BIJLAGE 1: AFSPRAKENLIJST BESTUURLIJK OVERLEG MIRT/NETWERKAANPAK
A. LANDSDEEL NOORD
1. MIRT
Rijk en regio zullen gezamenlijk aan de slag gaan om voor het MIRT 2009 zowel de
rijksprojecten als de regionale projecten (het gaat hierbij onder andere om de vier prioritaire
gebiedsontwikkelingsprojecten in de regio Noord: Groningen Centrale Zone, Leeuwarden
Zuidwest, Assen Florijnas, Centrumontwikkeling Emmen) in samenhang op te nemen.
Bij de uitwerking van een gemeenschappelijk afweging/beoordelingskader wordt ook het
Samenwerkingsverband Noord Nederland betrokken. Het gaat dan om het opstellen van een
kader op basis waarvan de infrastructuur- en ruimtelijke-economische projecten in de
toekomst breder en meer integraal kunnen worden beoordeeld, waarbij ook gekeken wordt
naar aspecten als leefbaarheid, inpassing en ruimtelijke en economische ontwikkeling. Bij de
uitwerking van het afweging/beoordelingskader zal ook de discussie over de MIT grens van
112,5 miljoen worden betrokken.
2. Ontwikkelagenda's en Samenwerkingsagenda Noord Nederland
De Ontwikkelagenda's worden voor wat betreft de fysieke component in de prioritaire
gebiedsontwikkelingsprojecten in Noord-Nederland (Groningen Centrale Zone/Meerstad,
Leeuwarden Zuidwest, Assen-Zuid/ Florijnas, Centrumontwikkeling Emmen) opgenomen in
de Samenwerkingsagenda Noord Nederland.
3. Quick wins eerste tranche
De uitvoering van de quick wins eerste tranche, `Maatregelen Stadsring Leeuwarden' en
`Transferium Hoogkerk', verloopt conform planning.
o Transferium Hoogkerk: De kruispunten zijn inmiddels gereconstrueerd. Transferium:
aanleg start in 2008, afronding begin 2009.
o Maatregelen Stadsring Leeuwarden: De voorbereiding is gestart. Het ontwerp voor het
belangrijkste onderdeel, de ongelijkvloerse fietskruising bij het Oostergoplein, wordt
uitgewerkt met het oog op de inpassing in de stedelijke omgeving. Start uitvoering:
2008, oplevering: 2009.
4. Quick wins Netwerkanalyse Groningen-Assen (tweede tranche)
Verkeer en Waterstaat stelt ten behoeve van de quick wins Groningen-Assen 7 miljoen
beschikbaar onder de voorwaarde dat de regio een gelijk bedrag beschikbaar stelt voor de
quick wins. Het gaat om de volgende projecten (rijksbijdrage):
o Doortrekking HOV-as Peizerweg ( 4 mln);
o Bereikbaarheid busstation Assen ( 2 mln);
o Transferium Haren (aansluiting HWN/OWN) ( 1 mln).
5. Quick wins Netwerkanalyse Leeuwarden, Westergozone, A7-zone (tweede tranche)
Verkeer en Waterstaat stelt ten behoeve van de quick wins Leeuwarden, Westergozone, A7-
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 1
zone 5,8 miljoen beschikbaar onder de voorwaarde dat de regio een gelijk bedrag
beschikbaar stelt voor de quick wins. Het gaat om de volgende projecten (rijksbijdrage):
o Fietstunnel onder de stadsring ( 3,1 mln);
o Twee bewaakte fietsenstalling binnenstad Leeuwarden ( 2,45 mln);
o Transferium auto-fiets (Goutum) ( 0,25 mln).
6. Noordelijke Ontwikkelingsas
Bij het uitwerken van het in samenhang opnemen van de rijksprojecten en de regionale
projecten ten behoeve van het MIRT 2009 zal de Noordelijke Ontwikkelingsas (NOA)
worden betrokken.
Er wordt geen aparte lange termijnvisie opgesteld voor het Nationaal Stedelijke Netwerk
Groningen-Assen. In plaats daarvan wordt aangesloten bij de lopende processen, waaronder
de uitwerking van de NOA.
7. ProRail
Verkeer en Waterstaat heeft de door de regio's ervaren problemen geïnventariseerd en deze
voorgelegd aan ProRail met het verzoek om commentaar. De regio wordt geïnformeerd over
de reactie van ProRail en de vervolgprocedure.
8. Netwerkanalyse Zuid Drenthe: GGB Hoogeveen
De provincie Drenthe, de gemeente Hoogeveen en Rijkswaterstaat Noord Nederland werken
samen aan een studie GGB (Gebieds Gericht Benutten) in het gebied rond het knooppunt
Hoogeveen. Afhankelijk van de voortgang van de studie worden de uitkomsten geagendeerd
voor het bestuurlijk overleg voorjaar 2008.
De voorgestelde kleinschalige maatregel aan het knooppunt Hoogeveen zal naar verwachting
in 1e helft van 2008 door Rijkswaterstaat Noord Nederland worden uitgevoerd.
9. VAZ/Zuidelijke Ringweg Groningen (ZRG) fase 2
Rijk en regio bevestigen de in het voorjaar 2007 gemaakte afspraak ten aanzien van de
verkeersproblematiek op de Zuidelijke Ringweg.
Verkeer en Waterstaat en de regio spreken af in januari 2008 het financieringsplan verder te
verkennen.
10. Kolibri/OV-netwerk
De regio stelt een verzoek op voor een extra rijksbijdrage aan de exploitatie en infrastructuur,
voor een kwaliteitsverbetering van het regionaal openbaar vervoer en bespreekt dit in het
bestuurlijk overleg voorjaar 2008.
De regio zal hierbij ook aangeven wat de consequenties zijn voor de spoorinfrastructuur en
welke aanpassingen nodig zijn in verband met de uitwerking van Kolibri/OV-netwerk.
11. Masterplan Assen-Zuid en N33 Assen-Zuid Zuidbroek
In de lopende planstudie N33 Assen-zuid Zuidbroek (waarbij rijk en regio het
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 2
voorkeursalternatief verdubbeling tot 2x2 autoweg zonder vluchtstroken voorstaan) wordt
het knooppunt Assen-zuid als halfklaverblad met lusverbinding N33/A28 onderzocht. In het
Masterplan Assen-Zuid worden door de regio aanvullende maatregelen voorgesteld voor het
knooppunt Assen-zuid.
In overleg met Rijkswaterstaat Noord Nederland brengt de regio op korte termijn in kaart of
en zo ja hoe de voorstellen uit het Masterplan (met name de voorgestelde fly-over
knooppunt A28/N33) kunnen worden meegenomen in de lopende planstudie. De voorstellen
moeten passen binnen de lopende processen en uitvoeringstermijn en binnen afgesproken
financiële kaders.
12. A28 Hattemerbroek-Zwolle-Meppel (inclusief kortsluiting A28/A32)
De A28 is een hoofdverbindingsas.
De onderzoeken naar luchtkwaliteit moeten voldoen aan de recente uitspraken van de Raad
van State.
Rijk en regio spannen zich in om de (O)TB/MER voor de A28 Hattemerbroek-Zwolle-Meppel
af te ronden en het project in 2010 op te leveren. De aanpassing van het knooppunt
Lankhorst verloopt volgens planning.
13. Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl, fase 2: Spoorbrug Zuidhorn
De spoorbrug Zuidhorn wordt als separaat onderdeel uit de planstudie Lemmer-Delfzijl fase 2
gelicht en zo snel mogelijk uitgevoerd, voor zover het beschikbare budget dit toelaat.
De provincies Fryslân en Groningen bieden zo snel mogelijk beslisinformatie aan de
Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat aan voor een projectbesluit over de spoorbrug.
Deze beslisinformatie moet ten minste bestaan uit (1) een update van de PRI-raming en (2)
een betaalritme waaruit duidelijk wordt dat het project in de periode tot 2012 betaald kan
worden van kasgeld dat beschikbaar komt door de vertraging van Lemmer-Delfzijl fase 1.
14. Reconstructie N48 Zuidwolde (Ommen-Hoogeveen)
Verkeer en Waterstaat is zeer doordrongen van het feit dat er sprake is van een probleem op
de N48 bij Zuidwolde. Dit kwam ook nadrukkelijk naar voren in het rapport van de
Onderzoeksraad Verkeersveiligheid over de veiligheid van de N-wegen.
De inpassing van de reconstructie van de N48 is gecombineerd met het inrichtingsplan van
de gemeente. Dit heeft geleid tot een verbeterd uitvoeringsplan. Hierdoor is wel enige
vertraging ontstaan.
De minister probeert de reconstructie van de N48 bij Zuidwolde in 2010 uitgevoerd te
hebben, maar oplevering van het project in 2011 kan niet worden uitgesloten. De benodigde
middelen voor het project blijven ook in 2011 beschikbaar.
15. Bereikbaarheid Leeuwarden
In gezamenlijkheid (regio en rijk) zal worden verkend of er ten aanzien van het voorgestelde
maatregelenpakket sprake is van inhoudelijke samenhang (onder andere in relatie tot de
ruimtelijke ontwikkeling) en de mogelijkheden van een eventuele bijdrage van het rijk.
Afhankelijk van de uitkomsten zal het onderwerp Bereikbaarheid Leeuwarden worden
geagendeerd voor het bestuurlijk overleg voorjaar 2008.
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 3
16. Vaarweg Harlingen Kornwerderzand (De Boontjes)
De door de provincie aangeboden voorstudie bevat voldoende informatie voor Verkeer en
Waterstaat om een planstudiebesluit te nemen op twee onderdelen na. Verkeer en Waterstaat zal
medewerking verlenen aan een MIRT-planstudie (inclusief MER) vanaf het moment dat voldaan
is aan de volgende twee voorwaarden:
1. het bevoegd gezag voor de uiteindelijke vergunningverlening wijst één of meerdere varianten
aan die gekwalificeerd kunnen worden als `incidentele verdieping' conform de PKB-
Waddenzee.
2. er is een principeakkoord is tussen rijk en regio over de dekking van de projectkosten.
17. N31 Leeuwarden Drachten en N/A37 Hoogeveen-Holsloot-Emmen-Duitse grens
De N31 Leeuwarden Drachten en N/A37 Hoogeveen-Holsloot-Emmen-Duitse grens zijn op
31 oktober 2007 opgesteld voor het verkeer.
De openingshandeling van beide wegen vindt plaats op 21 januari 2008 in aanwezigheid van
de minister van Verkeer en Waterstaat en in Drenthe met zijn Duitse collega Bundesminister
Tiefensee, deelstaat minister Hirche en Commissaris van de Koning Ter Beek.
18. A7 Knooppunt Joure
Ten tijde van het bestuurlijk overleg Noord Nederland waren de tussenresultaten van de
lange (na 2020) termijn door de provincie Fryslân onvoldoende uitgewerkt om hierover een
besluit te kunnen nemen in relatie tot de gemaakte afspraken tussen rijk en regio betreffende
de planning en uitvoering van de toekomstvaste oplossing (in ieder geval tot 2020).
