Raad beslist over invoering reclameheffing
Het college van b&w stelt de gemeenteraad voor een reclameheffing in
te voeren voor ondernemers in de binnenstad. Het voorstel heeft een
breed draagvlak onder de ondernemers. De raad beslist op 13 december
over dit voorstel.
De Ondernemersvereniging Doetinchem (OVD) heeft de gemeente verzocht
reclameheffing in te voeren om invulling te kunnen geven aan het
centrummanagement en om met diverse activiteiten het centrum
aantrekkelijker te maken. Dit sluit aan bij de ambitie van de
gemeente. Om het middel reclameheffing is verzocht om het zogenaamde
free-riders-gedrag te voorkomen. Reclameheffing betekent dat
ondernemers in een vooraf vastgesteld gebied, bijvoorbeeld het centrum
of een bedrijventerrein, jaarlijks een vast bedrag gaan betalen voor
het voeren van reclame. Dit totaalbedrag vloeit na aftrek van de
heffingskosten weer terug naar de ondernemers om daarmee diverse
collectieve activiteiten te kunnen betalen. Hierbij kan gedacht worden
aan het aanleggen van sfeerverlichting, het organiseren van het
stadsfeest, de organisatie van het winterfeest met ijsbaan,
collectieve graffitibestrijding, gebiedspromotie, koopstroomonderzoek,
groenbeheer, wegbewijzering en het in stand houden van de
managementorganisatie.
Ondernemersreferendum
Op 7 juni nam de gemeenteraad al een principebesluit over de invoering
van een reclameheffing. Vervolgens heeft de OVD in juli een referendum
georganiseerd onder de centrumondernemers om het draagvlak voor
reclameheffing te peilen. De opkomst was 43%. Daarvan heeft zich 72%
voor invoering van de heffing verklaard. Het referendum wees dus uit
dat het draagvlak er is. Onder die voorwaarde was de gemeente bereid
mee te werken aan de heffing van reclamebelasting. Nu ligt een
uitwerking voor van de plannen om het centrummanagement invulling te
geven en daartoe het middel reclameheffing in te gaan voeren.
Uitvoering
Binnen de wettelijke kaders heeft de gemeente de mogelijkheid om
invulling te geven aan reclameheffing. Dat betekent dat het middel
reclameheffing toegesneden kan worden op het doel. Het doel is om het
centrum van Doetinchem sterker te maken door bijdragen van de
betreffende ondernemers. Ter uitvoering van het centrummanagement en
alle bijbehorende taken wordt een stichting opgericht waarin de
binnenstadsondernemers, de Kamer van Koophandel en de gemeente een
plek hebben. Ook is een convenant opgesteld waarin de wederzijdse
verplichtingen zijn opgenomen.
Er is sprake van diverse fases voor het invoeren van
binnenstadsmanagement. In de eerste fase zal de energie gericht zijn
op het opzetten van een structuur en versterking van de rollen van de
samenwerkende partijen. In de tweede fase ligt de nadruk op de
activiteiten.
Verordening
Voor de verordening reclameheffing is een raming voor
centrummanagement het uitgangspunt. Hierin blijkt dat een bedrag van
200.000 nodig is. Het gaat om de kosten voor:
- evenementen (Stadsfeesten, ijsbaan, Kerst, Lenteparty,
pleinconcerten)
- citymarketing (algemene positionering Doetinchem, promotie van
koopzondagen en evenementen)
- centrummanagement (loketfunctie, belangenbehartiging,
koopstromenonderzoek, secretariaat)
- feestverlichting
- aankleding van het centrum
Het ondernemersfonds behaalt de benodigde inkomsten voornamelijk via
de reclameheffing, maar ook uit bijdragen van andere partijen.
Tarief
Om dit bedrag te bereiken via reclameheffing moet de maatstaf en het
tarief bepaald worden. De verordening reclamebelasting is van
toepassing binnen het gebied van de gemeente Doetinchem dat begrensd
wordt door de straten: Terborgseweg vanaf het Stationsplein (richting
centrum), Spinbaan, C. Missetstraat (vanaf de Spinbaan tot aan de
Waterstraat), Waterstraat, Kapoeniestraat, Burg. van Nispenstraat (ter
hoogte van einde Kapoeniestraat), Dr. Hubernoodtstraat, De Veentjes,
Schouwburgplein, Dr. Hubernoodtstraat (tot aan Rozengaardseweg) en
Raadhuisstraat tot aan Terborgseweg, alsmede de Tjalmastraat. Het
aantal belastingplichtigen is vastgesteld door middel van fotos. Het
tarief voor reclameheffing wordt 475,-. Na invoering van de beoogde
reclamebelasting, zal de contributie van de OVD worden verlaagd tot
een marginale bijdrage ten behoeve van de kosten van de
ledenvergadering, zodat er geen financiële drempel is om tot deze
vereniging toe te treden. Door de bijdrage van ondernemers die geen
lid zijn van de OVD ontstaat een ruimere financiële armslag, die het
mogelijk maakt de impuls te geven aan het centrum van Doetinchem. Deze
ondernemers zullen hogere kosten hebben, die naar de mening van de OVD
door het effect van het binnenstadsmanagement zeker zullen worden
gecompenseerd.
Financieel kader
Het ondernemersfonds is geen gemeentelijk fonds. De opbrengst van de
reclameheffing wordt als een subsidie verstrekt aan de Stichting. Dat
betekent dat de Stichting jaarlijks een begroting ter goedkeuring moet
overleggen aan het college alsmede een jaarrekening en verslag ter
afrekening. De begroting van het centrummanagement valt uiteen in twee
aspecten: de opstartfase en de vervolgfase. De begroting laat
duidelijk zien dat in 2008 diverse uitgaven gedaan moeten worden om
het centrummanagement op te zetten. In het tweede jaar zal de nadruk
vooral op activiteiten liggen. Er zal een evaluatie worden uitgevoerd.
Dit zal over drie jaar (begin 2011) plaatsvinden om het project een
volwaardige kans van slagen te geven. Deze evaluatie betreft het doel
van het centrummangement (versterken centrum Doetinchem), maar ook de
reclameheffing als middel om het mogelijk te maken.
Gemeente Doetinchem