rol spelen; in die gevallen ondersteunt het PRT ook de NGO's.
Vraag 240: zie 67
Vraag 241: zie 162
Vraag 242: zie 67
Vraag 243: zie 52
Vraag 244
Wat is de relatie tussen de Counter Narcotics Police en de ANP in Uruzgan?
Antwoord
De Afghan National Police is de verzamelterm voor de verschillende Afghaanse politiediensten, waarvan de Counter Narcotics Police Afghanistan (CNPA) er een is. Anders dan de overige politiediensten rapporteert de CNPA echter niet aan de Deputy Minister voor Veiligheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken, maar aan de Deputy Minister voor Counter Narcotics.
Op dit moment zijn er geen CNPA-agenten in Uruzgan gelegerd. Nederland heeft in 2007 uit het stabiliteitsfonds een bijdrage van 1 mln. aan UNODC verstrekt voor training, uitrusting en de bouw van een kantoor voor de CNPA in Uruzgan. Naar verwachting zal in 2008 een begin worden gemaakt met de bouw van dit kantoor.
101
Vraag 245
Vindt de regering dat het grensdispuut tussen Afghanistan en Pakistan een oplossing in de weg staat voor effectieve grensbewaking om te voorkomen dat extremisten ongestoord de grens kunnen oversteken?
Antwoord
Pakistan heeft in 2006 en 2007 grenscontroles opgevoerd om infiltraties tegen te gaan, maar het blijft van belang om de Pakistaanse regering hierop aan te spreken. In de bilaterale relaties zal de Nederlandse regering aandacht blijven vragen voor de veiligheidsrisico's die voortvloeien uit grensoverschrijdingen door extremisten en aanhangers van de Taliban. De grens tussen Afghanistan en Pakistan is bijna 2500 kilometer lang. Het dispuut tussen de twee landen over de grens helpt niet bij de bewaking van de grens, maar deze onenigheid is niet doorslaggevend voor effectieve grensbewaking. Ook bij goede samenwerking tussen beide landen is het niet mogelijk de grens waterdicht te krijgen door terreinomstandigheden en het feit dat de grens dwars door stamgebieden heen loopt.
Positief in de relatie tussen beide landen was de uitkomst van de vredesjirga in Kabul tussen Afghaanse en Pakistaanse stamhoofden (9 t/m 12 augustus 2007). De slotverklaring bevat beleidsvoornemens over ondermeer terrorismebestrijding (geen vrijhavens aan weerszijden van de grens), drugsbestrijding, grensverkeer, oprichten van permanente jirga's -waarbij tevens moet worden gesproken met oppositionele krachten- en het belang van terughoudendheid in het doen van kritische uitlatingen over de Afghaans-Pakistaanse verhoudingen in het openbaar. Zie onder meer het verslag van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking van zijn bezoek aan Pakistan (zie Kamerstuk 31 200 V, nr 6).
Vragen 246 en 255
246
Heeft de regering signalen dat de Pakistaanse geheime dienst ISI nog altijd betrokken is bij steun aan de Taliban?
255
Is de Pakistaanse geheime dienst of delen daarvan, op welke wijze dan ook, betrokken bij de hulp aan de OMF?
Antwoord:
De Taliban ontvangt steun van elementen uit de Pakistaanse samenleving. De Navo dringt er bij de Pakistaanse overheid op aan alle maatregelen te nemen zodat steun vanuit delen van de Pakistaanse overheid aan de Taliban kan worden uitgesloten.
Vragen 247 en 248
247
Wordt er in NAVO-verband of ISAF-verband gesproken over een gezamenlijke strategie met betrekking tot Pakistan?
248
Acht de regering het ontbreken van één NAVO-strategie voor Pakistan een risico voor ISAF?
102
Antwoord
In de Noord Atlantische Raad (NAR) wordt tussen de partners regelmatig gesproken over Pakistan en de veiligheidssituatie in de grensstreken. De ontwikkelingen in de Federally Administrated Tribal Area's, Waziristan en Baluchistan zijn van invloed op de veiligheid in Afghanistan en daarmee van belang zijn voor ISAF. Tijdens de ministeriële NAR van 7 december zijn Pakistan en de regionale problematiek ook weer besproken. Daarnaast bespreekt een tripartite commissie bestaande uit vertegenwoordigers van Pakistan, Afghanistan en de NAVO regelmatig de veiligheidssituatie in de grensstreek tussen Pakistan en Afghanistan.
Het blijft essentieel om met de Pakistaanse autoriteiten in dialoog te blijven: over rechtstatelijke aangelegenheden en mensenrechten, maar ook over veiligheidskwesties, het aanpakken van extremisme en radicalisering alsmede over de regionale kwesties. Samenwerking met Pakistan, ondermeer op logistiek vlak, is van groot belang voor het welslagen van de ISAF-missie (aanvoerlijn Karachi; overvliegvergunningen).
Vraag 249
Welke acties gaat de regering concreet uitvoeren om Pakistan te bewegen de democratie te herstellen en langs die weg een effectieve aanpak van extremisme te bewerkstelligen?
Antwoord
Democratisering is cruciaal om extremistische krachten tegen te gaan. Eensgezinde Westerse druk op de Pakistaanse autoriteiten blijft nodig. De Nederlandse regering, maar ook de Europese Unie, heeft inmiddels duidelijk verklaard dat het van groot belang is dat de rechtsorde in Pakistan zo snel mogelijk wordt hersteld, dat eerlijke en vrije verkiezingen worden gehouden en dat de politieke gevangenen zo snel mogelijk worden vrijgelaten. Nederland zal de Europese inspanning om de parlementaire verkiezingen van 8 januari te monitoren ondersteunen. Er wordt samengewerkt met NGO's op het gebied van mensenrechten en democratisering. Nederland steunt - samen met andere donoren - verder de organisatie van het verkiezingsproces, o.m. via UNDP.
De beste aanpak in de strijd tegen extremisme is een verbetering van sociaal-economische factoren in combinatie met politieke hervormingen. In EU verband onderschrijft Nederland de beleidsnotitie EU Pakistan Policy Paper. Hierin wordt onder meer gesteld dat de EU wil bijdragen aan de interne en externe stabiliteit van Pakistan en verdere democratisering en armoedebestrijding. Hiertoe wil de EU op een zo breed mogelijk terrein met Pakistan samenwerken.
Vraag 250
De regering meent dat het houden van democratische verkiezingen in Pakistan de beste manier is om de legitimiteit en effectiviteit van de strijd tegen het extremisme te vergroten. Is de regering niet bevreesd dat de fundamentalistische religieuze partijen tijdens verkiezingen hun machtspositie zullen versterken?
Antwoord
103
De gematigde meerderheid van de Pakistaanse bevolking kan door een eerlijk verkiezingsproces het tij van extremisme en talibanisering wellicht keren en daardoor bijdragen aan langere termijn stabiliteit van Pakistan en de regio. In een democratisch proces is het niet uit te sluiten dat fundamentalistisch religieuze partijen een sterkere machtspositie verwerven; historisch gezien konden deze partijen in Pakistan echter slechts op beperkte electorale steun rekenen. Desondanks vindt de Nederlandse regering verdere democratisering in Pakistan de beste manier om de stabiliteit van het land, en daarmee van de regio, te vergroten. De Nederlandse regering is van mening dat het onderdrukken of negeren van de democratische rechten van de Pakistaanse bevolking en de huidige slechte sociaal-economische omstandigheden extremistische krachten in Pakistan in de kaart zal spelen.
Vraag 251
Hoe gaat u exact "samenwerken met Pakistan", wat volgens u van groot belang is voor het welslagen van de ISAF-missie? Hoe gaat u concreet bijdragen aan het aanpakken van de grensoverschrijding door extremistische groepen? Welk bedrag heeft u daarvoor beschikbaar?
Antwoord
Voor het welslagen van de ISAF-missie wordt op logistiek vlak met Pakistan samengewerkt. Hierbij kan worden gedacht aan de aanvoerlijn via Karachi en overvliegvergunningen. In de bilaterale relaties zal de Nederlandse regering aandacht blijven vragen voor de veiligheidsrisico's die voortvloeien uit grensoverschrijdingen door extremisten en aanhangers van de Taliban. Verder wordt er samengewerkt met NGOs op het gebied van mensenrechten en democratisering. Nederlands onderschrijft in EU verband het EU Pakistan Policy Paper, een beleidsnotitie waarin onder meer staat dat de EU de stabiliteit in Pakistan en de regio wil bevorderen door nauwere samenwerking op een zo breed mogelijk terrein.
De ontwikkelingsrelatie met Pakistan is gedeeltelijk opgeschort naar aanleiding van het uitroepen van de noodtoestand op 3 november jongstleden. Het houden van democratische verkiezingen is de beste manier om de legitimiteit en effectiviteit van de strijd tegen het extremisme te vergroten en zal mede bepalen of de ontwikkelingsrelatie hervat kan worden.
Naast politieke en bestuurlijke hervormingen moet er een duidelijke meerwaarde zijn van eventuele Nederlandse activiteiten ten opzichte van andere donoren in het grensgebied (zie ook kamerstuk 31200 V nr. 6). De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hebben een groot programma om het Frontier Corps, een paramilitaire eenheid die de grens bewaakt, te ondersteunen (zie ook beantwoording van de vragen van kamerlid van Dam op 10 december).
Vraag 252
Welke strategie is volgens u gewenst bij de aanpak van het toenemende moslimextremisme en "Talibanisering", aangezien Pakistan reeds 100.000 militairen gestationeerd heeft in de tribale grensstreken en er de laatste 5 jaar veel slachtoffers te betreuren zijn geweest? Hoe gaat u deze strategie bevorderen? Hoeveel geld is daarvoor beschikbaar?
Antwoord
Er is geen louter militaire oplossing voor de problemen in de grensstreken. De tribale gebieden zullen moeten worden opgenomen in de mainstream van de economische en
104
politieke ontwikkelingen van Pakistan. Politieke hervormingen en de verbetering van sociaal- economische factoren zijn cruciaal in het tegengaan van verdere `Talibanisering'. Wel is een aantal aanknopingspunten met betrekking tot de relatie met Pakistan. Zo lijkt Pakistan aan de belangrijkste internationale vereisten toe te geven, al zijn nog niet alle politieke gevangenen vrijgelaten en kunnen de media nog niet geheel ongehinderd functioneren. President Musharraf heeft aangekondigd dat op 15 december de noodtoestand te zullen beëindigen, hij heeft zijn uniform uitgetrokken en de parlementaire verkiezingen zullen op 8 januari worden gehouden. Aan deze verkiezingen doen ook belangrijke oppositiepartijen mee.
Vraag 253
Hoe denkt u bij te dragen aan het democratische gehalte van de verkiezingen in Pakistan? Acht u het houden van eerlijke en vrije verkiezingen op de geplande datum van 8 januari 2008 nog mogelijk, gelet op het feit dat de noodtoestand nog niet of slechts kort tevoren is opgeheven? Wat volgens u de beste aanpak is in de strijd tegen het extremisme?
Antwoord
Nederland zal de inspanning van de EU om de parlementaire verkiezingen van 8 januari te monitoren ondersteunen. Er wordt ook samengewerkt met NGOs op het gebied van mensenrechten en democratisering. Nederland steunt -samen met andere donoren- verder de organisatie van het verkiezingsproces, o.m. via UNDP.
De weg naar een volwassen democratie in Pakistan is nog lang. Met de keuze van de oppositie tot deelname verlenen de partijen het - verre van volmaakte - verkiezingsproces enige politieke legitimiteit, maar het reële risico op manipulatie van dat proces en de uitslag blijft aanwezig.
De beste aanpak in de strijd tegen extremisme is een verbetering van sociaal-economische factoren in combinatie met politieke hervormingen. De gematigde meerderheid van de Pakistaanse bevolking kan door een eerlijk verkiezingsproces het tij van extremisme en talibanisering wellicht keren en daardoor bijdragen aan langere termijn stabiliteit van Pakistan en de regio.
Vraag 254
Op welke wijze kan concreet worden voorkomen dat vanuit Pakistan of andere landen hulp, op welke wijze dan ook, wordt gegeven aan de OMF in Afghanistan?
Antwoord
De Nederlandse regering zal de Pakistaanse regering blijven aanspreken op het feit dat zij infiltraties over de grens tegen moet gaan en de sociaal-economische omstandigheden in het grensgebied moeten worden verbeterd. Ook wordt er in EU-verband druk uitgeoefend op de Pakistaanse regering om verdere "Talibanisering" tegen te gaan. In dit kader is het essentieel dat de verhouding tussen de buurlanden via dialoog wordt verbeterd.
Vraag 255: zie 246
105
Vraag 256
Kunt u een stand van zaken geven inzake de vluchtelingen in Pakistan en hun (gedwongen) terugkeer naar Afghanistan?
Antwoord
Sinds 2002 zijn bijna 3,2 miljoen Afghanen met ondersteuning van UNHCR teruggekeerd uit Pakistan naar Afghanistan. Op dit moment verblijven nog circa 2,1 miljoen Afghaanse vluchtelingen in Pakistan. In 2007 zijn meer dan 356.000 Afghanen vrijwillig teruggekeerd naar Pakistan. Dit had onder andere te maken met de verhoging van de financiële tegemoetkoming aan Afghaanse vluchtelingen bij terugkeer en met een tijdelijke mogelijkheid voor Afghaanse vluchtelingen, die niet officieel als zodanig waren geregistreerd, om met ondersteuning terug te keren.
Pakistan heeft zich opnieuw aan de principes van vrijwillige, geleidelijke en veilige terugkeer gecommitteerd door op 2 augustus 2007 akkoord te gaan met verlenging van de tripartite overeenkomst terzake tussen UNHCR, Pakistan en Afghanistan. Nederland spreekt zich consequent uit voor vrijwillige terugkeer. In het tripartite tussen UNHCR, Pakistan en Afghanistan overleg was eerder overeengekomen dat vier vluchtelingenkampen in 2007 zouden worden gesloten. Sluiting van een eerste kamp, in Katcha Gari waar 65.000 Afghanen verbleven, is vreedzaam verlopen. Bewoners van kampen, die worden gesloten, kunnen opteren voor vrijwillige terugkeer naar Afghanistan of voor relocatie naar een ander kamp in Pakistan. De Pakistaanse autoriteiten hebben ingestemd met uitstel van sluiting van een tweede kamp (in Jalozai, waar 110.000 Afghanen verblijven) tot voorjaar 2008 vanwege dreigende humanitaire problemen bij terugkeer in de winterperiode.
De terugkeeroperatie van UNHCR voor Afghaanse vluchtelingen uit Pakistan is op dit moment tijdelijk opgeschort, zoals ieder jaar te doen gebruikelijk tijdens de winterperiode. De operatie zal worden hervat in maart 2008. Nieuwe sluitingen van kampen zullen worden besproken in het tripartite overleg tussen Pakistan, UNHCR en Afghanistan. Nederland is al jaren een grote donor van UNHCR in Afghanistan. In 2007 heeft Nederland 3 miljoen bijgedragen en in de periode 2001-2006 in totaal ruim 31 miljoen.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking heeft tijdens zijn bezoek aan Pakistan in september 2007 ampele aandacht gevraagd voor dit belangrijke en gecompliceerde vraagstuk en heeft toen ook een vluchtelingenkamp bezocht.
Vragen 257, 267, 272, 275 en 277
257
Kunt u een schets geven van het politieke landschap in Afghanistan? Kunt u daarbij ingaan op aspecten als de ontwikkeling van politieke partijen, de opkomst van nieuwe bewegingen, coalitievorming, verbindingen met achterban en regio's,eventuele programma's, draagvlak bij (delen van ) de bevolking, verbindingen met oude politici of politieke partijen?
267
Welke partijen worden beheerst door krijgsheren en wie zijn dat? Welke partijen worden niet beheerst door voormalige moedjahedien?
272
106
Is het niet wereldvreemd om te denken dat in een tribaal land als Afghanistan politieke partijen snel tot wasdom zullen geraken?
275
Welk deel van de ruim 60% van de leden van Wolesi Jirga dat is aangesloten bij een grote politieke partij is lid van een nieuwe partij die minder gebonden is aan een etnische groep?
277
Kan meer informatie worden gegeven over de verhoudingen in het Afghaanse parlement (de omvang van traditionele en van nieuwe partijen e.d.)?
Antwoord
Ofschoon sinds 2003 meer dan tachtig politieke partijen zijn geregistreerd, spelen deze nog geen formele rol. In de aanloop naar de presidentiële en parlementaire verkiezingen in respectievelijk 2009 en 2010 zal de hervorming van de Kieswet een belangrijk onderwerp zijn van het parlementaire debat. Het huidige Afghaanse kiesstelsel is gebaseerd op het Single Non-Transferable Vote systeem, waarin geen rol is weggelegd voor politieke partijen; men kiest voor individuele kandidaten De onafhankelijke Kiescommissie werkt momenteel aan een amendering van de Kieswet waarin kandidaten zich niet louter meer op persoonlijke titel verkiesbaar kunnen stellen, maar waarin het belang van vermelding van de politieke partij groter wordt. Dit zou een eerste stap naar een formeel meerpartijenstelsel kunnen zijn.
Veel van de politieke partijen bestaan uit voormalig moedjahedien en zijn georganiseerd langs etnische, religieuze en regionale lijnen. Daar staat de positieve ontwikkeling tegenover dat er verschillende nieuwe partijen zijn opgericht die minder verbonden zijn aan een bepaalde etnische groep en een gematigder en progressiever beleid voorstaan. Van de leden van de Wolesi Jirga (Lagerhuis) is ruim 60% aangesloten bij een van de grotere partijen. Er zijn op dit moment geen betrouwbare gegevens beschikbaar over de precieze verdeling tussen conservatieve en progressieve partijen en over welke parlementariërs zijn aangesloten bij partijen die minder gebonden zijn aan een etnische groep.
Grofweg is in het parlement een aantal clusters te onderscheiden, die intern niet noodzakelijkerwijs elkaar in stemgedrag volgen. In de eerste plaats de Hazara Hezb-e-Wahdat stroming, onder leiding van Mohaqeq, die zich profileert als pro-Karzai. In de tweede plaats is er een groep die onder invloed staat van de Pashtuns Sayyaf en Almas. Ondanks dat deze groep niet uitgesproken pro-Karzai is, heeft de groep hem wel op belangrijke momenten gesteund.
In april 2007 werd formeel de politieke beweging National Front opgericht, waarin critici van Karzai zich hebben verenigd. In de beweging zitten voornamelijk Tadzjieken, maar ook Pashtuns en Hazara's. Bovendien maken ook enige voormalige communisten deel uit van de beweging. Echter, het zijn vooral leden van de voormalige Noordelijke Alliantie die de boventoon voeren binnen het National Front. Meest prominente leden zijn Lagerhuisvoorzitter Qanooni, maarschalk Fahim, minister voor Water en Energie Ismael Khan, de vice- presidenten Massood en Khalili, Generaal Dostum en Lagerhuislid en Jamiat-i-Islami voorman Rabbani. Laatstgenoemde is ook benoemd als voorzitter van de beweging. Opvallend is het lidmaatschap van Mustafa Zahir, de kleinzoon van de voormalige koning.
Hoewel het National Front nauwelijks als een hecht verband opereerde en onder meer uit conservatieve oud-Mudjahedin voormannen bestaat, bestempelt het zichzelf als een
107
hervormingsbeweging, die onder meer een grondwetsherziening nastreeft. Zo dient in de optiek van het National Front een parlementair systeem te worden ingevoerd, waarin het parlement een premier kiest en de functie van president een meer ceremoniële functie wordt. Voorts zouden gouverneurs niet langer door de regering moeten worden benoemd, maar rechtstreeks door de bevolking moeten worden gekozen. Karzai beschouwt het NF als politieke oppositie.
In april 2007 werd ook de Afghaanse Parlementaire Groep (APG) gevormd. Naar eigen zeggen hebben ze zich gepositioneerd tussen de regering en het National Front. De APG bestaat voornamelijk uit Hazara's en Pashtuns uit het oosten van Afghanistan. In de APG zijn nauwelijks Tadzjieken en Pashtuns uit het westen vertegenwoordigd. Het is nog onduidelijk wat voor een stempel de APG op het parlementaire reilen en zeilen kan drukken.
Voorts zetelt in het parlement nog een aantal kleinere, multi-etnische oppositiegroepen: Nationale Onafhankelijkheid, Nationale Observator en de Progressieve Parlementaire Groep. Daarnaast is in februari 2007 de progressieve Derde Weg opgericht als groep in het parlement. Ook is de Republikeinse Partij opgericht, het politieke vehikel van president Karzai, welke tevens wordt gesteund door ondermeer de minister van Binnenlandse Zaken.
Vraag 258
Welke inschatting maakt de regering van de huidige (d.d. 7 december 2007) ontwikkelingen in Pakistan en de invloed van de situatie met betrekking tot Pakistan's rol in de grensstreek met Afghanistan?
Antwoord
Op de korte termijn is de situatie in Pakistan onvoorspelbaar. Onder nationale en internationale druk hebben de Pakistaanse autoriteiten inmiddels aan enkele vereisten van de internationale gemeenschap voldaan. Per 15 december wordt de noodtoestand opgeheven en daarmee de grondwet hersteld en president Musharraf is afgetreden als legerleider. De algemene verwachting is tegelijk dat het leger onder leiding van generaal Kiyani zal kiezen voor een minder geprofileerde politieke rol. Ofschoon nog niet een volledig vrij politiek proces bestaat, onstaat wel meer ruimte voor de politieke partijen en het parlementaire proces in Pakistan.
Pakistan heeft ruim 100.000 soldaten in de grensstreek met Afghanistan, die zware strijd leveren en verliezen lijden. Om haar invloed te vergroten zal de Pakistaanse regering actief moeten werken aan de verbetering van de sociaal-economische factoren en politieke hervormingen in het gebied.
In april jl. heeft Pakistan een ontwikkelingsplan voor de FATA aan de internationale gemeenschap gepresenteerd. Daarvoor heeft de VS al USD 750 miljoen van de geraamde 2 miljard toegezegd. Nederland acht het primair van belang dat politieke en bestuurlijke hervormingen worden doorgevoerd in de FATA.
Vraag 259 en 270
259
108
Is dialoog met Iran over de situatie in Afghanistan mogelijk en effectief, ondanks het internationale dispuut over Irans nucleaire activiteiten? Verwacht de regering dat het recente Amerikaanse rapport over het niet langer bestaan van een kernwapenprogramma in Iran de dialoog over Irans nucleaire activiteiten en Irans rol in de regio eenvoudiger maakt?
270
Welke constructieve doch kritische dialoog met Iran heeft u voor ogen? Hoe zal die eruit zien?
Antwoord
De Nederlandse regering steunt politieke en diplomatieke inspanningen om door middel van onderhandelingen een oplossing te vinden voor het nucleaire vraagstuk. De zorgen over het nucleaire vraagstuk staan een dialoog met Iran over Afghanistan niet in de weg. De Nederlandse regering poogt met de internationale gemeenschap Iran een constructieve bijdrage te laten leveren aan de veiligheid en stabiliteit van Afghanistan. Dat is immers een gezamenlijk belang.
De Nederlandse regering staat, evenals de EU, ten aanzien van Iran een tweesporenbeleid voor, bestaande uit standvastig en resoluut optreden daar waar Iran de internationale normen overschrijdt (waarbij geldt dat aanvullende sancties moeten worden overeengekomen als Iran de door de VN-Veiligheidsraad gestelde eisen niet vervult), alsmede een beleid gericht op het zoeken naar dialoog en het openhouden van kanalen. De Nederlandse regering hecht aan een dialoog met Iraanse autoriteiten gericht op naleving van de eisen van de VN-Veiligheidsraad ten aanzien van het nucleaire programma van Iran in combinatie met het stimuleren van een constructievere rol van Iran in de regio, het eerbiedigen van de mensenrechten en het aanmoedigen van politieke en economische hervormingen. De regering ondersteunt derhalve het streven van de permanente leden van de VN-Veiligheidsraad te komen tot dialoog met Iran over het nucleaire programma alsmede de gesprekken die EU Hoge Vertegenwoordiger Solana en de Iraanse onderhandelaar Jalili. Ook op bilateraal vlak gaat de regering de dialoog niet uit de weg.
Vragen 260 en 265
260
Is er enig bewijs dat de in Afghanistan gevonden wapens die afkomstig zijn uit Iran gerelateerd kunnen worden aan de Iraanse overheid?
265
Wat zijn de bewijzen voor het vermoeden dat er in toenemende mate wapens in Zuid- Afghanistan gevonden worden die vermoedelijk uit Iran afkomstig zijn? Hebt u daarbij de indruk dat het om Iraanse staatsinstellingen gaat of om misdadigers? Kunt u dat toelichten?
Antwoord
Wapens die in Afghanistan werden aangetroffen en afkomstig zijn uit Iran, zijn tot dusverre niet direct herleidbaar geweest tot Iraanse staatsinstellingen. Nederland heeft bilateraal de Iraanse regering aangespoord alle mogelijke maatregelen te nemen om wapentransporten aan de Taliban tegen te gaan.
109
Vragen 261 en 357
261
Is duidelijk via welke buurlanden de drugs uit Afghanistan wordt getransporteerd en in welke mate? In hoeverre vormen de buurlanden van Afghanistan zelf een afzetmarkt voor opium en heroïne en in hoeverre dienen deze slechts als doorvoerlanden?
