Brussel, 13 december 2007
Staatssteun: lidstaten zijn afgelopen zes jaar in richting van minder en
beter gerichte steun opgeschoven, zo blijkt uit jongste editie Scorebord
De jongste editie van het Scorebord voor staatssteun van de Europese
Commissie laat zien dat de lidstaten de afgelopen zes jaar vorderingen
hebben gemaakt op de weg naar de doelstelling van de Europese Raad om minder
maar beter gerichte steun te verlenen. Met name de EU-10 lidstaten hebben
hun staatssteun geleidelijk verlegd naar horizontale doelstellingen van
gemeenschappelijk belang, zoals regionale ontwikkeling, O&O, KMO's en
milieubescherming. Met uitzondering van Malta en Hongarije hebben al deze
landen meer dan 85% van hun steun gericht op horizontale doelstellingen wat
hen op of boven het EU-gemiddelde plaatst. O&O-steun is in de EU slechts
matig gestegen, maar met de nieuwe O&O-kaderregeling wordt een verdere
stijging in de toekomst verwacht.
Neelie Kroes, Commissaris voor concurrentiebeleid, verklaarde het
volgende: "De huidige hervorming van het staatssteunbeleid begint
vruchten af te werpen: het totale niveau van de steun daalt en steun
wordt in toenemende mate toegewezen aan de doelstellingen van Lissabon
betreffende duurzame groei en werkgelegenheid in een kenniseconomie.
Er zou nog meer kunnen worden gedaan voor onderzoek, ontwikkeling en
innovatie, maar uit de goedgekeurde begrotingen van circa 12 miljard
euro voor O&O&I-steun in 2007 blijkt dat de lidstaten profijt beginnen
te hebben van de extra mogelijkheden die de nieuwe kaderregeling van
de Commissie voor O&O&I-steun biedt."
Minder en beter gerichte staatssteun
In een vrij gunstige context van economische groei hebben de lidstaten
positief gereageerd op de oproep van de Europese Raad om minder en
beter gerichte steun. Het totale niveau van staatssteun voor industrie
en diensten is gedaald van 53 miljard euro of 0,50% van het BBP in de
periode 2001-2003 tot 48 miljard euro ofwel 0,43% van het BBP in de
periode 2004-2006. Deze neerwaartse ontwikkeling is hoofdzakelijk te
danken aan de EU10-lidstaten, die hun beleid en praktijken inzake
staatssteun blijven aanpassen aan de vereisten van de
EU-staatssteunregels. Hun staatssteun daalde van 7 miljard euro of
1,41% van het BBP tot 3,3 miljard euro of 0,59% van het BBP in
dezelfde periode.
Daarnaast droegen twee andere factoren bij aan deze ontwikkeling:
* In een periode van gestage economische groei hebben de lidstaten
aanmerkelijk minder reddings- en herstructureringssteun verleend,
wat de helft van deze daling uitmaakt. In feite was het niveau van
reddings- en herstructureringssteun in de periode 2004-2006 met
1,8 miljard euro minder dan een derde van de 6,2 miljard euro die
in 2001-2003 zijn toegekend.
* De steun voor de kolenindustrie vertoont een voortdurende
neerwaartse tendens.
De duidelijke trend naar "beter gerichte steun" zet door, nu in meer
dan twee derde van de lidstaten meer dan 90% van de steun naar
horizontale doelstellingen gaat, tegenover slechts de helft van de
lidstaten in 2005. Men mag echter niet vergeten dat deze stijging voor
een deel is toe te schrijven aan de toename in belastingvrijstellingen
voor milieubescherming en energiebesparing, met name ten behoeve van
energie-intensieve bedrijfstakken. De drie voornaamste horizontale
doelstellingen blijven milieubescherming en energiebesparing,
regionale economische ontwikkeling en onderzoek, ontwikkeling en
innovatie (O&O&I). Milieubescherming en energiebesparing zijn in
sterke mate ondersteund in de noordse landen, Duitsland, Nederland en
het Verenigd Koninkrijk. Regionale ontwikkeling werd voornamelijk
gesteund door de EU-10 en de lidstaten van het Middellandse Zeegebied.
