Wereldschoolrapport: "Onderwijs voor iedereen in 2015 nog ver weg"

13/12/2007 13:47



Oxfam Novib



Nederland en Noorwegen koplopers, Haïti en Somalië onderaan

Den Haag, 13 december 2007 - De internationale gemeenschap heeft nog een lange weg te gaan om te realiseren dat alle kinderen in het jaar 2015 naar school gaan. 72 miljoen kinderen zitten nog steeds niet op school en 774 volwassenen zijn analfabeet. Van de 113 landen zitten er maar 13 op het juiste spoor. Dat staat in het Wereldschoolrapport 'Geen smoezen meer' van de Global Campaign for Education (GCE).

Het rapport geeft cijfers aan 156 ontwikkelingslanden en 22 donorlanden voor hun inspanningen voor onderwijsverbeteringen in de afgelopen 7 jaar. Elk staatshoofd krijgt een cijfer, een plaats op de ranglijst en opmerkingen 'van de juf' over de inzet voor onderwijs en de politieke wil. Nederland en Noorwegen zijn samen de koplopers van rijke landen die in onderwijs investeren. Het slechtst scoren Haïti en Somalië.

In het jaar 2000 werd door 164 landen afgesproken dat in 2015 alle kinderen naar school gaan, analfabetisme is teruggedrongen, de kwaliteit van onderwijs verbeterd is en de ongelijkheid tussen jongens en meisjes is aangepakt. Dat vonden al die landen toen een haalbaar doel. Maar er zijn veel landen die hun beloften voor extra geld en inspanning verbreken, zodat de haalbaarheid van deze doelen op de tocht staat. Neem bijvoorbeeld de rijke G8-landen, die slecht scoren vanwege hun matige inspanningen voor onderwijs in ontwikkelingslanden. Frankrijk staat op de 91e plaats, Duitsland op de 109e en de VS staat zelfs op de 146e plaats op de wereldranglijst. "Het zou slechts het equivalent kosten van enkele dagen G8-defensieuitgaven om elk meisje en elke jongen in Afrika de kans te geven naar school te gaan", zegt Sita Dewkalie, bestuurslid van de Global Campaign for Education vanuit Oxfam International.

Ook arme landen verbreken hun beloften, met een zeer slecht rapportcijfer als gevolg. Het gaat voornamelijk om conflictgebieden als Somalië, Haïti, Sierra Leone en Liberia. Het zijn de meest kwetsbare kinderen, zoals kinderen in conflictgebieden, gehandicapten en meisjes, die de prijs betalen voor dit gebrek aan een goed onderwijsbeleid. Zij zullen als eerste niet (meer) naar school gaan. Lichtpunten vormen landen als Kenia, Botswana en Burundi. Miljoenen kinderen in deze landen konden de afgelopen jaren naar school omdat de regeringen het schoolgeld heeft afgeschaft. De kwaliteit van onderwijs in deze laden blijft echter een punt van zorg.

Basisonderwijs moet mogelijk worden voor iedereen, ongeacht ras, sekse of geloof. Geen enkele overheid kan het zich veroorloven om kinderen niet naar school te laten gaan. "Ons rapport toont aan dat met de huidige inspanningen bijna een miljard mensen in hun leven geen onderwijs zullen krijgen - laat staan in de volgende zeven jaar, zoals beloofd", zegt Cees de Jong, directeur van Edukans. "Nederland zal niet alleen zelf koploper moeten blijven, maar ook andere landen moeten wijzen op het nakomen van hun afspraken. Miljoenen kinderen en jongeren hebben daar recht op."

In 2015 gaan alle kinderen wereldwijd naar school. Dit is één van de Millenniumdoelen die de VN hebben gesteld om de armoede in de wereld terug te dringen. Om dit doel te realiseren is de Global Campaign for Education (GCE) opgericht, een netwerk van 400 (onderwijs)organisaties uit 180 landen. In Nederland werken Oxfam Novib en Edukans samen met de Algemene Onderwijsbond, CNV Onderwijs en Plan Nederland door jaarlijks een onderwijsactieweek te organiseren.






Noot voor de redactie:


Noot voor de redactie -