Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

logoocw

De voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018


2500 EA DEN HAAG

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van
11 december 2007 AP/PSW/2007/51757

Onderwerp
Ondersteunende functies in het onderwijs n.a.v.
toezegging APB

Tijdens de Algemene Beschouwingen heeft de minister-president u toegezegd te reageren op de opmerking van de heer Tichelaar over de wenselijkheid van een conciërge op iedere basisschool. Met deze brief kom ik graag aan die toezegging tegemoet.

De noodzaak van voldoende conciërges of ander personeel in ondersteunende functies in het basisonderwijs wordt breed onderkend, ook door het kabinet. Er zijn verschillende manieren waarop er meer ondersteuning binnen de school kan worden gerealiseerd.

Door herschikkingen binnen hun budgetten kunnen basisscholen, eventueel in samenwerking met elkaar, ruimte vrijmaken voor het aanstellen van een conciërge in een vaste baan. De minister van OCW heeft de afgelopen jaren twee maal een financiële impuls gegeven om dit te stimuleren. Zowel in
2003 als in 2006 is aan de schoolbudgetten in het basisonderwijs 25 miljoen toegevoegd ten behoeve van de uitbreiding van het onderwijsondersteunend personeel. Met deze 50 miljoen kan elke basisschool alvast voor één dag per week een conciërge financieren. Een vervolg op deze financiële impuls wordt momenteel uitgewerkt in het kader van het actieplan "Leerkracht van Nederland"1. Via een stimuleringsregeling, die medio 2008 zal ingaan, worden scholen in staat gesteld om een volwaardige arbeidsplaats voor een ondersteuner met conciërgetaken te realiseren. Voor deze regeling is in 2008 12,5 miljoen en daarna structureel een budget van 20 miljoen beschikbaar. Het zal gaan om een aanvraagregeling. Zo kunnen de scholen die het meest dringend behoefte hebben aan een conciërge op school het eerst worden geholpen. Hierbij wordt


1 "Leerkracht van Nederland; beleidsreactie op het advies van de Commissie Leraren", november 2007. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/2

voorrang gegeven aan basisscholen in de krachtwijken en de vier grote steden, vanwege hun specifieke problematiek.

Een voorwaarde voor de bijdrage vanuit OCW is dat ook de gemeente of woningbouwcorporatie een deel van de loonkosten van de conciërgeplaats voor zijn rekening neemt. Aan de ene kant kunnen op deze manier meer arbeidsplaatsen worden geschapen, aan de andere kant geeft dit uitdrukking aan het gezamenlijk belang dat deze partijen hebben bij een goed functionerende, veilige school.

Daarnaast kunnen basisscholen net als andere werkgevers gebruik maken van de mogelijkheden die het re-integratiebudget Wet werk en bijstand (WWB) biedt. Hiervoor moeten zij in overleg treden met de gemeenten, die het budget en het instrumentarium beheren. Mensen met een zekere afstand tot de arbeidsmarkt, al dan niet komend vanuit een uitkeringssituatie, zouden met behulp van een tijdelijke loonkostensubsidie conciërge-taken kunnen verrichten op een school. Bij de WWB is de doelstelling toeleiding naar de arbeidsmarkt waarbij een beperkt direct nut voor de school optreedt. In een latere fase is doorstroming naar eerder genoemde gesubsidieerde functies wel een mogelijkheid.

Ook zouden scholen plaatsen kunnen aanbieden waarin mensen met behoud van uitkering kunnen werken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat deze binnen afzienbare tijd uitstromen naar reguliere arbeid. Aangezien deze categorie personeel meer begeleiding vraagt en alleen additionele taken mag verrichten zal de extra ondersteuning voor scholen die dit oplevert echter beperkter zijn dan in het geval van de loonkostensubsidies.

Om de onderwijswerkgevers te attenderen op de extra ondersteuning die de inzet van loonkosten- subsidies in het kader van de WWB hen kan bieden om de gemeenten te attenderen op de mogelijkheid die de onderwijsarbeidsmarkt hen biedt bij hun re-integratie- en participatiedoelstellingen zullen de bewindslieden van SZW en OCW gezamenlijke regionale bijeenkomsten organiseren. Ook zullen tijdelijke steunpunten worden ingericht waar gemeenten en onderwijswerkgevers voor vragen en hulp terecht kunnen.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

mede namens de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Sharon A.M. Dijksma.