Persbericht Commissie 'Ruim baan voor talent'

De commissie is van mening dat selectie in sterke mate het karakter van matching, d.w.z. de student op de juiste plaats, moet hebben. Matching kan aan de poort, maar zal in de meeste gevallen na de poort plaats dienen te vinden. Uit experimenten, begeleid door de Commissie 'Ruim baan voor talent', blijkt selectie aan de poort bij bepaalde hoger onderwijs opleidingen te werken: er is een betere match ontstaan tussen student en studie. Selectie aan de poort gebruikt om te matchen, kan een bijdrage leveren aan de kwaliteit en het rendement van het hoger onderwijs.

Voor een betere kwaliteit en rendement in het hoger onderwijs moeten meer verschillende leerwegen worden aangebracht zoals leerwegen die verschillen in onderwijsconcept of die verschillen in niveau (bijvoorbeeld honoursprogramma's voor bijzonder talent). Dergelijke differentiaties zijn nodig omdat niet iedere student voor hetzelfde komt en alle talenten verschillen. Bij meer differentiatie is het extra belangrijk dat student en studie bij elkaar passen (matchen). In de meeste gevallen is selectie aan de poort in het huidige Nederlandse hoger onderwijs niet zinvol. De match tussen student en een differentiatie binnen de studie vindt dan plaats tijdens de opleiding ('selectie na de poort'). Er zijn echter ook diverse opleidingen geïdentificeerd met een specifiek karakter, zo blijkt uit experimenten, waarbij selectie aan de poort in aanvulling op het eindexamen vo, wel degelijk zinvol is. De Commissie 'Ruim baan voor talent' vindt dat in een hoger onderwijs dat werkt aan meer differentiatie een ruimhartiger toepassing van selectie, waarbij de instelling zelf beslist of zij aan of na de poort wil selecteren, een nuttig instrument is.

De commissie is er voorstander van dat nagegaan wordt of matching voor de poort, d.w.z. in het laatste middelbare school jaar, gerealiseerd kan worden ten einde de student beter voor te bereiden op de studie die bij hem of haar past.

De Commissie 'Ruim baan voor talent', onder voorzitterschap van Benk Korthals biedt vandaag haar eindrapport 'Wegen voor Talent' aan minister Plasterk aan. De commissie heeft voorstellen die universiteiten en hogescholen hebben ingediend voor experimenten met selectie van studenten, collegegeldverhoging, flexibele toelating en honoursprogramma's beoordeeld en vervolgens de experimenten gemonitord. Een commissie ingesteld door de NVAO (Commissie Sminia) heeft de experimenten geëvalueerd. Zeven van de tien experimenten met selectie zijn erin geslaagd door selectie een betere match van student en studie te realiseren. In sommige gevallen draagt selectie aan de poort bij tot een hogere kwaliteit van de opleiding.

Er hebben weinig experimenten met collegegeldverhoging plaatsgevonden, maar de resultaten zijn positief. De commissie adviseert dan ook verder te experimenteren met collegegeldverhoging. Acht van de veertien honoursprogramma's zijn positief beoordeeld. Honoursprogramma moeten nog verder ontwikkeld worden. De meeste honoursprogramma's moeten nog duidelijkere doelstellingen krijgen en studenten aantrekken die passen bij het geboden programma.

Bij flexibele toelating worden studenten toegelaten die niet voldoen aan de formele vooropleidingseisen, maar wel het geschikte niveau hebben. Flexibele toelating blijkt vooral in een behoefte te voorzin van scholieren met 6 jaar vwo of vijf jaar havo zonder diploma, niet voor de beoogde doelgroep van scholieren op mbo-3 niveau. De twee experimenten hebben uiteenlopende resultaten.

Noot aan redacties (