Toeslag bijzondere kosten Joodse verzorgingshuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
DLZ-CB-U-2810686
10 december 2007
Ik ontving van u eerder het verzoek om nog voor het algemeen overleg
over de Zorgzwaartefinanciering op 6 november 2007 te reageren op een
brief van het mr. L.E. Visserhuis te Den Haag gedateerd 31 oktober
jongstleden. Aan dat verzoek heb ik niet kunnen voldoen. Wel ben ik
tijdens het algemeen overleg van 6 november al kort ingegaan op de
positie van de joodse verzorgingshuizen. U heeft verzocht om
schriftelijk een reactie te geven op de brief van het mr. L.E.
Visserhuis. Met deze brief voldoe ik aan uw verzoek.
Het mr. L.E. Visserhuis te Den Haag krijgt - evenals Beth Shalom te
Amsterdam - in de huidige bekostiging een vergoeding voor `bestendig
beleid'. Voor het mr. L.E. Visserhuis betreft het een jaarlijkse
vergoeding van ongeveer EUR 140.000,-- en voor Beth Shalom gaat het om
een jaarlijkse vergoeding van ongeveer EUR 720.000,--.
Wat houdt `bestendig beleid' in
Er kan in de huidige bekostiging een extra vergoeding worden gegeven
voor `bestendig beleid', indien een zorgaanbieder wegens een
bijzondere situatie structureel of tijdelijke kosten maakt die boven
de normale bekostiging uitgaan.
De bijzondere situatie kan verschillende oorzaken hebben en kan
bijvoorbeeld samenhangen met de zorgzwaarte van de cliënten die in een
instelling verblijven, maar kan ook los staan van de zorgzwaarte van
de cliënt en gebaseerd zijn op andere bijzondere factoren die niet
zijn opgenomen in de reguliere bekostiging.
De Joodse Verzorgingshuizen krijgen in de huidige bekostiging een
gespecificeerde vergoeding voor bestendig beleid vanwege extra kosten
in verband met de bijzondere achtergrond en geschiedenis van de
bewoners. Het gaat om extra kosten voor voeding, bijscholing van
personeel, toezicht in de keuken, beveiliging en maatschappelijk werk.
Relatie met zorgzwaartebekostiging
Bij de invoering van de zorgzwaartebekostiging worden de huidige
NZa-beleidsregels voor de bekostiging van de zorg met verblijf
vervangen door nieuwe beleidsregels. In de systematiek van de
zorgzwaartebekostiging worden alle bestaande toeslagen (waaronder de
toeslagen voor bestendig beleid) zoveel als mogelijk meegenomen in de
prijzen van de zorgzwaartepakketten. Dat geldt in ieder geval voor
toeslagen die een duidelijk verband hebben met de zorgzwaarte. De
toeslagen die samenhangen met zorgzwaarte zijn bij de invoering van de
zorgzwaartebekostiging meestal niet langer noodzakelijk omdat ze in de
ZZP-prijzen of via een nieuwe regeling voor extreme of bijzondere
zorgzwaarte tot bekostiging komen.
Het mr L.E. Visserhuis zegt in haar brief van VWS en NZa te hebben
begrepen dat er geen ruimte meer is voor subjectieve factoren. Als het
gaat om subjectieve factoren dan klopt dat weliswaar, maar als het
gaat om objectief aantoonbare meerkosten dan is daar ook in de
toekomstige bekostiging ruimte voor.
Ook bij de invoering van de zorgzwaartebekostiging blijft er altijd
een mogelijkheid bestaan om voor specifieke kosten - die niet
samenhangen met zorgzwaarte - maar die wel reëel zijn en waarvan het
tevens reëel is dat deze ten laste komen van de AWBZ, in het budget
van de instelling een aparte vergoeding, een zogenoemde `individuele
component' op te nemen. Ik wil de oordeelsvorming door de NZa hierover
afwachten en niet vooruitlopend daarop voor één partij een uitspraak
doen over de gewenste uitkomsten. In totaal zijn er naast het mr.
Visserhuis nog circa 90 instellingen waarvoor een en ander geldt.
Overigens zal de vergoeding voor bestendig beleid in 2008 in ieder
geval doorlopen. In 2008 zijn immers de `oude' beleidsregels nog
bepalend voor de hoogte van het budget van de instellingen. In 2009
wordt de hoogte van het budget van een instelling gebaseerd op de
hoogte van de prijs van de zorgzwaartepakketten.
Procedure beoordeling door NZa
Toeslagen die vallen onder `bestendig beleid' worden door de NZa per
geval beoordeeld om te bezien of de meerkosten die de instelling maakt
in voldoende mate ondergebracht zijn in de zorgzwaartepakketten of dat
aparte bekostiging noodzakelijk is. In april 2007 heeft de NZa alle
instellingen die een vergoeding krijgen vanwege bestendig beleid
gevraagd om schriftelijk te onderbouwen waarom een aparte vergoeding
nog noodzakelijk is. In totaal gaat het om ongeveer 90 instellingen.
Met enkele instellingen hebben inmiddels gesprekken plaatsgevonden.
Ook in december 2007 vinden met een aantal instellingen nog (nadere)
gesprekken plaats. Om één lijn te kunnen trekken in de besluitvorming,
zal de NZa pas nadat met alle betrokken zorginstellingen gesproken is
de beslissing bekend maken. Dit is naar verwachting in het voorjaar
van 2008. De beslissing van de NZa heeft - zoals hiervoor ook al
gemeld - pas mogelijke financiële gevolgen met ingang van 2009.
De uitkomsten van de beslissing van de NZa wacht ik graag af. Ik denk
dat dit past bij een voor alle partijen zorgvuldige procedure. Wel wil
ik in deze brief herhalen wat ik in het algemeen overleg op 6 november
al heb toegezegd, namelijk dat ik in mijn rol als verantwoordelijk
bewindspersoon voor oorlogsgetroffenen zal toezien dat voor extra
kosten die te maken hebben met de verwerking van de gevolgen van de
oorlog ook in de toekomst wordt voorzien in de bekostiging.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker