Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister-president en de minister van
Buitenlandse Zaken, de geannoteerde agenda aan van de bijeenkomst van
EU-staatshoofden en regeringsleiders te Brussel, welke op 14 december a.s.
plaats zal vinden.
De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Frans Timmermans
Geannoteerde agenda van de bijeenkomst EU-staatshoofden en
regeringsleiders te Brussel op 14 december 2007.
De bijeenkomst zal daags na de ondertekening van het Verdrag van Lissabon
plaatsvinden. De staatshoofden en regeringsleiders zullen zich concentreren op
drie hoofdthema's:
Voorts zullen de Europese staats- en regeringsleiders een besluit nemen over
de instelling van een 'Reflectiegroep horizon 2020-2030'.
Reflectiegroep horizon 2020-2030
De Europese Raad zal een reflectiegroep instellen, die zich zal buigen over
de uitdagingen waarvoor de Europese Unie zich in de komende decennia gesteld zal
zien. Daarbij zal de Europese Raad tevens het mandaat van de groep vaststellen
en -vermoedelijk- tot benoeming van de voorzitter van deze groep overgaan. Het
is nog niet bekend of ook daadwerkelijk alle leden van de groep gelijktijdig
worden benoemd. De groep zal waarschijnlijk eind 2009/medio 2010 een eindrapport
uitbrengen.
Nederland is van mening dat de groep over een breed mandaat dient te
beschikken waarbij concrete beleidsterreinen aan de orde komen, maar zich niet
met institutionele vraagstukken moet bezighouden. Nederland bepleit eveneens dat
de groep een diverse samenstelling dient te krijgen.
De reflectiegroep zal bestaan uit een beperkt aantal prominente
persoonlijkheden op verschillend terrein, die op grond van hun persoonlijke
verdiensten zullen worden uitgenodigd. De groep zal een rapport uitbrengen aan
de Europese Raad, die vervolgens zal bezien op welke wijze de bevindingen van de
groep worden betrokken bij de verdere vormgeving van het Uniebeleid. Uiteraard
zullen eventuele nadere beslissingen worden genomen door de Europese
instellingen en de lidstaten, volgens de in de Verdragen vastgelegde
democratische procedures.
Vrijheid, Veiligheid en Justitie
De Europese Raad zal spreken over de voortgang van de vorming van een ruimte
van vrede, veiligheid en recht. Daarbij komen onderwerpen ter sprake van zowel
asiel en migratie als politiële en justitiële samenwerking. De Europese Raad zal
de uitbreiding van het Schengengebied verwelkomen. Op het terrein van migratie
zal de Europese Raad vooral spreken over de samenwerking met de landen van
herkomst en het belang dat migratie kan hebben voor economische groei. Daarnaast
zal ook gesproken worden over het bestrijden van illegale migratie en het
verbeteren van de bewaking van de Europese buitengrenzen. Op het terrein van
politie- en justitiesamenwerking zal de Europese Raad vooral kennisnemen van de
voortgang op verscheidene lopende dossiers, zoals de Europese antiterrorisme
strategie en Europol.
Nederland ondersteunt het principe van een alomvattende aanpak van migratie,
waarbij zowel aandacht wordt besteed aan samenwerking met de landen van
herkomst en transit als het bestrijden van illegale migratie. Hooggeschoolde
arbeidsmigranten zijn van belang voor het versterken van onze kenniseconomie.
Het is van belang dat de EU bij het aantrekken van bepaalde categorieën
kenniswerkers kan wedijveren met bijvoorbeeld de VS en Canada. Daartoe zullen er
voor deze kennismigranten meer mogelijkheden voor mobiliteit binnen de EU en
minder bureaucratie moeten komen. Migratie mag echter niet worden benaderd als
een oplossing voor demografische problemen zoals vergrijzing. Noch mag deze
gebruikt worden als excuus voor het achterwege laten van de noodzakelijke
structurele hervormingen van de arbeidsmarkt. Nederland hecht aan een effectieve
uitvoering van de Europese antiterrorisme strategie. Tot slot, wordt versterking
van Europol ondersteund zodat deze, in samenwerking met Eurojust, een
spilfunctie kan vervullen bij de bestrijding van ernstige grensoverschrijdende
(georganiseerde) criminaliteit.
Economische, Sociale en Milieuaangelegenheden
Globaliseringsverklaring
Tijdens de informele bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders in
oktober jl., is besloten een aantal hoofdpunten van het EU-beleid t.a.v.
globalisering vast te leggen. Vertrekpunt daarbij is de discussie die de
staatshoofden en regeringsleiders in oktober dit jaar voerden op basis van de
bijdrage van de Europese Commissie 'The European Interest: Succeeding in the
Age of Globalisation', waarvan een verslag uw Kamer is toegegaan (21 501,
nr. 373).