De tussenresultaten worden eind dit jaar verwacht. Als uit de studie blijkt dat er aanleiding is
om de maatregelen voor de toekomstvaste oplossing aan te passen, dan moet dit ruim op tijd
bekend worden gemaakt aan het ministerie van VenW en RWS Noord Nederland, zodat de
uitkomsten kunnen worden meegenomen in het proces.
De uitvoering van maatregelen voor de toekomstvaste oplossing mag geen vertraging
oplopen.
19. Hoofdvaarweg IJsselmeer-Meppel
Rijk en regio voeren overleg om het vertraagde projectbesluit voor de planstudie vaarweg
Meppel-Ramspol (Meppelerdiepkeersluis Zwartsluis) begin 2008 af te ronden, inclusief
afspraken over de financiering en over maatregelen in de logistieke keten. Afhankelijk van de
uitkomsten van het overleg wordt dit geagendeerd voor het bestuurlijk overleg in het
voorjaar 2008.
20. PVVP's Groningen, Fryslân en Drenthe
Rijk en regio ontwikkelen in 2008 een nader voorstel voor het meer op een lijn brengen van
de doelstellingen uit de Nota Mobiliteit en de doelstellingen die door de provincies zijn
gehanteerd in de PVVP's.
Rijk en regio brengen de risicofactoren in de samenhang tussen de plannen voor ruimtelijk-
economische ontwikkeling en verkeer en vervoer, waaronder ruimtelijke planning en
planning van ontwikkeling van rijksinfrastructuur, in kaart.
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 4
B. LANDSDEEL OOST
1. MIRT 2008
Er is nu een Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Momenteel
wordt bezien hoe de bestaande spelregels voor besluitvorming en afweging van ruimtelijk
fysieke rijksinvesteringen kunnen worden aangepast tot meer geïntegreerde spelregels. Dit
betekent overigens niet dat alle middelen in één budget zullen worden samengevoegd. Het
rijk wil ervoor zorgen dat de verschillende investeringen elkaar goed aanvullen.
Landsdeel Oost ondersteunt het streven van het MIRT en werkt daar graag aan mee. Naast
aandacht voor de R van Ruimte vraagt Landsdeel Oost ook aandacht voor de R van Rails in
het bijzonder met betrekking tot de relatie met ProRail. Er is kritiek vanuit diverse landsdelen
op de te beperkte studiecapaciteit van ProRail en de beantwoordingstermijn bij vragen van de
decentrale overheden.
Het ministerie heeft een brief aan ProRail gezonden met een inventarisatie van de
gesignaleerde knelpunten in de relatie ProRail - decentrale overheden. ProRail is om een
schriftelijke reactie gevraagd. Zodra de reactie van ProRail beschikbaar is, zal deze worden
gecommuniceerd aan de decentrale overheden en zal het ministerie een standpunt innemen.
2. Anders Betalen voor Mobiliteit
Het kabinet neemt binnenkort een besluit. Vraag is of er een tussenstap wordt gezet of niet.
Een eerlijk systeem staat voorop. Anders Betalen voor Mobiliteit komt ook nog in het
Nationaal Mobiliteitsberaad aan de orde.
Landsdeel Oost is voorstander van een netwerkbenadering waarbij naast het HWN ook het
OWN bij de beprijzing wordt meegenomen.
3. Gevolgen van luchtperikelen
Onlangs is de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken n.a.v. het besluit van de
Raad van State dat er een integrale benadering moet plaatsvinden van alle locaties waar zich
significante gevolgen voor de luchtkwaliteit zullen voordoen.
Het zoeken is nu naar een uniforme methodiek om de grootte te bepalen van het gebied,
waarbinnen de effecten op de luchtkwaliteit moeten worden onderzocht. Het ministerie
streeft ernaar de methodiek zo snel mogelijk gereed te hebben. Voor de korte termijn wordt
in elk geval `de bestuurlijke lus' geïntroduceerd, waardoor bij afwijzing van een plan door de
Raad van State niet alles overnieuw hoeft, maar het op onderdelen snel gerepareerd kan
worden.
Zodra bekend is hoe de nieuwe methode eruit ziet, kan nadien een integrale planning
worden opgesteld voor alle betrokken MIT- en ZSM projecten.
4. Landelijke markt- en capaciteitsanalyses (LMCA's)
Op grond van de Nota Mobiliteit wordt de ontwikkeling van de bereikbaarheid over de weg om
de twee jaar gemeten. Als uitvloeisel van de netwerkaanpak is besloten dat in 2007 ook voor de
andere modaliteiten te doen. Vandaar vier LMCA's. Landsdeel Oost beschouwt de
netwerkanalyse, de samenwerkingsagenda's en de LMCA's als basis voor de netwerkaanpak.
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 5
LMCA Wegen
Voor de wegen is uit de LMCA gebleken dat de NoMo-doelstellingen met de geplande
maatregelen in 2020 grosso modo kunnen worden gehaald. Op basis van het totaalbeeld van
de LMCA's en de uitkomsten van de bestuurlijke overleggen zal het ministerie vóór de zomer
van 2008 komen met een mobiliteitsvisie, waarin zij o.m.haar ambitieniveau op de wegen
aangeeft.
De partners van Landsdeel Oost zijn het niet eens met enkele uitgangspunten van de LMCA
Wegen, zoals de groei van het vrachtverkeer.
Het ministerie maakt een landelijke afweging van de ernst van de problematiek en past het
gelijkheidsbeginsel toe. Op basis daarvan kent het ministerie een hogere prioriteit toe aan
knelpunten elders in Nederland. Dat laat onverlet dat het ministerie altijd bereid is op basis
van de feiten overleg te voeren met het landsdeel over ervaren problemen.
Overijssel is mede namens IPO bereid medewerking te verlenen aan het tot stand komen van
de visie met betrekking tot de N-wegen opdat deze kan worden meegewogen bij de
formulering van de mobiliteitsvisie.
De minister is blij met dit aanbod en aanvaardt de bijdrage. Daarbij geeft hij aan dat het
vooral gaat om objectieve criteria. De mobiliteitsvisie zal ook in het Nationaal
Mobiliteitsberaad aan de orde komen.
LMCA Spoor
Voor Spoor en Regionaal OV is er een grotere groei mogelijk dan in de NoMo werd voorzien.
Het ministerie en het Landsdeel Oost willen het OV graag inzetten voor de verbetering van
de stedelijke bereikbaarheid.
Concrete voorstellen tot een bijdrage aan de 5% groei op het spoor kunnen bij het ministerie
worden aangemeld. Daar zal de afweging van de verschillende voorstellen plaatsvinden.
De LMCA Spoor heeft de corridor Utrecht-Arnhem-Nijmegen meegenomen. Daaruit blijkt
o.a. dat de baanvakbelasting op deze corridor hoog wordt bij een stap naar hogere
frequenties. Dit vormt aanleiding voor een planstudie Utrecht-Arnhem.
LMCA Regionaal OV
Concrete voorstellen tot een bijdrage aan een hogere groei bij het regionale OV dan de in de
NoMo gehanteerde 2,1 % groei per jaar, zoals die van de stadsregio's Twente en Arnhem
Nijmegen, kunnen bij het ministerie worden aangemeld bij de LMCA Regionaal OV. De
hogere ambitie wil het ministerie allereerst inhoudelijk vaststellen, en daarna de financiële
consequenties.
Het is van belang dat de stadsregio's en provincies, in overleg met het ministerie en op basis
van de uitgevoerde markt- en capaciteitsanalyse voor het regionale OV, voor de stedelijke
regio's nader uitwerken waar nu precies de potentie van het regionale OV ligt in relatie tot
de knelpunten en welke voorzieningen daar het beste aansluiten op de vraag uit de markt .
Het ministerie is bereid het overleg met de stadsregio's over de plannen en de
investeringsagenda's op korte termijn voort te zetten. De bevindingen komen in het
voorjaarsoverleg 2008 aan de orde.
5. Samenwerkingsagenda
Landsdeel Oost heeft een map met de vier samenwerkingsagenda's aan de minister
overhandigd.
De minister waardeert het zeer dat alle bij de netwerkaanpak en het MIRT betrokken
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 6
overheden ook voor dit overleg weer een geactualiseerde samenwerkingsagenda hebben
opgesteld in overleg met het ministerie.
6. Quick wins eerste tranche
De quick wins uit de eerste tranche boeken in Oost Nederland goede voortgang en de eerste
bedragen zijn in de mobiliteitsfondsen gestort. Een aantal quick wins is reeds gerealiseerd.
7. Quick wins tweede tranche
De minister heeft het volgende meegedeeld:
Resultaten halen staat voorop. De regels moeten daar niet belemmerend voor werken.
Het rijk houdt vast aan de 50%-50% cofinanciering om te benadrukken dat het om een
gezamenlijk product gaat.
De 2e tranche quick wins worden "gewoon" via de mobiliteitsfondsen afgewikkeld en het
anticumulatiebeding geldt. De regio's moeten extra geld voor verkeer en vervoer genereren;
Om de snelheid erin te houden zal het rijk zo spoedig mogelijk na de bestuurlijke afspraken
haar bijdrage storten. Daarmee stapt het rijk af van de voorwaarde dat eerst de regio
aantoonbaar moet storten en het rijk daarna pas overgaat tot verdubbeling. Uiteraard wil het
rijk wel achteraf weten dat de regio's hun bijdrage gestort hebben.
De minister heeft vervolgens bijdragen in de kosten van een tweede tranche quick wins bij de
Netwerkaanpak toegekend tot een totaal van 20,17 mln.:
- Overijssel 3,5 mln.
- Gelderland 3,145 mln.
- Regio Twente 3,39 mln.
- Stadsregio Arnhem Nijmegen 4,885 mln.
- Regio Stedendriehoek 5,25 mln.
Landsdeel Oost heeft haar tevredenheid over de toekenning van deze bijdragen
uitgesproken.
8. Gebiedsgerichte Verkenning (GGV) A 1 Apeldoorn Deventer
Geconstateerd wordt dat er een uitgebreide gebiedsgerichte integrale verkenning conform de
MIT systematiek Verkenning Nieuwe stijl gereed is. Verkeer en Waterstaat geeft aan dat het
knelpunt op basis van de LMCA wegen niet hoog kan worden geprioriteerd t.o.v. andere
knelpunten in het land. Nu starten van een planstudie is dan ook niet aan de orde. Dat geldt
ook voor het onderdeel vrachtverkeer (colonnevorming).
Door colonnevorming van vrachtverkeer mag een veilige verkeersafwikkeling niet in het
geding komen. Daarom wordt afgesproken dat vóór het volgende bestuurlijk overleg door de
samenwerkende overheden (Rijk, Provincies, Gemeenten) een pakket korte termijn
maatregelen wordt uitgewerkt om de infrastructuur zo optimaal mogelijk te benutten (zoals
toepassing mobiliteitsmanagement, aanpassing knooppunt Beekbergen, verruiming
openingstijd spitsstroken, doortrekking spitsstroken tot Lochem) incl. de uitwerking van de
kosten.
De regio zal de maatregelen m.b.t. flankerend beleid, die zij zelf kunnen nemen, ook
uitvoeren.
