EU landbouwbeleid fit voor de toekomst!
van mevrouw Fischer Boel, Commissaris Europese Commissie
Onlangs heb ik in een document mijn ideeën voor de stroomlijning en modernisering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid bekendgemaakt - een project dat ik de Gezondheidscontrole van het GLB heb genoemd.
Niet dat het GLB ziek is; wij willen ons enkel ervan vergewissen dat het GLB robuust genoeg is voor de uitdagingen en kansen waarmee de landbouwers in de eenentwintigste eeuw te maken krijgen.
Sinds de hervormingen van het GLB van 2003 is er veel gebeurd. Marktgerichtheid, dierenwelzijn, milieuoverwegingen en de behoeften van de consument zijn bepalend geworden voor onze visie op het landbouwbeleid.
De EU telt inmiddels 27 lidstaten. Als gevolg van de mondiale ontwikkelingen dienen zich nieuwe uitdagingen aan, zoals de globalisering, de klimaatverandering en nieuwe handelspatronen die worden gekenmerkt door een steeds scherpere concurrentie. Deze ontwikkelingen moeten een plaats krijgen in het GLB.
Precies daarom heb ik in de Gezondheidscontrole drie belangrijke vragen aan de orde gesteld.
Hoe kan het systeem van rechtstreekse steun efficiënter en eenvoudiger worden gemaakt? Hoe kunnen de instrumenten ter ondersteuning van de markt worden aangepast aan de moderne wereld? Welk antwoord biedt het GLB op nieuwe uitdagingen als de klimaatverandering, het gebruik van biobrandstoffen, het waterbeheer en de bescherming van de biodiversiteit?
Er is al hard gewerkt aan de vereenvoudiging van de GLB regelgeving. De Gezondheidscontrole moet worden gezien als een voortzetting van deze strijd tegen ingewikkelde regelgeving die het leven van de landbouwers en degenen die het beleid moeten beheren, bemoeilijkt.
In het kader van de bedrijfstoeslagregeling bestaan er in sommige lidstaten aanzienlijke verschillen tussen de ontkoppelde betalingen die de diverse landbouwers ontvangen. In het belang van de billijkheid wil een aantal nationale overheden deze verschillen op het eigen grondgebied verminderen. Dit betekent dat de betalingen, meer dan nu het geval is, naar een gemiddelde moeten convergeren - hetzij binnen regio's, hetzij op het volledige grondgebied van een lidstaat, maar niet in de hele Europese Unie.
Voorts is het de bedoeling de randvoorwaarden te verbeteren en aan te passen aan de nieuwe uitdagingen. Het duidelijk, coherent en meetbaar maken van de randvoorwaarden moet een duidelijke marsrichting aangeven en de administratieve rompslomp beperken. Het is echter geenszins onze bedoeling aan de striktheid van de regels te tornen. Integendeel: deze regels geven immers het duidelijke signaal aan de Europese consument en belastingbetaler dat hij waar krijgt voor het geld dat hij aan het GLB spendeert.
Het is bovendien een gunstig moment om haalbare oplossingen onder de loep te nemen. De wereldmarkt voor een groot aantal landbouwproducten blaakt van optimisme en zal, afgaande op de verwachtingen, relatief hoge prijzen noteren.
Deze positieve ontwikkeling maakt het voor ons makkelijker een aantal instrumenten van het "oude GLB" tegen het licht te houden, zoals de uitvoerrestituties, de melkquota en de braaklegging.
Ook de interventieregeling - het opkopen door de overheid van te veel geproduceerde hoeveelheden - zal nader worden bekeken.
Mijns inziens is er een terugkeer nodig naar het oorspronkelijke doel van de interventie, als veiligheidsnet - vooral omdat momenteel zulke goede marktprijzen worden genoteerd.
In het document over de Gezondheidscontrole schetsen wij een redelijke oplossing voor de geleidelijke afschaffing van de melkquota - die in 2015 sowieso moeten verdwijnen. Om de zuivelproducenten en de verwerkers de kans te bieden de nodige technische en financiële aanpassingen door te voeren, moeten wij ervoor zorgen dat deze mensen "zacht" kunnen "landen". Naar mijn mening kan dit het best gebeuren door de quota vanaf nu tot 2015 geleidelijk te verhogen. In dit verband moet tevens worden nagedacht over maatregelen om melkproducenten in regio's van de EU die erg afhankelijk zijn van de melkproductie, een handje toe te steken.
Ook de braakleggingsregeling loopt op haar laatste benen. Om de druk op de graanmarkt te verminderen, hebben wij onlangs de braaklegging voor het verkoopseizoen 2008 afgeschaft. In de Gezondheidscontrole wordt gepleit voor definitieve afschaffing. Daarvoor zijn er twee goede redenen. Ten eerste heeft het volgens mij geen zin om na de ontkoppeling van de betalingen aan de landbouwers, een maatregel voor de beheersing van het aanbod te handhaven. Ten tweede haalt de overweldigende mondiale vraag naar graan de logica van kunstmatige beperkingen van onze productiecapaciteit volledig onderuit.
Anderzijds mogen wij de milieuvoordelen van de braakleggingsregeling evenmin uit het oog verliezen. De gezondheidscontrole biedt ons de geschikte gelegenheid om het behoud van deze voordelen te verzekeren. Volgens mij ligt de oplossing in een preciezer op dit doel gericht instrument - naar alle waarschijnlijkheid in het kader van het plattelandsontwikkelingsbeleid.
Het plattelandsontwikkelingsbeleid heeft zijn populariteit overigens al uitstekend bewezen. Volgens mij zullen wij ook in de toekomst kunnen putten uit de enorme mogelijkheden van dit beleid, wanneer het erop aankomt ons aan te passen aan de nieuwe mondiale en lokale uitdagingen, zoals waterbeheer, de klimaatverandering, de bescherming van de biodiversiteit en de vermindering van de druk die de intensieve landbouw op de natuur uitoefent. Daarom getuigt het volgens mij van gezond boerenverstand om, via de modulatie, meer geld van de rechtstreekse betalingen aan de landbouwers over te hevelen naar de begroting voor plattelandsontwikkeling.
Het verslag dat ik heb ingediend, zal, naar ik hoop, de aanzet geven tot een constructief debat. Begin december zal een openbare hoorzitting over de Gezondsheidscontrole plaatsvinden en, gezien het belang van de ontwikkelingen in de melksector, heb ik begin januari een speciale conferentie over de situatie in de melksector gepland. Omdat het belangrijk is mensen aan het woord te laten die rechtstreeks met ons beleid te maken krijgen en ik een zo breed mogelijke inbreng wil voordat ik in mei 2008 concrete voorstellen op tafel leg, staat mijn weblog op het internet ter beschikking van landbouwers en andere belanghebbende partijen die op onze plannen willen reageren.