357
Is bekend hoe de (internationale) handelsstromen van papaver en van drugs gemaakt van papaver er uitzien?
Antwoord
Het merendeel van de in Afghanistan geproduceerde heroïne wordt via de buurlanden Iran en Pakistan naar Europa en de VS getransporteerd. Op basis van inbeslagname cijfers kan worden gesteld dat Iran het belangrijkste doorvoerland vormt, gebaseerd op cijfers van het UNODC. Daarbij zij aangetekend dat opium afkomstig uit west-Afghanistan grotendeels via Iran en Turkmenistan en opium afkomstig uit oost-Afghanistan via Pakistan wordt geëxporteerd. Ook gaan er drugs via Turkije en Albanië richting Europa. Een deel van de route verloopt volgens ingelichte bronnen ook richting China en Rusland.
Doorvoer van drugs en consumptie van drugs zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Met name Iran heeft te kampen met een enorm verslavingsprobleem (4 à 5 miljoen verslaafden), hetgeen niet kan worden losgezien van het feit dat veel heroïne via dit land naar Europa wordt getransporteerd. In Pakistan zijn ca. 500.000 drugsverslaafden.
Vraag 262
Zal ISAF de Afghaanse regering ook na de presidentsverkiezingen blijven ondersteunen ongeacht de uitslag van die verkiezingen? Stelt ISAF voorwaarden aan de uitkomst van de presidentsverkiezingen?
Antwoord
Vrije en eerlijke verkiezingen zijn essentieel voor versterking van rechtstaat en democratie in Afghanistan. De NAVO respecteert ten volle het democratische proces in Afghanistan, en zal dat ook in de toekomst doen.
De NAVO is in Afghanistan op uitnodiging van de democratisch gekozen Afghaanse regering. Hierin vindt de NAVO een belangrijke legitimiteit voor haar optreden.
Vraag 263: zie 81
Vraag 264
Kunt u toelichten wat de stand van zaken is rond waterproblematiek tussen Afghanistan en Pakistan?
Antwoord
Afghanistan en Pakistan delen het stroomgebied van de Kabul rivier en zijn beide sterk afhankelijk van het water in die rivier. Er is thans geen sprake van overleg of gezamenlijk
110
beheer van dit stroomgebied. Over en weer bestaat wantrouwen dat ontwikkelingen (irrigatie, dammenbouw, industrialisatie) in het ene land ten koste kan gaan van waterbeschikbaarheid in het andere land. Nederland onderzoekt thans de mogelijkheden om waterdeskundigen van beide landen bij elkaar te brengen voor consultaties over gezamenlijk stroomgebiedbeheer. Dergelijke contacten kunnen tevens de algehele toenadering van de twee landen bevorderen.
Vraag 265: zie 260
Vraag 266
Wie oefent de druk uit op president Karzai om een aantal belangrijke besluiten te nemen om het vertrouwen van burgers in de overheid te vergroten?
Antwoord:
De internationale gemeenschap is in continu overleg met de regering Karzai om haar te assisteren maatregelen te nemen die de legitimiteit en effectiviteit van het overheidsgezag vergroten.
Vraag 267: zie 257
Vraag 268
Hoe beoordeelt de Nederlandse regering de diverse kandidaten voor het leiderschap in Pakistan (na de komende parlementsverkiezingen) wat betreft hun houding t.o.v. Afghanistan en hun te verwachten opstelling met betrekking tot ISAF?
Antwoord
Democratisering is cruciaal om extremistische krachten tegen te gaan. De Nederlandse regering, maar ook de Europese Unie, heeft inmiddels duidelijk verklaard dat het van groot belang is dat de rechtsorde in Pakistan zo snel mogelijk wordt hersteld, dat vrije en eerlijke verkiezingen worden gehouden en dat de politieke gevangenen zo snel mogelijk worden vrijgelaten. Indien de verkiezingen inderdaad volgens democratische standaarden zullen verlopen, zal een nieuw verkozen regering over een bredere publieke steun voor een coherent en effectief anti-terrorisme beleid beschikken. Dergelijke legitimiteit zal de ruimte voor noodzakelijke beslissingen in de strijd tegen terrorisme vergroten.
Vraag 269: zie 81
Vraag 270: zie 259
Vraag 271
Wordt er bij ISAF-operaties rekening gehouden dat Afghaanse burgers op de vlucht zullen slaan? Wat is het Nederlandse beleid als dit zich voordoet? Hoe vaak is dit vanaf het begin van de missie in Uruzgan gebeurd? Om hoeveel vluchtelingen/ontheemden/internally displaced persons ging het? Zijn er organisaties aanwezig die zogenaamde rapid assessments kunnen uitvoeren op het moment dat mensen op de vlucht slaan? Is er opvang voor vluchtelingen/ontheemden in Uruzgan? Krijgen lokale organisaties financiële of andere steun
---
van ISAF om dit soort werkzaamheden uit te voeren? Hoeveel geld is er beschikbaar om problemen rond vluchtelingenstromen aan te pakken?
Antwoord
De Secretaris-generaal van de VN heeft in een rapport van 28 oktober 2007 aan de VN Veiligheidsraad aangegeven dat geweld en onveiligheid hebben geleid tot naar schatting 40.000 nieuwe ontheemden in de eerste helft van 2007, met name in de zuidelijke provincies. Vanwege onveiligheid en gebrek aan toegang is het vaak moeilijk om een getrouw beeld te krijgen van het aantal ontheemden. Ook worden ontheemden vaak opgevangen door familie en stamgenoten, waardoor het niet eenvoudig is om vast te stellen om hoeveel mensen het gaat. UNHCR, WFP en UNICEF werken nauw samen met lokale NGO's en met de provinciale vertegenwoordigers van de verantwoordelijke Afghaanse ministeries om een beeld te krijgen van de situatie. Lokale NGO's spelen ook een belangrijke rol bij de hulpverlening in gebieden, die om veiligheidsredenen voor de VN moeilijk toegankelijk zijn. Zij krijgen daarvoor financiële steun van VN-organisaties.
De Afghaanse Rode Halve Maan, die wordt gesteund door het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC), is eveneens betrokken bij rapid assessments en hulpverlening. De Afghaanse Rode Halve Maan heeft een netwerk van tienduizenden vrijwilligers en kan vaak op plaatsen opereren die om veiligheidsredenen niet of nauwelijks toegankelijk zijn voor internationale hulporganisaties.
In 2007 heeft Nederland bijdragen verleend aan de nationale programma's van UNHCR ( 3 miljoen), WFP ( 2,3 miljoen), UNICEF ( 0,5 miljoen) en ICRC ( 1 miljoen) voor geheel Afghanistan. Deze bijdragen kunnen door de betreffende organisaties worden ingezet waar zij de noden het hoogst achten, inclusief in Uruzgan. Daarnaast verleent Nederland jaarlijks aanzienlijke `core bijdragen' aan organisaties als UNHCR, WFP en ICRC, die zij naar eigen goeddunken wereldwijd ook in Afghanistan- kunnen inzetten. Nederland is initiatiefnemer en belangrijke donor van het ISAF-fonds voor humanitaire hulp onmiddellijk na een militaire operatie, wanneer civiele hulporganisaties nog geen toegang hebben. In de richtlijnen van dit fonds is opgenomen dat bij het plannen van militaire operaties, die mogelijk humanitaire gevolgen hebben, rekening wordt gehouden met de noodzakelijke humanitaire hulpverlening, zonder dat daarbij de vereiste neutraliteit en onafhankelijkheid van civiele hulpverleners wordt aangetast.
Bij ISAF-operaties wordt rekening gehouden met de mogelijkheid dat burgers ontheemd raken. Zo heeft Nederland in samenwerking met de Gouverneur voorafgaand aan de operatie in de Baluchi Vallei in november 2007 door middel van radioberichten, bijeenkomsten en flyers, gedropt door vliegtuigen, de bevolking geïnformeerd hoe zich te gedragen om niet als Taliban te worden gezien. Verder zijn de bewegingen en lokaties van kleine groepen ontheemden tijdens deze operatie door middel van luchtverkenningen in de gaten gehouden. Bij deze operatie ging het om twee groepen van 300-500 personen.
In september 2007 zijn volgens de VN 1000-1400 families ontheemd geraakt na een militaire operatie in Uruzgan. Een deel van deze ontheemden vond onderdak bij familie in Tarin Kowt. UNICEF en WFP hebben humanitaire hulp verleend aan de ontheemden, in samenwerking met lokale NGO's en het provinciale noodcomité van Uruzgan. In oktober 2006 hebben de VN en de regering van Afghanistan een appeal gedaan ten behoeve van slachtoffers van droogte en ten behoeve van naar schatting 20.000 gezinnen in het zuiden van Afghanistan, die
112
destijds als gevolg van gevechtshandelingen ontheemd waren geraakt. Naar aanleiding van dat appeal verleende Nederland destijds een extra bijdrage aan het programma van het WFP.
Vraag 272: zie 257
Vragen 273 en 278
273
De minister van Defensie heeft tijdens zijn bezoek aan president Karzai het moratorium op de doodstraf en de garantie op een eerlijke procesgang voor veroordeelden aan de orde gesteld. Wat is hierover afgesproken?
278
Wat zijn de uitkomsten van de sondering van de minister van Defensie bij President Karzai t.a.v. de mensenrechten?
Antwoord
Naast de minister van Defensie, heeft Nederland ook in zijn hoedanigheid van lokaal EU- voorzitter bij president Karzai geprotesteerd tegen de implementatie van de doodstraf. Daarnaast is door Nederland gedemarcheerd bij de minister van Buitenlandse Zaken Spanta, de voorzitters van het Hoger- en Lagerhuis, de Procureur-generaal en de president van het Hooggerechtshof. Er is aangedrongen op herintroductie van het de facto moratorium op de doodstraf. Bovendien heeft Nederland uitdrukkelijk zijn zorgen ten aanzien van het zwakke justitiële systeem en de gebrekkige mogelijkheden tot juridische bijstand kenbaar gemaakt. Nieuwe executies kunnen evenwel niet worden uitgesloten, daarom zal de internationale gemeenschap, inclusief Nederland, actief blijven pleiten voor het opnieuw instellen van het moratorium.
Vraag 274
Wat zijn de belangrijkste producten (en diensten) in de handelsstromen met de buurlanden in Centraal-Azië?
Antwoord
Accurate gegevens zijn niet beschikbaar over de exacte omvang van de handelsstromen naar de buurlanden in Centraal-Azië. Wel is het zo dat het noorden van Afghanistan het meest welvarende deel van het land is. Hierdoor is het handelsvolume met deze landen gestegen. Vooral met Tadjikistan is er een toename geweest van de handelsstroom (export van fruit, kleden, hout, edelstenen; import van consumptie-artikelen). Dit komt onder andere door de etnische verwantschap van mensen in Noord-Afghanistan en Tadjikistan.
Vraag 275: zie 257
Vraag 276: zie 81
Vraag 277: zie 257
113
Vraag 278: zie 273
Vraag 279
Heeft de regering een voorstel van de NIMD t.b.v. de ondersteuning van de Afghaanse democratie ontvangen? Indien ja, is de regering bereid om daar positief op in te gaan?
Antwoord
De regering heeft een voorstel van het Netherlands Institute for Multiparty Democracy (NIMD) t.b.v. de ondersteuning van de Afghaanse democratie ontvangen. De regering acht het van groot belang dat de overheid in fragiele staten als Afghanistan en andere ontwikkelingslanden in de eerste plaats verantwoording aflegt aan de eigen bevolking. De regering meent dat partners als het NIMD prima kunnen bijdragen om aan dit politieke proces in ontwikkelingssamenwerking ondersteuning te verlenen en om de overheid transparanter te maken voor haar eigen bevolking.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking onderzoekt momenteel de mogelijkheden om de samenwerking met het NIMD uit te breiden voor de versterking van de democratische verantwoording en de politieke dialoog over ontwikkelingssamenwerking in fragiele staten als Afghanistan en andere partnerlanden, en zal hierover in januari 2008 met het NIMD spreken.
Vraag 280
Hoeveel ISAF-veteranen zijn na een veroordeling gerehabiliteerd?
Antwoord
In één geval is de ontslaggrond gewijzigd. De betrokken militair was wegens wangedrag ontslagen maar pas na zijn ontslag bleek er sprake te zijn dienstongeschiktheid wegens een ziekte of gebrek die al voor het ontslag bestond. Daarom is de ontslaggrond gewijzigd van `ontslag wegens wangedrag' in `ontslag wegens dienstongeschiktheid door een ziekte of gebrek'.
Voorts wordt opgemerkt dat ongeacht de ontslaggrond een gewezen militair altijd een beroep kan doen op nazorg of een militair invaliditeitspensioen voor dienstgerelateerde aandoeningen.
Vraag 281: zie 162
Vraag 282: zie 162
Vraag 283
Is de Taliban volgens de regering te zien als een eenheid die door de top wordt aangestuurd of betreft het een weliswaar aan elkaar gerelateerd samenraapsel van losse groeperingen die om allerlei verschillende redenen zich verzetten tegen de regering en ISAF?
Antwoord
De Taliban is een beweging, die grotendeels opereert in separate groepen welke onderling gebonden zijn door gemeenschappelijke doelen. Wel is er sprake van zekere aansturing door de Taliban-leiding van de verschillende netwerken die in Afghanistan actief zijn.
114
Vraag 284: zie 162
Vraag 285: zie 98
Vraag 286: zie 167
Vraag 287
Wat is de huidige stand van zaken m.b.t. de amnestieresolutie? President Karzai heeft aangegeven dat hij geen contraseign zal geven. Hoe gaat het thans feitelijk met het bestraffen van personen die zich eerder schuldig hebben gemaakt aan ernstige schendingen van mensenrechten?
Antwoord
De amnestieresolutie werd in maart 2007 aangenomen door het parlement en ligt sinds die tijd bij president Karzai die niet voornemens is de resolutie te ondertekenen. Dit zei Karzai ook in zijn ontmoeting eind maart 2007 met de ministers van Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking.
Ondermeer door het gebrek aan capaciteit binnen de justitieel apparaat vindt er geen actieve opsporing en berechting plaats van personen die worden verdacht van ernstige mensenrechtenschendingen. Ter gelegenheid van de internationale mensenrechtendag dit jaar committeerde president Karzai zich opnieuw tot het proces van Transitional Justice. Nederland steunt het programma van het International Centre for Transitional Justice.
Vraag 288
Wat is de huidige stand van zaken m.b.t. mediawet?
Antwoord
De mediawet is op 20 november jl. ter ondertekening naar de president gestuurd. Het eindresultaat is na bemiddeling door een gemengde commissie van het Hoger en het Lager huis tot stand gekomen. Mediaorganisaties zijn in grote lijnen positief over de uitkomst. Er zijn garanties opgenomen ter bescherming van onafhankelijke media. Ook is de vrijheid van meningsuiting vastgelegd.
Vraag 289: zie 162
Vraag 290: zie 62
Vraag 291: zie 162
Vragen 292 en 303
292
Hoe gaat de regering zorg dragen voor een "grotere coördinatie op ontwikkelingsgebied'?
303
115
Kunt u uitleggen wat u verstaat onder "grotere coördinatie op ontwikkelingsgebied"? In welke mate en op welke zal getracht worden deze betere coördinatie tot stand te brengen? Wat zijn hierbij de belangrijkste uitgangspunten voor de regering? Is er reeds bij de verschillende NGO's nagegaan hoe volgens hen deze coördinatie vorm moet krijgen? Zo ja, wat heeft deze consultatie bij de Nederlandse regering aan nieuwe inzichten opgeleverd? Zo niet, zullen de NGO's nog geconsulteerd worden?
Antwoord
Grotere coördinatie betekent dat een grotere samenhang tussen de diverse activiteiten van de diverse actoren in de provincie zal worden nagestreefd. Eerstverantwoordelijk voor deze coördinatie is de de Afghaanse overheid. Slechts wanneer deze opbouwinspanning wordt gedragen door de Afghaanse regering en de Afghaanse samenleving heeft deze kans van slagen. Om die reden hecht de regering eraan om zoveel als mogelijk de Afghaanse opbouwplanning te ondersteunen en als richtinggevend voor de inspanningen van de diverse actoren aan te houden. Om die reden zijn de provinciale consultaties voor de opstelling van een concept Provincial Development Plan als bijdrage aan de nieuwe Afghanistan National Development Strategy vanuit het PRT ondersteund. Zodra het Provincial Development Plan Uruzgan is vastgesteld (naar verwachting in 2008) zal het PRT de uitvoering ondersteunen.
Die ondersteuning zal deels kunnen plaatsvinden vanuit het PRT, maar ook aan het GTZ programma wordt een belangrijke rol toegedacht ter ondersteuning van de coördinatiefunctie van de overheid.
In het kader van het Afghanistan Platform, waar de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie periodiek met Nederlandse NGO's spreken, vindt een continue uitwisseling van gedachten en informatie plaats ter coördinatie van de Nederlandse aanpak in de provincie Uruzgan. Ook heeft Nederland internationaal een aantal coordinatiemechanismes geëntameerd, zoals het OS-overleg met Canada inzake Afghanistan en het RC(S)- landenoverleg. Ook in EU-kader pleegt Nederland een voortrekkersrol te spelen bij het op de agenda houden van Afghanistan en ontwikkeling.
Vraag 293: zie 222
Vraag 294
Is er sprake van een permanente bestuursstructuur in de gebieden waar de projecten worden uitgevoerd? Welk percentage van de bevolking wordt bereikt?
Antwoord
De nationale programma's worden met name uitgerold in de zogenoemde inktvlekken. Dit zijn de relatief veilige gebieden in en rondom Tarin Kowt en Deh Rawod waar de provinciale regering enige invloed heeft. In deze gebieden is sprake van (een begin van) een bestuurscultuur. Door de uitrol van nationale programma's te ondersteunen, wordt tevens gewerkt aan versterking van capaciteit en legitimiteit van de provinciale regering. De QVP's worden zowel binnen als buiten de inktvlekken uitgevoerd. Met de diverse projecten wordt circa 50% van de bevolking bereikt (zie ook het antwoord op de vragen 10 en 13).
116
Vraag 295
Kunt u een voorbeeld geven de strategisch ingezet op het overbruggen van tribale twistpunten?
Antwoord
Een voorbeeld is de bouw van een kantoor voor het districtsbestuur waarbij als voorwaarde werd gesteld dat rivaliserende groepen in het district gezamenlijk zich zouden inzetten voor de bouw. Deze inzet leidde er effectief toe dat de rivaliserende groepen hun verschillen overbrugden en besloten samen te werken.
Ook QVP's worden ingezet als een instument om op termijn tribale twistpunten te kunnen oplossen.
Vraag 296
Wat is de omvang van dit "integriteitsprobleem" bij de toestand van de rule of law? Gaat het alleen om de justitiesector?
Antwoord
De opbouw van de justitiële sector in Uruzgan verloopt nog langzaam. Rechters en openbare aanklagers vinden hun weg maar moeizaam naar de afgelegen gebieden zoals Uruzgan. Belangrijkste struikelblokken vormen de lage salarissen, de veiligheidssituatie en de ontbrekende infrastructuur, hetgeen corruptie in de hand werkt. De ongekwalificeerde staf bij politie en justitie is vatbaar voor externe druk van gewapende groepen, warlords en andere machtige personen. Het integriteitsprobleem ondermijnt de geloofwaardigheid van de justitiële sector en het vertrouwen in het overheidsapparaat.
Vraag 297: zie 94
Vraag 298: zie 98
Vraag 299: zie 48
Vraag 300: zie 62
Vraag 301: zie 62
Vraag 302: zie 62
Vraag 303: zie 292
Vraag 304
Op welke wijze zal Nederland zich inspannen om meer NGO's en internationale organisaties naar de provincie Uruzgan te halen? Wat moet er volgens de regering veranderen waardoor de NGO's wel in grotere getale in de provincie werkzaam zullen worden?
Antwoord
117
Door te werken aan veiligheid en stabiliteit wordt een omgeving gecreëerd waarin ontwikkeling op grotere schaal mogelijk wordt. Dit komt ten goede aan het werk van NGO's en maakt het ook voor hen aantrekkelijker hun werkzaamheden in Uruzgan op te pakken en/of uit te breiden.
Vragen 305, 314 en 338
305
Waarom schakelt de regering het Duitse GTZ in en wordt geen gebruik gemaakt van Nederlandse organisaties? Is het committeren van Duitsland aan Uruzgan een argument om met GTZ in zee te willen gaan?
314
Wat is het standpunt van de Nederlandse regering t.a.v. de door het GTZ voorgestelde District Development Committees?
338
Welke vorm krijgt het samenwerkingsprogramma met GTZ gericht op geïntegreerde plattelandsontwikkeling in Uruzgan? Wanneer is de verwachting dat men van start kan gaan met het programma? Door wie wordt het uitgevoerd? Waarom is gekozen voor samenwerking met GTZ?
Antwoord
De keuze voor GTZ is gebaseerd op inhoudelijke argumenten. GTZ beschikt over ruime ervaring in Afghanistan. In Nangahar bijvoorbeeld heeft deze organisatie een groot ruraal ontwikkelingsprogramma opgezet, waardoor zij een schat aan relevante ervaring hebben opgedaan. GTZ is tot heden de enige organisatie gebleken die beschikt over de benodigde capaciteit en ervaring en die zich met een goed en veelomvattend voorstel tot de Nederlandse regering heeft gewend.
GTZ zal in januari 2008 van start gaan met haar activiteiten. Deze zullen door GTZ worden uitgevoerd. Onderdeel van het programma van GTZ vormt het ondersteunen van het bestuur. Dit zal onder meer verlopen door middel van ondersteuning van oprichting van District Development Committees. Nederland heeft hiervoor een bedrag gereserveerd van 31 miljoen euro. De minister voor Ontwikkelingssamenwerking heeft hierover meermaals gesproken met zijn Duitse collega.
Vraag 306
Zal Nederland "consultancy capaciteit" beschikbaar stellen voor de coördinatie van internationale ondersteuning van initiatieven of voor de provinciale overheid van Uruzgan zelf? Om hoeveel capaciteit gaat het en welke activiteiten zullen door deze consultants worden uitgevoerd?
Antwoord
Een consultant zal in eerste instantie een inventarisatie maken van de beschikbare nationale ondersteuningsmechanismen, van de provinciale behoeften en zal op basis van deze gegevens concrete aanbevelingen doen voor een ondersteuningsprogramma. De werkzaamheden van de consultant worden nauw afgestemd met de plannen van GTZ.
118
Vraag 307
Lopen de bijdragen aan de (uitrol in Uruzgan van) nationale programma's die een langere looptijd hebben ook door na 2010? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Vooralsnog is geen verplichting aangegaan die ook na 2010 doorloopt. Reden daarvoor is dat in 2010 het Afghanistan Compact, dat vorm geeft aan de samenwerking tussen de Afghaanse regering en de internationale gemeenschap, afloopt.
Vraag 308: zie 101
Vraag 309
Wordt ontwikkeling ook gezien als randvoorwaarde voor veiligheid?
Antwoord
Doelstellingen op het gebied van veiligheid en ontwikkeling gaan hand in hand: ontwikkeling kan niet wortelen in een onveilige omgeving en de veiligheid verbetert wanneer de bevolking perspectief op ontwikkeling heeft en er op een integere wijze wordt bestuurd.
Vraag 310: zie 94
Vraag 311: zie 137
Vraag 312: zie 113
Vraag 313
Hoe beoordeelt de regering het feit dat de meeste NGO's buiten de inktvlek werkzaam zijn zodat de Taliban gebruik kan maken van hun diensten en dus nog actiever de Nederlandse militairen kan aanvallen?
Antwoord
NGO's werken zowel binnen als buiten de inktvlek.
Voor de uitvoering van kleine projecten worden contracten gesloten met lokale NGO's. Zij hebben de kennis en de kunde om te werken in een moeilijke omgeving als Uruzgan. Cruciaal is de nauwe betrokkenheid van de lokale bevolking bij de identificatie en implementatie van projecten. Door middel van cash for work wordt voor de uitvoering gebruik gemaakt van de werkkracht van de lokale bevolking. Het uitvoeren van deze projecten is van groot belang voor de Nederlandse missie in Uruzgan. Via deze projecten wordt een hand uitgestoken naar die gemeenschappen die zich door hun eigen regering en door de internationale gemeenschap reeds lange tijd in de steek gelaten voelen. Zij zouden een ontvankelijke voedingsbodem voor tegenkrachten (waaronder de Taliban) kunnen vormen, maar zijn nog te winnen voor de Afghaanse regering. Met deze projecten is een groot gedeelte van de Uruzgani bereikt. Doordat de projecten zijn gericht op de bevolking in haar geheel, valt echter nooit uit te
119
sluiten dat deze op enigerlei wijze ten goede komen aan lokale Uruzgani die in meer of mindere mate sympathie voor de Taliban hebben.
Vraag 314: zie 308
Vraag 315: zie 8
Vraag 316
Kan de regering verduidelijken wie, naar haar mening, de mogelijke extra betaling van getalenteerde Afghanen op zich moet nemen? Is dit de internationale gemeenschap of de Afghaanse regering?
Antwoord
Primair zal verantwoordelijkheid voor extra betaling bij de Afghaanse regering zelf rusten. Daar waar nodig kan Nederland bezien of aanvullende financiering noodzakelijk is.
Vraag 317: zie 67
Vraag 318: zie 67
Vragen 319 en 321
319
Wanneer zal het detentiecentrum gebouwd gaan worden? Wat is concreet de Nederlandse betrokkenheid bij de bouw van het detentiecentrum?