Afgesproken wordt dat er voor het volgende bestuurlijk overleg meer helderheid komt over
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 7
de problematiek en de prioritering in de regio, over het bestuurlijke voorkeursalternatief en
over de kosten en zicht op financiering daarvan.
De mobiliteitsvisie van Verkeer en Waterstaat, die voor de zomer van 2008 gereed zal zijn
(inclusief visie over achterlandverbindingen) zal hierbij worden betrokken.
9. N 35
De Planstudie Zwolle Wijthmen Heino zal door RWS worden gestart waarbij RWS nog de
mogelijkheid krijgt om de in de startnotitie ontbrekende aspecten aan te vullen conform MIT
verkenning nieuwe stijl.
Als blijkt dat de kosten van de oplossing hoger uitvallen dan het nu beschikbare budget (
30 mln regio en 16 mln rijk (Amendement van Hijum)), zal opnieuw overleg tussen rijk en
regio plaats vinden over eventuele aanvullende financiering.
Voor het overige deel van de N35 wordt nu nog geen verkenning gestart (het belangrijkste
knelpunt Zwolle Wijthmen wordt nu aangepakt). De bereikbaarheidsproblematiek op het
overige tracé speelt naar verwachting niet voor 2020 en er wordt gewacht op de
mobiliteitsvisie N-wegen van medio volgend jaar.
De regio komt vóór het Kerstreces (21/12/2007) met een bestuurlijk gedekt voorstel voor de
verplaatsing van station Nijverdal. Als de regio zelf het leeuwendeel van de totale kosten van
dit regionale plan voor haar rekening neemt en kan garanderen dat dit geen vertraging voor
de realisatie van de combitunnel oplevert, is de minister bereid te bezien in hoeverre hij kan
meewerken aan het verplaatsen van het station.
Bij uitloop van de buitendienststelling ná december 2012, geeft NS geen garanties voor
verlenging van huidige afspraken over vervangend vervoer. Als daar door de verplaatsing van
het station dus onverhoopt toch sprake van is, zal de Regio dit dus zelf moeten regelen en
financieren.
10. Stand van zaken N18
Geconstateerd wordt dat de trajectnota in concept gereed is en dat er financiële
toezeggingen liggen van zowel de regio als het rijk. Niet voor alle onderzochte alternatieven
is er op dit moment zicht op volledige financiering.
Afgesproken wordt de trajectnota verder af te ronden, waarbij zowel de alternatieven 80
km/uur als 100 km/uur in beeld blijven. Het landsdeel verzoekt om een bestuurlijk overleg
over de N18 in januari of februari 2008.
De mobiliteitsvisie van Verkeer en Waterstaat, waaronder de toekomstige ambitie van N
wegen (2030), zal bij de trajectnota worden betrokken, zodat in het bestuurlijk overleg in het
voorjaar de vervolgstap kan worden besproken.
11. De Deltalijn en Berlijnlijn
Landsdeel Oost overhandigt minister en staatssecretaris een factsheet over de Deltalijn en de
Berlijnlijn. Landsdeel Oost bepleit om de Deltalijn en Berlijnlijn op te nemen in de visie
"Internationaal spoor" die in december naar de Tweede Kamer gaat.
Op grond van uitgebreid onderzoek heeft het kabinet een aantal jaar geleden besloten dat er
onvoldoende nut en noodzaak is voor een HSL Oost: de voordelen zijn beperkt en hiervoor
zijn forse investeringen nodig. Het plan Deltalijn van de regio levert wat dit betreft geen
nieuwe informatie op. De minister is voorstander van verwachtingenmanagement, maar is
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 8
niettemin bereid om in beeld te brengen welke investeringen nodig zijn voor een stap naar
160 km/u.
12. Masterplan Openbaar Vervoer Arnhem Nijmegen en Agglonet Twente
Deze plannen en de afspraken daarover zijn reeds aan de orde gekomen bij punt 2, LMCA's
Spoor en Regionaal OV. Voortgang wordt besproken in het bestuurlijk overleg voorjaar
2008.
Beide stadsregio's stellen een investeringsagenda op.
De Stadsregio Arnhem Nijmegen houdt daarenboven een pleidooi voor de samenwerking
tussen de stadsregio's en het ministerie om dit soort veelbelovende en ambitieuze plannen
een goede kans op invoering te geven. Overijssel ondersteunt deze oproep namens de Regio
Twente.
13. Gebiedsgerichte verkenning Regio Zwolle/A28
Geconcludeerd wordt dat de A28-corridor Zwolle naar verwachting geen knelpunt is tot
2020, maar er wel knelpunten zijn op de ring Zwolle en de N 35 Zwolle-Wijthmen. Voor de
korte termijn maatregelen is 13 mln extra nodig waarvan de gemeente Zwolle en provincie
Overijssel reeds 6 mln. resp. 4 mln. hebben toegezegd.
Gezien de Rijksambitie om het HWN en OWN zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen, zal
de minister in zijn begroting de gevraagde 3 mln. trachten te vinden. Voor de periode na
2015/2020 is het nog te vroeg om afspraken te maken.
14. Capaciteit spoorvervoer Twente en Valleilijn (Amf-Ede/Wageningen)
De capaciteitstoedeling op deze lijnen en het (dreigende) verdrukken van regionaal
personenvervoer door goederenvervoer is al eerder in het Nationaal Mobiliteitsberaad aan de
orde gesteld. Landsdeel Oost bepleit nogmaals een herziening van de toegepaste definities
ten gunste van het voor de bereikbaarheid zo belangrijke regionale personenvervoer per
spoor.
Het ministerie is op de hoogte van de problematiek. Dit onderwerp wordt meegenomen bij
de evaluatie van de spoorwegwetgeving die in 2008 wordt afgerond. Dit heeft de minister
ook meegedeeld in het debat met de Tweede Kamer op 10 oktober 2007.
15. Préverkenning N50
Afgesproken wordt dat de concept préverkenning zal worden afgerond (mede op basis van
de metingen welke in het kader van de LMCA wegen zijn gehouden en de inschattingen van
de bereikbaarheidsproblematiek).
Op basis van de definitieve préverkenning en de in 2008 te verschijnen mobiliteitsvisie zal (in
overleg met de regio) een (lange termijn) visie worden opgesteld.
De minister zal het viaduct Kampen Zuid (aanpassingen door Hanzelijn) en het viaduct over
de IJsseldelta toekomstvast laten realiseren (dimensie 2 x 2), hetgeen een extra investering
van totaal 12,7 mln. betekent.
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 9
16. Gebiedsgerichte verkenning A73
Vanwege vertraging van wegenprojecten ten zuiden van Arnhem Nijmegen manifesteert de
problematiek op de A73 zich later dan eerder werd aangenomen. Andere weginfrastructuur
in de regio (A12, VIA15) heeft een hogere prioriteit zowel qua problematiek, capaciteit
personeel als qua prioriteit investeringen.
Daarom is afgesproken dat met de gebiedsgerichte verkenning A73 Ewijk-Rijkevoort, waarbij
met name ook de relatie HWN OWN in beeld moet komen, op zijn vroegst in 2009 gestart
zal worden.
17. Doortrekking A 15
Geconstateerd is dat de planstudie voortvarend ter hand is genomen.
18. Spoorse doorsnijdingen
In het infrastructuurfonds staat opgenomen dat het kabinet voornemens is een tweede
tranche spoorse doorsnijdingen te starten, als de evaluatie van de eerste tranche positieve
resultaten laat zien. Die evaluatie komt in principe gereed vóór de behandeling van de
Begroting 2008. Het eventuele vervolg kan in het bestuurlijk overleg van het voorjaar 2008
aan de orde komen.
Ede verdiept
Op 13 februari 2007 heeft minister Peijs een brief aan de gemeente Ede verzonden, waarin
zij haar toezegging van 40 mln. gestand doet. Voor deze toezegging gelden strikte
voorwaarden, waaronder dat de gemeente voor 1 december 2007 een haalbaar plan moet
presenteren.
Landsdeel Oost bevestigt dat Ede vóór 1 december 2007 haar plan zal indienen bij de
minister.
19. Spoorwegveiligheid
Landsdeel Oost vraagt of het mogelijk is dat het ministerie een regeling in het leven roept
waarmee de decentrale overheden geholpen kunnen worden bij het saneren van
spoorwegovergangen op trajecten, waar de decentrale overheden de frequentie van de
regionale treindiensten willen verhogen. Dit vanwege de hoge kosten.
Vanwege tijdsgebrek is afgesproken dat de periode tot het volgende bestuurlijk overleg
wordt benut voor overleg over dit onderwerp en in het bestuurlijk overleg voorjaar 2008
komt het wederom aan de orde.
20. Aanpak A1/A28 Hoevelaken en A2
De minister heeft kennis genomen van de stand van zaken. Rijk en provincie Gelderland
constateren dat ze zowel inhoudelijk als financieel goed integraal samenwerken.
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 10
21. Provinciale en regionale verkeer- en vervoerplannen
De minister van Verkeer en Waterstaat en de bestuurders van Landsdeel Oost:
komen tot de conclusie dat een goede basis is gelegd in de lange termijn plannen om de
komende jaren samen aan de gang te gaan om de gezamenlijke doelen te bereiken, met dien
verstande dat die doelstellingen door de stadsregio's op een aantal (bij hun bekende) punten
nog worden gekwantificeerd of aangescherpt;
zullen eens per jaar de resultaten van de Nationale Mobiliteitsmonitor en de regionale
monitoren met elkaar bespreken en de doelstellingen beter op elkaar afstemmen op basis van
het onderzoek naar de regionale bereikbaarheidsindicatoren;
zullen tevens de samenhang tussen de ruimtelijk-economische en verkeer- en vervoerplannen
beter inzichtelijk maken en vóór het voorjaarsoverleg van 2008 een kaartbeeld maken met de
geplande projecten, doel en realisatietermijn.
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 11
C. LANDSDEEL WEST
C1 - GEZAMENLIJK DEEL
1. MIRT
De ontwikkeling van het MIRT wordt toegelicht:
Eerste stap is het samen brengen en gezamenlijk presenteren van de relevante ruimtelijk-
fysieke investeringsprojecten van de ministeries van VROM, VenW, EZ en LNV in het
voorliggende MIRT Projectenboek.
Daarna wordt bekeken hoe de bestaande spelregels voor besluitvorming en afweging van
ruimtelijk-fysieke rijksinvesteringen kunnen worden aangepast tot meer geïntegreerde
spelregels binnen het ruimtelijk fysieke domein.
VROM benadrukt dat de relatie verstedelijkingsopgave en infrastructuur van cruciaal belang
is.
Verder:
Er wordt geen financieel kader gemaakt van rijks- en regio-investeringen, MIRT gaat uit van
rijksinvesteringen.
Noordvleugel benadrukt ook de aandacht voor uitvoering van projecten in plaats van meer
nieuwe projecten.
De koppeling van BO Randstad Urgent aan halfjaarlijkse MIRT overleggen moet komend jaar
pragmatisch worden ingevuld komend jaar.
2. Ruimte
VROM geeft signaal dat wethouders RO nog niet goed zijn aangehaakt in dit proces.
3. Anders Betalen voor Mobiliteit
De minister benadrukt het onomkeerbaar besluit voor een landelijke kilometerprijs voor
begrotingsbehandeling zal worden genomen.