Voor onderzoek en ontwikkeling werd de meeste steun uitgetrokken door
Finland, Frankrijk, Nederland, België, Italië, Tsjechië en Estland.
Staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (O&O&I)
De staatssteun voor O&O is de afgelopen jaren slechts matig gestegen
(+ 1,7%) en beliep 0,06% van het BBP of 6,7 miljard euro in 2006, en
zou in de komende jaren nog verder kunnen stijgen. Overeenkomstig de
nieuwe communautaire kaderregeling inzake steun voor onderzoek,
ontwikkeling en innovatie (zie IP/06/1600 en MEMO/06/441) heeft de
Commissie in 2007 O&O&I-begrotingen voor in totaal meer dan 12 miljard
euro goedgekeurd. Hoewel in de nieuwe kaderregeling een meer
gedetailleerde analyse wordt vereist, is de termijn voor de analyse
van de maatregelen niet gewijzigd.
Steun in het kader van de groepsvrijstellingsverordeningen
In 2007 stelde de Commissie een aanzienlijke toename vast van
maatregelen die onder de nieuwe groepsvrijstellingsregels vallen, en
met name de nieuwe groepsvrijstellingsverordening voor regionale
steun. Dit feit, gecombineerd met aanzienlijke bedragen die voor een
groot aantal van de nieuwe maatregelen zijn uitgetrokken, lijkt te
wijzen op een sterke stijging in de komende jaren van de uitgaven die
onder de groepsvrijstellingen vallen.
Vanaf 2001 werden groepsvrijstellingen van kracht voor steun aan
KMO's, opleidingssteun, werkgelegenheidssteun en regionale
investeringssteun, alsook voor sommige soorten steun in de
visserijsector en steun aan KMO's in de landbouwsector. Wat de
uitgaven betreft, werd in 2006 volgens ramingen 3 miljard euro uit
hoofde van de drie groepsvrijstellingsverordeningen toegekend aan
KMO's in de industrie- en dienstensector en voor opleiding en
werkgelegenheid.
Het Scorebord is beschikbaar op de Europa-website:
http://ec.europa.eu/comm/competition/state_aid/studies_reports/studies
_reports.html
In het Scorebord van voorjaar 2008 zal een hoofdstuk worden opgenomen
over staatssteun in Roemenië en Bulgarije.
In de lidstaten van de EU-25 verleende steun (2006)
Totale staatssteun (excl. spoorwegen) in miljard EUR
Totale staatssteun (excl. landbouw, visserij en vervoer in miljard EUR
Totale steun (excl. spoorwegen) als % van het BBP
Totale steun (excl. landbouw, visserij en vervoer) als % van het BBP
EU-25
66,7
47,9
0,58
0,42
EU-15
61,1
44,7
0,56
0,41
EU-10
5,6
3,2
0,91
0,52
België
1,2
0,9
0,39
0,28
Tsjechië
0,8
0,6
0,66
0,51
Denemarken
1,3
1,0
0,59
0,46
Duitsland
20,2
16,0
0,87
0,69
Estland
0,1
0,0
0,41
0,08
Ierland
1,0
0,5
0,57
0,28
Griekenland
0,6
0,3
0,26
0,15
Spanje
4,9
3,9
0,50
0,39
Frankrijk
10,4
7,4
0,58
0,41
Italië
5,5
3,8
0,37
0,26
Cyprus
0,1
0,1
