Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Den Haag Ons kenmerk
11 december 2007 DK/CS/2007/50167
Onderwerp
Voortgang canon van Nederland
Inleiding
Op 3 juli jl. bood de Commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon, onder leiding van professor dr. Frits van
Oostrom, haar advies En toen.nu en verder aan. De canon van Nederland presenteert de vijftig belangrijkste
personen, uitvindingen en gebeurtenissen als vensters op het verleden. Op deze canon zijn veel positieve
reacties gekomen, van binnen en buiten het onderwijs.
In de brief van 3 juli (Kamerstukken II 2006/07, 30 800 VIII, nr. 162) gaf het kabinet zijn reactie op het
canonontwerp en de adviezen van de commissie. Het kabinet heeft een aantal beleidstrajecten
aangekondigd. Ik heb toegezegd u in december 2007 te informeren over de voortgang hiervan. Deze brief
geeft u een actuele stand van zaken over de implementatie van de canon in het onderwijs, in de
cultuursector en rondom de inburgering.
1. De canon en het onderwijs
De canon van Nederland is in de eerste plaats bedoeld voor leerlingen van 8 t/m 14 jaar. Ze biedt een
handreiking voor levendig geschiedenis- en cultuuronderwijs, aan de hand van een aantal historische en
culturele ankerpunten. Het kabinet ondersteunt het gebruik van deze handreiking door kennis van de canon
vast te leggen in onderwijswetgeving, door leraren extra aandacht te geven en door de ontwikkeling van
lesmateriaal en ondersteunend materiaal.
Verankering van de canon in het onderwijs
De canon past bij de ambitie van dit kabinet de onderwijskwaliteit te verbeteren. Historische en culturele
kennis is hiervan een onderdeel. De canon wordt daarom opgenomen in de kerndoelen van het primair
onderwijs (bovenbouw) en het voortgezet onderwijs (onderbouw). Waar mogelijk zal zij ook in de
toekomstige kerndoelen van het speciaal onderwijs worden opgenomen. OCW betrekt hierbij het nationaal
expertisecentrum voor leerplanontwikkeling (SLO).
In overleg met het onderwijsveld (PO Platform Kwaliteit en Innovatie en VO-raad) is besloten om de canon
met ingang van het schooljaar 2009-2010 in het onderwijs verplicht te stellen voor nieuwe leerlingen. Voor
blad 2/4
leerlingen die vóór de introductie van de canon al (primair) onderwijs volgden, geldt een overgangstermijn
van twee jaar. De onderwijsinspectie zal toetsen of de canon voldoende in het onderwijsaanbod van scholen
is verwerkt. Niets staat scholen echter in de weg om vooruitlopend op de verplichting de canon al in het
onderwijs te gebruiken, zeker gezien het feit dat veel onderwerpen uit de canon ook nu al deel uitmaken van
de lesstof.
Centrale rol voor leraren
De commissie besteedt in haar rapport veel aandacht aan leraren: zij vormen een onmisbare schakel tussen
lesstof en leerling. Het ministerie van OCW overlegt met de SLO, de Vereniging van docenten in
Geschiedenis en staatsinrichting Nederland (VGN), het Instituut voor Geschiedenisdidactiek (IGVD) en de
stichting entoen.nu om een passend nascholingstraject te ontwikkelen. Deze cursus zal in het schooljaar
2008-2009 beschikbaar zijn. De lerarenopleidingen basisonderwijs en de tweedegraads lerarenopleidingen
geschiedenis dragen de verantwoordelijkheid voor het opleiden van toekomstige leraren om canononderwijs
te geven. Zij leiden op volgens de bekwaamheidseisen zoals die zijn opgenomen in de onderwijswetten en
het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel. Opname van de canon in de kerndoelen heeft tot
gevolg dat de opleidingen hierop worden afgestemd. Lerarenopleidingen mogen zelf bepalen hoe zij invulling
geven aan het canononderwijs.
Lesmateriaal en ondersteunend materiaal bij de canon
Het is belangrijk dat er voldoende lesmateriaal en ondersteunend materiaal bij de canon beschikbaar is. Het
met ingang van schooljaar 2008-2009 beschikbare materiaal bestaat uit:
· Publicaties van de canoncommissie (de website entoen.nu, de wandkaarten, de delen A, B en C van
het canonadvies);
· Een handreiking bestaande uit de inpassing van de vijftig vensters van de canon in de leerplannen
volgens de tien tijdvakken van de commissie De Rooij (kerndoel 37) en de relevante kerndoelen in
de onderbouw van het voortgezet onderwijs (Mens & Maatschappij, Nederlands en/of Kunst &
Cultuur);
· Educlips en ander (multi-) media materiaal (bijvoorbeeld van Teleblik en TELEAC/NOT) voor
leerlingen van groep vijf van het primair onderwijs tot en met de onderbouw van het voortgezet
onderwijs;
· Een online canontoets die door Cito wordt ontwikkeld. Met deze toets kan het kennisniveau over de
canon van leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs getoetst worden.
Stichting entoen.nu
Na het uitbrengen van het definitieve advies heeft de canoncommissie de stichting entoen.nu opgericht. In
het bestuur hebben alle leden van de Commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon zitting. De stichting
beheert het ontwerp van de canon en neemt een belangrijke plaats in met betrekking tot de inhoud van de
canon. Zo is zij nauw betrokken bij de Canonkaravaan en de ontwikkeling van een nascholingscursus voor
leraren. Ook beheert de stichting de website www.entoen.nu, de belangrijkste bron van informatie over de
canon.
