Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Rapport Biologisch Gezonder? Een onderzoek naar biomarkers aangeboden aan Minister Verburg van LNV

Biologisch voer kan immuunsysteem alerter maken

DEN HAAG 13 DECEMBER 2007. Er zijn aanwijzingen dat biologisch voer leidt tot een alerter immuunsysteem. Kippen die biologisch voer kregen, hadden een lager gewicht en bleken zich iets sneller te herstellen van een aandoening. Dat zijn de belangrijkste uitkomsten van Biologisch gezonder? Een onderzoek naar biomarkers , uitgevoerd door het Louis Bolk Instituut in samenwerking met Wageningen UR, RIKILT Instituut voor Voedselveiligheid en TNO in samenspraak met FQH, the International Research Association for Organic Food Quality and Health.

De studie is gefinancierd door de Nederlandse overheid (het ministerie van LNV en het ministerie van EZ), de Rabobank en de Triodos Bank. Het rapport is vanmorgen in ontvangst genomen door Minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Tot nu toe waren vooral gegevens over de hoeveelheden inhoudsstoffen in biologische producten beschikbaar. Het is voor het eerst dat in Nederland naar de effecten van voeding is gekeken, waarbij de verschillen - vermoedelijk - zijn toe te schrijven aan verschillende teeltwijzen van het voer. Het onderzoek is de afgelopen twee jaar uitgevoerd met twee generaties kippen die intensief zijn gevolgd. Ook het voer dat speciaal werd samengesteld uit biologisch of gangbaar geteelde producten, is uitgebreid onderzocht. Het meest consistent was een verschil in eiwitgehalte, dat in de gangbaar geteelde producten gemiddeld 10% hoger was.

Als biomarkers zijn in dit onderzoek gevonden: gewicht, responsiviteit van het immuunsysteem, stofwisselingsreacties in bloed en lever en genetische regulatie in de darm. Dit zijn de duidelijkste verschillen tussen de twee groepen kippen. Met name voor onderzoek naar gezondheidseffecten bij de mens is het van belang om de juiste biomarkers te hebben om te weten hoé gezondheid gemeten kan worden. Biomarkers zijn meetpunten voor biologische processen en dienen aan te sluiten bij de te onderzoeken vraagstelling. Er is veel onderzoek verricht naar het vinden van biomarkers voor specifieke ziekten, maar weinig naar biomarkers voor de gezonde toestand in gezonde individuen. In de huidige studie is gezocht naar biomarkers voor onderzoek naar gezondheidseffecten van voeding van verschillende teeltwijzen in een kippenmodel. Het uiteindelijke doel is onderzoek bij de mens.

Uit de resultaten van het onderzoek kan niet zonder meer worden afgeleid dat biologisch voedsel gezonder is. Dat komt omdat het begrip gezond in de wetenschappelijke literatuur nog niet voldoende is gedefinieerd. Het concept van gezondheid en de daaraan gerelateerde fysiologie en immunologie dienen verder uitgewerkt te worden, voordat definitieve conclusies getrokken kunnen worden. De betekenis van de gevonden verschillen voor de gezondheid op langere termijn is nog niet duidelijk. De meeste onderzoekers formuleren voorzichtig dat biologische voeding mogelijk een bijdrage kan leveren aan het behoud van een goede gezondheid.

Drs. Machteld Huber, arts, projectleider van het onderzoek Biologisch Gezonder? vindt:

Nederland heeft met dit project het grootste onderzoek ooit - op het terrein van biologische voeding en gezondheid - op z n naam staan. Dat getuigt van visie van de financiers. De resultaten zijn onmiskenbaar en hoewel we nog niet alles kunnen duiden, is het feit dát we deze verschillen gevonden hebben een duidelijke aanwijzing dat we op de goede weg zijn om de vraag Biologisch Gezonder? te beantwoorden. Ik vind, naast de immunologische resultaten, het betere herstel van de biologisch gevoede dieren, na de duw die we ze gegeven hebben, veelzeggend. Medisch gezien spreek je dan van een betere inhaalgroei na een aandoening, en bij kinderen wordt daar veel waarde aan gehecht. Het is duidelijk, vervolgonderzoek is nodig voordat eenduidige conclusies kunnen worden getrokken.

Prof. Huub Savelkoul, hoogleraar Celbiologie en immunologie aan Wageningen Universiteit vindt: Het onderzoek heeft een belangwekkend perspectief opgeleverd en maakt vervolgonderzoek noodzakelijk. Uiteindelijk moet vervolgonderzoek duidelijk maken of uitspraken zijn te doen over het effect op de gezondheid van de mens. Interessant is dat uit het onderzoek blijkt dat voer van verschillende herkomst weliswaar kleine maar wel meetbare verschillen in immuuneffecten oplevert bij gezonde dieren. Dat is nieuw en opent mogelijkheden voor toepassing van dergelijke technieken bij het humane voedingsonderzoek. Tot voor kort konden die verschillen alleen worden gemeten bij zieke of sterk geprikkelde dieren.

De onderzoekers bevelen aan verder onderzoek te doen dat zich toespitst op de effecten van biologisch voedsel bij de mens. Daarvoor zou eerst vervolgonderzoek bij kippen en vervolgens bij zoogdieren moeten plaatsvinden.

///////



Ingezonden persbericht