Het gaat om variabilisatie per kilometer naar tijd en plaats en milieukenmerken.
Verder is het eerlijkheidscriterium cruciaal om draagvlak te behouden: wie veel rijdt betaalt
meer dan wie weinig rijdt. Daarnaast wordt marco-economisch de lastendruk niet hoger voor
de burger: niet meer, maar anders betalen.
De regio vraagt aandacht voor effecten op het onderliggende wegennet.
De Noordvleugel heeft samen met Verkeer en Waterstaat een studie naar neveneffecten bij
uitvoering ABVM afgerond.
Utrecht vindt dat overheden goed dit proces moeten regisseren met maatschappelijke
organisaties en bedrijfsleven.
Besluiten over ABvM worden mede in het Nationaal Mobiliteitsberaad genomen.
4. Korting BDU
De BDU kent een reële groei van 1,1% per jaar, los van de jaarlijkse indexering.
Door het kabinet is besloten over 2008 (voor de jaren daarna is geen uitspraak gedaan!) voor
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 12
de gehele Rijksbegroting geen prijsindex uit te keren (met uitzondering van enkele
onderdelen zoals onderwijs, defensie en het Infrafonds). De index voor gestegen loon wordt
wel uitgekeerd, op een heel klein deel na.
De index van de BDU is opgebouwd uit een deel loon en een deel prijscomponenten.
Afhankelijk van de hoogte van de index en de verhouding tussen de index voor prijs en de
index voor loon zal de korting variëren van 8 tot 34 miljoen, oftewel een 0,5% tot
maximaal 2% van het totale BDU-budget.
De keuze voor de invulling van de korting door het niet uitkeren van de prijsindex ligt bij de
decentrale overheden; die kan zowel in de exploitatie als in de aanleg van projecten worden
gezocht
Noordvleugel ziet als effect dat enkele OV-lijnen moeten worden geschrapt en constateert dat
IPO en VNG lobbyen bij de Tweede Kamer fractie om deze korting terug te draaien. De groei bij
OV staat niet in verhouding met deze korting.
De staatssecretaris ziet grote kansen bij stedelijke netwerken met name voor tangentiele relaties
en nodigt regio's uit te komen met goede OV-plannen.
5. Landelijke markt- en capaciteitsanalyses (LMCA's)
Algemeen
De achtergrond van de Netwerkanalyses wordt geschetst en de enkele daarbij geconstateerde
tekortkomingen (goederenvervoer, onvoldoende aandacht voor OV en ontbreken van een
landelijk beeld). De LMCA's zijn gestart vanuit de behoefte aan een landelijk beeld. Bovendien is
in de Nota Mobiliteit een tweejaarlijkse update van de knelpuntenanalyse aangekondigd. Tijdens
de bestuurlijke overleggen van vorig jaar is de afspraak gemaakt dat Verkeer en Waterstaat als
aanvulling en verdieping op de Nota Mobiliteit en de netwerkanalyses, vier LMCA's uitvoert. De
Nota Mobiliteit is voor dit kabinet het uitgangspunt voor het beleid en te maken keuzes. Met de
uitkomsten van de LMCA's is getoetst of de doelstellingen uit deze nota voor 2020 haalbaar zijn
met de inzet van de huidige beleidsmix. Voor het spoorvervoer is er sprake van een concrete
uitwerking van de Nota Mobiliteit. Die schetst voor 2020 een verhoging van de frequenties voor
het personenvervoer in de brede Randstad en het faciliteren van de groei van het
goederenvervoer. Concretisering van deze ambitie is met de LMCA spoor vormgegeven. Voor
het regionaal openbaar vervoer richt de Nota Mobiliteit zich op het samen met de regio's en
concessiehouders realiseren van 2,1% groei per jaar tot 2020. Op basis van de LMCA is gekeken
of deze groei haalbaar is binnen de huidige kaders. Bij de LMCA wegen is de knelpuntenanalyse
uit de Nota Mobiliteit herijkt om te zien of de ambities en doelen uit de Nota Mobiliteit voor
2020 haalbaar zijn onder gelijke condities als in de Nota Mobiliteit opgenomen.
Opmerking Noordvleugel t.a.v. LMCA's
Afspraak om in gezamenlijkheid de analyses nader te verdiepen aangezien de LMCA's landelijke
analyses zijn en in sommige gevallen onvoldoende rekening kan worden gehouden met de
specifieke regionale situatie. De uitkomsten van een dergelijke verdieping zullen worden gebruikt
in het voorjaarsoverleg tussen rijk en regio voor het prioriteren van nieuwe projecten. Reeds
overeengekomen verkenningen worden intussen conform afspraak uitgevoerd en de resultaten
daarvan worden hierbij ook betrokken.
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 13
Opmerkingen Utrecht t.a.v. LMCA's
Afspraak om in gezamenlijkheid de analyses nader te verdiepen aangezien de LMCA's
landelijke analyses zijn en in sommige gevallen onvoldoende rekening kan worden gehouden
met de specifieke regionale situatie. De uitkomsten van een dergelijke verdieping zullen
worden gebruikt in het voorjaarsoverleg tussen rijk en regio voor het prioriteren van nieuwe
projecten. Reeds overeengekomen verkenningen worden intussen conform afspraak
uitgevoerd en de resultaten daarvan worden hierbij ook betrokken.
Afspraak dat het basisnet Goederenvervoer in het voorjaarsoverleg nader aan de orde komt.
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 14
C2 - UTRECHT
1. LMCA's (specifieke afspraken)
LMCA Spoor
De regio Utrecht heeft in het kader van de LMCA spoor een voorkeur voor het
treinbedieningsmodel 6/6 (6 IC's en 6 sprinters). Afspraak is dat Verkeer en Waterstaat dit
nader zal bestuderen en bezien of er voldoende capaciteit op het spoor vrij te maken is.
Afspraak dat gekeken wordt hoe het vervoer zich op de vier corridors uit de LMCA Spoor
ook na 2020 ontwikkelt. De regio zal betrokken worden bij de programmatische uitwerking
waarbij ook wordt gekeken naar de verbinding Almere-Utrecht in relatie tot de schaalsprong
Almere en de daarbij behorende tijdshorizon 2030.
Afspraak dat de voorlopige uitkomsten van de LMCA Spoor geen aanleiding geven om
eerder gemaakte afspraken ten aanzien van de spoorkruisingen Den Dolder en Bilthoven te
herzien. De regio en ProRail zijn al in gesprek over een voortvarende aanpak van de
spoorkruisingen.
Afspraak dat de regio nog een brief schrijft aan Verkeer en Waterstaat, samen met de
provincie Gelderland, over het belang van een goed functionerend Randstadspoor over het
hele traject. Dit ten behoeve van de Vinex-locatie Vathorst en gericht op het ontlasten van
het verkeersknooppunt Hoevelaken.
Afspraak dat de regio nog een brief schrijft aan Verkeer en Waterstaat, samen met de
provincie Gelderland, over het belang van de Deltalijn als volwaardig alternatief voor
luchtvaart en de auto op internationale verbindingen vanuit Nederland richting het Oosten.
LMCA Regionaal OV
Verkeer en Waterstaat en de regio gaan nader in overleg over een hogere groeiambitie in de
stedelijke gebieden dan de in de Nota Mobiliteit afgesproken landelijke 2,1 %.
2. Samenwerkingsagenda
Afspraak is dat de samenwerkingsagenda Utrecht voor dit bestuurlijk overleg is vastgesteld.
Een samenwerkingsagenda biedt een totaaloverzicht van de korte, middellange en lange
termijn maatregelen en projecten op het gebied van wegen, OV, spoor en fiets. De
samenwerkingsagenda is een dynamisch document dat periodiek zal worden aangepast. Een
belangrijk deel van de acties komt voort uit de afspraken die gemaakt zijn in het kader van de
pakketstudies Utrecht.
3. Quick Win 1e tranche
Afspraak is dat Verkeer en Waterstaat in het kader van de quick wins 1e tranche kort na het
bestuurlijk overleg nog nader wordt geïnformeerd over de exacte scope van de P&R
voorziening bij NS-station Amersfoort-Schothorst. De regio stelt alles in het werk om in 2008
tot uitvoering te komen. Financiering vindt plaats door storting in een regionaal
mobiliteitsfonds, dat op korte termijn door de regio wordt ingericht.
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 15
4. Quick Wins 2e tranche
Verkeer en Waterstaat stelt ten behoeve van de volgende quick wins voor de regio Utrecht
totaal 6,22 miljoen beschikbaar, onder voorwaarde dat de regio een gelijk bedrag
investeert. Financiering vindt plaats door storing in het regionaal mobiliteitsfonds.
Haven Lage Weide. Het geschikt maken van de havenbekkens en kademuren op Lage Weide
voor schepen met een diepgang van 4 meter en het vergroten van de toegang tot het
Uraniumkanaal. Rijksbijdrage is 3,25 miljoen
Fietsproject Eemland en Amersfoort. Een aantal projecten gericht op stimulering van het
fietsgebruik, als onderdeel van de ketenmobiliteit. Rijksbijdrage is 1,27 miljoen
OV-Knooppunt Houten. Betreft een integrale OV-knoop onder meer omvattend een
busstation en een fietstransferium. Rijksbijdrage is 0,7 miljoen
Overstappunt Breukelen. Betreft het verruimen van parkeergelegenheden en maatregelen
gericht op kortere lijnen tussen bus en trein. Rijksbijdrage is 1 miljoen.
5. Financiering Quick Wins 2e tranche
Afspraak is dat van rijkszijde zo spoedig mogelijk na de bestuurlijke afspraken de bijdrage
wordt gestort. Daarmee wordt afgestapt van de voorwaarde dat eerst de regio aantoonbaar
moet storten. Doel is de maatregelen snel tot uitvoering te brengen. Achteraf moet wel
aangetoond worden dat ook de regio de bijdrage heeft gestort.
6. Pakketstudies Utrecht
Omdat eind november de rapporten van de aanvullende verkenningen pakketstudies Utrecht
definitief zijn wordt afgesproken dat de regio middels een brief voor het einde van het jaar
een advies geeft aan de minister, neergelegd in een regionaal standpunt, waarbij de kansrijke
oplossingsrichtingen uit de pakketstudies in beeld worden gebracht en waarbij ook de
afbakening van de planstudies HWN/OWN verder wordt geconcretiseerd opdat werkelijk in
de 1e helft van 2008 de eerste startnotitie(s) uit kunnen worden gebracht. De A1 Eemnes-
Hoevelaken en de A27 Utrecht-Noord - Eemnes worden hierbij als voorbeeld genoemd op
basis van de voorlopige resultaten.
7. Experimenten gratis OV (GOV)
Verkeer en Waterstaat zegt toe een overzicht te bieden van alle lopende experimenten met
gratis OV, ook die zonder subsidie van Verkeer en Waterstaat. Ook wordt aangegeven hoe
het proces verder wordt ingevuld tot aan 2010. Voor het einde van het jaar wordt de regio
hierover middels een brief geïnformeerd.