321
Zijn er andere landen bij het project van de bouw van een detentiecentrum betrokken? Zo ja, welke?
Antwoord
Nederland stelt fondsen ter beschikking uit het Stabiliteitsfonds voor de bouw van een nieuwe provinciale gevangenis in Tarin Kowt. Tentatief gaat het hierbij om een bedrag van USD 800.000. De plannen voor de nieuwe gevangenis zijn tot stand gekomen in overleg met het Correction Systems Support Programme (CSSP) en het Afghaanse ministerie van Justitie. Inmiddels heeft de Afghaanse overheid de bouwgrond toegewezen en wordt de laatste hand gelegd aan de bouwtekeningen. De bouw van de gevangenis zal in 2008 van start gaan onder beheer van het Afghaanse ministerie van Justitie.
Bij de bouw van de gevangenis zijn geen andere landen direct betrokken. De internationale gemeenschap speelt echter een belangrijke rol bij de advisering van het CSSP en het Afghaanse ministerie van Justitie over detentiefaciliteiten.
Vraag 320
120
Wordt in de informele geschillenbeslechting uitgegaan van de wet en kunnen burgers aan deze vorm van geschillenbeslechting derhalve rechtszekerheid ontlenen? Zo nee, op welke wijze denkt de regering bij te kunnen dragen aan de rechtszekerheid van mensen indien voorlopig uitgegaan wordt van informele geschillenbeslechting?
Antwoord
Bij traditionele rechtspraak gaat het in de eerste plaats om toepassing van lokaal gewoonterecht en religieuze regels. Aangezien deze vorm van rechtspraak op dit moment voor veel mensen de enige vertrouwde vorm van rechtsspraak is en het nog geruime tijd zal duren voordat het formele rechtsstelsel voldoende capaciteit heeft om alle geschillen te beslechten, is het van belang deze vorm van rechtspraak op verantwoorde wijze te incorporeren in het formele justitiële systeem. Met name het waarborgen van de rechten van vrouwen en minderheden is hierbij van belang. Nederland is een van de landen die input levert ten behoeve van de nationale strategie voor de justitiele sector. Daarnaast is Nederland bereid financieel bij te dragen aan de implementatie van deze strategie, mits wordt voldaan aan een aantal voorwaarden, waaronder aandacht voor Transitional Justice.
Vraag 321: zie 319
Vraag 322: zie 93
Vraag 323
Welke belangrijke stappen voorwaarts verwacht de regering te maken t.a.v. de terreinen goed bestuur, gezondheidszorg, onderwijs en rurale ontwikkeling? Welke bedragen zijn daarbij aan de orde?
Antwoord
Op het gebied van goed bestuur, gezondheidszorg, onderwijs en rurale ontwikkelingen worden verschillende nationale programma's in Uruzgan geïmplementeerd, alsmede projecten door verschillende organisaties. Hierdoor is de verwachting dat in de komende periode belangrijke stappen voorwaarts kunnen worden gemaakt op deze cruciale terreinen. Voor een specifiek overzicht van deze programma's en de daarmee gemoeide financiële bijdragen wordt verwezen naar de OS-bijlage. Nederland zal zich inzetten om naast deze projecten additionele programma's in Uruzgan te implementeren. De mogelijkheden hiertoe zullen vanzelfsprekend nauw samenhangen met onder meer de veiligheidssituatie en het aantal organisaties dat activiteiten in Uruzgan wil ontplooien. Ofschoon met de lopende en aankomende projecten belangrijke vooruitgang kan worden geboekt, blijft de verwachting dat ook aan het einde van de voorziene periode van inzet de Afghaanse regering nog niet in staat zal zijn volledig zelfstandig, zonder externe financiële en personele ondersteuning, duurzaam essentiële diensten te leveren aan de bevolking van Uruzgan.
Vraag 324
Hoe schat de regering vooruitgang op het terrein van Transitional Justice in? Hoe kan op de snelst mogelijke wijze uit de huidige impasse tussen regering en Parlement gekomen worden? Op welke wijze draagt Nederland daaraan bij?
Antwoord
121
In december 2005 nam de Afghaanse regering een ietwat afgezwakte versie aan van het Transitional Justice actieplan. Dit actieplan voorziet ondermeer in activiteiten op het gebied van erkenning, goed bestuur, waarheidsvinding, verzoening en verantwoording. Op 10 december 2006 heeft Karzai het plan publiekelijk gelanceerd. Tegelijkertijd riep hij deze datum uit als herinneringsdag voor de oorlogsslachtoffers. Ook werd in het najaar van 2006 een benoemingspanel voor hoge overheidsbenoemingen geïnstalleerd.
Na de publicatie van een rapport van Human Rights Watch, waarin diverse parlementariërs en overheidsfunctionarissen als oorlogsmisdadigers werden aangemerkt, ontstond bij sommigen weerstand tegen het transitional justice proces.
Nederland hecht groot belang aan het aan de kaak stellen van mensenrechtenschendingen die tijdens de 28 jaar oorlog in Afghanistan zijn gepleegd en is vanaf het begin actief pleitbezorger geweest van transitional justice in Afghanistan. Zo heeft Nederland actief bijgedragen aan het opstellen van het actieplan voor transitional justice en ondersteunen we verschillende organisaties, zoals het International Centre for Transitional Justice. Dit centrum voert in samenwerking met de onafhankelijke mensenrechtenorganisatie AIHRC en UNAMA een programma uit dat zich onder andere richt op capaciteitsopbouw bij maatschappelijke organisaties en de vorming van hulporganisaties voor slachtoffers. Daarnaast werkt Nederland samen met een NGO aan een project over transitional justice en gender. Het project beoogt door getuigenissen van vrouwen over de slechte behandeling onder het Taliban-regime met aanbevelingen te komen over hoe in de implementatie van het actieplan met gender thema´s moet worden omgegaan. Voorts blijft Nederland zowel bilateraal als in EU en VN-kader pleiten voor de implementatie van het transitional justice actieplan. Hiervoor heeft de minister voor Ontwikkelingssamenwerking ook klemmende aandacht gevraagd tijdens zijn bezoek aan Afghanistan in september 2007. Zo wordt momenteel getracht om dit onderwerp op te nemen in de Afghaanse strategie voor de justitiële sector, die onderdeel vormt van de Afghanistan National Development Strategy. Naar verwachting wordt deze strategie in het voorjaar van 2008 gelanceerd.
Vraag 325
Waarom is het strategisch plan voor de justitiesector nog niet af?
Antwoord
Het opstellen van een gedegen strategisch plan is een veelomvattende exercitie en zorgvuldigheid is een vereiste. Dit zorgt voor een traject van afstemming tussen de betrokken actoren. Een gebrek aan capaciteit aan Afghaanse zijde vertraagde dit proces. De opstelling van de strategie voor de juridische sector nadert nu zijn einde. Het is het voornemen van de donoren om de strategie eind december met de minister van Justitie, plaatsvervangend President van het Hooggerechtshof en Procureur-generaal te bespreken. Eind december kunnen dan de strategie en het daarbij behorende nationaal justitie plan worden vertaald en begin 2008 in een conferentie worden besproken, zodat tot actie kan worden overgegaan.
Vraag 326
Is de motie-Ferrier c.s. inzake alternatieve agrarische productie reeds uitgewerkt, inclusief de haalbaarheidsstudie? Wordt de Kamer hierover conform de motie voor medio december geïnformeerd? Zijn hiervoor voldoende financiële middelen beschikbaar?
122
Antwoord
De beantwoording van de motie Ferrier gaat de Kamer zo spoedig mogelijk toe. In de beantwoording wordt ingegaan op plannen voor de verbreding van de agrarische productie, een haalbaarheidsstudie en financiële middelen.
Vraag 327
Bieden klimaat en ligging van Uruzgan voldoende basis voor een economische ontwikkeling die hoofdzakelijk op de landbouw is gestoeld?
Antwoord
Ja.
Vraag 328
Welke andere economische sectoren zijn in Uruzgan te onderscheiden naast landbouw? Hoe groot is het belang van deze sectoren?
Antwoord
Landbouw is met afstand de belangrijkste economische sector in Uruzgan. Daarnaast zijn ook handel, nijverheid en (klein-)veeteelt van belang.
Vraag 330
Bestaat er een lijst van steun aan alternatieve gewassen en kan die aan de Kamer worden gestuurd?
Antwoord
Nederland levert een bijdrage aan alternatieve gewassen door middel van levering van uitgangsmateriaal als saffraanbollen, verschillende soorten fruit- en notenbomen en groentezaden.
Vraag 331
Welke bedrijven en wetenschappelijke instellingen hebben belangstelling getoond?
Antwoord
Als vervolg op het bezoek dat een hoge delegatie uit het Nederlandse bedrijfsleven in oktober 2007 bracht aan Tarin Kowt zal de voorzitter van de VNO-NCW op 17 december 2007 de Werkgroep Economische Wederopbouw Afghanistan formeel oprichten. De deelnemers aan de werkgroep worden dan bekendgemaakt. Deze vertegenwoordigen bedrijven die belangstelling hebben voor ondersteuning van de wederopbouw in Uruzgan. De bedrijven zijn afkomstig uit onder meer de land- en tuinbouw, waterbeheer, bankwezen en vakonderwijs. Er vinden hierover consulataties plaats tussen de minister van Ontwikkelingssamenwerking en het bedrijfsleven.
Vraag 332
Hoe verhoudt de opstelling van de Nederlandse regering m.b.t. de verhouding tussen de traditionele shura en een formeel juridisch systeem in Uruzgan (kennelijk wordt de prioriteit
123
volledig gelegd bij de traditionele shura) zich tot de aanbevelingen die door functioneel specialist mr. Scholtens zijn gedaan in het Nederlands Juristen Blad van 28 september 2007?
Antwoord
De Nederlandse activiteiten in Uruzgan moeten passen binnen het raamwerk van de National Justice Sector Strategy. Een verhoging van de salariëring is een aspect van mogelijk hervormingen dat nationaal nadere aandacht verdient. Er wordt gewerkt aan capaciteitsopbouw van instituties in Uruzgan. Nauw verbonden aan de justitiële sector is de opbouw van de politie waar Nederland fors in investeert door middel van financiële bijdragen, levering van materieel en infrastructuur en training en mentoring.
Vraag 333: zie 106
Vraag 334
Op welke wijze kan / gaat Nederland bijdragen aan een (betere en bredere) vervolging van de drugshandelaren? Wordt Nederland daarbij ondersteund door een bestaand plan van aanpak van de Afghaanse regering? Zijn er al eerste resultaten? Welke mogelijkheden voor een steviger en breder aanpak van de grote drugshandelaren, het transport en de productie van drugs heeft ISAF nu? Aan welke mogelijk opsporingsactiviteiten doet ISAF nu niet mee, omdat zij niet onder het huidige mandaat vallen?
Antwoord
Interdictie-activiteiten en rechtsvervolging zijn onderdeel van het Afghaanse drugsbeleid. Hiertoe onderneemt de Afghaanse regering een proces van institutionele en capaciteitsopbouw van onderdelen van de veiligheidssector. Het betreft de Afghan Special Narcotics Force onder het kantoor van de President, de grenspolitie en de CN politie. Deze laatste omvat onder andere een mobiel detectieteam dat zich bezighoudt met het opsporen van opiaten en chemicaliën ten behoeve van de productie van heroïne. In Uruzgan is recent een commandant Counter Narcotics Police aangesteld. Nederland heeft een bijdrage geleverd via UNODC aan de bouw van een kantoor voor de Afghaanse Counter-Narcotics Police. Resultaten van de Afghaanse aanpak zijn onder andere de arrestatie van papaverproducenten en politieagenten in Kandahar en Helmand, echter de aanpak van de grootste drugshandelaren blijft vooralsnog uit.
ISAF beoogt, in haar operatie om de Taliban te bestrijden, ook bij te dragen aan opsporing van drugsgerelateerde activiteiten. Zo worden er af en toe drugsvondsten gedaan die worden overgedragen aan Afghaanse autoriteiten, waarna de vondsten worden vernietigd. Verder houdt ISAF via haar inlichtingendiensten een overzicht van drugsgerelateerde activiteiten bij. Directe betrokkenheid bij operaties tegen CN-doelen is beperkt, deze activiteiten worden primair uitgevoerd door Afghaanse veiligheidsorganisaties.
In NAVO kader wordt thans bekeken hoe invulling gegeven kan worden aan de rol van ISAF op het gebied van interdictie binnen het huidige Operatieplan. Nederland zal alsdan zijn activiteiten op dit gebied intensiveren, in nauwe samenwerking met de Afghaanse overheid en internationale partners.
Vraag 335: zie 123
124
Vraag 336
Is de opzet van het teacher training collega en het multipurpose training college waar Nederland financiële steun aan heeft toegezegd gegarandeerd?
Antwoord
Op 12 november 2007 bezocht de Afghaanse minister van Onderwijs, Hanif Atmar, Nederland. Bij die gelegenheid hebben ministers Koenders en Atmar een MoU ondertekend waarin beiden zich gecommitteerd hebben aan de oprichting en ondersteuning van een trainingcollege en een multipurpose trainingcollege. Dergelijke onderwijsinstellingen zijn van groot belang om de jongeren van Uruzgan perspectief te geven op een baan en een professionele toekomst.
Vragen 337, 341, 345, 348 en 351
337
Welke steun verleent Nederland in de praktijk aan verdelgingsoperaties van de Afghaanse overheid?
341
Wat betekent dat Nederland niet zal meewerken aan eradicatie in isolement? Wanneer werkt Nederland wel er aan mee?
345
Klopt het dat Nederland onder de genoemde voorwaarden wel zal meewerken aan verdelging van papaver? Kunt u garanderen dat Nederland niet meewerkt aan verdelging door middel van chemisch sproeien van uit de lucht of op de grond? Hoeveel geld en menskracht heeft u beschikbaar voor de genoemde intensivering van uw activiteiten op het gebied van het tegengaan van drugshandel?
348
Waarom werkt Nederland mee aan verdelging van papaver? Waarom kiest Nederland er niet voor medewerking aan eradicatie te weigeren?
351
Welke middelen van eradicatie ondersteunt Nederland wel?
Antwoord
Het verdelgen van de papaverteelt is een onderdeel van de Afghaanse nationale drugsstrategie. Nederland ondersteunt deze omvattende strategie met alle bijbehorende pijlers, mits deze gebalanceerd geïmplementeerd worden. Dus geen eradicatie in isolement. Daartoe dringt Nederland bij de Afghaanse overheid aan op respect voor drie voorwaarden voor eradicatie: namelijk een Afghaans besluit en uitvoering door Afghaanse diensten, beperkte inzet alleen in zorgvuldig bepaalde daarvoor aangewezen gebieden waarbij kleine boeren ontzien worden en alternatieven aanwezig zijn, en committering van Afghaanse overheid en internationale partners aan korte en middellange termijn follow-up in de vorm van de omvattende strategie. Indien de Afghaanse overheid besluit te eradiceren, staat Nederland handmatige verdelging voor. Nederland is tegenstander van verdelging door
125
middel van chemisch sproeien vanwege mogelijke schadelijke effecten op mensen en gewassen en de psychologische en sociale gevolgen.
Nederland heeft geen formele rol in het verdelgingsproces. ISAF zal conform mandaat alleen `in extremis support' verlenen, als de Afghaanse verdelgingstroepen niet meer voor hun eigen veiligheid kunnen instaan.
De VS-minister van Defensie heeft recent verklaard geen voorstander te zijn van papaververnietiging via besproeiing vanuit de lucht en heeft zich tevens sterk uitgesproken voor een geïntegreerde benadering.
Vraag 338: zie 305
Vraag 339
Welke mogelijkheden liggen er in de rehabilitatie en uitbreiding van de veeteelt?
Antwoord
In Uruzgan bestond een gedeelte van de bevolking traditioneel van de veeteelt. Veel van deze bedrijvigheid is de afgelopen tientallen jaren verloren gegaan door oorlog, door armoede, maar ook door droogte.
De VN-voedselorganisatie FAO zal haar activiteiten, waarmee zij begin volgend jaar van start zal gaan, ook richten op het herstel van de kleinveeteelt. Tevens zal een functioneel specialist veeteelt een nadere inventarisatie van mogelijkheden op het terrein van rehabilitatie van veeteelt uitvoeren.
Vraag 340: zie 123
Vraag 341: zie 337
Vraag 342: zie 66
Vraag 343: zie 66
Vraag 344: zie 66
Vraag 345: zie 337
Vraag 346
Zijn er afspraken gemaakt met de Verenigde Staten/Operation Enduring Freedom over de bestrijding van papaver in Uruzgan ? Zo ja welke?
Antwoord
Nee.
126
Vraag 347: zie 159
Vraag 348: zie 337
Vraag 349
Welk deel van de economie van Uruzgan is direct of indirect verbonden aan papaverteelt?
Antwoord
Volgens Afghaanse cijfers (van het Afghanistan Central Statistical Office) heeft de drugseconomie een geschatte omvang van 53% van het officiële BNP (waarin de illegale drugseconomie niet is opgenomen), namelijk ca. 4 mld. USD op een formeel BNP van 7,5 mld. USD. Voor Uruzgan specifiek zijn hieromtrent geen gegevens bekend. In Uruzgan wordt in 2007 van de ruim 70.000 hectare landbouwgrond ongeveer 9.000 hectare voor de teelt van papaver gebruikt. Het leeuwendeel van de landbouwgrond wordt gebruikt voor gewassen als tarwe en mais en voor veeteelt. De schatting is echter dat een substantieel deel van de lokale economie, via de door drugsverbouw en handel gegenereerde inkomsten, verbonden is met de papaverteelt.
Vraag 350
Wordt bij het vinden van alternatieve gewassen voor papaverteelt ook gekeken naar de extra werkgelegenheid die de papaverteelt met zich meebrengt voor de verwerking van papaver? Zo ja, welke alternatieven worden gezocht voor die werkgelegenheid? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Ja. Bij het beoordelen van de duurzaamheid en economische haalbaarheid van mogelijke alternatief voor de verbouw van papaver, worden alle relevante factoren in de beoordeling betrokken.
Er wordt niet gezocht naar gewassen die bij de boeren een op een de papaver kunnen vervangen. Er wordt gezocht naar een alternatief economisch ontwikkelingsmodel voor de provincie als geheel. Het vergroten van de werkgelegenheid en mogelijkheden voor inkomstenverwerving staan daarbij centraal. Stimuleren van legale productieve ontwikkeling, ontwikkeling van randvoorwaarden als infrastructuur, opleiding, energievoorziening, kredietvoorziening zijn daarbij evenzeer van belang als het identificeren van alternatieve gewassen.
Vraag 351: zie 337
Vraag 352: zie 62
Vraag 353: zie 241
Vraag 354
Wat is de Amerikaanse rol in dit verdelgingsplan. Heeft Nederland in Uruzgan een vetorecht op een verdelgingsoperatie, als die door anderen wordt uitgevoerd?
127
Antwoord
De Verenigde Staten levert aan de Afghaanse autoriteiten financiële, materiële en personele ondersteuning bij de uitvoering van de gehele Afghaanse anti-drugsstrategie. De VS-minister van Defensie heeft recent verklaard geen voorstander te zijn van papaververnietiging via besproeiing vanuit de lucht.
De Afghaanse regering is verantwoordelijk voor de implementatie van deze strategie. Indien de Afghaanse regering besluit tot verdelging in Uruzgan is dit een soeverein besluit. Wel zal Nederland gekend worden in de besluitvorming over eventuele verdelging in Uruzgan. Nederland zal, gezien de Nederlandse verantwoordelijkheid voor veiligheid en ontwikkeling in de provincie, bij dergelijk overleg wijzen op de in de artikel 100-brief genoemde randvoorwaarden en aandringen op respecteren van deze voorwaarden. In 2007 hebben de Afghaanse autoriteiten zich gehouden aan de Nederlandse randvoorwaarden.
Vraag 355: zie 88
Vragen 356 en 361
356
Zet Nederland ook in op afbouw van de vraag naar papaver en uit papaver gemaakte drugs?
361
Bent u bekend met de gegevens van het Office of Drugs and Crime (ODC) dat bijna één miljoen Afghanen illegaal drugs gebruikt? Voert de Afghaanse regering beleid om het gebruik terug te dringen, en zo ja, hoe ziet dit beleid er uit? Is bekend in hoeverre het drugsgebruik oorzaak is van toename van het aantal HIV-besmettingen?
Antwoord
Ja, Nederland is bekend met de gegevens van UNODC. Vraagreductie is een van de pilaren van het Afghaanse nationale drugsbeleid. De Afghaanse regering zet in op vraagvermindering o.a. door middel van voorlichtingscampagnes. In de zomer van 2007 is op het gebied van voorlichting een belangrijke stap gezet door middel van het organiseren van een nationale campagne tegen papaverteelt en drugsgebruik. In het kader van deze campagne bracht de Afghaanse minister van Counter-Narcotics, vergezeld door medewerkers van het Afghaanse ministerie van Binnenlandse Zaken, een bezoek aan Uruzgan. Aandacht van de nationale overheid is essentieel voor het effectief overdragen van de boodschap dat drugsgebruik gevaarlijk is en dat drugsverbouw- en handel illegaal zijn en bestreden worden. Nederland draagt tevens bij aan de voorlichting door middel van financiering van een radioprogramma dat ingaat op de gevaren van drugsgebruik. In de periode voorafgaand aan de nationale campagne was het reeds in Uruzgan aanwezige Poppy Elimination Programme (PEP) kleinschalig actief op het gebied van informatievoorziening door middel van het geven van voorlichting op scholen.
Nederland zal blijven inzetten op een effectieve voorlichtingscampagne met inzet van zowel lokale als nationale autoriteiten. Volgens het UNAIDS Report on the global AIDS epidemic 2006 zijn er minder dan 1000 Afghanen besmet zijn met HIV. In de 2007 AIDS epidemic
128
update van UNAIDS wordt gesteld dat onbeschermde sex een belangrijke factor voor transmissie van de HIV-epidemie in de regio vormt, en dat besmette drugsinjectienaalden de voornaamste wijze van transmissie vormen in Afghanistan.
Vraag 357: zie 261
Vraag 358
Welke rol spelen grootgrondbezitters in de teelt van papaver?
Antwoord
In Afghanistan spelen grootgrondbezitters een belangrijke rol bij de teelt van papaver. Wegens het ontbreken van een kadaster in Afghanistan zijn geen specifieke gegevens bekend.
Vraag 359
Zijn er voor zover bekend drugslaboratoria in Uruzgan of andere delen van Afghanistan? In hoeverre bestrijdt de Afghaanse regering de bewerking van papaver? Levert Nederland hier een bijdrage aan?
Antwoord
Volgens de UNODC Afghanistan Opium Survey 2007 concentreren laboratoria zich voornamelijk in de provincies Helmand, Nangahar en Badakshan. Er zijn tot dusverre geen aanwijzingen gevonden voor het bestaan van drugslaboratoria in Uruzgan. Het bestrijden van laboratoria en de handel in de chemische middelen voor verwerking van opium tot heroïne (zgn `precursors') maakt deel uit van de Afghaanse anti-drugsstrategie.
Vraag 360
Is er informatie over de geldstromen die voortkomen uit de handel in papaver en drugs gemaakt uit papaver? Zijn er gegevens beschikbaar over in hoeverre bancaire instellingen betrokken zijn en als dat het geval is om welke instellingen het gaat? Wordt er onderzoek gedaan naar de geldstromen? Als er geen (actuele) informatie over beschikbaar is, bent u bereid onderzoek naar de geldstromen in te stellen?
Antwoord
Voor zover het om geldstromen van/naar Nederland gaat, zijn Nederlandse financiële instellingen verplicht een melding te doen bij de Financial Intelligence Unit (FIU) Nederland wanneer het vermoeden bestaat dat een specifieke transactie gerelateerd is aan witwassen of terrorismefinanciering. FIU Nederland kan op basis van de gedane meldingen een beeld geven van de geldstromen op een bepaald land. Deze informatie kan worden gebruikt in het kader van strafrechtelijke onderzoeken. Op dit moment bestaat geen concrete aanleiding om een onderzoek naar geldstromen van/naar Nederland te starten.
Vraag 361: zie 356
Vraag 362: zie 214
129
Vraag 363
Wat is het mandaat gebied ISAF? Wat is het statusgebied ISAF? Wat is het verantwoordelijkheidsgebied van ISAF?
Antwoord
Het ISAF mandaatgebied is in VN Veiligheidsraadresolutie 1510 van 13 oktober 2003 uitgebreid tot heel Afghanistan. Het statusgebied van ISAF bestond reeds vanaf de ontplooiing van ISAF uit heel Afghanistan, teneinde geen lacunes te laten bestaan in de immuniteiten en privileges van de vredesmacht, ongeacht waar deze macht of leden van deze macht zich zouden kunnen gaan bevinden. Het `verantwoordelijkheidsgebied' van ISAF beslaat eveneens heel Afghanistan, waarbij dient te worden aangetekend dat ISAF een ondersteuningsmacht is, en dat de Afghaanse regering formele verantwoordelijkheid draagt voor veiligheid in het land. De drie onderscheidenlijke gebieden zijn voor ISAF nu dus gelijk.