Het Portugese Voorzitterschap heeft een conceptverklaring opgesteld, die als
bijlage bij de conclusies van de Europese Raad zal worden gevoegd.
Nederland vindt dat de tekst een goed overzicht moet geven van de belangrijke
thema's en prioriteiten die de EU ter hand moet nemen.
Wanneer het Wijzigingsverdrag is getekend kan de EU zich vooral richten op de
uitdagingen van globalisering. Het beleid dat aangepast zou moeten worden ligt
op het terrein van de Lissabon-strategie, klimaatverandering,
energievoorzieningszekerheid, stabiele financiële markten, vrijhandel en open
markten, ontwikkelingssamenwerking, interne en externe veiligheid en migratie.
Nederland vindt het belangrijk dat globalisering niet gezien wordt als iets
is dat Europa overkomt, maar dat de Europese Unie zeer wel in staat is om de
globalisering zelf vorm te geven. Tevens is Nederland van mening dat de Europese
Unie niet haar ogen mag sluiten voor de mogelijk negatieve kanten van de
globalisering. Onze burgers verwachten dat de EU daarop een antwoord geeft.
Economische en sociale kwesties
De Europese Raad zal het rapport van de Commissie over de implementatie van
de eerste cyclus (2005-2008) van de herziene Lissabon-strategie verwelkomen. Dit
rapport zal op 11 december a.s. worden gepubliceerd en zal naast voorstellen
voor de nieuwe cyclus van de Lissabon-strategie ook een nieuw pakket van geï
ntegreerde richtsnoeren, landenspecifieke aanbevelingen en een nieuw
Communautair Lissabon-programma bevatten. Deze documenten zullen als basis
dienen voor een discussie tijdens de Europese Raad in maart 2008.
De conclusies van de Europese Raad bieden in zekere zin een vooruitblik op
deze Voorjaarsraad 2008. De conclusies bevatten de belangrijkste boodschappen
ten aanzien van de nieuwe cyclus van de Lissabon-strategie.
In de voorliggende conclusies wordt verder nog verwezen naar besluiten van
verschillende raadsformaties, onder andere de oprichting van het EIT en de
financiering van Galileo. Nederland acht het van groot belang dat, mede in het
kader van de Lissabon-agenda, aandacht wordt gevraagd voor Europees onderzoek,
innovatie, de interne marktherziening, betere voorwaarden voor het MKB, Betere
Regelgeving, duurzaamheid en de kwaliteit van de openbare financiën. Voor wat
betreft sociale kwesties, waaronder flexicurity en sociale insluiting, zal de
Europese Raad de besluiten van de Sociale en Volksgezond-heidsraad van 5 en 6
december jl. herbevestigen.
Klimaatverandering (Bali-conferentie) en energie
In de voorliggende Raadsconclusies wordt aandacht besteed aan het belang van
de klimaattop op Bali en de Global Climate Alliance, een alliantie
tussen de EU en ontwikkelingslanden gericht op adaptatie, risicovermindering van
rampen en integratie van klimaatverandering in armoedebestrijding.
Tevens wordt verwezen naar het belang van de implementatie van het op de
Voorjaarsraad overeengekomen Energy Policy for Europe.
Nederland hecht eraan dat de Raad zo mogelijk aandacht besteedt aan de
uitkomst van Bali. Afhankelijk van de uitkomst van Bali wil Nederland de
uitkomst verwelkomen als een substantiële eerste stap op weg naar een
internationale overeenkomst en in ieder geval het belang blijven benadrukken van
een sterk en ambitieus Europees beleid.
Daarnaast zal Nederland, met het oog op het in juni 2009 aflopende mandaat
van het huidige Europees Parlement, aandacht vragen voor een snelle
inwerkingtreding van de klimaat- en energievoorstellen die de Commissie eind
januari zal presenteren en het pakket voorstellen op het terrein van de interne
energiemarkt. Ten aanzien van dit laatste pakket, is het van het grootste belang
ook voor het welslagen van het ambitieuze Europese klimaatbeleid - dat de
besluitvorming hierover onder het komende Sloveense voorzitterschap wordt
afgerond.
Implementatie Duurzame Ontwikkelingsstrategie
Tijdens de Europese Raad van 15/16 juni 2006 is de herziene Europese
Strategie voor Duurzame Ontwikkeling aangenomen, waarin deze kerndoelstelling
van duurzame ontwikkeling als leidend element bevestigd is (TK 21 501-20, nr.
321). Nederland heeft een actieve rol gespeeld in het proces, waardoor veel van
de Nederlandse tekstvoorstellen zijn overgenomen in de herziene strategie.
Nederland speelt in het bijzonder een actieve rol t.a.v. de volgende
onderwerpen: het stimuleren van eco-efficiënte innovaties, het duurzaam inkopen
door overheden, de hervormingsvoorstellen voor het terugdringen van
milieuschadelijke subsidies; en duurzaam transport.