8. Luchtkwaliteit
Constatering dat op dit moment nog niet kan worden aangegeven wat de consequenties zijn
voor de doorlooptijden van wegenprojecten omdat de methodiek voor de afbakening van het
onderzoeksgebied nu wordt uitgewerkt. Zodra bekend is hoe die methode eruit ziet worden de
consequenties voor alle betrokken MIT- en ZSM projecten in kaart gebracht.
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 16
9. SMPU en RVVP
Afspraak is dat in de definitieve versies van het geactualiseerde Strategisch Mobiliteitsplan
Utrecht (SMPU) en Regionaal Verkeer- en Vervoer Plan (RVVP) het beoordelingskader, de
kwantitatieve uitwerking van doelstellingen en beoogd effect van maatregelen op de
doelstellingen zijn verwerkt voor het einde van dit jaar.
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 17
C3 NOORD HOLLAND EN FLEVOLAND
1. LMCA's (specifieke afspraken)
LMCA Weg
Herbevestiging dat in de pakketstudie A1/A27/A28 de A1 Muiderberg-Eemnes en de A27
Eemnes-Almere zijn meegenomen in de vorm van een gevoeligheidsanalyse. Aan de hand
van de uitkomsten, die eind november beschikbaar komen, kunnen in combinatie met de
uitkomsten van de LMCA weg en van de Ontwikkelingsstrategie Almere-Oost, eind 2007
nadere afspraken worden gemaakt voor genoemde trajecten A1 en A27.
Afspraak om op termijn een verkenning te starten voor de A7 Hoorn-Amsterdam, waarbij zo
mogelijk een koppeling wordt gelegd met de reeds in uitvoering zijnde verkenning A10-
Noord.
Afspraak om de beoordeling van de door de regio ingediende verkenning A4 Corridor Zuid
(Burgerveen-De Hoek) mede te plaatsen in de context van de ontwikkelingen op de lange
termijn langs de gehele A4 Amsterdam-Rotterdam.
Afspraak vooralsnog geen verkenningen te starten voor de A9 Alkmaar-Amsterdam en voor
de A6 Almere-Lelystad. Beide projecten blijven onderdeel uitmaken van de
Samenwerkingsagenda.
LMCA Spoor
Afspraak dat Verkeer en Waterstaat in overleg met de Noordvleugel (en de spoorsector) zal
bezien of en zo ja hoe de Zaanlijn (Alkmaar-Amsterdam) zal worden meegenomen in een
vervolgaanpak van de corridor Alkmaar-Eindhoven.
LMCA Regionaal OV
Constatering dat de Noordvleugel en Verkeer en Waterstaat op hoofdlijnen een zelfde beeld
hebben over het functioneren van het regionaal openbaar vervoer in de Noordvleugel.
Afspraak om dit beeld te komende tijd gezamenlijk uit te werken en op basis van deze
uitwerking te bezien of en zo ja, in welke mate, extra financiële middelen nodig zijn. Verkeer
en Waterstaat heeft hiervoor extra budget gereserveerd.
2. Samenwerkingsagenda
Constatering dat de Noordvleugel samen met het rijk een Samenwerkingsagenda heeft
opgesteld met een totaal overzicht van de korte, middellange en lange termijn maatregelen
en projecten op het gebied van wegen, OV en spoor. Het gaat o.a. om de maatregelen en
projecten zoals in 2006 zijn meegenomen in de netwerkanalyses inclusief de afspraken die
zijn gemaakt tijdens het bestuurlijk overleg MIT in oktober 2006.
Bevestiging dat de Samenwerkingsagenda een dynamisch document is dat periodiek op basis
van ontwikkelingen zal worden aangepast. Eerste stap daarin is afstemming met de
resultaten van de Landelijke Markt- en Capaciteitsanalyses (LMCA's). Daarnaast is de
samenwerkingsagenda agendazettend, aan de hand van thematische analyses en
onderzoekstrajecten. Een voorbeeld betreft de regionale OV visie 2020-2030.
3. Voortgang Quick wins 1e tranche
Constatering dat binnen de Noordvleugelpartijen de eerste beschikkingen voor de projecten
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 18
vanuit de eerste tranche in voorbereiding zijn en de overige beschikkingen op korte termijn
volgen. De eis met betrekking tot de anticumulatie heeft geresulteerd in een aanpassing in
het oorspronkelijke programma.
4. Voorstel Quick wins 2e tranche
Afspraak om op basis van het door de Noordvleugelpartijen ingediende programma voor een
2e tranche van quick win projecten een rijksbijdrage toe te kennen van 15,64 miljoen onder
voorwaarde dat door de Noordvleugelpartijen een zelfde bedrag beschikbaar wordt gesteld.
Het gaat om de volgende projecten:
- Gebiedsgericht benutten Purmerend;
- Gebiedsgericht benutten Kennemerland;
- Busbaan Schiphol Noord Amsterdam Zuid WTC;
- Fietssnelweg Amsterdam Zaanstad;
- Verbetering overstappunt Hilversum;
- Voorzieningen haltes Zuidtangent;
- Uitbreiding fietsenstallingen NS-stations;
- Ondergrondse fietsenstalling Alkmaar;
- Ondergrondse fietsenstalling Haarlem;
- Aanvulling overkapte fietsenstalling Castricum;
- Realiseren nieuwe P&R;
- Dynamische verwijzing P&R locaties;
- Aanleg reisinformatiesystemen bij bushaltes;
- Dynamische keteninformatie op stations;
- Langzaam verkeer passage Stationseiland Amsterdam;
- Toeritdoseerinstallaties A9;
- Langzaamverkeerspassage De Buiging Zaanstad.
Afspraak dat Verkeer en Waterstaat zo spoedig mogelijk na de bestuurlijke afspraken de
financiële bijdrage in het Regionale Mobiliteitsfonds zal storten, zodat de
Noordvleugelpartijen in staat worden gesteld voortvarend met de uitvoering te starten.
Afspraak dat de minister van Verkeer en Waterstaat met de ministers van Financiën en BZK in
overleg zal treden om de mogelijkheden te verkennen de regionale bijdrage voor te
financieren vanuit de BDU.
5. Actieplan ketenintegratie
Afspraak dat de Noordvleugelpartijen het voortouw nemen om de uitkomsten van het
Actieplan Ketenintegratie uit te werken ten behoeve van de uitvoering. Verkeer en
Waterstaat levert hieraan een bijdrage in de vorm van een tweede tranche quick win budget
en, waar wenselijk, inhoudelijke inbreng en deskundigheid.
6. Overkappen treinstations
Afspraak dat Verkeer en Waterstaat zal verkennen in hoeverre een aanpassing van de eisen
in de Nota Basisstation ten aanzien van overkappingen mogelijk en wenselijk is in relatie tot
de effectiviteit van andere maatregelen, die bijdragen aan de ambitie om het
personenvervoer over het spoor met 5% per jaar te laten groeien.
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 19
7. Goederen
Afspraak dat Verkeer en Waterstaat, in overleg met de spoorsector, zal onderzoeken hoe
gekomen kan worden tot een toekomstvaste routering voor het goederenvervoer in
combinatie met een evenwichtige tijdsligging voor het personenvervoer. Bij de afweging
zullen in ieder geval betrokken worden stedelijke ontwikkeling in relatie tot de externe
veiligheid en multimodale overslagcentra.
Afspraak om dit onderwerp te agenderen voor het bestuurlijk overleg in voorjaar 2008 en
dan de voortgang te bespreken.
8. Regionale verkenning A4
Afspraak dat Verkeer en Waterstaat voorjaar 2008 een besluit neemt over de regionale
verkenning A4. De problematiek vraagt om actie op korte termijn. Dit zoals ook
overeengekomen is in het kader van het UPR contract tussen regio en rijk, waar dit een
kandidaat-project is. Daarnaast is het één van de 6 topprioriteitprojecten in de Noordvleugel.
De Noordvleugelpartijen zijn van mening dat een planstudie starten met een reservering van
een rijksbijdrage essentieel is. De regionale bijdrage bedraagt 80 miljoen. Dit project is een
goed voorbeeld van het samen gericht oplossen van de problematiek.
9. N23
Constatering dat de afgesproken aanvullende informatie op dit moment door de regio wordt
verzameld (verkeersonderzoek, MKBA en informatie over ruimtelijk-economisch belang).
Daarnaast wordt door de regio gewerkt aan een regionaal akkoord, waarin onder meer
afspraken worden gemaakt over de financiën. Binnenkort volgt de definitieve besluitvorming
over het regioakkoord. Voor eind 2007 wordt de informatie vanuit de regio bij Verkeer en
Waterstaat aangeleverd.
Afspraak dat Verkeer en Waterstaat op basis van de eind 2007 door de regio aan te leveren
informatie in de eerste helft van 2008 een besluit zal nemen over opname in de
planstudiefase, inclusief daarbij horende reservering van een rijksbijdrage in het MIRT.
10. N50
Constatering dat de Ministerraad op vrijdag 5 oktober 2007 een gewijzigd standpunt heeft
vastgesteld. Daarin is, volgens afspraak met de regio, een 13 meter hoge brug opgenomen.
Dit besluit is per brief naar de Tweede Kamer gestuurd. In deze brief wordt tevens een beeld
gegeven hoe e.e.a. doorwerkt in de tracébesluit-procedure en uitvoering.
11. Coentunnel/Westrandweg
Constatering dat het van belang is voortgang te boeken in de procedures voor de
Coentunnel (tracébesluit genomen) en de Westrandweg (ontwerp-tracébesluit genomen).
Naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State over de A4 bij Leiderdorp is
gebleken dat een aanvulling nodig is voor het luchtonderzoek. De uitvoering hiervan is mede
afhankelijk van de ontwikkeling van een tool voor de bepaling en motivering van het
onderzoeksgebied voor luchtkwaliteit. Zodra de aanvullende onderzoeken beschikbaar zijn
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 20
zullen de besluiten, binnen de lopende procedures, worden aangepast.
Afspraak dat de Noordvleugelpartijen tijdig worden geïnformeerd over de voortgang van de
procedures rond Coentunnel/Westrandweg.
12. Benutting hoofdwegennet
Constatering dat voor het hoofdwegennet door Verkeer en Waterstaat gewerkt wordt aan
een nieuwe visie, die vooral is gericht op de inzet van nieuwe technologieën. Deze visie is
niet van invloed op het bestaande programma ZSM. De visie biedt mogelijkheden om te
komen tot financiële dekking van aanvullende benuttingsmaatregelen op het rijkswegennet.
13. Experimenten gratis OV
Afspraak dat Verkeer en Waterstaat een overzicht zal bieden van alle lopende experimenten
met gratis openbaar vervoer, ook die zonder subsidie van Verkeer en Waterstaat. Ook wordt
aangegeven hoe het proces verder wordt ingevuld tot aan 2010. Voor het eind van het jaar
wordt de regio hierover middels een brief geïnformeerd.
14. Groene Uitweg (als onderdeel A6-A9)
Afspraak is dat het rijk (samen met de regio) in het kader van de Planstudie weg Schiphol-
Amsterdam-Almere voordat een tracébesluit genomen gaat worden, onderzoekt wat de
mogelijkheden zijn om al eerder van start te gaan met de uitvoering van de maatregelen in het
kader van de Groene Uitweg. Het streven van zowel rijk als regio is om de uitvoering van de
betreffende maatregelen te laten starten in 2008.