Vraag 364
Wordt het hoofddoel van ISAF, het assisteren van de Afghaanse overheid bij het bevorderen van stabiliteit en veiligheid, vertaald in zeggenschap van de Afghaanse regering over de ISAF-operaties? Zo ja, op welke wijze? Wordt het hoofddoel van ISAF, het assisteren van de Afghaanse overheid bij het bevorderen van stabiliteit en veiligheid, vertaald in zeggenschap van de gouverneur van Uruzgan over de Nederlandse ISAF-operaties? Zo ja, op welke wijze?
Antwoord
Operaties van ISAF worden nauw afgestemd met de Afghaanse regering en het Afghaanse leger en worden in de meeste gevallen ook gezamenlijk uitgevoerd met de ANSF. Naarmate ISAF zich meer zal richten op training en mentoring, en minder op (grootschalige) operationele veiligheidsassistentie, zal de verantwoordelijkheid van het Afghaanse leger voor planning verder toenemen.
De gouverneur van Uruzgan heeft geen formele zeggenschap over veiligheidsoperaties van de TFU. Wel worden deze nauw met hem afgestemd en gecoördineerd, mede ook omdat de gouverneur een sleutelpositie bekleedt mbt contacten met de Afghaanse politie en de bevolking van Uruzgan. Daarnaast is de gouverneur intensief betrokken bij de activiteiten van Nederland op het gebied van bestuursondersteuning en ontwikkeling. Nederland onderneemt op deze vlakken geen activiteiten zonder expliciete betrokkenheid van het provinciale bestuur.
Vraag 365
Wat is 'de behoeftestelling van ISAF'? Kunt u die concreet kwantificeren? Kunt u nader onderbouwen waarom de bewering dat 'het aantal aanwezige eenheden toereikend is voor de uit te voeren taken ' niet in strijd is met de constatering dat 'de behoeftestelling van ISAF niet volledig gevuld is'? Welke taken worden niet vervuld vanwege de niet volledige vulling? Welke doelen worden niet - of in mindere mate - nagestreefd vanwege de niet volledige vulling? Wat is de invloed van de niet volledige vulling op het ambitieniveau? Welke acties gaat Nederland en/of de NAVO ondernemen om tot een volledige vulling te komen?
Antwoord
Om de operatie ISAF naar behoren te kunnen uitvoeren in geheel Afghanistan is een inschatting gemaakt van de benodigde militaire eenheden. Deze behoefte is verwoord in een
130
geclassificeerd NAVO-document dat niet met de Kamer kan worden gedeeld. Op dit moment is deze behoefte niet volledig ingevuld. Het aantal aanwezige ISAF-eenheden in Uruzgan is conform de gestelde behoefte. De onvolledige vulling van de behoefte elders in Afghanistan is een punt van continue aandacht voor de NAVO.
Vraag 366: zie 190
Vraag 367: zie 44
Vraag 368: zie 14
Vraag 369: zie 214
Vragen 370, 371 en 429
370
Hoeveel militairen zijn nog gestationeerd in Uruzgan die vallen onder OEF?
371
Hoe vaak worden in Uruzgan OEF-operaties uitgevoerd die vanwege hun aard (counter- terrorism) niet onder ISAF-mandaat zouden kunnen worden uitgevoerd?
429
Om hoeveel Amerikaanse militairen gaat het in de basis Cobra en Anaconda?
Antwoord:
Er worden geen mededelingen gedaan over de exacte aantallen militairen op genoemde bases. Het gaat hierbij om tientallen. Alle OEF-operaties worden afgestemd en gecoördineerd met ISAF.
Vraag 371: zie 370
Vraag 372: zie 167
Vraag 373: zie 214
Vraag 374
Is er een oplossing voor het belangrijke militaire knelpunt van het aantal gevechtseenheden om de achtergebleven groei van het ANA tijdelijk op te vangen? Zo ja, welke? Zo nee, welk risico vormt het tekort aan gevechtseenheden voor de Nederlandse militairen? Acht u dat risico aanvaardbaar? Zijn de toezeggingen van andere landen om OMLT's te leveren voldoende? Welke toezeggingen zijn dat? Is er voldoende budget voor het inhuren van helikopter- en andere luchttransportcapaciteit? Hoeveel?
Antwoord
131
Er bestaat in Uruzgan geen tekort aan ISAF-gevechtseenheden. Het ANA heeft tot voor kort wel gekampt met forse onderbezetting, doch de laatste weken is met de ontplooiing van de 4e brigade het aantal nagenoeg op het toegezegde peil gekomen. Er zijn toezeggingen van partners om drie OMLT's te leveren, waarmee het totaal aantal OMLT´s inclusief de twee Nederlandse OMLT's op vijf kan worden gebracht. Voor het inhuren van helikopter- en andere luchttransportcapaciteit is voldoende budget.
Vraag 375: zie 214
Vraag 376
Hoe lang denkt u dat de nieuwe Bushmastervoertuigen meekunnen; wat voorziet u aan het einde van deze gebruikstermijn en waarom worden deze niet uit de Defensiebegroting bekostigd?
Antwoord
Het contract voor de verwerving van de Bushmasters gaat uit van een levensduur van minimaal 10 jaar. Aan het eind van de gebruikstermijn in Afghanistan zal aan de hand van de status van het materiaal worden bezien wat er verder met de Bushmasters moet gebeuren. Afhankelijk van dat besluit zal tevens worden bezien hoe inbedding van de Bushmasters binnen de defensieorganisatie in Nederland zal plaatsvinden. De investering voor de Bushmasters wordt wel degelijk uit de Defensiebegroting bekostigd.
Vraag 377
Hoeveel van het totaal aantal militairen zullen actief zijn binnen het PRT?
Antwoord
Er werken op dit moment 55 militairen in het PRT. Het PRT wordt in zijn taakuitvoering ondersteund door de militairen van de gehele TFU, onder andere voor beveiliging tijdens patrouilles en bezoeken.
Vraag 378: zie 238
Vraag 379: zie 238
Vraag 380
Hoe is het mogelijk de Taliban irrelevant te maken en de toegang tot de bevolking en de middelen te ontzeggen als onduidelijk is welke personen (groepen) tot de Taliban behoren en door Defensie consequent als Opposing Military Forces (OMF) worden aangeduid? Hoe verhoudt zich de verwachte groei van het aantal ANA-militairen en de benodigde begeleiding met de vermindering van het aantal in de provincie aanwezige Nederlandse militairen? Hoe verhoudt zich de verwachte groei van het aantal ANA-militairen en de benodigde begeleiding met de vermindering van het aantal in de provincie aanwezige Nederlandse OMLT's van vier naar twee? Hoe verhoudt zich de uitbreiding van de inktvlek en de uitbreiding van het aantal langs de randen benodigde Nederlandse militairen met de vermindering van het aantal in de provincie Nederlandse militairen? Welke middelen heeft Nederland achter de hand als op enig
132
moment blijkt dat de omvang van de TFU (incl. ondersteunende middelen) niet meer toereikend blijkt te zijn? Leveren de NAVO-partners in dat geval extra troepen?
Antwoord
De term Opposing Militant Forces (OMF) wordt gebruikt als overkoepelende benaming van alle gewapende groeperingen die strijden tegen het legitieme Afghaanse gezag of ISAF. Hieronder vallen zowel de Taliban, niet-Afghaanse terroristische strijders die in Afghanistan actief zijn, aanhangers van de terreurbeweging van Gulbuddin Hekmatyar (Hezb-e-Islami Gulbuddin) alsmede de georganiseerde (drugs)criminaliteit.
Ofschoon Nederland het aantal OMLT's zal verminderen, zal het totale aantal OMLT's in Uruzgan toenemen (van 4 naar 5). Dit is mede afgestemd op de groei van het aantal ANA- militairen in de provincie.
De uitbreiding van de inktvlek is niet alleen een verantwoordelijkheid van ISAF. Ook de opbouw van de ANSF speelt daarbij een rol. Daarbij dient tevens te worden aangetekend dat de reductie in het aantal Nederlandse militairen in Uruzgan niet zal leiden tot een reductie in het totaal aantal ISAF-militairen in Uruzgan.
De afspraken inzake veiligheidsgaranties, zoals gesteld in de brief van 22 december 2005 (uw kenmerk 27925 nr 194) gelden onverkort. Het Nederlandse detachement in Uruzgan zal door toedoen van de NAVO worden versterkt indien daartoe aanleiding zou zijn. Verder is destijds van VS-zijde een separate verzekering gekregen dat VS strijdkrachten het Nederlandse detachement in geval van nood zullen ondersteunen.
Vragen 381 en 383
381
Is de relatie tussen ISAF en ANA eenduidig gedefinieerd? Zo ja, op grond van welke afspraken? Heeft ISAF, in ruil voor de te leveren ondersteuning, ook invloed op, of zeggenschap over ANA-operaties? Zo ja, op grond van welke afspraken? Is er sprake van coördinatie tussen ISAF en ANA in Uruzgan? Zo ja, op grond van welke afspraken? Wie heeft de eindverantwoordelijkheid? Is er sprake/kan er sprake zijn van inzet van ANA in ISAF-verband en onder ISAF-commando? Is er sprake/kan er sprake zijn van inzet van ISAF onder ANA commando?
383
Hoe vindt de coördinatie tussen TFU en ANA bij het verdedigen van de 'inktvlek' plaats? Is hier sprake van een hiërarchische verhouding? Zo nee, hoe komt men tot samenwerking? Zo ja, wie maakt de dienst uit?
Antwoord
Het ANA wordt aangestuurd in de nationale, Afghaanse lijn. ISAF heeft daarbij een coördinerende en ondersteunende rol. Gedurende gezamenlijke missies van ANA en ISAF worden specifieke afspraken gemaakt over de aansturing van die missie. Tijdens missies met de TFU wordt het ANA begeleid door een OMLT van ISAF. ISAF opereert nooit onder ANA-commando. Het ANA participeert wel in ISAF-operaties en vervult daarin zijn eigen rol.
133
Vraag 382: zie 162
Vraag 383: zie 381
Vraag 384: zie 190
Vragen 385 en 386
385
Op welke wijze is de afstemming tussen de rol van de TFU bij de versterking van de ANP en CSTC-A geregeld?
386
In hoeverre belemmert het verschil in mandaat tussen de TFU en CSTC-A een effectief optreden ter ondersteuning van de ANP?
Antwoord
CSTC-A is de instantie die toeziet op het genereren en ontwikkelen van de ANSF, waaronder de ANP. Binnen het RC South-operatiegebied coördineert de Afghan Regional Security Integration Cell (ARSIC) de verschillende provinciale inspanningen op ANP-gebied. Het ARSIC vormt daarnaast tevens het coördinerende instituut tussen de provincies en CSTC-A. Vanaf januari 2008 wordt een Nederlandse militair van de KMar geplaatst binnen het ARSIC.
Er is geen sprake van enige belemmering van de TFU door vermeend mandaatsverschil in een effectief optreden ter ondersteuning van de ANP.
Vraag 386: zie 385
Vraag 387: zie 181
Vraag 388
Hoe onderscheiden Nederlandse troepen Taliban-leden van niet-Taliban-leden bij het blokkeren van de toegang tot bevolking en middelen?
Antwoord
De Taliban is een diffuse organisatie. De meeste volgelingen van de Taliban lijken eerder gedreven door vervreemding, manipulatie en opportunisme dan door ideologie.
De basisvoorzieningen (onderwijs, gezondheidszorg, plattelandsontwikkeling) die de Afghaanse regering en niet-gouvernementele organisaties, dankzij Nederlandse steun, aan de bevolking van Uruzgan biedt is niet discriminerend. Ook personen die sympathie hebben voor de Taliban kunnen (en moeten) van deze dienstverlening gebruik kunnen maken. Juist het bieden van sociaal-economisch perspectief is immers een adequaat middel om de Taliban van zijn aanhangers te doen vervreemden.
134
Vraag 389: 181
Vragen 390 en 532
390
Hoe gaat u de inktvlek uitbreiden, terwijl u minder militairen beschikbaar heeft?
532
Wat is het maximaal aantal militairen dat Nederland tijdens de verlenging van de missie in Uruzgan zal inzetten in Afghanistan?
Antwoord
De totale vereiste militaire ISAF-bijdrage voor de provincie Uruzgan, inclusief de Nederlandse bijdrage daaraan, blijft gelijk. Daarbij zijn inbegrepen de Australische militairen, die nu reeds actief zijn, alsmede het beperkte aantal Amerikaanse militairen die met name op de Noordelijke bases Cobra en Anaconda actief zijn en blijven. De TFU zal primair blijven opereren vanaf de bases in Tarin Kowt en Deh Rawod. Om en nabij deze beide locaties zijn in 2006 de eerste ADZ´s gevestigd, als exponent van de inktvlekstrategie. Deze inktvlekstrategie en de ADZ's blijven de basis voor de operaties. Ook Chora zal op termijn deel gaan uitmaken van de inktvlek. Daarmee wordt een belangrijk deel van de bevolking van Uruzgan bereikt. Een uitbreiding van de ADZ's en een gelijkblijvende militaire ISAF- bijdrage gaan hand in hand, mits de ANSF in kwaliteit en kwantiteit blijven toenemen.
Het totale aantal Nederlandse militairen in Afghanistan komt in deze nieuwe missie tussen de 1350 en 1450. In Uruzgan zal Nederland door de komst van partners gedurende de looptijd van de nieuwe missie het aantal troepen kunnen terugbrengen tot circa 1000-1100, een reductie van 15-20%. Dit aantal kan fluctueren, afhankelijk van specifieke militair-technische behoeften.
Vragen 391, 449, 498, 499, 503 en 504
391
Als de onveilige situatie in grote delen van Uruzgan vereist dat de operationele gevechtskracht wordt gehandhaafd op het huidige niveau, bij welke onderdelen worden na augustus 2008 dan wel troepen weggehaald?
449
Betekent het feit dat de commandant TFU verantwoordelijk is voor de hele missie dat hij ook zeggenschap heeft over de troepen van onze partnerlanden?
498
Welke eisen worden er gesteld aan de mate van voorbereiding en getraindheid van de troepen van de partnerlanden?
499
Welke eisen worden er gesteld aan het in te zetten materieel (types, staat van onderhoud en hoeveelheden) van de partnerlanden?
135
503
Welke maatregelen zijn, of worden genomen om taalproblemen tussen Nederland en de partnerlanden tot een aanvaardbaar minimum te beperken?
504
Hoeveel OMLT's naast de twee Nederlandse gaan nu eigenlijk de ANA in Uruzgan begeleiden? Dragen alleen Frankrijk, Hongarije en Slowakije hieraan bij?
Antwoord
De totale militaire capaciteit in Uruzgan bestaat uit het ANA, eenheden van ISAF (waaronder Nederland) en eenheden van OEF. Hoewel de onveilige situatie in grote delen van de provincie vereist dat de operationele gevechtskracht wordt gehandhaafd op het huidige niveau, is de verwachting dat door de groei van de Afghaanse veiligheidstroepen de ISAF- eenheden op termijn de verantwoordelijkheid voor de veiligheidstaken geleidelijk kunnen overdragen aan de Afghaanse veiligheidstroepen. ISAF zal zich vervolgens meer kunnen richten op het ondersteunen van deze troepen bij de uitvoering van hun taken. Voor de duur van de nieuwe missie achten de NAVO en de regering een afname van het aantal ISAF- troepen niet verantwoord. Derhalve is gezocht naar partners om een Nederlandse reductie mogelijk te maken.
Gedurende de komende maanden zal met de potentiële partners intensief worden overlegd over zaken als Command & Control, benodigd materieel, de behoefte aan tolken en het vereiste trainingsniveau om de inbedding van hun bijdrage vorm te geven en een terugval in de huidige capaciteit te voorkomen. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van de ruime ervaring die Nederland heeft opgedaan in het samenwerken met partners tijdens operaties in onder andere Bosnië en Irak, maar ook in Afghanistan. Het betreft bovendien NAVO-lidstaten en Georgië (dat een NAVO EAPC-partner is), waarmee in veel gevallen al naar tevredenheid is opgetreden in operaties of oefeningen.
In totaal zullen vijf OMLT´s in Uruzgan actief zijn. Daarvan blijft Nederland twee OMLT´s leveren. Frankrijk, Hongarije en Slowakije leveren ook een bijdrage aan OMLT's.
Vraag 392: zie 181
Vraag 393: zie 181
Vraag 394
Hoeveel eenheden heeft Defensie per rotatie inzetbaar voor operaties tijdens de gehele missie, uitgesplitst naar KMar, CLAS, CLSK en CZSK?
Antwoord
Het aantal eenheden van KMar, CLAS, CLSK en CZSK dat Defensie per rotatie inzetgereed heeft voor operaties tijdens de gehele missie is onder meer afhankelijk van de deelname van partnerlanden bij toekomstige rotaties. Het beschouwen van de verschillende aanbiedingen en gevolgen voor inzet van Nederlandse defensie-eenheden vindt op dit moment plaats. Daarnaast worden voor inzet in een aantal gevallen niet-organieke eenheden samengesteld om een operationele taak uit te kunnen voeren. Een niet-organieke eenheid is een combinatie van personeel en materieel van een of meer organieke eenheden (of onderdelen van organieke
136
eenheden) voor inzet. De samenstelling van een niet-organieke eenheid voor een operationele taak kan per rotatie verschillend zijn. Hierdoor is het nog niet mogelijk om de gevraagde uitsplitsing te maken.
Vraag 395
Wordt de inzet komend jaar beïnvloed door grote materieelprojecten? Zo ja, door welke materieelprojecten wordt de inzet van welke eenheden beïnvloed?
Antwoord
De uitvoering van lopende grote materieelprojecten beïnvloedt de inzet niet. Wel maakt de inzet het mogelijk om nieuw materieel te toetsen aan operationele inzet. Dit kan leiden tot aanpassingen en verbeteringen, in enkele gevallen zelfs terwijl het project als geheel nog in uitvoering is. Als voorbeelden gelden de Fennek en de Pantserhouwitser. De lessen die worden geleerd uit missies leiden tot kwalitatieve en kwantitatieve aanpassingen in de plannen voor nieuw materieel die, binnen het gestelde financiële kader, ook kunnen leiden tot prioriteitstelling. Zo zijn in de kamerbrief `Wereldwijd Dienstbaar' zowel in- als extensiveringen aangekondigd, die moeten leiden tot een verder verbeterde effectiviteit en efficiëntie.
Vraag 396
Wat is bij de voor uitzending in aanmerking komende eenheden, uitgesplitst naar CKMAR, CLSK, CLAS en CZSK, op dit moment het personeelstekort in absolute cijfers en als percentage? Wanneer is dit naar verwachting ingelopen? Welke gevolgen heeft dit voor de inzetbaarheid in Uruzgan en voor het voortzettingsvermogen daarna?
Antwoord
Voor de eenheden die in aanmerking komen voor uitzending is de personele gereedheid geborgd; dat wil zeggen dat er op het moment van uitzending geen tekorten zijn. Indien de gewenste bijdrage door partnerlanden wordt overgenomen, is het voortzettingsvermogen veilig gesteld.
Vraag 397
Welk percentage personeel van operationele eenheden, uitgesplitst naar CKMAR, CLAS, CZSK, CLSK, zit op dit moment onder, op of boven de uitzendnorm van 4 maanden weg, 8 maanden thuis?
Antwoord
De inzet van militair personeel vindt in beginsel plaats volgens het drieslag model. De operationele commandanten geven hier invulling aan. Incidenteel kan - vanwege operationele noodzaak - hiervan worden afgeweken. In dat geval worden met betrokken militair afspraken gemaakt over de periode na de uitzending.
Vraag 398
Wat is de gemiddelde opleidingsachterstand van de operationele eenheden? Wat is de gemiddelde opleidingsachterstand uitgesplitst voor manschappen, kader en officieren? Wat is de gemiddelde opleidingsachterstand uitgesplitst voor KMAR, CZSK, CLAS en CLSK?
137
Antwoord
Er is geen sprake van een generieke opleidingsachterstand. Bij specifieke eenheden is in een aantal gevallen sprake van een tijdelijke opleidingsachterstand. Bij het ISTAR-bataljon (dat zorgdraagt voor operationele gevechtsinlichtingen) is bijvoorbeeld de materiële gereedheid, door het ontbreken van essentieel materieel, onvoldoende. Opleidingen gerelateerd aan dit materieel kunnen daardoor in mindere mate worden gerealiseerd. Voor personeel dat feitelijk uitgezonden wordt, is het gehele opleidingsprogramma doorlopen.
Vraag 399
Welke eenheden, uitgesplitst naar KMar, CLAS, CZSK, en CLSK zullen in de eerste helft van 2008 hun volledige trainingsperiode en hun operationeel niveau bereikt hebben? Hoe wordt "operationeel niveau"gedefinieerd?
Antwoord
Het aantal organieke eenheden dat in 2008 operationeel gereed dient te zijn is opgenomen in de matrices met operationele doelstellingen uit de begrotingsartikelen 21 t/m 24 van de Rijksbegroting Defensie 2008. Het begrip "operationeel niveau" is geen begrip dat Defensie gebruikt bij het gereedstellen van eenheden. In plaats daarvan gebruiken we de begrippen "operationeel gereed" en "inzetgereed". Operationeel gereed betekent dat de organieke eenheid in staat is binnen de gestelde gereedheidstermijn een organieke taak uit te voeren. Zodra een (deel van een) organieke eenheid een opdracht tot inzet krijgt, vangt de fase `inzet voorbereiden' aan tot het moment dat de eenheid inzetgereed is voor de opgedragen taken.
Vragen 400, 409 en 410
400
Wat is het aantal militairen per eenheid waarbij in afgelopen 3 jaar PTSS is geconstateerd? Hoeveel PTSS-gevallen verwacht Defensie als gevolg van de nieuwe missie? In hoeverre wordt de opvang van de meer dan 10000 veteranen die deze missie oplevert proactief georganiseerd? In hoeverre wordt de opvang van de gewonden die deze missie oplevert proactief georganiseerd?
409
Wat is de prognose m.b.t. het aantal PTSS-gevallen na 10.000 uitgezonden militairen?
410
Wat is de prognose m.b.t. het aantal gevallen van lichamelijk onverklaarbare klachten na 10.000 uitgezonden militairen?
Antwoord
Rondom de missie in Uruzgan is een uitgebreid preventie- en zorgprogramma georganiseerd zoals beschreven in de Kamerbrief van 30 maart 2006 (Kamerstuk 27925 nr.210). Hiermee is zo goed mogelijk ingespeeld op de verwachte zorgbehoefte voor, tijdens en na de missie. Er zijn geen aanwijzingen dat de uit eerder onderzoek bekende cijfers niet zullen gelden voor de missie in Uruzgan. De verwachting is derhalve dat ca. 5 % van de teruggekeerde militairen uitzendinggerelateerde klachten ontwikkelen die behandeling en begeleiding behoeven. Deze klachten betreffen met name PTSS, lichamelijk onverklaarde klachten (LOK) of een
138
mengvorm van beide. De klachten kunnen zich direct bij of kort na de terugkeer uit het missiegebied openbaren, maar ook vele jaren later. Klachten die zich thans openbaren hoeven derhalve niet gerelateerd te zijn aan deze missie en andersom kunnen klachten die later naar boven komen wél het gevolg zijn van deze missie.
Vragen 401 en 415
401
Welke maatregelen worden genomen om het militair personeel te beschermen tegen bermbommen (improvised explosive devices, IED) die zeven van de twaalf aan de kant van Nederland gevallen slachtoffers veroorzaakten?
415
Welk materieel wordt ingezet om bermbommen onschadelijk te maken? Hoeveel is daarvan aanwezig in Uruzgan?
Antwoord
De dreiging van IED's is groot. Daarom zijn verschillende maatregelen getroffen om het Nederlandse personeel hiertegen te beschermen. De beschermende maatregelen behelzen onder meer persoonlijke uitrusting, gepantserde voertuigen en bepaalde wijzen van tactisch optreden. De aankoop van de Bushmaster, die beter is bestand tegen bermbommen dan de overige pantservoertuigen, is daarvan een voorbeeld en heeft zeer waarschijnlijk al enkele levens gered. Over enkele andere maatregelen worden om operationele redenen geen uitspraken gedaan. Indien een bermbom wordt ontdekt, wordt de Explosieven Opruimingsdienst ingezet om de bom onschadelijk te maken volgens standaardprocedures.
Vraag 402
Wat is de gemiddelde verlofachterstand uitgesplitst naar KMAR, CLAS, CZSK, CLSK?
Antwoord
Het is de defensiemedewerker toegestaan maximaal 80 uur vakantieverlof mee te nemen naar het volgende kalenderjaar. Hiermee wordt enerzijds beoogd "verlofstuwmeren" zoals die in het verleden voorkwamen tegen te gaan en wordt tegelijkertijd een zekere mate van flexibiliteit aan de medewerker aangeboden.
Naar de stand van 8 december 2007 was het gemiddelde resterende vakantieverlof 2007 voor militair personeel:
CZSK: 132,23 uur
CLAS: 88,67 uur
CLSK: 71,85 uur
CKMar: 103,52 uur
Vragen 403, 416 en 565
403
139
Van welke munitie bestaat op dit moment een tekort? Is er sprake van gezamenlijk munitiebeheer voor de missie, of beheren CLAS, CZSK, CLSK en CKMAR hun benodigde munitie afzonderlijk? Wanneer worden deze tekorten aangevuld? Hoe groot is de gemiddelde voorraad in relatie tot het operatietempo? Garandeert deze gemiddelde voorraad dat munitiegebrek niet op zal treden?