Een canon in ontwikkeling
De Commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon adviseert de inhoud van de canon elke vijf jaar opnieuw te
bekijken. Ook onze visie op het verleden is immers in ontwikkeling. In de brief van 3 juli heeft het kabinet
deze aanbeveling overgenomen. In overleg met de stichting entoen.nu wordt een procedure ontworpen om
blad 3/4
de inhoud van de canon tegen het licht te houden. Het ligt voor de hand om de herijking van de canon te
laten samenvallen met de algemene herijking van de kerndoelen als zodanig.
2. De canon en de cultuursector
Net als scholen kunnen culturele instellingen het verhaal van de canon voor een breed publiek tot leven
wekken. Veel culturele instellingen hebben positief gereageerd op de verschijning van de canon en hebben
een specifiek aanbod rondom de canon ontwikkeld. Zo werkt het Noordbrabants Museum aan lesbrieven
waarin regionale voorbeelden worden gekoppeld aan de vensters uit de canon van Nederland. Het Meertens
Instituut inventariseert vijftig volksverhalen die scholen kunnen gebruiken als opstap naar de
canonvensters. Daarbij is overigens niet alleen een rol weggelegd voor instellingen op het gebied van
erfgoed. Ook vanuit andere sectoren kan een bijdrage worden geleverd aan de implementatie van de canon
in het onderwijs, bijvoorbeeld door bibliotheken.
De stichting entoen.nu bewaakt de samenhang tussen de verschillende initiatieven. Inzicht in de behoefte
van het onderwijs naar (cultuureducatief) aanbod rondom de canon is in dat verband noodzakelijk. Om die
reden zal een behoefteonderzoek worden gestart. Met de resultaten hiervan kunnen instellingen hun
aanbod nog beter toespitsen op de behoefte van het onderwijs.
De Canonkaravaan
Op advies van de commissie bevordert het ministerie van OCW samenwerking tussen overheden, onderwijs-
en cultuurinstellingen die actief zijn op het terrein van de canon. De Canonkaravaan, georganiseerd door
Erfgoed Nederland, is hier een aansprekend voorbeeld van. De Canonkaravaan bestaat uit zestien
conferenties, één per provincie en in elk van de vier grote steden. Erfgoed Nederland werkt hierbij samen
met de stichting entoen.nu, Anno, de Vereniging van Openbare Bibliotheken en lokale partners. Op de
conferenties komen docenten uit het primair en voortgezet onderwijs en medewerkers van culturele
instellingen bijeen om goede voorbeelden uit te wisselen en hun samenwerking te verbeteren. De eerste
bijeenkomst vond plaats op 27 november 2007 in Hoogeveen. De overige vijftien bijeenkomsten vinden in de
loop van 2008 plaats.
Makkelijker op excursie
Voor een goede kennismaking met de canon is het van belang dat scholieren de canon, zoals de Romeinse
Limes, het Binnenhof of het Rietveld Schröderhuis, met eigen ogen kunnen zien. Het vervoer tussen school
en culturele instelling blijkt in praktijk vaak een struikelblok voor scholen. Daarom start in 2008 in
samenwerking met vervoersmaatschappijen in vier provincies een pilot: leerlingen van de basisschool
kunnen tegen gereduceerd tarief gebruik maken van het openbaar vervoer. Medio 2008 vindt een evaluatie
plaats. Op basis van de uitkomst wordt samen met de vervoersmaatschappijen een landelijk dekkende
aanpak ontwikkeld. OCW neemt de ontwikkelkosten op zich.
Programmafonds Cultuurparticipatie
In mijn brief van 13 november jl. (Kamerstukken II 2007/08, 28989, nr. 58) over het Programmafonds
Cultuurparticipatie heb ik aangegeven dat amateurkunst en cultuureducatie, waaronder de canon van
Nederland, een prominente rol binnen het Programmafonds Cultuurparticipatie krijgen. Aan het
Programmafonds stel ik middelen beschikbaar waarmee culturele instellingen de vensters uit de canon op
aantrekkelijke wijze kunnen presenteren.
blad 4/4
Het Nationaal Historisch Museum en de canon
Het doel van het Nationaal Historisch Museum dat gevestigd wordt in Arnhem, is onder meer een overzicht
te geven van de geschiedenis van Nederland aan de hand van de vensters uit de canon. Het museum zal
doorverwijzen naar andere culturele- en erfgoedinstellingen voor verdieping van historische informatie en
kennis. In mijn brief van 1 november jl. (Kamerstukken II 2007/08, 31200 VIII, nr. 29) heb ik u geïnformeerd
over het advies dat ik heb gevraagd over de fasering en organisatie van de ontwikkeling van het Nationaal
Historisch Museum. Op basis hiervan vindt de opdrachtverlening plaats. Dit advies wordt uiterlijk 18
december uitgebracht. Ervaring en kennis die nu door stichting Anno en andere culturele instellingen
worden opgedaan bij de implementatie van de canon zullen worden ingezet bij de ontwikkeling van het
museum.
3. Canon en inburgering
Bewustzijn van de eigen identiteit en de daarmee samenhangende binding zijn niet expliciet als doelstelling
van de canon geformuleerd. Niettemin kan de canon in potentie wel een positieve bijdrage leveren aan de
ontwikkeling van goed burgerschap, doordat de canon kennis van culturele en historische hoogtepunten van
Nederland over draagt aan zowel nieuwe Nederlanders als autochtonen1. Dit is ook de reden waarom ik
samen met de minister van Wonen, Wijken en Integratie, mw. drs. C.P. Vogelaar, heb besloten dat
vooralsnog alle kandidaten die met goed gevolg hun inburgeringexamen afleggen een exemplaar van de
canon van Nederland ontvangen.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
mede namens,
de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Marja van Bijsterveldt Vliegenthart
en
de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Sharon A.M. Dijksma
dr. Ronald H.A. Plasterk
1 Zie ook de passage op blz. 28-30 in deel C van het canonadvies.