0,76
0,48
Letland
0,3
0,0
1,80
0,15
Litouwen
0,1
0,1
0,54
0,23
Luxemburg
0,1
0,0
0,32
0,13
Hongarije
1,4
0,8
1,57
0,93
Malta
0,1
0,1
2,29
1,77
Nederland
1,9
1,3
0,35
0,24
Oostenrijk
2,3
1,6
0,90
0,60
Polen
2,3
1,2
0,85
0,45
Portugal
1,5
1,4
0,93
0,91
Slovenië
0,3
0,1
0,83
0,48
Slowakije
0,2
0,2
0,51
0,45
Finland
2,6
0,6
1,53
0,35
Zweden
3,5
2,9
1,15
0,94
Verenigd Koninkrijk
4,2
3,1
0,22
0,16
Staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag zoals
die door de EU-25 is toegekend in alle sectoren (behalve het
spoorvervoer) en door de Commissie is onderzocht. Alle gegevens zijn
vermeld in constante prijzen. Bron: DG Concurrentie, DG Energie en
vervoer, DG Landbouw en DG Visserij
Ontwikkeling van het volume staatssteun in de EU-lidstaten (1996-2006)
EU-25
EU-15
Totale staatssteun (excl. spoorwegen) in miljard EUR
als % van het BBP
Totale staatssteun (excl. landbouw, visserij en vervoer)in miljard EUR
als % van het BBP
Totale staatssteun (excl. spoorwegen) in miljard EUR
als % van het BBP
Totale staatssteun (excl. landbouw, visserij en vervoer) in miljard
EUR
als % van het BBP
1996
77,9
0,93
58,3
0,70
1997
98,9
1,12
78,9
0,90
1998
66,1
0,73
50,2
0,55
1999
57,1
0,61
40,3
0,43
2000
48,0
0,46
59,1
0,60
42,6
0,43
2001
50,5
0,48
62,3
0,62
45,9
0,46
2002
56,8
0,53
65,6
0,65
50,6
0,50
2003
52,0
0,49
57,0
0,56
41,6
0,41
2004
67,5
0,62
47,5
0,44
61,7
0,59
43,7
0,42
2005
66,6
0,60
47,3
0,43
60,9
0,58
44,2
0,42
2006
66,7
0,58
47,9
0,42
61,1
0,56
44,7
0,41
Jaargemiddelde 2001-2006
53,1
0,50
61,6
0,61
46,0
0,46
Jaargemiddelde 2004-2006
47,6
0,43
61,2
0,58
44,2
0,42
Bron: DG Concurrentie, DG Energie en vervoer, DG Landbouw en DG
Visserij
Ontwikkeling van de primaire doelstellingen als % van de totale steun
(2004-2006 in vergelijking met de periode 2001-2003)
0
10
20
30
40
KMO's
Opleiding
Werkgelegenheid
Andere horizontale
doelstellingen
Totaal
sectorale steun (reddings- en herstructurerings-
steun daaronder begrepen)
Milieu/
energiebesparing
Regionale
ontwikkeling
Onderzoek en
ontwikkeling
Steundoelstellingen
EU-25, 2001-2003
Steundoelstellingen
EU-25, 2004-2006
Bron: DG Concurrentie
Ontwikkeling van het aandeel van de primaire doelstellingen in de
totale steun tussen 2001-2003 en 2004-2006 als verschil uitgedrukt in
procentpunten
Horizontale doelstellingen
Sectorale steun (2)
Totale steun aan industrie en diensten in miljoen EUR als
jaargemiddelde 2001-2003
Totale steun aan industrie en diensten in miljoen EUR als
jaargemiddelde 2004-2006
Totaal horizontale doelstellingen
Milieu en energiebesparing
Regionale ontwikkeling n.e.g. (1)
Onderzoek en ontwikkeling
KMO's
Opleiding
Werkgelegenheidssteun