416
In hoeverre belemmert het beslag op de munitievoorraad door de missie het oefenprogramma in Nederland?
565
Hoe is voorzien in voldoende (budget voor) munitie? Is deze munitie ook daadwerkelijk op voorraad, dan wel snel leverbaar?
Antwoord
Het voorraadbeheer van munitie is binnen Defensie centraal belegd bij de Defensie Materieel Organisatie. Het aanvullen van verbruikte voorraden is een continu proces. Dankzij prioriteitstelling bestaan momenteel geen tekorten aan munitie die wordt gebruikt tijdens de operatie. Bij het huidige munitiegebruik worden ook geen problemen verwacht. Voor het geval zich knelpunten zouden voordoen zijn regelingen getroffen met partners (o.a. Duitsland, Canada en de VS) om in tijdige aanvulling van voorraden te voorzien.
Landmachteenheden die niet voor inzet zijn aangewezen volgen een beperkte schietopleiding (tot en met pelotonsniveau). Geïntegreerd schieten (verschillende wapensystemen tegelijkertijd) kan bij deze eenheden dus niet plaatsvinden totdat er weer voldoende munitie is om het geplande opleidings- en trainingsprogramma te realiseren. Dit aspect wordt meegenomen in de maatregelen die bij voorjaarsnota zullen worden besproken in verband met de gereedstelling.
De voorraden munitie zijn gebaseerd op de gecombineerde behoefte voor opleidingen, training en inzet. Momenteel loopt een studie naar mogelijke aanpassing van de voorraden naar aanleiding van geleerde lessen.
Het benodigde budget voor munitieverbruik voor ISAF III is opgenomen in de huidige raming van 270 miljoen voor de structurele HGIS-voorziening `uitvoeren crisisbeheersingsoperaties' op de defensiebegroting.
Vraag 404
Is de indruk juist dat een groot deel van de personele inzet nodig is voor instandhouding en niet voor operationele acties? Is het personeelsplafond muurvast, of zit hier - om de inzetbaarheid te vergroten - nog flexibiliteit in?
Antwoord
Ja, een groot deel van het personeel is nodig voor instandhouding, hetgeen inherent is aan complexe logistieke operaties als deze. Het huidige aantal inzetbare eenheden is echter afgestemd op de taken en daarom toereikend. Voor het uitvoeren van operaties van de TFU, het PRT en de ATF is zowel ondersteunend als uitvoerend personeel essentieel. Daarnaast worden de eenheden die ingezet worden voor bewakingstaken ook ingezet voor
140
patrouilletaken en vice versa. Het genoemde personeelsplafond is relevant maar bij een operationele noodzaak kan hiervan worden afgeweken.
Vraag 405
Aan welke reserveonderdelen bestaat op dit moment een tekort? Is er sprake van gezamenlijk beheer van reserveonderdelen voor de missie, of beheren CLAS, CZSK, CLSK en CKMAR hun reserve onderdelen afzonderlijk? Wanneer worden eventuele tekorten aangevuld? Hoe groot is de gemiddelde voorraad in relatie tot het operatietempo? Garandeert deze gemiddelde voorraad dat een gebrek aan reserveonderdelen niet op zal treden?
Antwoord
Er bestaan momenteel geen tekorten aan reservedelen die van invloed zijn op de operatie. Het voorraadbeheer van reservedelen is binnen Defensie centraal belegd bij de Defensie Materieel Organisatie. Het aanvullen van verbruikte voorraden is een continu proces. De gemiddelde voorraad is niet gebaseerd op het operationele tempo maar op een logistiek ondersteuningsconcept dat is gekoppeld aan een specifiek wapensysteem. Begin 2007 is gestart met een studie naar de noodzaak de voorraadniveaus aan te passen naar aanleiding van de geleerde lessen in het uitzendgebied.
Vraag 406
Welke maatregelen neemt Defensie om er voor te zorgen dat het militair personeel in Uruzgan tijdig over adequate kleding e.d. kan beschikken zodat het overbodig wordt te gaan shoppen in op de militaire behoeften afgestelde webwinkels e.d.?
Antwoord
Teneinde de tijdige levering van de door Defensie te verstrekken artikelen te garanderen worden raamcontracten afgesloten met leveranciers die de levering versnellen. Ook zijn/worden regelingen getroffen met partners, waaronder Duitsland, voor het aanvullen van tekorten op de korte termijn.
Niet al het `shoppen' in de op de militaire behoeften afgestelde webwinkels komt echter voort uit tekorten. In een aantal gevallen nemen militairen individueel het besluit aanvullende kleding te kopen die niet essentieel is voor hun functievervulling en daarom niet door Defensie aan hen is verstrekt.
Vraag 407
Hoeveel ISAF-veteranen hebben een rechtzaak tegen Defensie aangespannen wegens een (al dan niet vermeend) tekortschietende nazorg?
Antwoord
Op dit moment is er één verzoek tot schadevergoeding ingediend met betrekking tot tekortschietende nazorg in relatie tot de ISAF missie.
Vraag 408
Hoeveel psychologen maken per rotatie deel uit van de ISAF-missie?
141
Antwoord
Per rotatie zijn 2 psychologen ingedeeld, die deel uitmaken van de ISAF-missie. Deze zijn ingedeeld bij de staf TFU.
Vraag 411
Wat is de prognose m.b.t. het aantal dienstslachtoffers na 10.000 uitgezonden militairen?
Antwoord
Anders dan voor PTSS is voor oorlogs- of dienstslachtoffers geen op eerder onderzoek gebaseerde prognose te geven.
Vraag 412
Hoeveel pantserhouwitsers worden ingezet? Hoeveel daarvan zijn permanent gereed gesteld?
Antwoord:
De TFU beschikt over drie pantserhouwitsers. Twee stuks zijn permanent operationeel in Tarin Kowt en Deh Rawod en één dient als reserve.
Vraag 413
Hoeveel Bushmasters worden ingezet? Hoeveel daarvan zijn permanent gereed gesteld?
Antwoord:
Nederland heeft initieel 25 Bushmasters aangekocht, waarvan er 23 in Afghanistan zijn ingezet, en twee in Nederland zijn gestationeerd voor rij-opleidingen. Van de 23 in Afghanistan ingezette Bushmasters, zijn er momenteel twee afgekeurd en drie niet inzetbaar. Van deze drie is mogelijk één exemplaar onherstelbaar beschadigd. Voor de afgekeurde Bushmasters is een vervangingsplan gestart. De overige 18 zijn permanent gereedgesteld. Nederland heeft inmiddels tien nieuwe Bushmasters besteld, waarvan er negen bedoeld zijn voor inzet in Afghanistan.
Vraag 414
Worden er Leopards ingezet in Uruzgan? Zo ja, hoeveel? Zo ja, met welke taak? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Ja, de TFU beschikt over een Leopard-bergingstank en een Leopard-genietank. Zij worden ingezet voor het bergen van voertuigen.
Vraag 415: zie 401
Vraag 416: zie 403
Vraag 417
142
In hoeverre belemmert het beslag op materieel door de missie het oefenprogramma in Nederland? Welke gevolgen heeft dit voor het voortzettingsvermogen?
Antwoord
Een aantal niet uit te zenden landmachteenheden zal niet tijdig de Operationeel Gereed-status bereiken conform het zogenoemde Specifieke GereedheidsPlan (SGP), vanwege tekorten aan reservedelen en afwezigheid van materieel dat is benodigd in het uitzendgebied. Deze eenheden houden materieel inzetbaar door stilvallende voertuigen te gebruiken als donor van reservedelen, hetgeen op langere termijn echter geen oplossing biedt. Zoals gemeld in de artikel 100-brief acht de regering het van groot belang dat het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht intact blijft. Daarom zal bij voorjaarsnota worden bezien welke maatregelen ten behoeve van de gereedstelling in Nederland, waar genoemde complicaties toe gerekend kunnen worden, moeten worden getroffen. Er zijn geen belemmeringen voor het voortzettingsvermogen van de missie, mede omdat de Nederlandse bijdrage aan NRF10 is gereduceerd met enkele kleine toegezegde bijdragen, zoals vermeld in de artikel 100-brief. Alle bestaande opdrachten kunnen worden uitgevoerd.
Vraag 418
Welke extra faciliteiten worden door het Veteranen Instituut en de Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers voorbereid? Welke kosten zijn hier mee gemoeid? Ten laste van welk budget komen die kosten?
Antwoord
De capaciteit van het Veteraneninstituut is ingericht om fluctuaties in het aanbod van vragen en problemen te kunnen opvangen. Eventuele extra vragen of problemen die naar aanleiding van de inzet in Uruzgan aan het Veteraneninstituut worden gesteld, kunnen binnen de bedrijfsvoering worden opgevangen. Hiermee zijn dus geen extra kosten gemoeid. Het is de regering niet bekend of de Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers (BNMO) extra faciliteiten heeft voorbereid.
Vraag 419: zie 2
Vragen 420 en 534
420
Welke aanbevelingen uit het rapport 'Evaluatie Toepassing Militair Strafprocesrecht bij Uitzendingen' (31 augustus '06) heeft u overgenomen? Waarom heeft u die aanbevelingen overgenomen en hoe brengt u die in de praktijk? Welke aanbevelingen heeft u niet overgenomen? Waarom niet? Hoe wordt omgegaan met het inzicht dat het wenselijk is te bezien of voor de SF-taakgroep, op grond van art. 71 Wetboek Militair Strafrecht (WMSr), een verklaring moet worden afgegeven dat een "tijd van oorlog" van kracht is voor de periode van de inzet? Hoe wordt omgegaan met de strafuitsluitingsgrond die artikel 38 WMSr aan militairen in "tijd van oorlog" biedt voor het verrichten van oorlogshandelingen, mits die vallen binnen de aan de militair gegeven bevoegdheden en mits het humanitair oorlogsrecht niet wordt geschonden? Hoe verhouden artikel 38 en 71 zich tot elkaar? Bent u er van overtuigd dat de huidige Rules Of Engagement volledig voorzien in een waterdichte rechtspositie voor de uitgezonden militairen? Zo nee, waarom niet?
143
534
Wat is uw reactie op het betoog van de heer Knoops tijdens de hoorzitting op 7 december 2007? Bent u het met hem eens dat het beroep op de geweldsinstructies niet kan worden aangevoerd als strafuitsluitingsgrond (zoals de commissie Borghouts ook vaststelde), en dat de uitspraak in de zaak Eric O. slechts een gebrekkige exoneratie vormt? Zo nee, waarom dan wel? Bevestigt u het standpunt van de Nederlandse regering als verwoord in de brief aan de Kamer van 1 februari 2006 naar aanleiding van de eerdere hoorzitting met Prof. Knoops, dat het onwenselijk is om artikel 38 van het militaire strafrecht van toepassing te verklaren bij de militaire missie in Uruzgan? Zo ja, waarom ziet u daartoe geen aanleiding in het feit dat de veiligheidssituatie verslechtert en er veel gevochten moet worden? Acht u het wenselijk om de zinsnede "tijd van oorlog" in artikel 71 te wijzigen in "gewapend conflict"? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Zoals de regering in de brief van de minister van Justitie, mede namens de minister van Defensie, van 31 augustus 2006 (Kamerstuk 30 300 X, nr. 136) stelde heeft de regering alle aanbevelingen uit het rapport `Evaluatie Toepassing Militair Strafprocesrecht bij Uitzendingen' overgenomen. Wat betreft de motivering van die beslissing verwijst de regering naar genoemde brief en naar de brief van 18 Juni 2007 (Kamerstuk 23 432, nr. 228) inzake de rapporten van de commissies die onderzoek deden naar vermeende mishandelingen door Nederlandse militairen in Irak in 2003. De Commissie Borghouts concludeerde wat betreft de strafuitsluitingsgronden voor Nederlandse militairen dat het betreffende stelsel "voldoende rechtsbescherming voor de militair die stelt conform zijn geweldsinstructies te hebben gehandeld". Zoals de minister van Defensie reeds aangaf in het Algemeen Overleg van 4 juli 2007 over vermeende mishandelingen door Nederlandse militairen in Irak (verslag in Kamerstuk 23 432, nr. 236) zal de regering tevens, gelet ook op aanbeveling 3 van de Commissie Borghouts, aan de Kamer een voorstel doen toekomen voor een aanpassing van artikel 38 van het Wetboek van Militair Strafrecht. Hoewel de regering met de Commissie Borghouts van mening is dat het bestaande stelsel adequate bescherming biedt, is een aanvulling op dat stelsel nuttig indien daaruit nog grotere duidelijkheid ontstaat. De regering bevestigt tevens het standpunt zoals eerder door de regering verwoord in de brief van 1 februari 2006 (Kamerstuk 27 925, nr. 202) dat het niet wenselijk is om voor de ISAF militairen in Afghanistan een verklaring van "tijd van oorlog" af te geven. Daarbij wordt opgemerkt dat ook thans de situatie in Afghanistan niet kan worden bestempeld als een gewapend conflict tussen ISAF en de OMF. Ook thans zou een verklaring op grond van artikel 71 dan ook strafrechtelijk geen toegevoegde waarde hebben.
Zoals in voornoemde brief wordt aangegeven, voorziet artikel 71 van het Wetboek van Militair Strafrecht een mogelijkheid om voor een deel van de krijgsmacht "tijd van oorlog" vast te stellen. Met een dergelijke vaststelling worden enerzijds de in het Wetboek genoemde strafverzwaringen van kracht en wordt anderzijds een beroep op de strafuitsluitingsgrond van artikel 38 (in de huidige redactie) in beginsel mogelijk. De strafuitsluitingsgrond van artikel 38 bepaalt dat de militair die in tijd van oorlog geweld gebruikt niet strafbaar is als hij daarbij binnen zijn bevoegdheden, zoals de ROE, blijft en het geweldgebruik geoorloofd is op grond van het humanitair oorlogsrecht (HOR). Dat HOR is echter, blijkens ook de Verdragen van Genève, alleen van toepassing in geval van een gewapend conflict. Voor een beroep op artikel 38 is dus een verklaring van "tijd van oorlog" alleen niet voldoende, er moet ook feitelijk sprake zijn van een gewapend conflict. Anders is immers het HOR niet van toepassing en kan een gedraging dus ook niet door dat HOR worden geoorloofd. Deze eis wordt ook gesteld in artikel 71a van het Wetboek van Militair Strafrecht, waarin wordt bepaald dat de rechter in
144
voorkomend geval, dus zowel bij een vervolging met gebruik van de strafverzwaringen als bij een beroep op artikel 38, de "tijd van oorlog" alleen mag accepteren als er sprake is van feitelijke oorlogsomstandigheden. Voor zover en voor zolang er geen sprake is van een gewapend conflict waaraan ISAF deelneemt, heeft een verklaring op grond van artikel 71 dan ook geen toegevoegde waarde.
Het is in beginsel mogelijk dat specifieke acties of omstandigheden, een tijdelijke en plaatselijke formeel juridische toepasbaarheid van het HOR tot gevolg hebben. Dit kan het geval zijn als bij een actie of gevecht, het geweldsniveau dusdanig escaleert dat er sprake is van een in tijd en omvang beperkte deelname aan een gewapend conflict. Ook dit heeft echter niet tot gevolg dat heel ISAF daardoor partij is geworden bij een gewapend conflict, noch dat de situatie voor de ISAF operatie als geheel het niveau van een gewapend conflict heeft bereikt. Dergelijke situaties zijn naar hun aard niet voorspelbaar en bovendien tijdelijk. Dat maakt het feitelijk onmogelijk om per geval voorafgaand aan het geweldgebruik een verklaring af te geven op grond van artikel 71. Het "bij voorbaat" afgeven van een dergelijke verklaring om ook op genoemde mogelijkheid van incidenten voorbereid te zijn heeft onvermijdelijk echter een alomvattende werking, omdat deze immers voor alle Nederlandse eenheden zal moeten gelden en niet in tijd en plaats beperkt zal of kan zijn. Het afgeven van een verklaring op grond van artikel 71 voor heel ISAF zonder dat feitelijk sprake is van een gewapend conflict heeft zoals gezegd echter geen toegevoegde waarde. Ook het bestaan van de genoemde mogelijkheid van tijdelijke en plaatselijke formeel juridische toepasbaarheid van het HOR kan dan ook als zodanig geen grondslag bieden voor een verklaring op grond van artikel 71 voor de Nederlandse ISAF militairen.
Vraag 421
Kunt u de Kamer garanderen dat de regering borg staat voor iedere uitgezonden militair en slepende rechtzaken vanwege falende nazorg tot het verleden behoren?
Antwoord
Het zorgaanbod aan (gewezen) militairen voldoet aan de geldende civiele normen en richtlijnen. Daar waar nodig wordt het zorgaanbod aangepast aan de hand van opgedane ervaringen of nieuwe wetenschappelijke inzichten. Aan alle militairen die uitgezonden worden of zijn geweest wordt duidelijk gemaakt waar en hoe zij hulp kunnen krijgen. Daarnaast wordt door middel van terugkeergesprekken met hulpverleners en commandanten en door het toezenden van de nazorgvragenlijst bezien of er een mogelijke hulpvraag is. Ondanks deze inspanningen kan het gebeuren dat de hulpvraag niet of niet direct aansluit op het hulpaanbod. De regering kan dan ook niet uitsluiten dat, ondanks alle inspanningen, er ook in de toekomst incidenteel al dan niet terecht klachten zullen zijn over de geboden nazorg.
Vraag 422
Hoe ziet de rolverdeling tussen OEF (CSTC-A) en ISAF bij de opleiding en opbouw van het ANA er uit? Hoe is deze rolverdeling vastgelegd? Is hier ook sprake van een duidelijke waterscheiding, of overlappen deze werkzaamheden van OEF en ISAF elkaar wel? Wordt de rolverdeling OEF ISAF gemonitoord? Zo ja, op welke wijze?
Antwoord
145
CSTC-A is de Amerikaanse organisatie die zich volledig richt op het opbouwen van de Afghaanse capaciteit op het gebied van veiligheid zodat de ANSF zelfstandig operaties kan uitvoeren. Hiertoe speelt zij nadrukkelijk een ondersteunende rol bij de opbouw van de ANSF op het gebied van personeel en materieel.
Op personeelsgebied ondersteunt CSTC-A de opleiding en training van de ANSF. Daarnaast zijn zogenaamde Embedded Training Teams (ETT's) toegevoegd aan Afghaanse eenheden die, tijdens het uitvoeren van operationele activiteiten, meegaan in een coachende rol. Daarnaast ondersteunt CSTC-A het Afghaanse ministerie van Defensie bij de ontwikkeling en vaststelling van de ANSF organisatiestructuur waarbij advies wordt gegeven op het gebied van benodigde aantallen en kwalificaties (rangen en specialismen) voor de uiteindelijke ANSF organisatie. Op materieel gebied ondersteunt CSTC-A met financiën en materieel maar ook met coördinatie bij donor landen om de uitrusting van de ANSF op voldoende peil te krijgen.
In lijn met het CSTC-A concept heeft de NAVO de OMLT-structuur waarbij het streven is dat uiteindelijk de ETT's van CSTC-A op termijn zoveel mogelijk vervangen zullen worden door OMLT's van Navo. Echter, de beschikbaarheid van OMLT's op dit moment blijft achter bij de planning en ook in de nabije toekomst lijken de ISAF-partners niet in staat alle gevraagde OMLT's te kunnen leveren. In de uitvoering is er momenteel dus nog overlap tussen OMLT- en ETT-activiteiten in Afghanistan.
De Afghaanse overheid bepaalt hoe het Afghaanse leger wordt ingezet waarbij het ANA zowel in OEF- als ISAF-operaties kan participeren. De Amerikaanse ETT's worden ingezet ter begeleiding van zowel OEF- als ISAF-operaties. Afhankelijk van hun nationale richtlijnen kunnen OMLT's het ANA ook begeleiden tijdens zowel OEF- als ISAF-operaties.
Vraag 423: zie 181
Vragen 424, 506 en 546
424
Welke taken worden overgedragen aan de (nieuwe) partners in Uruzgan? Als Nederland opnieuw de commandant voor het regionale hoofdkwartier in Kandahar levert, betekent dit dan ook dat Nederland opnieuw een compagnie beschikbaar stelt t.b.v. het hoofdkwartier? Op welke wijze wordt voorkomen dat categorieën militairen als Special Forces en personeel belast met inlichtingen, medische- en genieondersteuning onevenredig zwaar worden belast en worden geconfronteerd met een te hoge uitzenddruk? Hoe wordt omgegaan met de ROE's en de daarop van toepassing zijnde caveats met een veelheid aan partners waarmee in het missiegebied moet worden samengewerkt? Welke afspraken gelden hier?
506
Waarom levert Nederland vanaf het najaar van 2008 gedurende negen maanden de commandant van het Regionale commando in het Zuiden, terwijl tijdens de huidige missie Nederland slechts voor 6 maanden de commandant leverde? Wat betekent dit voor de inzet van Nederlandse troepen? Kan worden aangegeven wat de operationele reserve van de Regionaal Commandant van het Zuiden is?
146
546
Kan de regering aangeven wat eventuele garanties zijn dat de operationele reserve van de Regionale Commandant Zuid op het huidige niveau beschikbaar blijft voor de gehele periode dat Nederland in Uruzgan aanwezig is?
Antwoord:
Vanaf februari 2008 zal het regionale commando in het zuiden evenredig gevuld worden door het Verenigd Koninkrijk, Canada en Nederland. Vanaf dat moment zullen enkele functionarissen, waaronder de commandant, voor negen maanden worden uitgezonden. Het merendeel van het personeel blijft uitgezonden voor vier tot zes maanden. De commandant van het regionale commando in het zuiden beschikt over een operationele reserve van voldoende grootte en met voldoende middelen om in alle zuidelijke provincies te kunnen worden ingezet. Het Verenigd Koninkrijk heeft toegezegd deze eenheid te zullen blijven leveren.
De onevenredig hoge belasting van specifieke categorieën kan op dit moment slechts deels worden voorkomen. De oorzaak ligt veelal in het feit dat in het uitzendgebied onevenredig veel meer van bepaalde specialisten nodig zijn dan in de vredessituatie in Nederland beschikbaar zijn. Om de uitzendbelasting te verminderen zal de vulling van deze specialismen nog meer dan in het verleden defensiebreed worden beschouwd en zal worden getracht personeel dat vrijkomt door het verminderen van de operationele tank- en vuursteuncapaciteit (BVM maatregel) te herbestemmen voor deze knelpuntcategorieën. Daarnaast zal worden getracht structureel extra specialisten aan te maken. Dit kost echter tijd en zal op korte termijn slechts beperkt bijdragen aan de oplossing van het knelpunt van de relatief hoge uitzenddruk voor deze categorieën personeel.
Voor het antwoord op een ander deel van vraag 424 (taken partners) verwijzen wij u naar de beantwoording van de vragen 391 e.a.
Vraag 425: zie 59
Vraag 426
Welke garanties heeft TFU dat transport- en/of gevechtsondersteuning die geen intrinsiek onderdeel van TFU uitmaakt wel beschikbaar is indien dit noodzakelijk is?
Antwoord:
Gebleken is dat de omvang en samenstelling van de Nederlandse bijdrage voldoende voorwaarden biedt om de missie op een zo veilig mogelijke wijze uit te voeren. Zoals Nederland inmiddels enkele malen (tijdelijk) steun heeft geleverd in naburige provincies, is Nederland ook al diverse malen ondersteund door partners in het Zuiden, ondermeer tijdens operatie Spin Ghar. In de nieuwe missie blijven essentiële onderdelen in nationale handen, waaronder de veiligheidsketen.
De operationele reserve van de Regionale Commandant van het Zuiden kan en wordt indien nodig ingezet in Uruzgan. De onderlinge solidariteit in het Zuiden, evenals de robuuste troepenmachten die zowel Nederland, het VK als Canada in het Zuiden hebben gestationeerd, vormen de beste voorwaarden voor veiligheid van onze eenheden. Eerdere afspraken met
147
SACEUR en de VS over eventuele inzet van de Strategic Reserve Forces en VS-troepen blijven van kracht.
Vraag 427: zie 15
Vragen 428 en 442
428
In hoeverre is Nederland in staat om naast de nieuwe missie in Uruzgan ook nog bij te dragen aan missies elders in de wereld, bijvoorbeeld in Sudan of in Tsjaad? Kan de regering de woorden van minister Van Middelkoop bevestigen dat de krijgsmacht in staat blijft om ook elders in de wereld, zij het op beperkte schaal, actief te zijn?
442
Kan de regering, zoals de minister van Buitenlandse Zaken op 4 december jl. tijdens het Algemeen Overleg over de NAVO reeds deed, garanderen dat lopende de missie in Uruzgan, er geen nieuwe militaire verplichtingen worden aangegaan die, tot een extra belasting van de schaarse defensiecapaciteiten leiden?
Antwoord
De regering is zich bewust van de belasting die de bijdrage aan ISAF legt op de krijgsmacht. In het onderzoek naar de mogelijkheid en wenselijkheid voor eventuele bijdragen aan andere missies, onder andere in Sudan en Tsjaad, wordt het behoud van het voortzettingsvermogen en de gereedstelling van de krijgsmacht in de afweging betrokken. Indien Nederland besluit tot bijdragen aan andere vredesmissies of crisisbeheersingsoperaties, zal de overweging van belasting en draagkracht worden gemeld, conform de artikel 100-procedure. Zoals de minister van Buitenlandse Zaken opmerkte tijdens het Algemeen Overleg over de NAVO op 4 december jl., zijn gezien de operatie in Uruzgan geen nieuwe grote bijdragen met grondtroepen te verwachten.
