Ingezonden persbericht
Persbericht
Start van nieuwe opleiding voor gezondheidsadvies bij ongevallen met gevaarlijke stoffen
Amsterdam, 13 december 2007 - De Netherlands School of Public & Occupational Health (NSPOH) start in het voorjaar 2008 met een postacademische opleiding voor Gezondheidkundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen kortweg GAGS. Met dit nieuwe onderwijs worden deze specialisten, die de risico´s voor de volksgezondheid kunnen beoordelen, in alle regio's op dezelfde manier opgeleid en geregistreerd. Het ontbreken van één reguliere opleiding leidde tot nu toe tot verschillen in niveau en kwaliteit van gezondheidskundige adviezen. De nieuwe GAGS-opleiding brengt daarin verandering. Zie www.nspoh.nl voor informatie (vanaf 19 december 2007).
De driejarige opleiding is als pilot bij GHOR Rotterdam Rijnmond ontwikkeld. Het onderwijs is bedoeld voor academici met een medisch biologische achtergrond, die een (piket)functie in de acute medische hulpverlening ambiëren en bijvoorbeeld werken bij een afdeling Medische Milieukunde van een GGD of een organisatie voor Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR). In de praktijkgerichte opleiding komen zaken aan de orde zoals de organisatie van de rampenbestrijding en de afstemming op de brandweeradviseur gevaarlijke stoffen, risico en letselbeoordeling, evenals risico- en crisiscommunicatie. Dit alles om een gericht gezondheidskundig advies te geven aan bevolking en hulpverleners op het moment dat dat nodig is, bijvoorbeeld bij een ramp met gevaarlijke stoffen.
Rampen
Ongevallen met gevaarlijke stoffen kunnen overal in Nederland gebeuren, langs transportroutes en bij bedrijven met gevaarlijke stoffen. Er kunnen branden en explosies ontstaan en gevaarlijke stoffen vrijkomen. Ongevallen kunnen tot op grote afstand gevolgen hebben en tot slachtoffers leiden. Dergelijke incidenten zijn soms bijzonder lastig te bestrijden. Gezondheidsspecialisten die de opleiding voor Gezondheidkundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen hebben gevolgd, kunnen met brandweerspecialisten de hulpverlening in goede banen leiden.
Einde persbericht