15. Provinciale en regionale verkeer- en vervoerplannen
Afspraak dat Rijk en decentrale overheden via het Nationaal Mobiliteitsberaad werken aan
het ontwikkelen van een methode om de voortgang van de realisatie van beleidsdoelen en
de effectiviteit van maatregelen te monitoren en de monitoringresultaten eenmaal per jaar te
bespreken. Op deze wijze kunnen doelen en indicatoren beter op elkaar worden afgestemd
en is bijsturing mogelijk.
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 21
C4 ZUID HOLLAND
1. Samenwerkingsagenda
a. Nieuw station Bleizo (Bleiswijk-Zoetermeer)
Station Bleizo wordt toegevoegd aan de samenwerkingsagenda (vastgesteld januari 2007),
met als doel om a) gezamenlijk op basis van de LMCA te bepalen welke
reistijdcompenserende maatregelen op het baanvak Gouda Den Haag getroffen kunnen
worden. b) ter bepaling van de extra waardeontwikkeling in het gebied zal rond het nieuwe
station een taxatiestudie worden gedaan. Deze studie wordt door rijk en stadsgewest
Haaglanden gezamenlijk uitgevoerd en gefinancierd.
Haaglanden geeft aan dat de door Verkeer en Waterstaat genoemde voorwaarde om
`namens de gemeenten een toezegging te doen dat de extra waardeontwikkeling van het
plangebied als gevolg van het station wordt gereserveerd voor te treffen
reistijdcompenserende maatregelen op het baanvak Gouda - Den Haag' nog punt van nader
overleg is.
b. Ketenbenadering
Ketenbenadering wordt toegevoegd aan de Samenwerkingsagenda. Er wordt gezamenlijk
een maatregelenpakket uitgewerkt, in samenhang met andere onderwerpen van de
Samenwerkingsagenda.
2. Quick Wins 1e tranche
Dynamische reisinformatie (DRI)
De grootschalige ingebruikname van DRI is gepland vanaf 2008 en loopt door tot 2010.
De gemaakte afspraken die eind september in het Nationaal Mobiliteitsberaad zijn vastgelegd
houden o.a. in dat de regio werkt volgens de standaarden. Ook is toen afgesproken dat wat
er nog afwijkt van de standaarden zo spoedig mogelijk wordt rechtgetrokken.
Quick wins 2e tranche
Er wordt van het door de regio ingediende pakket van 26,5 mln door het Rijk 11,3 mln
aan projecten gehonoreerd; deze bijdrage wordt ook van de regio verwacht o.b.v. 50/50%
financiering. Het gehonoreerde pakket betreft: DVM op 19 locaties, 6 kleinschalige
verbeteringen op HWN/OWN, 3 buscorridors (Leiden-Den Haag, Drechtsteden-Kralingse
Zoom, Naaldwijk-Den Haag) en maatregelen om de overstapkwaliteit op 6 locaties te
verbeteren (o.a. actuele reisinformatie).
Verkeer en Waterstaat zal eind 2007 overleg voeren met de ministeries van Financiën en BZK
over de inzet van BDU met als voorwaarde dat de regio dit stuk voorfinanciering later
terugstort naar de BDU-gelden. Op 31 augustus j.l. heeft de minister bij brief aan de regio
kenbaar gemaakt dat middelen via regionale mobiliteitsfondsen zullen lopen.
Verkeer en Waterstaat zal als eerste gelden storten na bestuurlijke afspraken zodat snel met
de uitvoering van quick wins kan worden gestart. De regio zal het gelijke bedrag bijstorten.
3. Spoortunnel Delft
De minister heeft de intentie een planstudie uit te voeren voor de corridor Den Haag-
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 22
Rotterdam. Voorwaarde voor een planstudie is financiële dekking.
Er loopt nu de aanbesteding van de spoortunnel Delft. Het uitgraven van de tunnel voor vier
sporen kost nu 40 mln extra. De minister zegt toe om binnen de begroting van Verkeer en
Waterstaat deze middelen te zoeken. Op het aanbod van voorfinanciering van de regio
wordt later teruggekomen. De regio start voorbereidingen voor de financiering.
4. Stedenbaan/station Sassenheim
De studie naar bezuinigingsmogelijkheden wordt afgewacht.
Het Rijk blijft bij eerdere toezegging om 5,1 mln bij te dragen aan dit station.
5. Randstadrail, aanlanding Den Haag CS
De gemeente Den Haag komt in november 2007 met een nieuw plan hoe binnen tijd en
budget de aanlanding kan worden geregeld. Er zal opnieuw naar de beschikking gekeken
moeten worden. De perronsporen 11/12 moeten uiterlijk december 2011, bij het ingaan (per
medio december 2011) van de NS-dienstregeling 2012, weer door NS in exploitatie worden
genomen en daarmee is de tijdsdruk hoog.
6. OVHP
De staatssecretaris wil in 2008 met de regio in gesprek gaan over de ambitie van het
regionaal OV en verzoekt om kansrijke OV-plannen in de verstedelijkte gebieden. De OV-
analyse en daarmee ook OVHP worden betrokken bij de onderbouwing van een hogere
groeiambitie.
7. OV-analyse
Het Rijk wil in 2008 met de regio in gesprek gaan over de ambities van Den Haag,
Rotterdam, Leidse regio en Drechtsteden en vraagt om kansrijke plannen in verstedelijkte
gebieden.
Gelet op de grote problematiek bij de Rotterdamse ruit zullen de minister en de regio een
integrale pakketstudie weg/OV uitvoeren.
8. Trekvliettracé / internationale ring (internationale stad)
Trekvliettracé is het prioritaire project van TVT en Internationale Ring.
Er is inhoudelijke voortgang geboekt met de vaststelling van het MER en de uitvoering van
de studie rond het Prins Clausplein.
De regio wijst erop dat bij de vervolgstudie niet meer de nut- en noodzaak van het TVT ter
discussie moet staan.
Alvorens tot besluitvorming wordt overgegaan, moet in ieder geval aan de volgende
condities worden voldaan:
1. Overeenstemming en vaststelling van de scope van het project
(onderdelen van de scope hoeven niet per sé voor
Rijksfinanciering in aanmerking te komen.
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 23
2. Beoordeling van het Rijk vindt plaats op basis van meest
kosteneffectieve variant (toetsing van de kostenramingen,
afgeronde KBA
3. Overeenstemming over aansluiting van Trekvliettracé op
knooppunt Ypenburg.
4. Alle elementen zoals deze er nu liggen (MER TVT, concept
MKBA, studie Prins Clausplein, LMCA) voor te leggen aan een
expertteam met externe experts en betrokkenen vanuit rijk en
regio. Dit expertteam kan dan uiterlijk voorjaar 2008 uitspraken
doen over vervolgstappen, openstaande vraagstukken en
gebruik van reeds aanwezig materiaal.
5. De minister acht het van groot belang dat in het definitieve
financieringsplan naast overheidsbijdragen ook baten uit
gebiedsontwikkeling en/of private (mede) financiering
nadrukkelijk worden meegenomen.
Een definitief besluit over het al dan niet toekennen van financiële middelen (met een maximum
van 225 mln) wordt voorjaar 2008 genomen, gekoppeld aan de Mobiliteitsvisie.
9. Rotterdam: Vooronderzoek 2e ontsluiting haven Rotterdam/Gateway to Europe
De bereikbaarheidsproblematiek rond Rotterdam ziet de minister n.a.v. LMCA weg voor de
Zuidvleugel als prioritair.
Op korte termijn starten Verkeer en Waterstaat en de regio een gebiedsgerichte MIRT
verkenning rond de bereikbaarheid van Rotterdam, waarbij als belangrijke bouwstenen
worden meegenomen:
o Het vooronderzoek 2e ontsluiting haven Rotterdam
o De Rotterdamse verkenning naar de totale stedelijke bereikbaarheid via hoofdroutes
en de planstudie Pleinweg.
De gebiedsgerichte MIRT verkenning is vergelijkbaar met de multimodale pakketstudie in
Utrecht.
Het samenwerkingsconvenant voor aanpak van deze studie wordt voorjaar 2008 afgesloten.
Regio wijst op relatie met besluitvorming A4 Midden Delfland.
10. Top 5 Programma aansluitingen HWN/OWN
De financiering van top 5 (totaal 81,5 mln incl. BTW) is rond door rijk en regio op basis van
50/50% financiering. Het Rijk financiert 40,75 mln. Er vindt geen voorfinanciering door het
Rijk plaats.
Het Rijk betaalt dit uit gelden van het weggevallen ZSM-project Papendrecht-Gorinchem.
Over de financiering van de aansluiting A15/N3 wordt voorjaar 2008 een besluit genomen.
Verkeer en Waterstaat kijkt naar de verhoogde kosten van deze aansluiting.
De provincie benadrukt dat de kosten van de A15/N3 niet door de regio kunnen worden
opgevangen.
De regio Rotterdam wil ook kijken naar aansluiting A16 Kralingseplein.
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 24
De intentie is er om onder gelijke voorwaarden door te gaan met het programma om andere
aansluitingen aan te pakken. Voorwaarde is dat in oktober 2008 de eerste tranche op schema
moet liggen voor realisatie uiterlijk 2010.
11. Quick scan A12/A20/Gouweknoop (relatie Zuidplaspolder)
Afspraak uitwerking korte termijn maatregelen met een maximumbijdrage van 1 mln door
het Rijk.
Afspraak uitwerking van het onderzoek tot een volwaardige MIRT verkenning, af te ronden
in voorjaar 2008, op basis waarvan een planstudie besluit kan worden genomen.
Er dient helderheid te zijn over scope en kostenraming.
Een definitief besluit over het al dan niet toekennen van financiële middelen (met een
maximum van 100 mln) wordt voorjaar 2008 genomen, gekoppeld aan de Mobiliteitsvisie.
Principeafspraak 50/50% financiering voor lange termijn maatregelen.
De A20-corridor (Nieuwerkerk a/d IJssel-Moordrecht) wordt meegenomen in een aparte
studie.
12. Rijnlandroute
Er volgt op korte termijn een gesprek met de gedeputeerde van Zuid-Holland en de ministers
van Verkeer en Waterstaat en VROM.
13. Goederenvervoeragenda
Een uitwerking van de gevolgen van colonnevorming en voorstellen voor de aanpak komt
t.b.v. het bestuurlijk overleg in voorjaar 2008.
Het formuleren van infrastructurele maatregelen om knelpunten voor het goederenvervoer
op (vaar) wegen op te lossen komt t.b.v. het bestuurlijk overleg in voorjaar 2008.
14. Provinciale en regionale verkeer- en vervoersplannen
Verkeer en Waterstaat zal een keer per jaar de monitorresultaten met regio bespreken.
Verkeer en Waterstaat zal over de gewenste nadere operationalisering van doelstellingen
nader met de regio's overleggen in relatie tot het bovengenoemde voorstel voor regionale
bereikbaarheidsindicatoren (voorjaar 2008).