Vraag 429: zie 370
Vraag 430
Om welke `Special Forces' gaat het bij het verkrijgen van inlichtingen? Om hoeveel soldaten gaat het en onder welke bevelsstructuur vallen ze?
Antwoord
Het gaat om `Special Forces' (SF) van Australië en de VS opererend onder respectievelijk ISAF en OEF. Over de grootte van deze SF-eenheden en hun samenstelling worden om operationele redenen geen mededelingen gedaan.
Vraag 431
Zijn alle gevallen van inzet buiten Uruzgan ook steeds gemeld aan de Kamer?
Antwoord
148
Ja. De Kamer is steeds via de reguliere voortgangsbrieven geïnformeerd. Het betrof inzet van eenheden van de TFU in het kader van operatie Medusa in de provincie Kandahar en inzet van eenheden van de TFU in het kader van operatie Achilles in de provincie Helmand.
Vraag 432
In welke mate drukt de aanwezigheid in Afghanistan op de Nederlandse krijgsmacht? Is er sprake van overbelasting?
Antwoord
De aanwezigheid van de Nederlandse krijgsmacht in Afghanistan leidt soms tot verschuiving van accenten binnen het oefen- en opwerkschema van de krijgsmacht. Zo wordt een voor 2008 geplande oefening in Senegal (Joint African Lion) verschoven. Verder wordt de bijdrage van de landstrijdkrachten aan NRF-10 verminderd, zoals ook kenbaar gemaakt in de artikel 100-brief. Er is geen sprake van overbelasting.
Vraag 433
Hoe verhoudt het op 'minimumniveau' in eigen hand houden van de gehele veiligheidsketen zich tot het 'optimaal waarborgen' van de veiligheid van de Nederlandse militairen?
Antwoord
Omdat Nederland de gehele Nederlands veiligheidsketen, inclusief Apache- gevechtshelikopters en F-16 gevechtsvliegtuigen blijft leveren aan ISAF, kan Nederland zelf de veiligheid van de Nederlandse militairen waarborgen. Het minimumniveau betreft het minimale niveau waarbij nog voltijdsbeschikbaarheid kan worden gegarandeerd, en daarmee optimale waarborging.
Vraag 435: zie 214
Vragen 436, 438, 443 en 444
436
In hoeverre kan de grote uitstroom van militairen een toereikende invulling van de missie in de weg staan?
438
Hoe beoordeelt de regering de toenemende uitstroom en afnemende instroom van personeel in het licht van een verlenging in Uruzgan? Is er een verband met Uruzgan? Zal de uitzenddruk voor het personeel gedurende de verlenging op een verantwoord niveau blijven?
443
Is het waar - zoals door vertegenwoordigers van de militaire vakbonden gemeld - dat de verlenging van de Nederlandse militaire presentie in Uruzgan er toe leidt dat er problemen ontstaan met het voorzettingsvermogen van met name kleine eenheden? Is het waar dat bijvoorbeeld door de inzet van Nederlands medisch militair personeel in Darfur de Nederlandse militairen in Afghanistan voor medische hulp meer afhankelijk zijn van medisch personeel van ander landen? Vindt u dat wenselijk?
149
444
Is er genoeg medisch personeel beschikbaar voor de missie?
Antwoord
Er is, zoals de Kamer ook eerder is gerapporteerd, en zoals ook ter sprake is gekomen tijdens het wetgevingsoverleg over personeel op 5 november jl., sprake van een ondervulling van de defensieorganisatie, veroorzaakt door een achterblijvende instroom en een hoge uitstroom van personeel. Deze situatie is vooral het gevolg van de algehele krapte op de arbeidsmarkt van dit moment. Aangenomen wordt dat de missie in Uruzgan in de afweging te kiezen voor Defensie of een andere werkgever ook een rol speelt, maar er zijn geen gegevens beschikbaar die dit onderbouwen.
De huidige ondervulling is ongewenst. Om die reden is ook besloten tot het benoemen van een project-generaal die, in samenspraak met de defensieonderdelen, een nadere analyse zal maken van de processen op het gebied van werving en behoud en die in april 2008 zal komen met een plan van aanpak met verbetermaatregelen.
De situatie van ondervulling doet zich met name gelden bij een aantal al langer bekende knelpuntcategorieën, waaraan niet alleen bij Defensie tekorten bestaan, maar waarbij dit tekort zich manifesteert op de gehele arbeidsmarkt. Eén van die knelpuntcategorieën betreft het medisch personeel. De knelpunten zijn evenwel niet van die omvang dat de uitzendbaarheid of het voortzettingsvermogen in gevaar komen. Ook de uitzenddruk blijft binnen de daarvoor geldende norm. Overigens is aan partnerlanden gevraagd een bijdrage te bezien in het role 2 hospitaal in Tarin Kowt. Daarover worden nog onderhandelingen gevoerd.
Vraag 437
Is er voldoende gekwalificeerd personeel voor de verlenging van de operatie? Hoeveel militairen zullen er (ongeveer) vanaf augustus 2006 tot en met het eind van de betreffende missie zijn uitgezonden naar Uruzgan?
Antwoord
Ja. In de periode augustus 2006 - augustus 2008 zullen ongeveer 9.000 militairen zijn ingezet. In de periode augustus 2008 tot en met december 2010 zullen ongeveer 8.000 militairen worden ingezet.
Vraag 438: zie 436
Vraag 439
Hoeveel militairen zijn er tot nu toe voortijdig gerepatrieerd? Om welke reden(en) gebeurde dit?
Antwoord
Tot nu toe zijn er voor de ISAF missie 212 van de circa 9000 uitgezonden militairen voortijdig gerepatrieerd. Dit gebeurde om de volgende redenen: medisch (87), psychisch (37), sociaal (28), (vermeend) strafbaar feit (31) en overig (29). Hierbij zijn niet meegenomen de 12 omgekomen militairen.
150
Vraag 440
Op welke wijze wordt er vormgegeven aan "family core projects", waar door de Kamer om verzocht is? Wat is de stand van zaken van deze projecten? Zijn hiervoor voldoende middelene beschikbaar?
Antwoord
Genoemd programma is dezerzijds niet bekend.
Vraag 441: zie 45
Vraag 442: zie 428
Vraag 443: zie 436
Vraag 444: zie 436
Vraag 445: zie 190
Vraag 446
In de stand van zakenbrief van 24 september jl. (27925, nr. 272) is aangegeven dat de NAVO structureel over onvoldoende militair luchttransport beschikt om aan alle vraag te kunnen voldoen. Hoe ontwikkelt dit tekort zich in de toekomst? Blijft Nederland gebruik maken van inhuur van civiele vliegtuigen, ook voor vervoer van personen? Is de veiligheid van te vervoeren Nederlandse militairen voldoende gegarandeerd?
Antwoord
Door meerdere initiatieven van de NAVO en van individuele lidstaten zal het bedoelde tekort in de toekomst afnemen. Op beperkte schaal hebben diverse NAVO- landen, waaronder Nederland (DC-10 en twee extra C-130), hun luchttransportcapaciteit al uitgebreid. Voor Nederland geldt dat de twee extra C-130's naar verwachting in 2009 volledig inzetbaar zijn. Wanneer de DC-10 volledig inzetbaar is, kan pas worden vastgesteld na afloop van de studie in het kader van het Defensie Materieel Proces, zoals gemeld in de brief aan de Kamer van 9 november jl. (Kamerstuk nr 31 243, nr 3).
Ook hebben enkele NAVO-landen gezamenlijk een initiatief opgestart om te komen tot een pool van grote transportvliegtuigen van het type C-17. Andere initiatieven, zoals de aanschaf door een aantal NAVO-landen van een nieuw transportvliegtuig (A-400M), nemen meer tijd en zullen eerst over enkele jaren effect ressorteren. Ter betere benutting van de beschikbare transportcapaciteit wordt door een groot aantal NAVO-landen deel genomen aan het Movement Coordination Centre Europe (Eindhoven), en wordt door België, Duitsland, Frankrijk en Nederland het European Air Transportation Command (EATC) opgericht.
Indien noodzakelijk blijft Nederland gebruik maken van ingehuurd civiel transport. De veiligheid van de passagiers is enerzijds gewaarborgd door voor het strategisch transport gebruik te maken van kwalitatief goede maatschappijen. Anderzijds wordt voor personenvervoer in Afghanistan alleen gebruik gemaakt van vliegtuigen die zijn voorzien van zelfbescherming.
151
Vraag 447
Op welke wijze wordt de veiligheid van het PRT gewaarborgd als dit vanaf 2008 meer civiel wordt ingevuld? Is er voorzien in voldoende Force Protection? Zo ja, op welke wijze en door wie?
Antwoord
Het PRT maakt integraal deel uit van de TFU en valt daarmee onder hetzelfde veiligheidsregime. De TFU voorziet in voldoende Force Protection voor het PRT, ook voor de civiele leden daarvan. Zoals geschetst in de artikel 100-brief zal het PRT bovendien op zeer korte termijn de beschikking krijgen over eigen force protection-capaciteit.
Vraag 448: zie 45
Vraag 449: zie 391
Vraag 450: zie 222
Vraag 451
Vliegt er bij de transport van materieel en munitie door civiele helikopters ook Nederlands personeel mee? Zo ja, op welke wijze is hun veiligheid gewaarborgd? Zo nee, hoe wordt de kwaliteit van vliegend materieel, personeel en bewapening bewaakt?
Antwoord
Met de door Nederland ingehuurde civiele helikopters vliegt in beginsel nooit (Nederlands) personeel mee. Alleen bij een zeer groot operationeel belang kan de Nederlandse commandant ter plaatse besluiten personeel met de helikopters mee te laten vliegen. De kwaliteit van de helikopters is gewaarborgd door gebruik te maken van internationaal kwalificeerde maatschappijen en aanvullende bepalingen in contracten.
Vraag 452: zie 222
Vraag 453: zie 222
Vraag 454: zie 222
Vraag 455: zie 51
Vraag 456: zie 51
Vraag 457: zie 51
Vraag 458
Is de in te huren civiele luchttransportcapaciteit net zo betrouwbaar als de NAVO-middelen?
152
Antwoord
De civiel ingehuurde luchttransportcapaciteit is net zo betrouwbaar als NAVO-middelen waar het gaat om zaken als inzetbaarheid en kwaliteit. De civiele vliegtuigen kunnen echter niet voor specifiek militaire missies worden ingezet. Ook heeft de vliegtuigcommandant het recht om bepaalde in zijn ogen gevaarlijke vluchten niet uit te voeren
Vraag 459: zie 44
Vraag 460: zie 44
Vraag 461: zie 44
Vraag 462: zie 45
Vraag 463: zie 181
Vraag 464: zie 15
Vraag 465: zie 181
Vraag 466: zie 15
Vraag 467: zie 214
Vragen 468, 469, 470, 471, 472, 473, 474, 475, en 476
468
Kunt u per NAVO-lidstaat aangeven hoeveel personen zij thans voor de ISAF-missie naar Afghanistan hebben uitgezonden? Kunt u per land aangeven of zij actief zijn in het noorden, oosten, zuiden of westen van Afghanistan? Kunt u dat per provincie aangeven?
469
Kunt u per NAVO-lidstaat aangeven hoeveel personen ingezet worden om eventuele gevechtshandelingen te verrichten en hoeveel personen voor andere taken worden ingezet, zoals het bewaken van bepaalde objecten of het opleiden van de Afghaanse politie of voor overige taken?
470
Kunt u per NAVO-lidstaat steeds het aantal naar Afghanistan uitgezonden personen aangeven per 1 januari van elk deelgenomen jaar enerzijds en voor de komende twee jaar anderzijds?
471
Kunt u per NAVO-lidstaat precies aangeven welk materieel, zoals gevechtsvliegtuigen, zij voor de ISAF-missie leveren? Kunt u voorts de aantalen hiervan aangeven?
472
153
Kunt u per NAVO-lidstaat de omvang van de krijgsmacht aangeven, zowel voor wat betreft het aantal personen als de omvang van het materieel, zoals het aantal gevechtsvliegtuigen, als de omvang van de begroting?
473
Kunt u aangeven welke NAVO-lidstaten aangegeven hebben uit Afghanistan te vertrekken er per wanneer dit zal gebeuren?
474
Kunt u de voorgaande 6 vragen tevens beantwoorden voor wat betreft de niet-NAVO- lidstaten die actief zijn in Afghanistan?
475
Kunt u per NAVO-lidstaat aangeven hoeveel personen zij voor de NAVO-missies in Bosnië, Kosovo, Macedonië, Darfur, Irak en Active Endeavour in de Middellandse Zee hebben uitgezonden? Kunt u dit per missie uitsplitsen? Kunt u ook de VN-missie in Libanon (UNIFIL) daarbij betrekken?
476
Kunt u voorts per NAVO-lidstaat en per betreffende missie uitsplitsen hoeveel personen ingezet worden om eventueel gevechtshandelingen te verrichten en hoeveel personen voor andere taken worden ingezet? Kunt u voorts per NAVO-lidstaat aangeven en per betreffende missie aangeven welk materieel, zoals gevechtsvliegtuigen en schepen, zij leveren? Kunt u tevens de aantallen hiervan noemen? Kunt u tot slot per NAVO-lidstaat telkens het aantal uitgezonden personen per betreffende missie aangeven per 1 januari van elk deelgenomen jaar enerzijds en voor de komende twee jaar anderzijds?
Antwoord
Hieronder vindt u de beschikbare, niet gerubriceerde informatie betreffende uw vragen 468 tot en met 476.
De ISAF-bijdragen van NAVO-leden fluctueren ter plekke door rotaties. De National Support Elements onder nationale verantwoordelijkheid zijn niet meegeteld; deze bedragen in totaal ongeveer 6500 manschappen. Tussen haakjes wordt aangegeven waar het zwaartepunt van de betreffende contributies ligt. Exacte aantallen per provincie zijn gerubriceerd. Gegevens voor de komende twee jaar kunnen niet bekend worden gesteld.
Geen enkel NAVO-land heeft aangegeven te zullen vertrekken uit Afghanistan. Van de niet- NAVO landen heeft slechts Zwitserland laten weten te vertrekken (NB: het betreft hier 2 personen).
De NAVO heeft geen volwaardige operaties meer in Macedonië of Bosnië, maar een militair hoofdkwartier. Op deze hoofdkwartieren zijn 20 tot 70 mensen werkzaam, afkomstig uit diverse landen. De ondersteuning door de NAVO in Soedan betreft liaison-officieren. Deze aantallen zijn in onderstaand overzicht niet nader uitgesplitst.
In bijgevoegde overzichten treft u tevens bij benadering de aantallen uitgezonden troepen aan op dit moment, per 1 januari 2007 en per 1 januari 2006.
154
De NAVO maakt gebruik van bepaalde definities bij het bepalen van de omvang van een krijgsmacht, nationale interpretaties hiervan verschillen. De omvang van de krijgsmacht betreft zowel militair- als burgerpersoneel werkzaam binnen de krijgsmacht. Defensie- uitgaven betreffen ook bepaalde uitgaven die direct defensie-gerelateerd zijn, maar niet door Defensie worden betaald, bijvoorbeeld kustwacht, civiele bescherming of gendarmerie. Hierdoor kunnen enige verschillen optreden in de weergegeven cijfers.
155
Troepen van NAVO Landen in Afghanistan:
dec 2007 jan 2007 jan 2006 (stage II) België 369 (Kaboel en Kandahar) 250 (Kaboel) 250 Bulgarije 401 (Midden en Zuiden) 75 (Kaboel) 60 Canada 1730 (Kaboel, Kandahar) 2700 (Kaboel, Zuiden) 20 Tsjechië 240 (Balkh, Mid, Zuiden) 150 (Kaboel, Noorden) 60 Denemarken 628 (Balkh, Kandahar) 400 (Zuiden) 150 Estland 125 (Helmand) 90 (Zuiden) 20 Frankrijk 1292 (Kaboel, Kandahar) 950 (Kaboel) 550 Duitsland 3155 (Kunduz,Balkh,Bakdakshan) 3000 (Noorden) 2250 Griekenland 143 (Kaboel) 175 (Kaboel) 200 Hongarije 219 (Baghlan) 190 (Noorden) 200 IJsland 10 (Kandahar) 5 (Kaboel) Italië 2358 (Herat, ook Kaboel) 2000 (Westen en Kaboel) 1850 Letland 96 (Balkh en Faryab) 35 (Noorden) 4 Litouwen 196 (Ghor en Herat) 130 (Westen) 100 Luxemburg 9 11 10 Nederland 1650 (Uruzgan, ook Kandahar) 2000 (Zuiden) 350 Noorwegen 508 (Herat) 350 (Noorden) 100 Polen 1141 (Kapisa) 170 (Oosten) 10 Portugal 163 (Kaboel) 150 (Kaboel) 200 Roemenië 537 (Zuiden) 750 (Zuiden) 200 Slowakije 70 (Kaboel/Kandahar) 50 (Kaboel) 20 Slovenië 66 (Herat) 50 (Westen) 50 Spanje 763 (Herat en Badghis) 500 (Westen) 600 Turkije 1219 (Wardak en Kaboel) 800 (Kaboel) 200 VK
7753 (Helmand/Kandahar, Kaboel) 5200 (mn Zuiden) 500 VS 15.038 (Zuiden en Oosten) 12.000 (Zuiden en Oosten) 150
Niet-NAVO
Albanië 138 (Westen) 30 (Kaboel) 20 Australië 892 (Uruzgan) 500 (Zuiden) Oostenrijk 3 4 (Kaboel) 5 Azerbeijan 22 (Midden) 22 (Kaboel) 20 Kroatië 211 (Balkh en Kaboel) 130 (Noorden en Kaboel) 40 Finland 86 (Balkh) 75 (Noorden) 70 Ierland 5 (Kaboel) 8 (Kaboel) 11 Jordanië 90
Nieuw-Zeel. 74 (Bamyan) 12 (Oosten) 5 Zweden 350 (Balkh) 180 (Noorden) 150 Zwitserland 2 2 6 FYROM 125 (Kaboel) 120 (Kaboel) 25
156
KFOR NMT-I Active Endeavour nu jan07 jan06 nu jan07 jan06 nu jan07 jan06
België 198 180 200
Bulgarije 47 40 50 1 4 2 Canada 7 250 Tsjechië 553 450 450 3 5 5 Denemarken 312 300 300 10 20 20 Estland 29 20 25 1 2 Frankrijk 1923 2000 2000
Duitsland 2854 2500 2500
Griekenland 685 550 600 150 250 165 Hongarije 415 450 500 20 20 20 IJsland 1 1 Italië 2395 2150 2200 70 20 30 200 80 250 Letland 19 10 10
Litouwen 32 32 32 4 2 2 Luxemburg 23 23 23
Nederland 4 4 7 7 15 12 150 Noorwegen 21 6 10 40 Polen 323 300 300 2 5 6 25 Portugal 294 300 300 6 10 6 20 20 20 Roemenië 150 150 150 2 4 5 Slowakije 130 130 130 2 5 2 Slovenië 200 200 4
Spanje 642 750 750 140 550 850 Turkije 762 400 400 2 4 4 300 300 400 VK 135 200 200 20 20 25 VS 1494 1600 1600 20 15 35 40 250 20
157
Omvang krijgsmacht Defensie-uitgaven
Met burgers Zonder nationale munteenheid Cijfers x 1000 Cijfers x 1.000.000
NAVO
België 41.7 39.1 3.794 Bulgarije 53.2 41.0 1.293 Canada 89.2 65.2 18.613 Tsjechië 38.7 27.4 53.911 Denemarken 27.6 21.4 21.913 Estland 6.7 5.3 3.921 Frankrijk 437.0 354.4 44.291 Duitsland 290.8 247.3 30.604 Griekenland 158.0 142.0 6.317 Hongarije 24.4 20.1 279.953 IJsland nvt nvt 28.805 Italië 339.1 305.1 nvt Letland 6.4 5.7 231 Litouwen 12.7 10.1 1.106 Luxemburg 1.8 1.6 264 Nederland 64.3 50.7 8.028 Noorwegen 24.2 20.2 32.300 Polen 198.4 144.4 22.032 Portugal 48.7 40.8 2.471 Roemenië 89.1 74.1 7.638 Slowakije 24.9 18.0 30.697 Slovenië 8.7 7.3 510 Spanje 167.4 132.4 12.734 Turkije 562.0 495.7 17.736 VK 289.0 190.4 31.405 VS 2067.1 1346.3 508.597
Vraag 477: zie 8
Vraag 478: zie 181
Vraag 479: zie 181
Vraag 480
Is de militaire samenwerking met de andere partners duidelijk geregeld (t.a.v. mandaat, caveats, communicatie)? Hebben de diverse beoogde partners eerder met elkaar en met Nederlandse militairen getraind?
Antwoord
158
Met alle toekomstige partners vindt op regelmatige basis overleg plaats. Dit overleg zal onder andere leiden tot de benodigde afspraken die voor inzet worden vastgelegd. Met de partners is gezamenlijk geoefend dan wel geopereerd in andere operaties. Met uitzondering van Georgië (immers geen NAVO-lidstaat) voldoen zij aan de NAVO-standaarden. In het kader van de missie in Uruzgan hebben nog geen gezamenlijke trainingen plaatsgevonden. De voorbereidingen die ertoe zullen leiden dat de toekomstige partners voldoende voorbereid aan de missie beginnen, worden inmiddels getroffen.
Vraag 481: zie 14
Vraag 482: zie 181
Vraag 483: zie 58
Vraag 484: zie 44
Vraag 485
Wordt met de civiele inhuur van helikopters door de NAVO het tekort aan transportcapaciteit voor Regional Command South volledig opgeheven? Resteert niet in elk geval toch een tekort aan capaciteit voor personenvervoer, nu civiele helikopters alleen materieel en munitie mogen vervoeren?
Antwoord
De verwachting is dat met de inhuur van civiele helikopters weliswaar een groot deel van de transportbehoefte van RC(S) wordt ingevuld, maar dat de beschikbare capaciteit voor personenvervoer nog immer niet geheel toereikend is. Vanwege de specifieke eisen die aan dit personenvervoer worden gesteld, kunnen hiervoor alleen militaire helikopters worden gebruikt. Deze helikopters moeten door de deelnemende landen beschikbaar worden gesteld.
Vraag 486
Wanneer kan de Kamer de toegezegde informatie over de gevolgen en details van de inhuur van civiele helikopters tegemoet zien (Kamerstuk 28676, nr. 41)?
Antwoord
De Kamer zal in kennis worden gesteld van de gevraagde informatie wanneer het desbetreffende contract door de NAVO is afgesloten. Dit zal naar verwachting niet voor het tweede kwartaal van 2008 zijn.
Vraag 487
Voor hoe lang kan van de civiele inhuur van helikopters door de NAVO maximaal gebruik gemaakt worden?
Antwoord
De exacte duur van het door NAVO af te sluiten contract is nog niet bekend.
159
Vraag 488
Hoe wordt de civiele inhuur van helikopters door de NAVO gefinancierd? Door common funding of anderszins? Blijft Nederland los daarvan ook zelf helikopters civiel inhuren, zoals de MI-26 helikopter voor de bevoorrading van Deh Rawod?
Antwoord
De NAVO-inhuur van helikopters wordt via `common funding' gefinancierd. Deze inhuur is primair bedoeld om de NAVO-behoefte aan luchttransport af te dekken en niet specifiek ten behoeve van de instandhouding van nationale bijdragen aan de ISAF-missie. Hiervoor is Nederland zelf verantwoordelijk. Nederland zal daarvoor zonodig luchttransport blijven inhuren.
Vraag 489: zie 45
Vraag 490: zie 45
Vraag 491: zie 45
Vraag 492
Is de krijgsmacht in staat om bij een verlenging het aantal transporthelikopters op het huidige aantal te houden, of laat het voortzettingsvermogen dat niet toe? Kan in elk geval een Nederlandse minimuminzet aan transporthelikopters gegarandeerd worden?
Antwoord
Momenteel geschiedt inzet van transporthelikopters al via internationale poolvorming. Dit betekent dat niet alleen de Nederlandse helikopters ten dienste staan voor Nederlandse eenheden. Nederland levert op dit moment afwisselend vijf Cougar-transporthelikopters of drie Chinook-transporthelikopters aan het regionale hoofdkwartier. De Amerikaanse overbruggingscapaciteit (helikopters) zal voorlopig niet worden teruggetrokken; deze wordt onder OEF geplaatst en kan in noodgevallen door ISAF worden benut. Daarnaast levert Australië in 2008 Chinook-transporthelikoptercapaciteit aan ISAF. Tevens wordt inhuur van transporthelikoptercapaciteit voor materieel- en munitietransport indien noodzakelijk voortgezet. Op basis van bovenstaande ontwikkelingen zal in de aanloop naar 1 augustus 2008 worden bepaald welke minimale gegarandeerde inzet aan Nederlandse transporthelikopters nodig is.
Vraag 493: zie 22
Vraag 494: zie 51
Vraag 495
Op welke wijze zal de kwaliteit van de gezondheidszorg gewaarborgd worden als partners van Nederland een bijdrage gaan leveren aan het hospitaal, o.a. d.m.v. chirurgische teams?
