Inspectie voor de Gezondheidszorg


Tuchtzaken en aangifte tegen arts en therapeute

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) zal het handelen van een arts werkzaam in het Integraal Medisch Centrum Maria Magdalena ter toetsing voorleggen aan het Regionaal Tuchtcollege. Een orthomoleculair therapeute zal zich moeten verantwoorden voor het Tuchtcollege van de Maatschappij ter Bevordering van de Orthomoleculaire Geneeskunde. Tegen beide alternatieve behandelaars is ook aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie vanwege verdenking op strafbare feiten.

De Inspectie heeft onderzoek bij het Integraal Medisch Centrum Maria Magdalena te Roosendaal gedaan naar aanleiding van klachten van patiënten en getuigenissen van ex-medewerkers. Het vermoeden bestaat dat de arts en de orthomoleculair therapeute onder meer buiten noodzaak schade of de aanmerkelijke kans op schade hebben veroorzaakt bij patiënten

Daarnaast heeft de arts ten onrechte de titel `internist' en `gastro-enteroloog' gevoerd en bestaat het vermoeden dat hij in strijd heeft gehandeld met de Wet op de geneesmiddelenvoorziening. Daarnaast is de arts naar het oordeel van de inspectie in zeer ernstige mate tekortgeschoten op het gebied van informatieplicht, onderzoek, diagnostiek, behandeling en dossiervoering waar het Centraal Tuchtcollege eerder dit jaar nadrukkelijke normen voor formuleerde.

Ook bij de therapeute bestaat het vermoeden dat zij in zeer ernstige mate is tekortgeschoten op het gebied van informatieplicht, onderzoek, diagnostiek, behandeling en dossiervoering. Patiënten en (ex) medewerkers hebben voorts verklaard dat er veel behandelingen plaatsvonden die contant moesten worden betaald en waarvoor geen rekening werd uitgeschreven.

De inspectie baseert een en ander op meldingen van patiënten waarvan één met de volgende strekking. Een kankerpatiënte kreeg te horen dat ze volledig zou genezen. Chemotherapie werd ontraden. Deze patiënte onderging, net als veel andere patiënten, een behandeling. Hiertoe moest zij in een aparte ruimte een half uur op een behandelbank liggen waarna de therapeute haar vertelde welke informatie zij had ontvangen. Tijdens de banksessies hadden `gidsen' hun werk gedaan en haar kosmisch geopereerd.

De orthomoleculair therapeute vertelde dat alle kankercellen gedood waren en nieuwe cellen geïmplanteerd waren in lever en longen. Niet de chemotherapie maar goddelijke krachten waren verantwoordelijk voor het herstel. Van de therapeute mochten er onder geen beding `scans' van het lichaam gemaakt worden omdat dan "de materialisatie van de nieuwe lever" ongedaan gemaakt zou worden.

Uiteindelijk liet de patiënt toch scans maken. De kanker was toegenomen maar de therapeute bleef volhouden dat er geen sprake meer was van kanker. Ook werd deze patiënte behandeld door de arts. Deze schreef infusen voor versterking van de leverfunctie, hier is echter geen enkel wetenschappelijk bewijs voor. De patiënt overleed korte tijd later.

Meer informatie over alternatieve behandelaars vind u in het burgerloket op deze website

Bijlagen:
2007-12_Rapport_inspectieon1.pdf
2007-12 Rapport inspectieonderzoek IMC Maria Magdalena