Leefbaar Rotterdam

dinsdag, december 11, 2007

112 miljoen aan welzijnssubsidies...

De gemeente Rotterdam keert elk jaar ruim honderd miljoen aan welzijnssubsidies uit, ofwel bijna vierhonderd euro voor elke werkende Rotterdammer. Leefbaar Rotterdam is nooit een groot voorstander geweest van het Rotterdamse subsidiecircus en ziet dit bevestigd in een recent rapport.

De helft van de huidige subsidies heeft geen enkele maatschappelijke relevantie, buiten het in stand houden van een gesubsidieerde welzijnsmaffia en dient te worden afgeschaft. De resterende helft dient onder veel beter controle besteed te worden. Een onderzoek van het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) van de gemeente Rotterdam, bevat enkele kritische kanttekeningen. Door deelgemeenten worden opdrachten selectief verleend en er vindt geen goede controle plaats op behaalde resultaten.

Een groot probleem is ook de monopoliepositie die sommige instellingen binnen een deelgemeente hebben. Hierdoor ontstaat een soort gedwongen winkelnering en ambtenaren behandelen subsidietoekenning als vanzelfsprekend. Het is zelfs voorgekomen dat gesubsidieerde welzijnsinstellingen hun eigen opdrachten en subsidievoorwaarden schreven. Sommige deelgemeenten besteden vrijwel al het welzijnsgeld aan slechts één instelling. Het laat zich raden dat deze instelling hiermee een monopoliepositie heeft. De welzijnsinstelling en deelgemeente zijn nu feitelijk tot elkaar veroordeeld. Als de Rotterdamse deelgemeenten niet in staat blijken op een verantwoorde wijze subsidiegelden te kunnen besteden, is het volgens Leefbaar Rotterdam zaak deze bevoegdheid terug te nemen. Onderbrengen bij één wethouder is dan een betere optie.

Over de volle breedte bezien slokken de 25 grootste instellingen maar liefst 84% van de subsidies op, ofwel 60 miljoen euro. Het grootste deel (17 van de 25) van deze instellingen is opmerkelijk genoeg ook maar in één deelgemeente actief. De diverse deelgemeenten verdelen jaarlijks ruim 72 miljoen euro. De bedragen verschillen sterk. Verstrekken Hoek van Holland en Hillegersberg-Overschie nog geen zestig euro per inwoner, Delfshaven verstrekt bijna tweehonderd euro per inwoner. Maar uit niets blijkt dat de inwoners in Delfshaven een groter welzijn ervaren dan die in Overschie.

Los van de discussie over de wijze waarop deelgemeenten het geld verdelen, is het wat Leefbaar Rotterdam betreft hoog tijd voor een bredere discussie over het nut van veel subsidies. Veel van de bestaande subsidiesponzen lijken geen hoger doel te dienen dan het voorzien in riant betaalde banen voor een bevoorrechte groep geëngageerde mensen. Je kunt in Rotterdam geen gesubsidieerde steen omdraaien of er kruipt een socialist onder vandaan. De innige band tussen gesubsidieerde instellingen en de politiek-bestuurlijke elite is al veel te lang getolereerd.