Antwoord
160
Op dit moment is bij de regering één partner bekend die chirurgische teams heeft toegezegd. Nederland garandeert de kwaliteit van geneeskundige zorg, ook na augustus 2008, door bij de verlenging de leiding te houden over het role 2 hospitaal in Tarin Kowt en door eisen te stellen aan onder andere taalvaardigheden van de beoogde partners, Advanced Trauma Life Support (ATLS) en andere Westerse medische en militaire kennis van partners. Tevens leveren beoogde partners tijdig hun certificaten aan om te laten beschouwen door Defensie.
Vraag 496: zie 59
Vraag 497: zie 16
Vraag 498: zie 391
Vraag 499: zie 391
Vragen 500 en 501
500
Maken de troepen van de partnerlanden gebruik van Nederlandse transportfaciliteiten? Zo nee, verzorgen ze hun eigen transport? Zo ja, staat hier een vergoeding tegenover?
501
Maken de troepen van de partnerlanden gebruik van Nederlandse catering en keukenfaciliteiten? Zo nee, verzorgen ze hun eigen voeding? Zo ja, staat hier een vergoeding tegenover?
Antwoord:
Aan de partnerlanden is kenbaar gemaakt dat zij de kosten van hun bijdrage aan de missie in beginsel zelf moeten dragen. Definitieve afspraken zijn nog niet gemaakt, maar in geval van medegebruik van Nederlandse faciliteiten zullen de kosten in rekening worden gebracht.
Vraag 501: zie 500
Vraag 502
Maken de troepen van de partnerlanden gebruik van Nederlandse munitie? Zo nee, verzorgen ze hun eigen munitievoorraad? Zo ja, staat hier een vergoeding tegenover?
Antwoord
In beginsel gebuikt ieder deelnemend land eigen munitie en zal daarvoor voorraad aanleggen en beheren. Er kunnen specifieke afspraken worden gemaakt voor medegebruik, waar dan een passende vergoeding tegenover staat.
Vraag 503: zie 391
Vraag 504: zie 391
161
Vraag 505
Hoeveel jachtvliegtuigen van het type Mirage zullen de Fransen uiteindelijk stationeren in Kandahar. Heeft de Mirage niet soortgelijke problemen met het Afghaanse klimaat als de Britse Harriers?
Antwoord
Op dit moment heeft Frankrijk zes jachtvliegtuigen gestationeerd in Kandahar. Nederland doet geen uitspraken over de eventuele operationele beperkingen van bijdragen van onze bondgenoten.
Vraag 506: zie 424
Vraag 507
Is het juist dat ook Duitsland mogelijk in de toekomst een bijdrage aan de Task Force Uruzgan, bijvoorbeeld via één of meer OMLT's, zou willen overwegen?
Antwoord
Op de korte termijn zal Duitsland geen militaire bijdrage leveren aan de Task Force Uruzgan. Nederland blijft met Duitsland in gesprek om toekomstige samenwerkingsmogelijkheden in het kader van ISAF te onderzoeken, ook in het Zuiden van Afghanistan. De Duitse ontwikkelingsorganisatie GTZ zal op korte termijn wel activiteiten in Uruzgan ontplooien.
Vraag 508: zie 15
Vraag 509: zie 44
Vraag 510: zie 74
Vraag 511: zie 74
Vragen 512 en 513
512
Wanneer wordt het Politie Trainingscentrum gebouwd?
513
Wie gaat de trainingscapaciteit voor het Politie Trainingscentrum verzorgen?
Antwoord
In 2007 is een bedrag van 4,2 miljoen uit het Stabiliteitsfonds gecommitteerd voor de bouw van een Politie Trainingscentrum (PTC) in Uruzgan. Het PTC zal in 2008 worden gebouwd, waarbij de Australische Reconstruction Task Force de leiding zal nemen over de constructiewerkzaamheden.
162
In september van dit jaar is de International Police Coordination Board akkoord gegaan met de Nederlandse plannen voor het PTC, waarmee het centrum wordt opgenomen in de bredere internationale inspanning op het gebied van politieopbouw en hervorming. Ook EUPOL heeft inmiddels al belangstelling getoond voor betrokkenheid bij het PTC. Met het Afghaanse ministerie van Binnenlandse Zaken zal naar verwachting nog voor de jaarwisseling een Memorandum of Understanding worden gesloten waarin de Afghaanse bijdrage wordt vastgelegd in de vorm van onder andere onderhoud en bezetting. Het is de bedoeling dat het PTC een basis zal bieden voor training en opleiding door EUPOL, CSTC-A, het Afghaanse ministerie van Binnenlandse Zaken en het Nederlandse PRT in Uruzgan zelf, maar ook op termijn zou kunnen dienen voor opleiding van rechters en aanklagers.
Vraag 513: zie 512
Vraag 514
Hoeveel trainingscapaciteit levert Nederland zelf voor de opleiding en training van de ANP?
Antwoord
Nederland is niet direct verantwoordelijk voor de opleiding en training van ANP personeel. De internationale verantwoordelijkheid hiervoor is belegd bij het Amerikaanse Combined Security Transition Command Afghanistan (CSTC-A) en EUPOL. Nederland zal een bijdrage van zeven marechaussees aan de EUPOL missie leveren.
In Uruzgan heeft Nederland, in samenwerking met personeel van CSTC-A, de basis training van ongeveer 1000 Afghan National Auxiliary Police (ANAP) verzorgd. Hiervoor worden tot op heden 10 marechaussees in Uruzgan ingezet.
Vragen 515, 525 en 570
515
Hoeveel agenten kunnen in twee jaar worden getraind door drie marechaussees?
525
Is het aantal uitgezonden KMAR voldoende om de opleidingsambities ANP te verwezenlijken?
570
Hoeveel Afghaanse militairen en politieagenten zijn er exact opgeleid als direct gevolg van de Nederlandse inzet in Afghanistan? Hoe verhoudt de kwantiteit als kwaliteit van deze militairen zich tot de daarvoor gemaakte kosten?
Antwoord
Zoals hierboven gesteld loopt de inzet van de internationale gemeenschap aangaande de opleiding en training van de ANP in eerste instantie via CSTC-A en EUPOL. Hiermee is in principe voldoende financiële en personele capaciteit aanwezig om de ANP effectief op te
163
leiden en te begeleiden. De Nederlandse bijdrage aan deze inspanning zal bestaan uit de inzet van zeven marechaussee binnen EUPOL, waarvan drie in Uruzgan en vier in Kandahar.
Als gevolg van de Nederlandse inzet zijn tot op heden ongeveer 1000 ANAP agenten opgeleid. Tevens is Nederland in samenwerking met CSTC-A personeel gestart met het verbeteren van de kwaliteit van ANAP agenten door het verzorgen van 4 weken durende vervolgtrainingen. Op dit moment zijn mede daartoe twee Police Mentoring Teams van CSTC-A in Uruzgan actief.
Het verbeteren van kwaliteit van de opgeleide agenten heeft prioriteit omdat dit direct bijdraagt tot het verbeteren van de veiligheidsituatie in de provincie. Ondanks deze inzet zal het nog veel tijd vergen voordat de Afghaanse politie in Uruzgan in staat zijn zelfstandig bij te dragen aan de veiligheid in de provincie.
Vragen 516 en 517
516
Heeft Nederland zeggenschap over het Amerikaanse programma voor politieopbouw dat in 2008 zal worden uitgerold in Uruzgan?
517
Betekent dit dat er Amerikaans personeel in de provincie wordt gelegerd om het programma voor politieopbouw uit te voeren? Zo ja, om hoeveel mensen gaat het?
Antwoord
Het door de VS gefinancierde Focused District Development (FDD) programma beoogt per district het politieapparaat door te lichten, te trainen en te mentoren. Naar verwachting zal in de eerste helft van 2008 een district in Uruzgan worden opgenomen in de pilots van dit programma. Dit gebeurt in nauw overleg met Nederland en met de Afghaanse autoriteiten, en Nederland verwelkomt en ondersteunt de uitrol van dit programma. Om de nieuwe provinciale politiecommandant, Jumah Gul, te ondersteunen bij het uitvoeren van zijn taken, heeft het Combined Security Transition Command Afghanistan (CSTC-A), dat verantwoordelijk is voor de uitvoer, aangekondigd het ondersteuningspakket dat hoort bij de uitrol van het FDD-programma nu al aan te bieden.
Gedurende de implementatie van het programma zal aanvullend Amerikaans personeel worden toegevoegd aan de twee Police Mentoring Teams die al in Uruzgan werkzaam zijn. Aangezien het programma thans de eerste pilots doorloopt, is het nog niet mogelijk aan te geven om hoeveel personeel het hierbij precies zal gaan.
Vraag 517: zie 516
Vraag 518: zie 74
Vraag 519: zie 74
Vraag 520: zie 74
164
Vraag 521: zie 81
Vraag 522
Welke gevolgen heeft de verlenging van de missie, behalve voor de genoemde bijdrage aan de NRF, voor de Nederlandse deelname aan de EU-Battlegroups en andere internationale bilaterale of multilaterale samenwerking op defensiegebied? Welke gevolgen heeft de verlenging van de missie voor de materieelinvesteringen? Welke gevolgen heeft de verlenging van de missie voor de beschikbare middelen voor het houden van (grote) oefeningen?
Antwoord
De verlenging van de missie heeft geen gevolgen voor de Brits-Nederlandse EU-Battlegroup die in 2010 gereed staat en is samengesteld uit eenheden van de UK-NL Amphibious Force. In de eerste helft van 2011 is Nederland `lead nation' van de Nederlands-Duits-Finse EU- Battlegroup die bestaat uit een brigadehoofdkwartier en eenheden van de Koninklijke landmacht. Deze Battlegroup moet zich vanaf medio 2010 voorbereiden op een mogelijke inzet. Hoewel de verwachting is dat deze Battlegroup voldoende voorbereid zal kunnen starten, zullen de exacte consequenties in de loop van 2009 duidelijker in beeld komen.
De uitvoering van lopende grote materieelprojecten beïnvloeden de inzet niet. Wel maakt de inzet het mogelijk om nieuw materieel te toetsen aan operationele inzet. Dit kan leiden tot aanpassingen en verbeteringen, in enkele gevallen zelfs terwijl het project als geheel nog in uitvoering is. Als voorbeelden gelden de Fennek en de Pantserhouwitser. De lessen die worden geleerd uit missies leiden tot kwalitatieve en kwantitatieve aanpassingen in de plannen voor nieuw materieel die, binnen het gestelde financiële kader, ook kunnen leiden tot prioriteitstelling. Zo zijn in de kamerbrief `Wereldwijd Dienstbaar' zowel in- als extensiveringen aangekondigd, die moeten leiden tot een verder verbeterde effectiviteit en efficiëntie.
Het is evident dat door de inzet van personeel en materieel in Afghanistan een verschuiving in de tijd naar rechts plaatsvindt in de planning voor grootschalige oefeningen. Zo wordt een voor eind 2008 geplande oefening in Senegal (Joint African Lion) verschoven naar later in de tijd. De oefeningen die nodig zijn bij de voorbereiding van de inzet zullen wel op tijd plaatsvinden.
Overigens is een belangrijk bijkomend voordeel van de huidige en de aanstaande verlening dat de inzet - naast intensieve operationele samenwerking tussen de operationele commando's
- een intensivering en nieuwe vormen van bi- en multilaterale samenwerking oplevert. De lessen die geleerd worden zijn van grote waarde voor het operationeel optreden van de Nederlandse krijgsmacht en leiden tot een verdere professionalisering.
Vraag 523: zie 14
Vraag 524
Welke redenen zijn er om het aantal F-16's voor NRF te verlagen van 12 tot 9? Zijn de overige Nederlandse F-16's niet inzetbaar om personele en/of onderhoudstechnische redenen? Kunt u een overzicht geven van de taken van de gehele F-16 vloot waaruit duidelijk wordt waarom slechts zo'n klein percentage wordt ingezet in Uruzgan en NRF?
165
Antwoord
Het aantal F-16's voor NRF-10 is verlaagd van 12 naar 9 in verband met de maatregelen die zijn aangekondigd in de brief "Wereldwijd dienstbaar" (Kamerstuknummer 31 243 nr.1). Het gaat hierbij om een vermindering van een aantal hoofdwapensystemen, waaronder achtien F- 16 gevechtsvliegtuigen waardoor het aantal operationele gevechtsvliegtuigen afneemt van 90 naar 72.
Vraag 525: zie 515
Vraag 526
Waarom wordt bij de Voorjaarsnota een actualisatie uitgevoerd van de financiële onderbouwing van de artikel 100-brief? In welke mate kan de Kamer ervan uitgaan dat de financiële onderbouwing in deze brief correct en volledig is?
Antwoord
De financiële onderbouwing wordt bij Voorjaarsnota 2008 geactualiseerd omdat op dit moment de besparingen als gevolg van de bijdragen van deelnemende derde landen nog niet geheel bekend zijn en gevolgen hebben voor de raming. Bovendien zal de actualisatie bij Voorjaarsnota mede worden gebaseerd op de verdere uitwerking van de missie, inclusief de vraagstukken die samenhangen met de gereedstelling. De financiële onderbouwing zoals genoemd in de artikel 100-brief is naar huidig inzicht correct en volledig. De raming is opgesteld op basis van aangescherpte procedures en methodieken, waarbij bovendien gebruik is gemaakt van de realisatiegegevens van de huidige missie.
Vragen 527 en 528
527
Hoe verhoudt zich de wens van de Afghaanse regering om in 2008 70.000 personeelsleden aan te stellen tot de oude wens om het leger uit te bouwen naar 200.000 man?
528
Hoe wordt de kwantitatieve doelstelling van 70.000 ANA in 2008 gefinancierd, nu en in de komende 10 jaren?
Antwoord
De Afghaanse regering heeft in overleg met de internationale gemeenschap besloten de omvang van het Afghaanse leger te bepalen op 70.000 manschappen. Dit aantal is vastgelegd in het Afghanistan Compact. Inmiddels is wel besloten het aantal te verhogen naar 82.000. Deze verhoging dient om de (logistieke) ondersteuning die groter dient te zijn dan verwacht op te vangen, en niet het aantal operationele eenheden te vergroten. De internationale gemeenschap, en met name de VS, financiert vooralsnog het leeuwendeel van de kosten van de ANA. Het Afghanistan Compact stelt dat de Afghaanse regering in toenemende mate het leger zelf zal financieren, evenredig met de economische capaciteit daartoe.
Vraag 528: zie 527
166
Vraag 529
Waarom wordt de Kamer pas via de artikel 100 brief op de hoogte gesteld van terugtrekkingen uit de NRF, die geen verband houden met de verlenging na augustus 2008, maar deels het gevolg zijn van de herschikkingen in het kader van de brief `Wereldwijd Dienstbaar' (Kamerstuknummer 31243, nr. 1) Waarom is de Kamer hierover niet bij de defensiebegroting, dan wel via brieven over de NAVO op de hoogte gesteld?
Antwoord
In de geannoteerde agenda voor de informele bijeenkomst van de NAVO ministers van Defensie op 24 en 25 oktober in Noordwijk (kenmerk 28 676, nr. 39) is de Kamer geïnformeerd over het voorstel de omvang van de NRF aan te passen. In het verslag van de bijeenkomst is de Kamer vervolgens geïnformeerd over het besluit van de NAVO de afgeslankte vorm vanaf NRF 11 in te voeren. Voorts is gemeld dat de toezeggingen aan NRF 10 op een aantal bescheiden punten zouden moeten worden aangepast (kenmerk 28676, nr. 40) en dat hierover met onze bondgenoten werd overlegd.
De Kamer wordt in de regel naar aanleiding van de Force Generation Conference geïnformeerd over de toezeggingen of wijzigingen op eerdere toezeggingen. De Force Generation Conference die afgelopen november werd gehouden, was bijzonder omdat alleen NRF 10 aan de orde was. Immers, vanaf NRF 11 is sprake van een afgeslankte vorm waarvan begin 2008 de exacte vorm wordt bepaald. Omdat de bijeenkomst kort voor het besluit over Afghanistan werd gehouden is er voor gekozen een totaal overzicht in deze brief op te nemen.
Vraag 530
Blijkens de formulering `Het terugtrekken van andere bijdragen aan NRF 10, waaronder het reduceren van het aantal aangeboden F-16's van 12 naar 9 en het reduceren van de veldartillerie met één batterij' worden naast genoemde ook andere eenheden uit de NRF teruggetrokken als gevolg van de maatregelen die zijn aangekondigd in de brief `Wereldwijd Dienstbaar' (Kamerstuknummer 31243, nr. 1). Om welke eenheden gaat het?
Antwoord
Nee, er worden geen andere eenheden aan de NRF onttrokken als gevolg van de maatregelen die zijn aangekondigd in de brief `Wereldwijd Dienstbaar'.
Vragen 531 en 574
531
Welke maatregelen zijn voorzien om te verzekeren dat de krijgsmacht op het huidige niveau kan blijven werken, zonder dat dit tot problemen leidt voor de instandhouding van de krijgsmacht en voor het voortzettingsvermogen de komende vijf jaar?
574
Kan nader ingegaan worden op hetgeen bedoeld wordt met `vraagstukken die samenhangen met de gereedstelling?' Welk bedrag is hiermee gemoeid.
Antwoord
167
Om de huidige ISAF-missie te kunnen voortzetten, ligt de prioriteit bij eenheden die zijn aangewezen voor inzet in Uruzgan. Hierdoor worden beperkingen aangebracht op de materiële gereedheid, personele gereedheid en geoefendheid van de niet voor inzet aangewezen eenheden. In de artikel 100-brief is bepaald dat bij de komende Voorjaarsnota, de vraagstukken die samenhangen met de gereedstelling worden bezien.
Vraag 532: zie 390
Vraag 533
Wat zijn volgens u de consequenties voor de juridische positie van de individuele Nederlandse militair van uw vaststelling van Nederland in Afghanistan niet "in oorlog" is? Betekent dit dat het oorlogsrecht en/of het recht voor intern gewapend conflict niet van toepassing is? Zo ja, hoe verhoudt dit standpunt zich tot dat van de Afghaanse regering, dat er in het zuiden van het land een "opstand" is?
Antwoord
Zoals door de regering onder andere is aangegeven in de notitie over juridische aspecten van vredesoperaties, aan de Eerste Kamer verstuurd in antwoord op de vragen van de heer Van Middelkoop (Kamerstuk 30 300 X A, Brief van 25 november 2005), hanteert Nederland net als nagenoeg alle NAVO-landen het beleid dat de grenzen van het humanitair oorlogsrecht (HOR) altijd worden toegepast, ongeacht of het HOR formeel juridisch van toepassing is.
Vraag 534: zie 420
Vraag 535
Zijn zogenaamde dodenlijsten en collectieve offensieve veiligheidsoperaties geoorloofd volgens de toepasselijke Rules of Engagement? Is dit volgens u geoorloofd onder een crisisbeheersingsoperatie, niet zijnde een oorlog of gewapend conflict? Zijn de Rules of Engagement aangepast aan het gewijzigde OPLAN van juli 2006, waarin robuuster optreden mogelijk wordt gemaakt? Zo ja, wilt u de Kamer inzage geven in die RoE? Zo nee, waarop zijn de RoE die aan de Kamer ter inzage zijn gegeven dan gebaseerd?
Antwoord
Er is geen sprake van het gebruik van dodenlijsten door Nederlandse ISAF militairen. Het uitvoeren van zogenaamde "counter-insurgency operations" (COIN) is geoorloofd onder de toepasselijke Rules of Engagement (ROE). Voor het uitvoeren van dergelijke acties is niet noodzakelijk dat sprake is van een gewapend conflict, laat staan van een oorlog, noch heeft het uitvoeren van dergelijke acties als zodanig gevolgen voor de aanduiding van de ISAF operatie. De ROE zijn in lijn met het OPLAN, waarin robuuster optreden mogelijk is. Deze set ROE, met daarin de bevoegdheid voor dergelijke acties, is recent aan de Kamer ter vertrouwelijke inzage aangeboden, samen met de Nederlandse geweldsinstructiekaarten.
Vraag 536: zie 76
Vraag 537
168
Welke nationale uitzonderingen heeft Nederland in de Rules of Engagement ten aanzien van andere ISAF partners in Afghanistan?
Antwoord
De Rules of Engagement (ROE) zijn recent aan de Kamer ter vertrouwelijke inzage aangeboden. Daarin zaten ook de Nederlandse uitzonderingen, in de vorm van zogenaamde caveats en amplifications verwerkt. Het is niet mogelijk om buiten die afgesproken vertrouwelijkheid over de inhoud van de ROE of de Nederlandse uitzonderingen daarop te communiceren.
Vraag 538: zie 15
Vraag 539
Wat is het verschil tussen oorlogvoeren en crisisbeheersing? Wat maakt dit verschil uit voor het mandaat van de Nederlandse militairen?
Antwoord
Oorlogvoering, c.q. het voeren van een gewapend conflict, heeft een wezenlijk ander doel dan het beheersen van een crisis. Bij oorlogvoering is het veroveren van grondgebied of het verslaan van een vijand het enige of hoofddoel van het optreden. Bij crisisbeheersing is, zoals de aanduiding reeds aangeeft, primair het beheersbaar maken en vervolgens beheersen van een crisis het doel van het optreden. In geval van militaire crisisbeheersingsoperaties kan het daarbij noodzakelijk zijn om geweld te gebruiken om personen of instanties die de crisis juist willen aanwakkeren of daar de oorzaak van zijn te overtuigen hun acties te staken. Dat soort geweldgebruik is dan echter incidenteel aan het hoofddoel, zijnde het beheersen van de crisis. Het mandaat van ISAF is gegeven in de betreffende VN Veiligheidsraadresoluties, waarin tevens de bevoegdheid is verleend om al het noodzakelijke aan te wenden om het mandaat uit te voeren.
Vraag 540
Kunt u per Afghaanse provincie de mate van onveiligheid schetsen en bij uw beantwoording het aantal gevechtsoperaties die per provincie hebben plaatsgevonden meenemen, voor zowel de gehele periode waarin ISAF in Afghanistan actief is als voor de periode sinds 1 januari 2007? Kunt u de mate van gevaar voor de thans in Noord- en West-Afghanistan gestationeerde personen afzetten tegen de mate van gevaar voor in Zuid-Afghanistan, waaronder Uruzgan, gestationeerde personen?
Antwoord
Gezien de aard van het optreden van de OMF is dit onderscheid niet mogelijk. De huidige situatie in Afghanistan laat zich het best omschrijven als een insurgency die voor het overgrote deel bestaat uit lokale initiatieven en slechts voor klein deel centraal wordt aangestuurd. Deze lokale initiatieven kennen diverse oorzaken zoals tribale tegenstellingen, economische (drugs)belangen en ontevredenheid over de Afghaanse overheid. Een gevolg hiervan is dat veiligheidsincidenten zich op een zeer lokaal niveau afspelen en de dreiging tegen ISAF-personeel per locatie en in tijd sterk kan fluctueren.
169
Het is wel mogelijk om, mede gebaseerd op het aantal gewelddadige incidenten, een algemene beoordeling van de veiligheidssituatie per regio (Regional Command: RC) te geven. In RC-South is er sinds 2005 sprake van een verslechtering van de veiligheidssituatie. De situatie in RC-East komt in grote lijnen overeen met die van RC-South. De situatie in RC- West was de afgelopen jaren te omschrijven als relatief rustig en stabiel. Echter, sinds het begin van 2007 is ook hier sprake van een verslechtering, die voornamelijk het gevolg is van een geleidelijke uitbreiding van de invloedssfeer van de Taliban. In vergelijking met het Zuiden en Oosten vindt in het Noorden (RC-North) slechts een gering aantal incidenten plaats. Als gevolg van een andere etnische samenstelling kent RC-North een zeer afwijkende (veiligheids) dynamiek. Terwijl in de overige regio's het gros van de gewelddadige incidenten te relateren is aan het optreden van de Taliban, is dit in RC-North veelal te wijten aan criminele elementen die gebaat zijn bij het in stand houden van een instabiele situatie. In Kabul (RC-Capitol) is het aantal incidenten naar verhouding laag. De OMF hebben echter, onder ander door middel van meerdere zelfmoordaanslagen, het afgelopen jaar een groter gevoel van onveiligheid weten te creëren onder de bevolking van de stad.
Vraag 541
Zijn de medische evacuaties, ook met het oog op meerdere partners in Uruzgan, in voldoende mate en duidelijk geregeld? Kunnen eventuele gewonden binnen de daarvoor gestelde normen worden afgevoerd?
Antwoord
De bijdrage van eventuele partners voor Nederland in Uruzgan zal niets veranderen aan de huidige afspraken over medische evacuaties. De verantwoordelijkheid voor de medische evacuatie, ook wel aangeduid met de term medevac, in de hele zuidelijke regio is in handen van de Commandant van het Regionale commando in het Zuiden. Een pool van voornamelijk Amerikaanse helikopters draagt conform de normen van de NAVO zorg voor de medevac in Uruzgan. Die afspraken blijven van kracht, ook na augustus 2008.
Vraag 542
Is de vereiste CIMIC capaciteit volledig gevuld? Kunt u een concreet overzicht geven van de taken waarmee CIMIC belast wordt? Kunt u een overzicht geven van de personele vulling per CIMIC-taak?
Antwoord
De vereiste generieke CIMIC capaciteit is volledig gevuld.
De taken van CIMIC functionarissen zijn:
- Liaison met civiele actoren;
- Advies aan de commandant over de invloed van de militaire operatie op de civiele omgeving, en vice versa;
- Assessments van de civiele omgeving;
- Projecten identificeren en (laten) uitvoeren ter ondersteuning van de militaire missie.