Verkeer en Waterstaat en VROM zullen gezamenlijk met de provincies en stadsregio's de
samenhang tussen de ruimtelijk-economische en verkeer- en vervoerplannen beter inzichtelijk
maken en daarbij de belangrijkste strategische keuzen en knel-/aandachtspunten benoemen.
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 25
D. LANDSDEEL ZUID
D1 ZEELAND
1. MIRT
De ontwikkeling van het MIRT wordt toegelicht:
Eerst integratie van de ruimtelijke en infrastructurele projecten in één document;
De tweede stap is onderlinge afstemming van de projecten en programma's, waardoor
meerwaarde ontstaat. Het accent zal liggen op een gebiedsgerichte aanpak.
Van reeds gemaakte bestuurlijke afspraken wordt niet teruggekomen.
Ten slotte zal bezien worden of de bestaande MIT-spelregels aanpassing behoeven.
De provincie geeft aan zich te oriënteren op dezelfde systematiek.
2. Anders Betalen voor Mobiliteit
De minister geeft aan dat nog maar een paar opties over zijn en dat eind november / begin
december de keuze zal worden gepresenteerd. Het accent zal liggen op een eerlijke
herverdeling van kosten, zodanig dat spitsmijden lonend zal zijn.
De provincie vraagt aandacht voor de Westerscheldetunnel. Voorkomen moet worden dat
gebruikers van die tunnel straks dubbel moeten betalen. Ook vraagt de provincie aandacht
voor het vrachtverkeer. Zeeland zou het doorgaande vrachtverkeer graag door tariefstelling
via specifieke routes door de provincie geleiden en biedt aan dat in Zeeland een proef van die
strekking gedaan kan worden.
De minister geeft aan dat in Europa de afwikkeling van vrachtverkeer steeds meer aandacht
krijgt. Hij wil hier graag verder over praten.
De minister geeft aan terug te zullen komen op de relatie tussen beprijzing en de
Westerscheldetunnel. Daarbij merkt hij op dat gebruikers van de Westerscheldetunnel nu ook
al dubbel betalen, namelijk enerzijds via de tol op de tunnel en anderzijds via de nu al
bestaande heffingen, zoals accijns en BPM.
Ten slotte geeft de minister aan dat het Nationaal Mobiliteitsberaad het besluitvormend
gremium zal zijn voor afspraken met de regio's.
3. Korting Brede Doeluitkering
De staatssecretaris licht toe dat voor de gehele rijksoverheid geen prijsbijstelling 2008 wordt
uitgekeerd. De loonbijstelling wordt wel uitgekeerd. De BDU kent wel een jaarlijkse autonome
stijging van 1,1%. Met een midterm review zullen de effecten worden geëvalueerd.
De provincie geeft aan dit te betreuren, maar hier alleen kennis van te kunnen nemen.
4. N57 Veersedam Middelburg
Rijk en provincie stellen vast dat het niet gelukt is om, naast de extra middelen die Verkeer en
Waterstaat en de regio hebben gereserveerd voor uitvoering van het Middelburgse deel,
middelen te vinden voor uitvoering van het Veerse deel.
Besloten wordt nu alleen het Middelburgse deel uit te voeren. Daarnaast zegt Verkeer en
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 26
Waterstaat maximaal 2 mln toe voor aantakking van het Middelburgse deel op de bestaande
weg. Verkeer en Waterstaat en regio zullen nagaan of voor de kortere termijn kleine
verkeersveiligheidsmaatregelen mogelijk zijn. Voor de langere termijn blijft het perspectief
bestaan op grootschaliger maatregelen. Verkeer en Waterstaat en provincie zullen een
persbericht afstemmen.
5. N62 Kanaalkruising Sluiskil
Na toelichting door de provincie wordt afgesproken dat het gesprek tussen provincie en Verkeer
en Waterstaat zal worden voortgezet. De provincie zal Verkeer en Waterstaatnadere toelichting
geven op de financieringsconstructie. Specifieke aandachtspunten daarbij zijn de BTW, de
indexering en de beëindiging van de jaarlijkse subsidie aan de NV Westerscheldetunnel.
6. Transitiegebieden in stedelijk netwerk economisch kerngebied
VROM reageert positief op het tegen de achtergrond van stagnerende groei/krimp onder regie
van de provincie oppakken van complexe binnenstedelijke transities van verrommelde
bedrijfsterreinen. Het nadrukkelijke verzoek van de provincie om rijkssteun wordt momenteel
vorm gegeven door het inzetten van aanjaagteams door DGWWI. VROM wijst er op dat het
gezien de marktsituatie, noodzakelijk is dat gemeenten onderling beter afstemmen, zowel m.b.t
woningbouw als te verplaatsen bedrijven. Aangegeven wordt dat van financiële rijkssteun, anders
dan in de vorm van aanjaagteams en BLS-gelden, momenteel geen sprake kan zijn, omdat de
NR-gelden al zijn belegd. Bovendien moet worden afgewacht of dat uiteindelijk ook echt nodig
is. Afgesproken wordt het proces te blijven volgen en in een volgend MIRT-overleg de stand van
zaken in beschouwing te nemen.
7. Zwakke schakels
De provincie licht een en ander toe en verwijst specifiek naar het hamerpunt Waterdunen waar
`werk met werk' kan worden gemaakt. De staatssecretaris bevestigt dat zij positief staat
tegenover dit plan en zich inzet om op zoek te gaan naar aanvullende financiering voor dit
project. Verder stemt zij er mee in de mogelijkheden te onderzoeken voor een
financieringsstructuur die het mogelijk maakt `werk met werk' te maken vooruitlopend op de
fysieke ingreep van zwakke schakels.
8. Aanvullende afspraken
Spoorproblematiek
De provincie is in oktober een week niet bereikbaar geweest per spoor vanwege onderhoud.
Maart 2008 zal er weer onderhoud plaatsvinden, waarbij een volle maand geen personenvervoer
per spoor mogelijk zal zijn van Vlissingen tot Bergen op Zoom. De provincie is in gesprek met NS
en Prorail om de hinder voor de reizigers zoveel mogelijk te beperken.
Afgesproken wordt dat de minister de provincie zal steunen en/of zal bemiddelen als provincie,
Prorail en NS er onderling niet uitkomen.
VEZA/gevaarlijke stoffen over spoor
Op 14 november heeft de minister overleg met Noord-Brabant, Limburg en Zuid-Holland over
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 27
transportveiligheid naar aanleiding van een bijna-ongeval in Tilburg met een LPG-trein.
Zeeland is niet aanwezig bij dat gesprek, maar geeft op voorhand aan dat een directe
goederenspoorverbinding van Vlissingen naar Antwerpen via de Sloeboog (VEZA) een bijdrage
kan leveren aan de oplossing van de problematiek op de Brabantlijn. Vanuit Zeeland komen
jaarlijks ca 7500 wagons LPG, die na Roosendaal deels via de Brabantlijn worden afgewikkeld en
deels (bij bonte treinen via de Drechtsteden en Kijfhoek en weer terug) naar Antwerpen. De
directe spoorverbinding zou in ieder geval de steden in West-Brabant en de Brabantlijn ontlasten
van een belangrijk deel van dit vervoer
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 28
D2 NOORD BRABANT
1. MIRT
Alle partijen vinden het een goede zaak dat inmiddels op vele onderwerpen samenwerking,
zowel op rijksniveau als tussen rijk en overheden, wordt gezocht. Dat leidt tot een overvolle
agenda. De partijen zoeken een vorm om deze agenda beheersbaar te houden; Verkeer en
Waterstaat zal een voorstel doen.
2. Anders Betalen voor Mobiliteit
De regio zuidoost Brabant biedt zich aan voor een pilot `Anders Betalen van Mobiliteit' met
de nadruk op technologische aspecten. Het kabinet heeft echter nog geen besluit genomen
over de wijze, waarop `Anders Betalen voor Mobiliteit' wordt ingevoerd. Zij bericht de
provincie of zij op het aanbod ingaat of niet.
3. LMCA weg
Brabant herkent niet het beeld dat uit de LMCA naar voren komt; dat wijkt aanzienlijk af van
de netwerkanalyse BrabantStad. Verkeer en Waterstaat streeft naar volstrekte transparantie
over opzet, inhoud en resultaten van de LMCA. Zij neemt het initiatief voor overleg tussen
rijk en regio om de verschillen tussen LMCA en netwerkanalyse BrabantStad te verklaren.
4. Quick wins
Verkeer en Waterstaat zal op korte termijn 14,69 mln - 8 mln eerste tranche en 6,69
mln tweede tranche voor de quick wins beschikbaar stellen.
De partijen bespreken de voortgang van de quick wins in het volgend regulier bestuurlijk
overleg. Mocht dan nog onzekerheid zijn over realisatie van een of meer quick wins, dan
zullen de partijen bezien welke andere Brabantse quick wins uit de vrijvallende middelen
gerealiseerd kunnen worden.
5. Pilot MIRT Verkenning Zuidoost-Brabant
Het plan van aanpak, zoals dat is opgesteld in samenwerking tussen de provincie, het SRE,
V&W, VROM, EZ en LNV geldt als leidraad voor realisering van de pilot; de partijen streven
naar afronding binnen een jaar van de pilot. Daarnaast biedt de pilot ook informatie voor de
manier van werken in het MIRT.
Verkeer en Waterstaat verleent een bijdrage van 0,1 mln; de andere ministeries zoeken nog
naar mogelijkheden ook een bijdrage te kunnen verlenen. Verkeer en Waterstaat staat garant
voor een maximale rijksbijdrage van 0,25 mln.
De reservering ( 52 mln) in het MIRT-projectenboek voor BOSE wordt bestemd voor
maatregelen die uit de verkenning voortvloeien. Verkeer en Waterstaat stemt in met de
voorkeur van de overheden om deze reservering te bestemmen voor lange termijn
investeringen aan de oostzijde van de regio, mits de overheden voor 2010 geen beroep doen
op nieuwe rijksbijdragen voor korte termijn investeringen.
De provincie doet het aanbod de N69 over te nemen van het rijk. De kosten voor een nieuwe
omlegging zijn geraamd op 140 miljoen. De regio is bereid de helft van de kosten -
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 29
70 mln te financieren. De minister ziet binnen zijn huidige begroting echter geen
mogelijkheid voor herprioritering van projecten en kan daarom naast de eerder toegezegde
16 mln het resterende tekort van 54 mln niet dekken. De minister heeft begrip voor het
probleem. De financiering van de N69 kan ook deel uitmaken van de pilot MIRT-verkenning.
Indien de N69 wordt overgedragen, start de provincie een Planstudie/MER, waarin de
effecten van alternatieven nader worden onderzocht.
6. A27
Verkeer en Waterstaat en de provincie zullen zo snel mogelijk, nog voor het volgend MIRT-
overleg, afspraken maken over de afstemming van de planstudie A27-noord van
Rijkswaterstaat Noord-Brabant en de regionale verkenning A27-Zuid van de provincie.
7. Station Maarheeze
De provincie zorgt uiterlijk 1 mei 2008 voor een door de regio, ProRail en NS gedragen
projectvoorstel, inclusief een bedieningsgarantie van NS. Verkeer en Waterstaat verstrekt een
vaste bijdrage ( 1,25 mln) uit Fileproof. Na 1 mei 2008 vervalt deze toezegging en wordt
binnen Fileproof een andere bestemming voor deze middelen gezocht.
8. DVM
De provincie stelt een business case op voor het in 2011 in Eindhoven te organiseren ITS-
congres. Verkeer en Waterstaat zal met de andere ministeries op basis van deze business case
beoordelen of financiële en organisatorische ondersteuning mogelijk is.
Brabant stelt een projectvoorstel op met betrekking tot "Brabant als proeftuin incar" met de
automotive-sector in Brabant.
9. Treinverbindingen naar België
Verkeer en Waterstaat zal alle betrokken partijen aanspreken op de reeds gemaakte
afspraken; deze afspraken gaan uit van 8 HSL-shuttles per dag vanaf Breda naar
Antwerpen/Brussel en het rijden van de Beneluxtrein, zolang er geen HSA-treinen en HSL-
shuttles rijden.
10. Herstelplan Spoor en Spoorzone Den Bosch
Verkeer en Waterstaat zal met Prorail, provincie en de betrokken gemeenten bezien of
vertragingen in het Bossche spoorproject ingelopen kunnen worden.
11. Verkenning A67
In het bestuurlijk overleg in het najaar van 2008 zal besluitvorming plaatsvinden over de
opzet van de verkenning A67 Eindhoven Venlo.
In mei 2008 vindt, in het kader van het DGTL programma "Servicepakket Meer Vlot",
besluitvorming plaats over het de uitvoering van enkele quick wins op de A67 die de
problematiek met het vrachtverkeer voor de korte termijn kunnen verminderen.
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 30
12. A4 Dinteloord Bergen op Zoom
Voor het traject Klutsdorp Dinteloord is de aanbestedingsprocedure in september 2007
opgestart. De uitvraag aan de markt betreft een ontwerp met aquaduct. In mei 2008 wordt
bekend of dit binnen het budget past. Mocht dit niet het geval zijn, dan wordt een ontwerp
met een brug in procedure gebracht.
13. Goederenvervoer
De provincie gaat, als uitwerking van het provinciale bestuursakkoord, een Logistieke Visie
Brabant opstellen. Bij de uitwerking van de Logistieke Visie worden de partners binnen het
Netwerkprogramma (V&W, RWS, SRE, B5) betrokken, alsmede andere actoren zoals logistiek
bedrijfsleven, kennisinstellingen en belangengroeperingen (EVO, TLN, etc).
14. Eindhoven A2 Zone (Nota Ruimte)
Voor het project is door het kabinet besloten de besluitvorming, gericht op twee nieuwe
aansluitingen op de A2 en aanpassing van het onderliggend wegennet, te versnellen. Om
deze versnelling te kunnen realiseren verzoekt de minister daarom de regio om met één
advies te komen voor de Meerenakkerweg.
15. Verkenning A58 Bergen op Zoom Eindhoven
Rijkswaterstaat start op korte termijn met de verkenning A58.
16. PVVP en RVVP
Het ministerie zal het initiatief nemen voor overleg over verdere afstemming van landelijke en
provinciale doelstellingen en over het inzichtelijk maken van de samenhang tussen landelijke
en provinciale ruimtelijke planvorming en verkeer- en vervoerplannen.
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 31
D3 - LIMBURG
1. MIRT
Rijk en provincie zien kansen in uitbouw van de huidige samenwerkingsagenda, die met
name gericht is op mobiliteitsaspecten, naar een samenwerkingsagenda, die in het kader van
het MIRT gericht is op gebiedsontwikkelingen in de periode tot 2020. Daarbij worden de
Limburgagenda en de ontwikkelingsagenda van het stedelijk netwerk betrokken. Beide
partijen zullen de komende maanden de mogelijkheden verkennen. In het volgende
bestuurlijke overleg zouden reeds een aantal concrete voorstellen ingebracht kunnen worden,
waarbij in kaart wordt gebracht met welke projecten een gemeenschappelijk belang is
gemoeid. Daarbij worden afspraken gemaakt welke partij verantwoordelijk is voor de
projectaansturing.
Voor het rijk gelden twee duidelijke randvoorwaarden: het moet binnen het bestaande
begrotingssysteem Verkeer en Waterstaat en VROM hebben een gescheiden begroting -
en binnen de bestaande beschikbare middelen passen. Het budget van de Nota Ruimte zal
worden ingezet voor de integrale gebiedsopgaven Belvedère Maastricht (waaronder
eventueel voor de light rail Hasselt Maastricht) en Greenport Venlo.
De partijen streven naar het opgaan van diverse bestuurlijke overleggen in één MIRT-
overleg. De provincie doet een voorstel hoe de gewenste gebiedsgewijze aanpak vorm kan
krijgen. Partijen streven er naar in het voorjaarsoverleg 2008 een plan van aanpak te kunnen
vaststellen.
2. LMCA regionaal OV
In het kader van de samenwerkingsagenda bekijken de partijen of er mogelijkheden zijn voor
een hogere groeiambitie, bijvoorbeeld door verbetering of realisatie van een aantal specifieke
verbindingen.
3. Quick wins
De partijen bespreken in elk volgend regulier bestuurlijk overleg de met de quick wins
bereikte resultaten.
Voor de tweede tranche quick wins stelt het ministerie van Verkeer en Waterstaat 5 mln ter
beschikking.
4. Regio Venlo
Het OTB voor de A74 zal dit jaar niet meer gepubliceerd worden. Rijk en provincie
onderzoeken gezamenlijk de mogelijkheden om procedures parallel te schakelen om
zodoende tijd terug te winnen.
De minister zal zijn uiterste best doen om de openstelling van de A74 op tijd voor de Floriade
te realiseren, maar kan dit gezien de tegenvallers door uitspraken van de Raad van State
bleek het noodzakelijk aanvullend onderzoek te doen naar luchtkwaliteit - de laatste tijd niet
garanderen. De nieuwe rekenmethodiek voor luchtkwaliteit zal met prioriteit worden
toegepast voor de A74. Van de zijde van de provincie wordt aangedrongen op een goede
communicatie door het Rijk; de minister zegt toe dat hij met betrekking tot de verdere
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 32
planning nadrukkelijk zal communiceren dat alle middelen ingezet zullen worden om voor 1
januari 2012 de A74 gereed te hebben.
De nieuwe rekenmethodiek voor luchtkwaliteit zal met prioriteit worden toegepast voor de
A74. Partijen bezien of de communicatie met name met de omgeving verbeterd dient te
worden.
De verkenning voor de A67 van Belgische grens bij Eindhoven tot Duitse grens bij Venlo, die
door Rijkswaterstaat directie Noord-Brabant zal worden uitgevoerd, wordt ook met de
provincie Limburg afgestemd. In het bestuurlijk overleg in het najaar van 2008 zal
besluitvorming plaatsvinden over de opzet van deze verkenning. Er is een samenloop met de
gebiedsontwikkeling Greenport/Klavertje 4 Venlo.
5. A76 aansluiting Nuth
Het ministerie gaat een inspanningsverplichting aan om de aansluiting gelijktijdig met de
Parkstadbuitenring open te stellen.
In de lopende studie t.b.v. de startnotitie Tracéwet wordt het oplossend vermogen van
alternatieven (die van 38 mln, van 54 mln en van 84 mln) in beeld gebracht. Om de
aansluiting tijdig te kunnen realiseren zo stellen alle partijen vast is het noodzakelijk in het
volgende reguliere bestuurlijk overleg een keuze te maken aan de hand van de dan
voorliggende studieresultaten.
Uitgangspunt voor besluitvorming is het huidige beschikbare budget van 78 mln vanuit de
van Hijum-gelden die aan Limburg zijn toegewezen en waaruit een drietal projecten (naast
deze aansluiting betreft het de spitsstrook A2 en de aansluiting Imstenradeweg) worden
gefinancierd. Er is een in de ogen van het ministerie adequate variant die binnen dit budget
te realiseren is. De provincie dringt aan op een goede en duurzame oplossing en is bereid tot
aanvullende financiering uit gebiedsontwikkeling van een in haar ogen duurzame variant.
6. Spitsstrook A2 St. Joost Urmond
Ondanks de opgelopen vertraging door de problematiek rondom de luchtkwaliteit is het
uitgangspunt nog steeds de realisatie van deze spitsstrook.
Rijk en provincie zullen benuttingsmaatregelen voor hun wegennet uitwerken om problemen
na openstelling van de A73 te beperken.
7. Aanbestedingsmeevallers A73
De provincie heeft een conceptovereenkomst ingediend over de realisatie van maatregelen
voor oplossing van aan de A73 en A74 gerelateerde verkeersproblemen conform de in juni
gemaakte afspraken; daarmee is conform deze afspraken 23 mln gemoeid. De minister zegt
een snelle besluitvorming over het voorstel toe.
De provincie wil duidelijkheid of uit het beschikbare budget voor de A73 meer
verkeersproblemen in Limburg zijn op te lossen. De minister wijst op mogelijke tegenvallers
bij de realisatie van de A73 en A74. Voor het volgende reguliere bestuurlijk overleg stelt het
ministerie in overleg met de provincie een financieel overzicht op; dan wordt besproken hoe
hiermee om te gaan.
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 33
8. Spoorse doorsnijdingen
De minister streeft ernaar komend jaar duidelijkheid te verschaffen over omvang en inhoud
van een tweede tranche subsidies spoorse doorsnijdingen. Voor hem is een korte evaluatie en
vastlegging van leermomenten van de eerste tranche voldoende.
9. IJzeren Rijn
Het uitgangspunt is het vigerende plan om het spoor in een tunnel onder de Meinweg door
te leiden. Het is echter de intentie van de minister om in samenwerking met de buurlanden te
zoeken naar de beste oplossing voor deze verbinding.
10. Belvedère Maastricht
De beide ministeries staan positief t.o.v. de realisatie van een light railverbinding Maastricht
Lanaken Hasselt. Wanneer deze verbinding in het kader van de ruimtelijke ontwikkeling
een hoger economisch potentieel realiseert en een gunstiger MKBA mogelijk maakt, brengt
dat een bijdrage uit budget voor de Nota Ruimte dichterbij.
11. Pilot MIRT-verkenning Zuidoost-Brabant
Partijen staan welwillend tegenover het uitbreiden van het studiegebied van het
"Bereikbaarheidsprogramma Zuidoostvleugel Brabantstad" als MIRT-verkenning met het
gebied langs de A2-as tot Nederweert (N266), maar dit behoeft afstemming met de
provincie Noord-Brabant. De provincie Limburg stemt met de provincie Noord-Brabant af of
de gewenste uitbreiding van het studiegebied, gezien de oriëntatie van dit gebied op de
Eindhovense regio, kan worden gerealiseerd.
12. PVVP
Het ministerie zal het initiatief nemen voor overleg over verdere afstemming van landelijke en
provinciale doelstellingen en over het inzichtelijk maken van de samenhang tussen landelijke
en provinciale ruimtelijke planvorming en verkeer- en vervoerplannen.
Bestuurlijk overleg MIRT/Netwerkaanpak najaar 2007 34
Ministerie van Verkeer en Waterstaat