Persbericht, 11 December 2007
Strategiën voor aanpassen landbouw aan klimaatverandering nu nodig
Internationale wetenschappers benoemen praktische stappen en strategische punten
Het is noodzakelijk dat er pro-actiever wordt omgegaan met de te verwachten klimaatveranderingen. Dat stelt een internationale groep wetenschappers van het IPCC, waaronder Holger Meinke van Wageningen Universiteit, in een artikel in het vermaarde wetenschappelijke tijdschrift PNAS (Proceedings of the National Academy of Sciences) dat vandaag verschijnt.
Het artikel noemt praktische stappen voor aanpassing van de landbouw aan de klimaatverandering van de komende tien jaar. De onderzoekers stellen echter dat deze stappen, hoe belangrijk ook, niet voldoende zullen zijn. Voedselzekerheid en de productie van grondstoffen en biobrandstoffen kunnen op lange termijn alléén geborgd worden door geavanceerde management-strategieën en ondersteunend beleid. Samenwerking tussen onderzoekers, beleidsmakers en bedrijfsleven is daarbij vereist.
Praktische aanpassingen in de land- en tuinbouw, zoals verandering van zaai- of plantdatum of van geteelde rassen of soorten, bieden slechts beperkt perspectief. Deze aanpassingen kunnen mogelijk schade voorkomen bij een temperatuursverandering van 1 of 2 graden, zoals die de komende tien tot twintig jaren wordt verwacht. Volgens de onderzoekers werkt deze aanpak niet bij de verder oplopende temperaturen.
Dat betekent, dat de schade door klimaatverandering toe zal nemen, tenzij een reeks nieuwe aanpassingsmogelijkheden wordt ontwikkeld en toegepast. Deze aanpassingen omvatten mogelijk ook diversificatie van productiesystemen en middelen van bestaan.
De landbouw, van cruciaal belang voor de productie van voedsel voor mens en dier, vezels, vee en biobrandstof, is de meest klimaat-afhankelijke menselijke activiteit. Daarom is het van groot belang dat juist deze sector snel de beschikking krijgt over effectieve aanpassingsstrategieën. Aanpassingsanalyses kunnen informatie verschaffen die nodig is voor het maken van keuzes bij de investeringen in infrastructuur op de middellange tot lange termijn. Keuzes en aanpassingen voor overheden, boeren en tuinders en de overige agribusiness.
Bovendien kunnen dergelijke studies dienen als basis voor de internationale discussies over terugdringing van broeikasgasemissies zoals die tot en met 14 december op Bali worden gehouden. De analyses hebben volgens de onderzoekers als extra positief effect dat ze de aandacht vestigen op het opbouwen van kennis en expertise voor een effectief klimaatbeheersingsmanagement.
Sommige aspecten van klimaatverandering manifesteren zich sneller of anders dan oorspronkelijk werd verwacht. Zo lopen de waargenomen wereldwijde temperatuursverhogingen volgens het hoogste scenario van het IPCC. En beperkingsmaatregelen zijn tot nu toe niet in staat gebleken de oplopende broeikasgasemissie te stoppen.
Het wetenschappelijk team van CSIRO in Australië, INRA in Frankrijk, Arizona State University, IIASA in Oostenrijk en Wageningen Universiteit in Nederland benoemt zes kernelementen die noodzakelijk zijn voor het ontwikkelen en implementeren van effectieve aanpassingsstrategieën:
. de overtuiging dat klimaatveranderingen reëel zijn en waarschijnlijk zullen doorzetten,
. de overtuiging dat deze veranderingen grote invloed zullen hebben op de samenleving,
. technische en andere mogelijkheden om op de veranderingen te reageren,
. ondersteuning voor de transitie naar nieuwe omstandigheden,
. nieuwe infrastructuur, beleid en instituties om nieuwe mogelijkheden van management en landgebruik te ondersteunen, en
. gerichte monitoring van aanpassingen om vast te stellen wat wel werkt, wat niet werkt, en waarom.
Verdere aanpassingsacties vereisen volgens de onderzoekers integratie van klimaatveranderingsaspecten met andere risicofactoren zoals klimaatvariabiliteit en marktrisico. Maar ook met andere beleidsterreinen zoals duurzame ontwikkeling.
In verwante artikelen in hetzelfde nummer van PNAS waarschuwen dr. Josef Schmidhuber (FAO, Italy) en Francesco Tubiello (IIASA, Oostenrijk) dat klimaatverandering een negatief effect zal hebben op alle vier voedselzekerheidsaspecten: voedselbeschikbaarheid, toegang tot voedsel, stabiliteit van voedselaanvoer en voedselbenutting. De effecten zullen in de loop van de tijd problematischer worden en ze zullen de armsten van de wereld onevenredig zwaar treffen. Zij concluderen dat het heel goed mogelijk is dat in de toekomst zal blijken dat de negatieve gevolgen van klimaatverandering zijn onderschat omdat effecten van ziekten en plagen nog onvoldoende zijn bestudeerd en de klimaatveranderingen wellicht nog extremer zullen zijn dan wat tot op heden wordt aangenomen.
De eerste auteur van dit artikel, dr. Howden van CSIRO, is lid en eerste auteur van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), de organisatie die onlangs, samen met Al Gore, de Nobelprijs voor de Vrede toegekend kreeg.