SGP


10 - 12 - 07 | SGP blijft erbij: niet ontpolderen in Zeeland. SGP dient amendement in om dit veilig te stellen

De SGP blijft zich verzetten tegen ontpolderen. Dat is de inzet van SGP-kamerlid Van der Staaij in het zoveelste debat met de regering over dit onderwerp. De SGP zal de eerdere moties waarin dit standpunt is verdedigd nu vastleggen in een (bindend) amendement. Partijen die wellicht willen gaan schuiven, zoals het CDA en CU, zullen kleur moeten bekennen.


---

----------

Vervolg Scheldeverdragen
10-12-2007
Van der Staaij

Uitstel, maar geen afstel
Voorzitter. Ik zeg de minister dank voor de schriftelijke reactie en de toegezonden brief aan de Vlaamse MP. Laat ik positief beginnen: ik ben blij om in ieder geval enige beweging bij de minister in dit dossier te kunnen bespeuren. Deze beweging impliceert immers dat het Verdrag blijkbaar toch niet in beton is gegoten. Sterker nog: het blijkt vrij eenvoudig mogelijk om bijvoorbeeld in het Verdrag opgenomen data te wijzigen. (ten laatste in 2007 van start gegaan, wordt in feite via de interpretatieve verklaring van tafel gehaald. Waar een wil is, is een weg).

Voorzitter. In één adem voeg ik aan het voorgaande toe, dat de inhoud van de brief mij ernstig heeft teleurgesteld. Deze reactie doet geen recht aan de wens van de Kamer, zoals onder meer is neergelegd in de motie-Koppejan c.s.. En die wens luidde, dat landbouwgrondverwerving ten behoeve van ontpoldering louter en alleen langs minnelijke overeenkomst mag plaatsvinden. Daarbij vroeg de motie-Koppejan tevens om dit juridisch te verankeren. Op geen enkele wijze krijgt die duidelijke en consistente wens van de Kamer thans zijn beslag in de reactie van de minister.

Voorzitter. Ik concentreer mij thans op de brief aan de Vlaamse MP. Ik heb de indruk dat op onderdelen enig licht schuilt tussen de brief aan de Kamer en de brief aan de Vlaamse MP. Juridisch voor de uitwerking en toepassing van het Verdrag is de brief aan de Vlaamse MP cruciaal.

De brief aan de Vlaamse MP zet feitelijk vooral een uitsteloperatie in gang. Uitstel, geen afstel: de gelding van het integrale Verdrag blijft compleet intact. Ten laatste in 2010 moeten de beoogde projecten in het Zwin en de Hertogin Hedwigepolder in uitvoering zijn genomen. De brief aan de Vlaamse MP laat geen ruimte om alternatieven voor deze polders aan te dragen. Er wordt alleen wat meer tijd geboden om alsnog op vrijwillige basis de betreffende gronden te verwerven. Dat lijkt inmiddels redelijk illusoir. Is de reden waarom vrijwillige verwerving van de gronden dan tijdgebrek? Dat hadden we niet begrepen. Waarom met geen woord over alternatieven gerept?

Dat vrijwillige grondverwerving waarschijnlijk niks wordt, voelt de minister blijkbaar ook wel aan. Daarom wordt de Vlaamse MP gemeld, dat onteigening van deze gronden slechts zal plaatshebben na overleg met de Tweede Kamer. Er wordt expliciet gesproken over âoverlegâ.

Betekent dit juridisch gezien dat de minister, na overleg met de Kamer, zich het recht voorbehoudt om toch tegen de wens van de Kamer in te onteigenen? De tekst, zoals hier geformuleerd, is toch zachter geformuleerd dan een hard instemmingsrecht voor de Kamer? Dat zou gelet op de betrokkenheid van de Kamer bij dit dossier veel meer in de rede liggen.

Voorzitter. Het spijt mij te moeten vaststellen, dat de boodschap van de Kamer nog steeds niet duidelijk bij de minister is overgekomen. De boodschap van de Kamer is immers glashelder:

Geen onteigening voor ontpoldering! De minister zegt: voorlopig niet.

Een opening bieden voor onteigening wil mijn fractie pertinent niet. Destijds bij de behandeling van de ontwikkelingsschets was een Kamermeerderheid tegen ontpoldering, vrijwillig of gedwongen. De regeringspartijen hebben toen ingestemd met het compromis: okay, vrijwillig afstaan van gronden, dat zullen we accepteren. Dat is de politieke realiteit.

Maar daarmee heeft de Kamer genoeg bewogen, opening bieden voor uiteindelijk toch onteigening is ongeloofwaardig. Vrijwillig is echt vrijwillig, daarbij past geen dreigen met onteigening.

Na de motie-Van den Berg, na de motie Van der Staaij en na de motie-Koppejan is het nu zaak een steviger instrument in te zetten. De Kamer is nu eenmaal âgéén lam, maar een leeuwâ, zo haal ik graag instemmend de maidenspeech van mijn collega Koppejan aan.

Ik voeg hieraan toe, dat de minister ons ook geen andere keus laat, nu zij heronderhandeling met de Vlamen over dit onderdeel pertinent blijft afwijzen.

In dit licht heb ik een amendement ingediend, dat de uitvoering van de motie-Van der Staaij, en daarmee ook van de motie-Koppejan, waarborgt: amendement nr. 10. Dit amendement verankert in de goedkeuringswet, dat landbouwgrondverwerving ten behoeve van de desbetreffende projecten uitsluitend bij minnelijke overeenkomst mag plaatsvinden. Met dit amendement wordt de uitvoering van de motie-Van der Staaij, maar ook de uitvoering van de motie Koppejan gewaarborgd en is gedwongen ontpoldering uitgesloten.

Mocht blijken, dat grondverwerving langs minnelijke weg niet tijdig mogelijk blijkt, dan wordt toepassing gegeven aan de wijzigingsprocedure, zoals voorzien in artikel 12 van het Verdrag. Ik meen hiermee voor een koninklijke en juridisch houdbare weg gekozen te hebben.

Dank u wel

SGP blijft erbij: niet ontpolderen in Zeeland. SGP dient amendement in om dit veilig te stellen