Participatie voor iedereen
11.12.2007
Bijstandsgerechtigden met perspectief op werk kunnen met behulp van
een voorschakeltraject worden voorbereid op
re-integratie naar werk. Voor mensen met een te grote afstand tot de
arbeidsmarkt die geen kans maken op een gewone baan, is
maatschappelijke participatie geschikter. Zij moeten dan, net als
iedereen, beloond worden voor hun werk.
Over deze twee onderwerpen hebben de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG) en de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV)
overeenstemming bereikt. Daarvoor is nodig dat het wetsvoorstel
participatieplaatsen wordt aangepast.
Voor mensen met perspectief op werk zijn, tijdelijke,
participatieplaatsen geschikt, aldus VNG en FNV. Zij zouden eerst een
voorschakeltraject (participatieplaats) moeten volgen om daarmee hun
kansen op een succesvolle re-integratie te vergroten. In het
voorschakeltraject leren zij onder andere noodzakelijke vakkennis en
Nederlands op de werkvloer. Het ligt, met het oog op inschakeling in
reguliere arbeid, voor de hand dat na afloop van het
voorschakeltraject de betreffende werkgever aan de werkzoekende een
leer- en arbeidsovereenkomst aanbiedt volgens de CAO-voorwaarden van
die sector. Ook krijgt men dan verdere scholing en training.
Voor mensen die geen uitzicht hebben op een gewone baan biedt
maatschappelijke participatie een mogelijkheid. VNG en FNV vinden het
een maatschappelijke plicht om ook hen een toekomst te bieden. VNG en
FNV pleiten daarom voor banen in de vorm van maatschappelijke
participatie. Voorwaarde is wel dat deze mensen een vergoeding dienen
te krijgen voor hun inspanningen; in ieder geval het wettelijk
minimumloon voor de uren dat ze werken.
Den Haag, 11 december 2007
Vereniging Nederlandse Gemeenten