56 huisverboden opgelegd tijdens pilot
Pers
bericht | 13-12-2007
Tijdens een pilot met het tijdelijk huisverbod is in 56 gevallen een
tijdelijk huisverbod opgelegd. Dit blijkt vooral gebeurd te zijn in
ernstiger zaken met een strafrechtelijk karakter. Dat blijkt uit de
rapporten "Evaluatie pilots huisverbod" en "Bruikbaarheid van het
risicotaxatie-instrument huiselijk geweld. Een eerste evaluatie", die
minister Hirsch Ballin van Justitie mede namens minister Ter Horst van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer heeft
gezonden.
Gedurende een half jaar is in het stadsdeel Amsterdam-Noord, Venlo en
de regio Groningen proefgedraaid met het opleggen van tijdelijk
huisverbod aan (potentiële) plegers van huiselijk geweld. Daarbij is
ervaring opgedaan met het specifiek ten behoeve het tijdelijk
huisverbod ontwikkelde risicotaxatie-instrument huiselijk geweld
(RIHG). Het RIHG is een checklist op basis waarvan de hulpofficier van
justitie kan beoordelen of het noodzakelijk is om een huisverbod op te
leggen. Tijdens de pilot kon het huisverbod alleen op vrijwillige
basis worden opgelegd, omdat het wetsvoorstel tijdelijk huisverbod nog
in behandeling is en er daarom nog geen wettelijke basis is om een
huisverbod af te dwingen.
Tijdens de proefperiode zijn in de pilotgebieden ongeveer 570
meldingen van huiselijk geweld geregistreerd. Daarbij is in 83
gevallen gebruik gemaakt van het RIHG, waarbij het in 77 gevallen ging
om geweld tussen (ex-)partners en in 6 gevallen om geweld tussen ouder
en kind. In 56 gevallen is een huisverbod opgelegd. Voorts is gebleken
dat in het merendeel van de gevallen de uithuisgeplaatsten zich goed
aan het huis- en contactverbod hebben gehouden en dat in de meeste
gevallen de aangeboden hulpverlening door de betrokkenen is aanvaard.
Het RIHG blijkt te zijn gebruikt bij ernstiger zaken, die vaak een
strafrechtelijk karakter hadden. Als zuiver preventief instrument -
dus zonder samenloop met een strafrechtelijk traject - is het RIHG te
weinig ingezet. Redenen daarvoor zijn dat de politie vooral gericht is
geweest op situaties die dusdanig ernstig waren dat daarin kon worden
opgetreden tegen de wil van betrokkenen en dat de cultuur bij de
politie meer gericht is op een repressieve dan een preventieve aanpak.
Om het preventief gebruik van de maatregel te bevorderen zal hieraan
aandacht worden besteed in de basistraining van de politie en in de
opleiding van hulpofficieren van justitie. "Voor mij blijft het
uitgangspunt dat het huisverbod een preventieve maatregel is, die
juist bedoeld is om in te zetten als er nog geen sprake is van
aantoonbare strafbare feiten", aldus minister Hirsch Ballin.
Meer informatie
* Aanbieding evaluatierapporten pilots huisverbod en
risicotaxatie-instrument 13-12-2007 | pdf-document, 0.11 MB
Zie het origineel
* Bruikbaarheid van het risicotaxatie-instrument huiselijk geweld.
Een eerste evaluatie.13-12-2007 | pdf-document, 0.51 MB
* Eindrapport Evaluatie pilots huisverbod13-12-2007 | pdf-document,
0.58 MB