landelijk gespreid volwaardig bestel jeugdpodiumkunsten
11/12/2007 11:31
Raad voor Cultuur
DEN HAAG - Om nieuwe generaties de kans te geven zich te ontwikkelen tot culturele burgers, is het belangrijk dat men al op jonge leeftijd kennis maakt met verschillende cultuurvormen. Daarom moet er een landelijk gespreid volwaardig bestel voor de jeugdpodiumkunsten komen. Rijk, provincies en gemeenten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de financiering daarvan. Dat schrijft de Raad voor Cultuur aan minister Plasterk in een advies dat als uitgangspunt moet dienen voor instellingen die subsidie willen aanvragen in het kader van het Subsidieplan 2009-2012.
De Raad voor Cultuur heeft voor dit advies een brede commissie ingesteld, om de minister ook vanuit bestuurlijk en regionaal perspectief te adviseren over een samenhangend podiumkunstenbestel voor de jeugd.
De Raad heeft voor dit advies Innoveren, participeren! als uitgangspunt genomen, het advies over de agenda cultuurbeleid waarin hij aanbevelingen deed over de instellingen die in de nieuwe cultuursubsidiesystematiek direct door het rijk gefinancierd zouden worden. In dat verband pleitte de Raad ervoor dat het rijk op acht plekken in het land een jeugdtheaterinstelling moet financieren, en op vijf plekken een jeugddansinstelling. In aanvulling op dit advies wijst de Raad nu een negende plek voor jeugdtheater aan in het oosten van het land, en stelt de Raad dat een gering aantal jeugddansinstellingen in aanmerking komt voor de zogenaamde basisinfrastructuur, afhankelijk van de beleidsplannen die deze instellingen zullen aanleveren. Ook adviseert de Raad dat instellingen op het gebied van jeugdmuziektheater kunnen meedingen naar een plaats in de basisinfrastructuur voor het jeugdtheater. Al eerder pleitte de Raad voor minimaal twee grote jeugdtheaterinstellingen in de basisinfrastructuur, waarvan er één in Amsterdam gevestigd zou moeten zijn. Het aanbod jeugdmuziek wordt verzorgd door de bestaande orkesten en ensembles.
De Raad onderstreept dat het rijk en het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten (NFPK) verantwoordelijk zijn voor de beoordeling van de kwaliteit van de instellingen. Daarnaast is het belangrijk dat de podiumkunsteninstellingen voor de jeugd zijn ingebed in de lokale en provinciale structuur omdat zij een groot deel van hun voorstellingen op scholen in de eigen regio spelen. Daarom is het belangrijk dat de regio ook financiële verantwoordelijkheid draagt. De Raad adviseert dat de minister en de verschillende overheden en landsdelen hier in de convenantbesprekingen afspraken over maken.
Productiehuizen kunnen op twee manieren de rol van de jeugdpodiumkunsten versterken. Ze begeleiden de artistieke ontwikkeling van makers bij de totstandkoming van producties voor jong publiek. Verder kunnen ze een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het aanbod voor een jong publiek.
De Raad benadrukt dat het zonder extra geld niet mogelijk is een goede basisinfrastructuur in te richten. Dat geldt ook voor de jeugdpodiumkunsten. De Raad vindt het niet zinvol om het advies over het bestel jeugdpodiumkunsten uit te voeren als het met het huidige budget bekostigd moet worden.
http://www.cultuur.nl
Noot voor de redactie:
Noot voor de redactie (