Andere horizontale doelstellingen (bv. handel, cultuur, natuurrampen,
risico-kapitaal, sociale steun en innovatie)
Totaal sectorale steun (2)
Be- en verwerkende industrie
Steenkool
Overige sectoren, andere dan be- en verwerkende industrie
Diensten
EU-25
17,0
11,6
-0,2
1,7
0,0
0,4
2,6
1,0
-17,1
-1,3
-7,2
-0,3
-8,4
53101
47577
EU-10
36,0
-0,4
18,7
4,5
2,5
0,1
7,5
3,2
-36,7
8,1
-16,2
-0,2
-28,4
7058
3382
België
-0,7
9,5
-19,9
1,2
11,9
2,7
-6,6
0,5
0,7
0,7
---
---
0,0
873
---
Tsjechië
78,2
3,4
41,2
21,8
9,8
0,3
1,6
---
-83,0
-7,2
1,0
---
-76,8
2430
456
Denemarken
-2,4
-6,8
-0,2
0,4
-0,3
-2,6
6,6
0,5
2,4
1,0
---
---
1,4
1406
1102
Duitsland
20,4
19,3
-0,6
1,2
-0,3
0,2
0,1
0,6
-20,4
-1,5
-3,0
---
-15,9
18745
15485
Estland
5,5
-6,4
-11,8
8,3
0,6
2,9
1,3
10,6
-0,8
---
---
---
-0,8
10
12
Ierland
26,2
0,9
3,3
4,8
9,8
0,2
-0,8
8,0
-26,2
-22,6
---
---
-3,6
663
445
Griekenland
2,2
4,5
-19,7
2,4
4,5
---
7,7
2,8
-2,2
-5,3
---
0,6
2,5
433
307
Spanje
14,3
2,8
6,3
5,9
1,0
-2,6
-0,7
1,6
-14,3
-2,8
-11,5
0,0
0,0
4913
3771
Frankrijk
10,1
-1,4
1,6
-0,5
-2,6
-0,1
12,5
0,7
-10,1
3,2
-12,4
-0,2
-0,6
6287
7403
Italië
0,3
0,4
-7,3
4,2
-4,6
3,7
4,8
-1,0
-0,3
-1,7
---
0,0
1,4
5479
4388
Cyprus
28,5
0,2
0,5
2,7
0,2
4,4
---
20,5
-28,5
-17,6
---
-3,8
-7,1
298
115
Letland
51,7
2,8
37,2
---
13,6
0,4
---
-2,2
-51,2
-51,2
---
---
---
28
24
Litouwen
73,6
10,6
31,5
6,5
19,4
2,6
3,9
-1,0
-73,6
-69,2
---
-4,3
---
52
39
Luxemburg
0,0
4,1
-25,2
11,5
9,2
---
---
0,3
0,0
0,0
---
---
---
59
46
Hongarije
7,1
-2,4
3,4
2,2
-3,3
0,1
-1,0
8,1
-7,1
-10,4
3,8
---
-0,5
855
812
Malta
0,9
---
---
0,0
0,3
1,2
---
-0,6
-0,9
3,3
---
-0,5
-3,6
172
112
Nederland
1,5
17,5
-5,9
-4,8
-1,5
0,0
0,4
-4,3
-1,5
-1,8
---
---
0,3
901
1124
Oostenrijk
-21,8
8,4
-8,0
-22,7
4,9
-2,3
-1,9
-0,1
21,8
-0,3
---
-0,3
22,4
660
1106
Polen
30,8
-1,0
12,5
1,3
3,0
-1,0
15,7
0,4
-30,8
14,8
-44,1
0,3
-1,8
2897
1446
Portugal
-3,2
0,0
-2,0
0,5
-3,5
2,5
-0,6
0,0
3,2
-2,4
---
---
5,6
1281
1362
Slovenië
10,3
-10,3
15,3
-2,3
3,4
-0,4
-0,5
5,1
-11,5
-14,8
3,0
1,0
-0,6
164
140
Slowakije
14,3
0,0
10,6
-1,8
3,1
2,5
0,4
-0,6
-14,3
0,6
-2,1
-4,7
-8,1
151
227
Finland
0,2
8,7
-0,3
-6,1
-2,7
0,0
0,3
0,2
-0,2
0,3
---
---
-0,5
448
569
Zweden
-0,4
27,8
-3,9
-8,4
-2,4
-1,0
0,1
-12,7
0,4
---
---
---
0,4
676
2628
Verenigd Koninkrijk
5,3
5,1
0,4
-4,3
-3,1
3,2
0,4
3,6
-5,2
-1,1
-0,5
-3,9
0,3
3219
3683
Bron: DG Concurrentie
(1) Steun voor algemene regionale ontwikkeling die niet elders is
ondergebracht. (2) Steun voor specifieke sectoren op grond van
maatregelen waarvoor geen horizontale doelstellingen bestonden,
reddings- en herstructureringssteun daaronder begrepen. Bron: DG
Concurrentie.
European Union