Nederland maakt zich evenwel zorgen over de voortgang van de Europese
duurzaamheidsstrategie. In de conceptconclusies van de Raad wordt vermeld dat
verbeterde rapportage over de implementatie van de strategie uit zou worden
gesteld tot 2011. Nederland zal bepleiten dat de paragraaf over de
duurzaamheidsstrategie een prominentere plaats in de conclusies gegeven dient te
worden.
Maritiem beleid
De lidstaten hebben de noodzaak van een maritiem beleid onderkend, met
inachtneming van het beginsel van subsidiariteit. De Europese Commissie heeft
dan ook in de RAZEB van 19 november jl. in algemene zin steun gekregen voor de
Mededeling 'Een geïntegreerd maritiem beleid voor de Europese Unie' en een groen
licht voor de nadere uitwerking en uitvoering van het bijbehorende
actieprogramma gekregen. Het verslag van deze Raad is uw Kamer per brief met
kenmerk DIE-1744/07 op 3 december jl. toegegaan.
Het Portugees Voorzitterschap zal de opeenvolgende inkomende Voorzitters
oproepen het werk aan het nieuwe maritieme beleid voort te zetten en de Europese
Commissie verzoeken eind 2009 een voortgangsverslag te presenteren aan de
Europese Raad.
Galileo/Europees Instituut voor Technologie (EIT)
Op 29 en 30 november jl. heeft de Raad op een voor Nederland aanvaardbare
wijze overeenstemming bereikt over de bouw van Galileo, met name voor wat
betreft de beheersstructuur, het risicobeheer en de aanbesteding. Kort daarvoor,
op 23 november jl., bereikte de Raad eveneens een akkoord over de financiering
van Galileo en het EIT, alsmede over de oprichting van het EIT.
De Europese Raad zal de door de Raad genomen besluiten verwelkomen.
Bij de voortzetting van het Galileo-project is het voor Nederland in het
bijzonder van belang dat het Nederlandse bedrijfsleven, net als het
bedrijfsleven van de andere kleinere lidstaten, in voldoende mate moet kunnen
deelnemen aan het verdere Galileo-project.
Externe relaties
Kosovo
Zoals vermeld in het verslag van de RAZEB van 10 december jl (brief van 11
december jl. met kenmerk DIE-1823/07), zal de Europese Raad verder spreken over
Kosovo, mede op verzoek van Nederland. Zonder vooruit te lopen op de discussie
in de VN Veiligheidsraad die volgende week zal plaatsvinden over het rapport
over de trojkaonderhandelingen, zal naar verwachting geen overeenstemming kunnen
worden bereikt door de Veiligheidsraad over een resolutie over de finale status
van Kosovo. Mede in dat licht moet er rekening mee worden gehouden dat Kosovo in
de komende maanden besluit uit de ontstane impasse een eigen conclusie te
trekken en de onafhankelijkheid uitroept.
In het licht van deze verwachtingen en in het belang van stabiliteit in de
regio, onderschrijft de regering de wenselijkheid dat de Europese Raad spreekt
over de situatie en afspreekt dat de Europese Unie, in samenspraak met andere
internationale organisaties waaronder met name de NAVO, in dat geval haar
verantwoordelijkheid zal nemen en zal doen wat nodig is tot behoud van
stabiliteit in de regio en ter voorkoming van humanitair leed.
Iran
De Europese Raad zal de laatste stand van zaken ten aanzien van het Iraanse
nucleaire dossier bespreken.
De zorgen over het nucleaire programma blijven onverminderd groot. Iran heeft
nog immer niet voldaan aan de vereisten van de VNVR-resoluties, waaronder het
opschorten van verrijking en het stopzetten van de bouw van het
zwaarwaterreactor in Arak. Bovendien, zo constateert andermaal het jongste
rapport van het IAEA, is het IAEA nog altijd niet in staat te verklaren dat er
in Iran geen ongedeclareerde activiteiten en/of materialen zijn. Met andere
woorden, het IAEA kan niet met zekerheid stellen dat Iran geen militair nucleair
programma vervolgt. Er is dus vooralsnog zeker geen reden om de druk op Iran te
verminderen.
De Europese Raad zal dan ook ter versterking van het VN-spoor en ter
verhoging van de politieke druk op Iran de mogelijkheden bespreken voor
aanscherping van het reeds bestaande EU-sanctieregime dan wel mogelijkheden voor
het nemen van aanvullende sancties tegen Iran. Zoals bekend blijft de
Nederlandse inzet daarbij gericht op langs diplomatieke weg te bevorderen dat
Iran de VNVR-resoluties alsnog onverkort en onverwijld uitvoert en blijft
Nederland een meersporenbeleid voorstaan inclusief de rol van Iran in de regio,
mensenrechten en politieke en economische hervormingen.
Ministerie van Buitenlandse Zaken