KNMG

Het elektronisch patiëntendossier: visie van de KNMG en andere koepels

De coördinatie en (elektronische) uitwisseling van informatie is een belangrijke voorwaarde voor kwalitatief hoogwaardige en veilige zorg. Dit geldt te meer nu de rol van de patiënt in het zorgproces sterk verandert, de zorgvraag complexer wordt en de zorg steeds intensiever samenwerking vereist. De overheid ziet voor zichzelf de taak om de randvoorwaarden en centrale voorzieningen te creëren voor optimaal en veilig gebruik van ICT.

Waarom een visie op ICT in de zorg?
De uitwisseling van informatie en de afstemming tussen zorgverleners stellen hoge eisen aan de elektronische opslag en uitwisseling van patiëntgegevens. Het BIOZ, het Bestuurlijk ICT Overleg Zorgverleners, bestaande uit, KNGF, KNMG, KNMP, LHV, NHG, NMT, Orde en V&VN, heeft deze visie op ICT in de zorg ontwikkeld om te waarborgen dat patiëntenzorg door de inzet van ICT ook in de toekomst kwalitatief goed, doelmatig en veilig blijft.

De visie van het BIOZ
Het bevorderen van de kwaliteit van en samenhang binnen de zorg aan de patiënt is het doel van landelijke elektronische gegevensuitwisseling. Elke zorgverlener moet 7x24 uur kunnen beschikken over alle informatie die noodzakelijk is om de behandeling van de patiënt op verantwoorde wijze uit te voeren. De kracht van informatie-uitwisseling ligt in het tweerichtingsverkeer: geven en krijgen. Dit moet te allen tijde het uitgangspunt zijn. Dit betekent: a. De zorgverlener informeert tijdig en accuraat andere bij de behandeling betrokken zorgverleners ("push": aanvraag, verwijzing, terugrapportage, uitslag, voorschrift / recept, etc.). b. De zorgverlener stelt een relevante selectie van patiëntgegevens beschikbaar voor andere bij de behandeling van de patiënt betrokken zorgverleners ("pull": probleemlijst, spoedeisende situaties, EMD en EMD Plus). Elektronische gegevensuitwisseling zal alleen maar op grote schaal worden toegepast indien de zorgverlener de toegevoegde waarde ervaart in termen van kwaliteit en efficiency.

De zorg speelt zich grotendeels lokaal / regionaal af. De uitwisseling van gegevens dient aan te sluiten bij lokale en regionale zorgprocessen. Landelijke toepassing is alleen noodzakelijk wanneer het zorgproces daarom vraagt. Voor de meeste (dagelijkse) zorg voldoet lokale / regionale uitwisseling van gegevens. Het nadrukkelijk betrekken van de regio's bij de ontwikkeling en invoering van ICT applicaties is essentieel om de wensen, ervaringen en knelpunten in het veld te kennen, prioriteiten te stellen, de snelheid van ontwikkeling en implementatie te vergroten en de acceptatie te bevorderen. Het is aan de beroepsgroepen van zorgverleners om eisen te stellen aan de functionaliteit van het EPD. ICT moet een bijdrage leveren aan de kwaliteit en veiligheid van zorg en aan het reduceren van de tijd die de zorgverlener aan andere dan zorgtaken besteedt.

Om ICT in te voeren zijn stimulerende maatregelen nodig, in de vorm van financiële steun voor zorgverleners en instellingen. Investeringen gaan voor de baten uit en vergen meerjarige financieringsafspraken. De zorgverleners willen hun (individuele) verantwoordelijkheid nemen om informatie-uitwisseling mogelijk te maken en zijn bereid tijd en geld te investeren in ICT in de zorg. Het risico dient echter verdeeld te zijn over alle betrokken partijen, VWS en zorgverzekeraars incluis. Zorgverleners moeten niet alleen belast, maar ook beloond worden voor hun inspanningen.

Prioriteiten bij de ontwikkeling van de landelijke elektronische gegevensuitwisseling Het BIOZ stelt de volgende prioriteiten voor het EPD:
* Regionaal v.s. landelijk: vastgesteld moet worden wat regionaal kan en wat landelijk moet.
* Basis EPD:
o WDH (nu in pilotfase) moet landelijk ingevoerd worden. o EMD (nu in pilotfase) moet landelijk ingevoerd worden. o EMD Plus (dossier effectieve en veilige medicatie) moet in aansluiting op het EMD verder ontwikkeld en ingevoerd worden. o Basisset relevante voorgeschiedenis ("probleemlijst") moet ontwikkeld en ingevoerd worden.
* Verwijzing en terugrapportage tussen zorgverleners (inclusief paramedici)
* Faciliteiten voor patiënten: initiatief ligt elders.

Het tegelijkertijd introduceren van velerlei soorten informatie-uitwisseling (e-spoed, e-lab, etc.) is niet haalbaar. Eerst moet met WDH en EMD ervaring worden opgedaan alvorens nog te ontwikkelen modules uitgerold kunnen worden. Wel moeten voorbereidingen voor andere projecten starten. De beschikbare tijd en capaciteit dienen zo goed mogelijk verdeeld te worden over de diverse projecten.

Heeft u vragen over bovenstaande informatie of wilt u meer weten? Mail naar Lode Wigersma, directeur beleid KNMG, L.Wigersma@fed.knmg.nl