In totaal zijn er 15 CIMIC functionarissen actief binnen de TFU voor alle bovengenoemde taken.
170
Vraag 543
Welke verjaringstermijn wordt gehanteerd, de korte van vijf jaar, of de lange van 20 jaar, voor het indienen van een schadeclaim door militair personeel voor fysiek en/of psychisch letsel? Welke criteria worden gehanteerd om te bepalen of dit letsel voortvloeit uit de missie?
Antwoord
Militairen die na 1 juli 2007 letsel oplopen ten gevolge van de uitoefening van de militaire dienst onder buitengewone of daarmee vergelijkbare omstandigheden, ontvangen een volledige vergoeding van hun schade. De grondslag voor deze volledige schadevergoeding wordt in de Kaderwet militaire pensioenen gelegd. Verjaringstermijnen zijn hierbij niet aan de orde.
Bij het vaststellen of letsel voortvloeit uit de uitoefening van de dienst tijdens een missie, wordt uitgegaan van gangbare medische criteria. Een arts stelt vast of bepaald letsel toe te schrijven is aan (veroorzaakt is of verergerd door) de uitoefening van de militaire dienst. Voor specifieke aandoeningen wordt met protocollen gewerkt. De nieuwe protocollen inzake PTSS en Lichamelijk Onverklaarbare Klachten (LOK) worden op korte termijn ter kennisname aan de Kamer aangeboden.
Vraag 544: zie 76
Vraag 545
Kan worden aangegeven wanneer de 10 nieuw bestelde Bushmaster-patrouillevoertuigen beschikbaar zullen zijn voor de missie in Afghanistan?
Antwoord
Van de tien nieuw bestelde Bushmasters zijn er negen bedoeld voor inzet in Afghanistan en één voor opleidingen en trainingen in Nederland. Nog voor eind 2007 zullen drie Bushmasters worden afgeleverd in Afghanistan. Levering van de overige voertuigen is voorzien vóór 1 april 2008.
Vraag 546: zie 424
Vraag 547
Hoeveel Patria's zijn nog actief in Uruzgan. Bieden deze voertuigen voldoende beveiliging tegen IED's?
Antwoord
Op dit moment zijn nog 31 Patria's actief in Uruzgan. De beveiliging tegen IED's wordt voldoende geacht, maar mogelijk letsel van inzittenden bij een IED-aanslag kan niet worden uitgesloten.
Vragen 548 en 560
548
171
Hoe zeker is de regering dat de begrote 270 miljoen per jaar niet significant wordt overschreden? Van welke begroting worden eventuele overschrijdingen betaald?
560
Kunt u de Kamer garanderen dat deze planning en kostenraming voor de periode 1-8-2008 tot
1-8-2010 (inclusief de kosten van vertrek) voldoende zekerheid bieden en er geen overschrijdingen zullen plaatsvinden?
Antwoord
De raming van 270 miljoen euro per jaar betreffen de additionele uitgaven die ten laste komen van de HGIS-post `uitvoeren crisisbeheersingsoperaties'. De raming is opgesteld op basis van aangescherpte procedures en methodieken, waarbij bovendien gebruik is gemaakt van de realisatiegegevens van de huidige missie. Onvoorziene omstandigheden kunnen leiden tot tegenvallers. De eventuele overschrijdingen van deze raming worden gefinancierd uit de HGIS-voorziening `uitvoeren crisisbeheersingsoperaties'.
Vraag 549: zie 20
Vraag 550
Met welke redeploymentskosten houdt u rekening? Kunt u dit specificeren en kwantificeren? Moet de ruimte voor deze kosten binnen de defensiebegroting gevonden worden? Zo nee, waar dan wel?
Antwoord
Redeploymentuitgaven zijn onder andere: personele uitgaven voor verblijf na de operationele periode, transportkosten, afschrijving voorraden, onderhoudskosten na afloop van de operatie, munitieverbruik en vlieguren.
De samenstelling en omvang van de redeploymentkosten is afhankelijk van de wijze waarop de missie wordt beëindigd en bijvoorbeeld van de mate waarin de infrastructuur van de Nederlandse kampen wordt overgedragen aan een bondgenoot. De uitgaven die gemoeid zijn met redeployment worden geaccommodeerd binnen HGIS-voorziening "Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties".
Vraag 551 en 568
551
Kunt u de Kamer een meer gespecificeerde kostenraming geven dan de verzekering dat 270 miljoen per jaar genoeg is?
568
Kunt u een gedetailleerde uitsplitsing geven van alle kosten die met de nieuwe missie gemoeid zijn?
Antwoord
Personeel (toelage en voeding) 107
Transport 43
172
Materieel 36
Munitie 32
Overige personele uitgaven 16
Overige materiele uitgaven 14
Overige uitgaven 6
F-16 detachement 15
Totale raming 270
In miljoenen euro's per jaar
Vragen 552 en 562
552
Is de slijtagetoeslag van 20 miljoen euro per jaar voldoende om het Nederlandse materieel in conditie te houden? Betekent dit dat de klacht dat 'het Nederlandse leger zich zelf op eet' hiermee tot het verleden behoort?
562
Worden er extra reserveringen gemaakt om door slijtage sneller dan voorzien 'afgeschreven' materieel te vervangen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, in welk budget worden deze reserveringen ondergebracht?
Antwoord
De slijtagetoeslag van 20 miljoen euro is bedoeld voor de oplopende kosten van o.a. reserveonderdelen tijdens de verlengingsperiode. De middelen van de motie van Geel en de Bos -middelen worden onder meer voor het naar voren halen van vervangingsinvesteringen vanwege versnelde afschrijving aangewend. De totale toevoeging is voldoende om het materieel dat in Afghanistan wordt ingezet in conditie te houden of te vervangen.
Vraag 553
Waarop is de 'slijtagetoeslag' van 20 miljoen euro per jaar gebaseerd? Kunt u de Kamer inzicht in deze berekening geven?
Antwoord
Het verwachte verbruik van reservedelen voor 2007 werd aanvankelijk (voorjaar 2007) geraamd op 9 miljoen euro. De realisatie van reservedelen voor 2007 bedraagt ongeveer 14 miljoen euro. Voor de verlengingsperiode wordt bij een zelfde activiteitenniveau rekening gehouden met een verdere stijging van het reservedelenverbruik naar 18 miljoen euro per jaar. Dit is een stijging van 9 miljoen euro per jaar ten opzichte van de eerdere raming. Daarnaast worden de uitgaven die samenhangen met materieel dat vanwege de verlenging moet worden gewisseld en onderhouden, geraamd op 11 miljoen euro per jaar. De totale stijging van het reservedelenverbruik betreft 20 miljoen euro per jaar.
Vraag 554
Kan bij de Voorjaarsnota slechts sprake zijn van een neerwaartse bijstelling van de raming en niet van een opwaartse bijstelling?
Antwoord
173
Bij Voorjaarsnota worden de besparingen als gevolg van de deelname van derde landen verwerkt. Het gevolg daarvan kan zijn dat de raming van de additionele uitgaven (270 miljoen euro per jaar) neerwaarts wordt bijgesteld. Bij Voorjaarsnota wordt bezien of de financiële onderbouwing afdoende is inclusief de vraagstukken die samenhangen met de gereedstelling.
Vraag 555
Kunt u garanderen dat, indien de raming van de kosten van de verlenging van de missie in Uruzgan, zoals deze in de artikel 100-brief van d.d. 30 november jl. is aangegeven, wordt overschreden (door extra slijtage van materieel, vervroegde afschrijving van verloren gegaan of beschadigd materieel, gereedstellingskosten, redeployment, et cetera), de additionele kosten van de missie niet voor rekening van Defensie komen? Is de in de HGIS-nota onder 10.01 opgenomen post "nominaal en onvoorzien" beschikbaar om deze eventuele budgetoverschrijding op te vangen? Kunt u garanderen dat het gereed stellen van de Nederlandse militairen voor Uruzgan, buiten de Defensiebegroting wordt gefinancierd, bijvoorbeeld via de in de HGIS-nota onder 10.01 opgenomen post "nominaal en onvoorzien"? Kunt u garanderen dat, indien de redeployment-kosten na 01.08.2010 hoger uitvallen dan in de ramingen is voorzien en niet gecompenseerd kunnen worden door lagere exploitatiekosten, deze dan buiten de Defensiebegroting worden gefinancierd, bijvoorbeeld via de in de HGIS- nota onder 10.01 opgenomen post "nominaal en onvoorzien"? Kunt u garanderen dat indien de in de HGIS-nota onder 10.01 opgenomen post "nominaal en onvoorzien" ontoereikend is om budgettaire overschrijdingen op te vangen, dat deze ook dan niet ten laste komen van de Defensiebegroting?
Antwoord
Additionele uitgaven voor de missie in Uruzgan worden gefinancierd lastens de HGIS- voorziening `uitvoeren crisisbeheersingsoperaties'op de begroting van Defensie. Daarnaast heeft de inzet in Afghanistan ook budgettaire gevolgen voor de reguliere Defensiebegroting; hierbij gaat het bijvoorbeeld om defensiematerieel dat vroegtijdig moet worden vervangen als gevolg van extra slijtage.
In de artikel 100-brief is aangegeven dat op grond van de huidige ramingen voor de additionele uitgaven in verband met de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan ISAF III maatregelen zijn genomen. Deze maatregelen betreffen zowel de HGIS-component op de begroting van de Defensie als de reguliere Defensiebegroting. De komende jaren wordt boven de extra middelen van het coalitieakkoord van in totaal EUR 500 miljoen, EUR 343 miljoen aan de Defensiebegroting toegevoegd (EUR 143 miljoen uit HGIS en EUR 200 miljoen uit algemene middelen). Bij de komende Voorjaarsnota wordt een actualisatie uitgevoerd om te bezien of deze financiële onderbouwing geheel afdoende is , mede gelet op verwachte besparingen als gevolg van bijdragen van derden en vraagstukken die samenhangen met de gereedstelling.
De HGIS-post artikel 10.01 "Nominaal en onvoorzien" is bestemd voor compensatie van loon en prijsontwikkelingen en onvoorziene kosten binnen de gehele HGIS/non-ODA en derhalve ook voor dergelijke ontwikkelingen binnen de HGIS-voorziening "uitvoeren crisisbeheersingsoperaties" op de begroting van Defensie.
De gereedstelling van Nederlandse militairen voor uitzending naar Uruzgan komt voor rekening van de reguliere Defensiebegroting waaruit immers alle kosten voor instandhouding en gereedstelling van de krijgsmacht worden gefinancierd. Dit geldt niet voor de kosten van
174
redeployment die voor rekening komen van de HGIS-voorziening "uitvoeren crisisbeheersingsoperaties" op de begroting van Defensie. Overschrijdingen van de HGIS- voorziening "uitvoeren crisisbeheersingsoperaties" zijn sinds de instelling van de HGIS in 1997 nooit gecompenseerd uit de reguliere Defensiebegroting. Het ligt niet in de rede dat dit in de komende jaren wel gebeurt.
Vraag 556
Voor welk bedrag precies is sinds aanvang van de Nederlandse missie in Afghanistan aan militair materieel verloren gegaan? Kunt u tevens het totaal bedrag aan afschrijvingen vermelden?
Antwoord
Sinds de aanvang van de Nederlandse missie in Afghanistan is voor circa 150 miljoen euro (gebaseerd op de meest recente aanschafprijzen) militair materieel verloren gegaan. Hierbij is inbegrepen 100 miljoen euro voor de vervanging van twee Chinook-helikopters die reeds voor aanvang van de missie in Uruzgan verloren zijn gegaan. Het ministerie van Defensie houdt geen afschrijvingsgegevens bij.
Vragen 557 en 577
557
Op welke wijze wordt de vervanging van groot (lucht) materieel gefinancierd wanneer dit door operationeel verlies of anderzijds aan de orde is?
577
Hoe zal financieel worden omgegaan met operationele verliezen, zoals het vliegend materieel dat eerder neergestort is en waarvoor Defensie destijds gecompenseerd is? Hoe wordt invulling gegeven aan de voorziening operationele verliezen?
Antwoord
Vanaf 2009 is aan de budgetten in de defensiebegroting structureel 25 miljoen toegevoegd als bijdrage aan het compenseren van mogelijke toekomstige operationele verliezen. Dat betreft mogelijke verliezen van schaars en essentieel materieel dat veelvuldig wordt uitgezonden en dat bij inzet een reëel verliesrisico loopt. Het gaat in het bijzonder om vliegend materieel, waaronder helikopters (Chinook, Cougar en NH-90) en C-130 transportvliegtuigen).
Vraag 558
Beschikt Nederland over de juiste voertuigen om troepen veilig te transporteren in Uruzgan? Overweegt u om de CV90 in Uruzgan in te zetten? Is de Bushmaster geschikter voor inzet in Uruzgan dan de CV90? Zo ja, kan een deel van de bestelde hoeveelheid CV90's nog worden omgezet in Bushmasters? Kan/zal de Boxer een rol spelen in Uruzgan? Hoe voldoet het huidige materieel in het inzetgebied (DAF Tropco, DAF YA4400, Fennek, MB, Scania wissellaadsysteem, YPR, etc.)? Welk beleid is de minister van zins te ontwikkelen, zodat er (nog) effectiever en efficiënter met middelen én personeel wordt omgegaan? Wordt er gebruik gemaakt van precisiemunitie voor de pantserhouwitsers?
175
Antwoord
Nederland beschikt met de aanschaf van de Bushmaster over de juiste voertuigenmix om troepen in Uruzgan veilig te transporteren. De inzet van materieel dat instroomt als gevolg van vervangingsinvesteringen wordt van geval tot geval beoordeeld. Dat geldt ook voor de voertuigen die bedoeld zijn als vervanging van de YPR; de CV-90, de Boxer en de Fennek. De Fennek wordt overigens al ingezet in Uruzgan. De Boxer zal vanaf 2011 instromen en derhalve geen rol spelen in Uruzgan. De YPR en Bushmaster vullen elkaar aan, maar vervangen elkaar niet. De gedachte dat de YPR of de vervanger daarvan, de plaats van de Bushmaster inneemt is dan ook onjuist.
Het huidige materieel in het inzetgebied, voldoet goed. Defensie is continu bezig met het verbeteren van de effectiviteit en efficiëntie met betrekking tot middelen en personeel. Er wordt geen gebruik gemaakt van precisiemunitie voor de pantserhouwitser. De instroom van dergelijke munitie wordt vanaf 2010 voorzien.
Vraag 559
Hoeveel wordt er per jaar ten laste van het stabiliteitsfonds uitgegeven?
Antwoord:
Het totale budget voor het Stabiliteitsfonds wordt jaarlijks vastgesteld, hiervan wordt 75% gecommitteerd aan activiteiten op het sniivlak van vrede en veiligheid en ontwikkeling in de prioritaire regio's (Hoorn van Afrika, Grote Merengebied, de Balkan en Afghanistan). In onderstaande tabel treft u de (geraamde) uitgaven in miljoenen euro's voor de jaren 2006, 2007 en 2008.
Totale Stabiliteitsfonds Stabiliteitsfonds uitgaven Afghanistan Uitgegeven in 2006 88,6 9,6 Verwachte uitgaven 2007 67 13,9 Voorlopig Budget 2008 77 Nog niet bekend
Vraag 560: zie 548
Vraag 561
Is er - gezien de vele niet ingecalculeerde uitgaven tot nu toe - sprake van een marge 'onvoorzien' binnen de begrote kostenposten? Zo nee, ten laste van welke budgetten worden onvoorziene kosten gebracht?
Antwoord
In de raming is rekening gehouden met alle thans bekende gegevens en uitgangspunten. De raming is gebaseerd op het activiteitenniveau van de huidige missie en op de realisatie in 2007 verhoogd met kosten voor reserveonderdelen. Indien de additionele uitgaven stijgen als gevolg van onvoorziene ontwikkelingen, dan worden deze gefinancierd uit de HGIS- voorziening "Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties".
Vraag 562: zie 552
176
Vraag 563
Waar komt de overtuiging vandaan dat de uitgaven t.b.v. de verlenging voorspelbaar en beheersbaar zijn? Hoe definieert u voorspelbaar? Hoe definieert u beheersbaar? Kan er tussen budgetten geschoven worden om de 'beheersbaarheid' te vergroten, of is de 'voorspelbaarheid' zo groot dat dat overbodig is? Wat is de basis voor de verwachting dat de 50 miljoen (motie van Geel) toereikend is om in voortijdige vervanging van materieel te voorzien? Wat gebeurt er als dit budget niet toereikend blijkt te zijn?
Antwoord
De raming is opgesteld op basis van aangescherpte procedures en methodieken, waarbij bovendien gebruik is gemaakt van de realisatiegegevens van de huidige missie. Hierdoor is de voorspelbaarheid en beheersbaarheid gewaarborgd, onvoorziene omstandigheden of substantieel veranderde noodzakelijke militaire operationele inzet voorbehouden. Voor de noodzakelijke extra vervangingsinvesteringen vanwege versnelde afschrijving van de huidige missie zijn de middelen van de motie Van Geel beschikbaar; uit de Bos-gelden kan onder meer voor dit doel worden geput. De totale toevoeging aan de budgetten verzekert voldoende voorzieningen om het materieel dat in Afghanistan wordt ingezet in conditie te houden of te vervangen.
Vraag 564
Hoeveel wordt per jaar ten laste van HGIS uitgegeven, uitgesplitst naar onder meer de volgende posten: Vergoedingen en toelagen; Bindingspremies; Lokale inhuur personeel; Kleding; Voeding; Personeelszorg; Nazorg; Family Core Projects; Personele voorbereidingsuitgaven; Materiele voorbereidingsuitgaven; Brandstof ; Transport (met eigen personeel en materieel en ingehuurd); Materieel; Afrondingskosten bij terugkeer; Huisvestingskosten; Infrastructuur; Telecommunicatie; Overige uitgaven; Munitie.
Antwoord
De additionele uitgaven ten laste van HGIS voor de missie ISAF Stage III zullen in 2007 naar verwachting 230 miljoen euro bedragen. Daarbovenop zullen de uitgaven voor het F-16 detachement naar verwachting 16 miljoen euro bedragen. Deze 246 miljoen zijn als volgt uit te splitsen:
Verwachte realisatiecijfers 2007:
Vergoedingen en toelagen 76 Lokale inhuur personeel 2 Voeding 32 Personeelszorg (inclusief nazorg) 8 Personele voorbereidingskosten 1 Materiële voorbereidingskosten 1 Brandstof 5 Transport, waarvan 3 miljoen met eigen middelen 43 Materieel 33 Afrondingskosten 1 Huisvestingskosten 9 Infrastructuur 3
177
Telecommunicatie 5 Overige uitgaven 4 Munitie 23
Totaal 246 In miljoenen euro's
De jaarlijkse uitgaven worden voor de verlenging verhoogd met 20 miljoen euro vanwege stijging van reservedelenverbruik voor onderhoud in Afghanistan en uitgaven voor materieel dat vanwege de verlenging moet worden gewisseld en onderhouden (afrondingskosten). De raming van de additionele uitgaven voor de verlenging bedraagt 270 miljoen euro per jaar.
Eventuele bindingspremies voor personeel en kleding komen niet ten laste van HGIS- voorziening `uitvoeren crisisbeheersingsoperaties' maar ten laste van de reguliere Defensiebegroting.
Vraag 565: zie 403
Vraag 566
In hoeverre is de inzet van civiel personeel in deze begroting opgenomen? Wat is de verhouding eigen personeel/ ingehuurd personeel?
Antwoord
De gehele civiele staf op het PRT is in dienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Op ad hoc basis wordt gebruik gemaakt van consultants. De kosten voor de uitzending van het civiele personeel komen ten laste van de personeelsbegroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken. De kosten voor voeding, beveiliging, huisvesting in Tarin Kowt en het lokaal transport van het civiele personeel komen ten laste van de HGIS-voorziening en zijn in de totale begroting van de missie opgenomen.
Vraag 567
Wat is de voorziene restwaarde van de Nederlandse kampen bij vertrek? Zal deze waarde bij de opvolger van Nederland in rekening worden gebracht?
Antwoord
De totale waarde van de infrastructuur op Tarin Kowt en Deh Rawod wordt geschat op ongeveer 80 miljoen euro. Hiervan is ongeveer 20 miljoen euro niet-redeploybaar (infrastructuur onder het maaiveld zoals riolering, bekabeling en funderingen). De overige infrastructuur ter waarde van ongeveer 60 miljoen euro is in principe redeploybaar. Het betreft onder andere: gepantserde containers, het discus-sensorsysteem en 180 KW- generatoren. Het in rekening brengen van de waarde bij de opvolger ligt in het voornemen en is in 2010 verder afhankelijk van de specifieke afspraken die hierover gemaakt worden.
Vraag 568: zie 551
178
Vraag 569
Aangegeven wordt dat de besparingen ten gevolge van bijdragen van deelnemende derde landen, naar verwachting tussen de 15 en 20 miljoen zullen bedragen. Kan worden aangegeven hoe deze besparingen zijn opgebouwd en waarom deze besparingen relatief laag zijn?
Antwoord
De besparingen bestaan uit een afname van de personeelsgebonden additionele uitgaven vanwege de vermindering van de personele sterkte en een evenredige afname van de materiele kosten. Deze besparingen worden geraamd op ongeveer 12 miljoen euro. Daarnaast wordt rekening gehouden met een afname van het aantal vlieguren vanwege de verminderde inzet van F-16 gevechtsvliegtuigen (van zes naar vier vliegtuigen). Deze besparingen wordt geraamd op ongeveer 3,5 miljoen euro. Tenslotte heeft de Navo inmiddels besloten om voor de periode van één jaar helikopters in te huren, met de mogelijkheid tot een verlenging van maximaal één jaar. De mogelijke besparingen voor Nederland worden geraamd op 2 miljoen euro. Vanwege de onzekerheid is voor de totale besparingen gekozen voor een bandbreedte van 15 tot 20 miljoen euro.
Vraag 570: zie 515
Vraag 571
Waarom bent u bereid naast de 680 miljoen euro voor de periode 1 augustus 2006 tot 1 augustus 2008 voor de periode tot na afloop van de verlengde missie in 2010 maar liefst 755 miljoen euro uit te trekken? Zou dit bedrag niet beter in de Nederlandse samenleving geïnvesteerd kunne worden?
Antwoord
De regering heeft een zorgvuldig en eigenstandig besluit genomen over de deelname aan ISAF na augustus 2008. De regering is van mening dat het belang van deze missie voor Nederland, Afghanistan en de internationale rechtsorde opweegt tegen de aanzienlijke risico's en kosten.
Vraag 572
Waar gaat u extra budget vandaan halen als bij de komende Voorjaarsnota blijkt dat de financiële onderbouwing niet "geheel afdoende" is?
Antwoord
Indien uit de actualisatie van de financiële onderbouwing een tekort zou blijken zal bij Voorjaarsnota 2008 worden bezien uit welke bron(nen) budgettaire aanvulling wenselijk en/of mogelijk is.
Vraag 573
Kunt u concreet inzichtelijk maken welke verschuivingen binnen de HGIS worden opgehoogd om de benodigde kosten per jaar op te brengen voor de missie, met andere woorden, welke zaken zullen geen, of vertraagd doorgang vinden?
179
Antwoord
In de artikel 100-brief is aangegeven dat bij komende Voorjaarsnota een bedrag van EUR 143 miljoen (verdeeld over drie jaar) uit artikel 10.01 HGIS "Nominaal en onvoorzien" wordt toegevoegd aan de HGIS-voorziening "Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties" op de begroting van Defensie. Indien deze afspraak niet was gemaakt zouden deze middelen beschikbaar zijn geweest voor de HGIS-besluitvorming over de Voorjaarsnota en de Kaderbrief waarvoor thans nog geen bestedingsvoorstellen (claims) bekend zijn. Het is nu dan ook niet mogelijk aan te geven welke zaken geen, of vertraagd doorgang vinden.
Vraag 574: zie 531
Vraag 575
Kunt u, om de kostenverdeling voor deze missie inzichtelijker te maken voor de Kamer, de kosten in een tabel met de kosten per departement weergeven?
Antwoord
Defensiebegroting waarvan HGIS- waarvan voorziening Defensie- "uitvoeren begroting crisisbeheersings- "regulier" operaties" Huidige missie:
- Additionele uitgaven 580
- Motie van Geel (toevoeging aan 100 defensiebegroting)
Verlenging:
- Additionele uitgaven 540
- Bos-gelden (toevoeging aan 100 defensiebegroting bij Voorjaarsnota 2008)
Redeployment 115
Totaal 1.235 200
Toelichting: dit is precies conform de artikel 100 brief (Redeployment aparte categorie)
Vraag 576
Hoe wordt omgegaan met defensie en BUZA/OS-overlappende (IO/NGO)-activiteiten, zoals CIMIC-projecten die evolueren naar wederopbouw los van defensiebeleid: `in support of the mission'?
180
Antwoord
De commandant van de Task Force Uruzgan en de Civiele Vertegenwoordiger van Buitenlandse Zaken dragen in nauwe samenwerking zorg voor een zorgvuldige afstemming en waar nodig duidelijke scheidslijnen tussen militaire activiteiten en wederopbouw, teneinde een onduidelijke rolverdeling te voorkomen. In voorkomend geval wordt de aansturing van door CIMIC opgestarte projecten overgedragen aan civiele organisaties.
Vraag 577: zie 557
+++
181