KNMG en V&VN dringen aan op wetgeving taakherschikking

14/12/2007 09:57



V&VN



De KNMG en V? zijn blij met het rapport 'De staat van de Gezondheidszorg 2007' van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) dat vandaag is verschenen. Uit dit rapport dat de resultaten bevat van een verkennend onderzoek naar vijf voorbeelden (1) van taakherschikking, blijkt dat taakherschikking tussen onder meer artsen en verpleegkundigen leidt tot een verbetering van de kwaliteit van zorg. De aanbevelingen die in het rapport zijn opgenomen, worden door de KNMG en V? onderschreven.

Taakherschikking nodig en wenselijk
De beroepsorganisaties achten taakherschikking binnen zekere grenzen nodig en wenselijk. Cruciaal is dat de wet BIG taakherschikking niet in de weg staat, maar hieraan kwaliteitseisen stelt. Te vergaande taakherschikking, waarbij de indicatiestelling verschuift naar beroepsgroepen die geen adequate opleiding daarvoor hebben, moet worden voorkomen. Duidelijkheid is nodig over competenties en deskundigheidsgebieden en de daaraan gekoppelde bevoegdheden van alle professionals. Een adequate opleiding, een systeem van (her)registratie en protocollering moeten duidelijkheid geven naar alle partijen.

Spoedige afhandeling wetsvoorstel
Het ministerie van VWS heeft al enkele jaren een wetsvoorstel in voorbereiding, waarin de verpleegkundig specialisten en physician assistants zelfstandige bevoegdheden krijgen om, binnen een deskundigheidsgebied, op eigen initiatief bepaalde voorbehouden handelingen te verrichten. De KNMG en V? dringen aan op een spoedige afhandeling van dit wetsvoorstel.

Verantwoordelijkheid voor gehele zorgproces
Veilige en kwalitatief hoogwaardige zorg kan alleen gegarandeerd worden in een systeem met een duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden. Het is daarbij voor de patiënt van groot belang dat hij een zorgverlener heeft die de inhoud en de continuïteit van het geheel overziet en daarmee de regie voert. De patiënt kan immers snel de dupe worden van onvoldoende coördinatie en afstemming tussen de verschillende zorgverleners. Welke professional hiervoor verantwoordelijk wordt gesteld, is afhankelijk van de zorgvraag. Artsen en verpleegkundigen hebben samen de verantwoordelijkheid om het hele zorgproces goed te regelen.

Onderzoeksprogramma
Het onderzoek van de IGZ is verkennend van aard en daardoor beperkt in zijn opzet. De KNMG en V? onderschrijven de aanbeveling van de IGZ om de vormen van taakherschikking die de afgelopen jaren zijn ontstaan, op de beoogde effecten te toetsen. Taakherschikking moet in de eerste plaats worden beoordeeld naar de mate waarin het een bijdrage levert aan de toegankelijkheid, continuïteit en de kwaliteit van zorg. Hiervoor dienen prestatie-indicatoren ontwikkeld te worden. De twee beroepsorganisaties vinden het van belang betrokken te worden bij de opzet en uitwerking van het onderzoeksprogramma.

(1) Om een beeld te krijgen van wat taakherschikking kan betekenen, heeft de IGZ onderzoek gedaan naar huisartsenzorg voor diabetespatiënten, de hartfalenpoli en hartchirurgie, de zorg aan ouderen met psychiatrische problemen, de verstandelijk gehandicaptenzorg en de GGD-infectieziektebestrijding.