Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk 6 december 2007 DCE/07/48903 20 november 2007 2070805060

Onderwerp
Vragen over de vondst van een schreepswrak in de
Oostzee

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Van Leeuwen over de vondst van een vermoedelijk Nederlands scheepswrak.

De vragen zijn mij toegezonden met uw bovenvermelde brief d.d. 19 november 2007, kenmerk 2070805060.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/3

Vragen van het lid van Leeuwen (SP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de vondst van een vermoedelijk Nederlands scheepswrak. (Ingezonden 19 november 2007)


1
Wat is uw reactie op het bericht dat Zweedse duikers in de Oostzee het bijna onbeschadigde wrak van vermoedelijk een Nederlands schip hebben gevonden? 11)

Antwoord
Ik beschouw het als een belangwekkende vondst.


2
Is het waar dat de vondst een Nederlands schip betreft?

Antwoord
Het schip heeft mogelijk een Nederlandse herkomst. Op basis van de thans beschikbare gegevens kan dit echter niet met zekerheid worden vastgesteld maar dit wordt nader onderzocht.


3
Indien het een Nederlands schip betreft onderschrijft u dan de voor Nederland archeologische en cultuurhistorische waarde van de vondst? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
Ja. Vanwege de extreem goede conservering heeft de vondst, los van de herkomst, grote waarde voor de Europese maritieme archeologie en historie.


4
Kan de Nederlandse Staat het eigendomsrecht claimen? Zo ja, bent u van plan dit te doen? Hoe schat u de kansen in dat deze claim gehonoreerd wordt? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
De Nederlandse Staat claimt geen eigendomsrecht op basis van Nederlandse herkomst alleen. Dit kan alleen als de Nederlandse Staat eigenaar is, zoals bij VOC-wrakken en admiraliteitsschepen. Gezien de vondstlocatie en type schip, betreft het hier naar verwachting geen vondst uit een van deze categorieën. Dit wordt echter nader onderzocht.


5
Heeft u inmiddels contact gehad met de Zweedse autoriteiten over de te ondernemen stappen met betrekking tot beheer, bescherming en behandeling van dit scheepswrak? Zo ja, wat heeft dit contact opgeleverd? Zo neen, bent u van plan dit te doen?

1 1) De Pers, 15 november 2007

blad 3/3

Antwoord
De Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) onderhoudt contact over dit scheepswrak met zijn Zweedse counterpart (Statens Maritima Museer). Daarnaast werken Nederland en Zweden samen in het Europese project Managing Cultural Heritage Underwater (www.machuproject.eu). Het scheepswrak kan mogelijk in dit project worden betrokken waardoor het in samenwerking beheerd en onderzocht kan worden.


6
Is er een verdrag met Zweden inzake maritieme archeologische vondsten?

Antwoord
Nee.


7
Kunt u aangeven op welke wijze de wetenschappelijke kwaliteit van een nader archeologisch onderzoek gewaarborgd wordt? Wat is hierbij de betrokkenheid van de Rijksdienst voor Archeologie Cultuurlandschap en Monumenten? Wat is hierbij de betrokkenheid van universiteiten?

Antwoord
Zowel Nederland als Zweden hanteren voor de kwaliteitsborging bij de omgang met onderwatererfgoed de Operational Rules in de Annex van de UNESCO Conventie ter Bescherming van het Cultureel Erfgoed onder Water (2001)2. Bij de ontdekking zijn maritiem archeologen van de Zweedse Södertörn Hogskola (Södertörn University College) betrokken. Ook hebben de Zweedse ontdekkers van het wrak contact gezocht met de RACM. Zij hebben aan de RACM gevraagd om te helpen bij het verder identificeren en onderzoeken van het scheepswrak. Hierover vinden binnenkort nadere gesprekken plaats.


8
Heeft u, gelet op de medeverantwoordelijkheid, inmiddels overleg gehad met uw collega's van Financiën en van Buitenlandse Zaken? Zo ja, wat zijn de uitkomsten van dit overleg?

Antwoord
De vondst is in de Interdepartementale Commissie voor Nederlandse historische scheepsvondsten en scheepsvindplaatsen in den vreemde aan de orde geweest. Dit is een ambtelijke commissie. Het ministerie van Buitenlandse zaken heeft de ambassades in de Scandinavische landen en de Baltische staten op de hoogte gesteld van de vondst. RACM onderzoekt of de identiteit van het schip kan worden vastgesteld, zodat duidelijk wordt of de Nederlandse Staat eigendomsrechten kan doen gelden op het scheepswrak en de lading.


2 Nederland en Zweden hebben het verdrag niet geratificeerd, maar hebben zich evenals de andere lidstaten van UNESCO wel politiek gecommitteerd aan de Annex, die regels bevat voor de omgang met onderwater cultureel erfgoed.