OM eist vrijspraak voor doodslag op Gerd Nan van Wijk
Alkmaar, 13 december 2007
Vandaag heeft de meervoudige kamer voor jeugdzaken de strafzaak
behandeld tegen de 18-jarige jongen die ervan wordt verdacht
verantwoordelijk te zijn voor de dood van Gerd Nan van Wijk op 23
april j.l. Omdat de verdachte ten tijde van het feit nog minderjarig
was, is de zaak achter gesloten deuren behandeld.
Gelet op de impact die het overlijden van Gerd Nan van Wijk op velen
heeft gehad en nog heeft, heeft het OM besloten om, in afwijking van
de normale gang van zaken bij minderjarige verdachten, vandaag naar
buiten te treden met het standpunt en de eis van het OM.
Aan de verdachte is tenlastegelegd:
primair
doodslag,
subsidiair
zware mishandeling, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft en
meer subsidiair
mishandeling terwijl het feit de dood ten gevolge heeft
Hierbij is een tweetal punten van belang:
het causaal verband tussen de gedragingen van de verdachte en de dood
van Gerd Nan en
het (voorwaardelijk) opzet van de verdachte.
a) Causale verband
Op grond van het onderzoek dat de afgelopen periode is gedaan kan de
conclusie worden getrokken dat er door de verdachte enkele keren met
de vuist tegen het hoofd van Gerd Nan is geslagen. Ook is een
zogenaamd âknietjeâ tegen de rechterheup uitgedeeld. Verder kan worden
vastgesteld dat Gerd Nan niet is komen te overlijden doordat hij hard
op de grond is gevallen na de klappen of het knietje, maar dat hij
hersenletsel heeft opgelopen door de klappen die de verdachte hem
heeft gegeven. Volgens het sectierapport kan dergelijk letsel
veroorzaakt worden door een "middelmatige" klap of bijvoorbeeld door
het plotselinge draaien van het hoofd door een klap tegen het hoofd.
Van excessief geweld hoeft dus geen sprake te zijn om dergelijk letsel
op te lopen. Gerd Nan is vervolgens tengevolge van het hersenletsel
overleden. Van enige fysieke afwijking bij Gerd Nan zelf die mogelijk
mede de dood heeft veroorzaakt is niet gebleken.
Het causale verband tussen het geweld dat de verdachte heeft gebezigd
en het overlijden van Gerd Nan staat dus vast.
Opzet
Voor doodslag is opzet op de dood een vereiste. Met andere woorden:
wilde de verdachte Gerd Nan om het leven brengen of heeft hij de kans
dat dit zou gebeuren op de koop toe genomen?
Uit de verklaringen die de verdachte daarover zelf heeft afgelegd
blijkt in het geheel niet van een dergelijke bedoeling. Hij wilde Gerd
Nan een lesje leren en pijn doen, absoluut niet om het leven brengen.
Uit de getuigenverklaringen en de beelden van de bewakingscameraâs
blijkt bovendien dat van een vooropgezet plan geen sprake is geweest.
De ontmoeting tussen de beide jongens is toevallig en na een
aanvankelijke discussie loopt de verdachte weg om, na een kennelijke
opmerking van Gerd Nan zich om te draaien en de klappen uit te delen.
Ook al was het kennelijk niet de bedoeling van de verdachte om Gerd
Nan van het leven te beroven, het juridisch begrip opzet in de zin van
voorwaardelijk opzet heeft een ruimere betekenis dan bedoeling.
Voorwaardelijk opzet is aanwezig indien de verdachte zich willens en
wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat Gerd Nan door
dat slaan tegen het hoofd zou overlijden, maar ook dat hij die kans
ten tijde van het slaan bewust heeft aanvaard, dan wel op de koop toe
heeft genomen. Van een aanmerkelijke kans kan gesproken worden als in
het algemeen voorzienbaar is dat iemand die enkele malen met de blote
vuist tegen het hoofd wordt geslagen komt te overlijden. Naar het
oordeel van het OM is dit in het algemeen niet voorzienbaar.
Ook andere omstandigheden waaruit in dit geval voorwaardelijk opzet
zou kunnen worden afgeleid zijn niet aan de orde. Gedacht kan
bijvoorbeeld worden aan de kracht waarmee werd geslagen, een groot
verschil in postuur tussen de persoon die slaat en de persoon die
geslagen wordt, de geoefendheid van de persoon die slaat (een
getrainde vechtsporter) en de hoeveelheid slagen.
Naar het oordeel van het OM is dus van opzet en voorwaardelijk opzet
op de dood van Gerd Nan geen sprake geweest en moet de verdachte
daarvan worden vrijgesproken.
Subsidiair is zware mishandeling de dood ten gevolge hebbend ten laste
gelegd. Ook hiervoor kan naar het oordeel van het OM geen
bewezenverklaring volgen op grond van dezelfde redenering met
betrekking tot opzet en voorwaardelijk opzet. De verdachte heeft geen
opzet gehad op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Hij wilde
pijn doen en niet meer dan dat. Hoewel het gaat om slaan tegen een
kwetsbaar lichaamsdeel als het hoofd, moet ook hier naar de concrete
omstandigheden van het geval worden gekeken om te beoordelen of in het
algemeen voorzienbaar is dat iemand die met de blote vuist tegen het
hoofd wordt geslagen daardoor zwaar lichamelijk letsel oploopt zoals
hier het geval is geweest. Het OM is van oordeel dat dit niet het
geval is en heeft derhalve ook vrijspraak voor het subsidiair
tenlastegelegde bepleit.
Naar het oordeel van het OM kan de verdachte wel voor het meer
subsidiair tenlastegelegde worden veroordeeld. De verdachte heeft Gerd
Nan meerdere keren geslagen met de bedoeling hem pijn te doen.
Daardoor is Gerd Nan helaas komen te overlijden en dat gevolg wordt
aan de verdachte toegerekend en weegt ook mee in de strafmaat.
Gelet op de ernst van het feit, en dan met name het gevolg, en de
leeftijd van de verdachte zou toepassing van het meerderjarige
strafrecht aan de orde kunnen zijn.
Op grond van het feit dat de verdachte nimmer de bedoeling heeft gehad
dat Gerd Nan zou komen te overlijden, alsmede op grond van de
persoonlijkheid van de verdachte, acht het OM toepassing van het
minderjarige strafrecht passend.
Het OM heeft oplegging van 308 dagen jeugddetentie waarvan 60 dagen
voorwaardelijk geëist, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere
voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd moet houden
aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering.
Uitspraak 20 december om 13.30 uur
Openbaar Ministerie