Gemeente Utrecht
schriftelijke vragen 2007, nr. 122 inzake beleid MKB-vriendelijk aanbesteden
2007 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
122 Vragen van de heer drs. C.A. Geldof en mevrouw ir. I.G.M. de Bondt
(ingekomen 10 december 2007)
Gemeenten zijn belangrijke opdrachtgevers voor ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (MKB).
MKB-Nederland meldt dat steeds meer ondernemers in het MKB niet meer meedingen naar overheidsopdrachten, omdat de procedures die daarbij moeten worden gevolgd omslachtig en tijdrovend zijn. De kosten zouden daardoor niet meer opwegen tegen de baten.
In de afgelopen zomer heeft MKB-Nederland een landelijke klachtenlijn voor ondernemers geopend nadat minister Koenders (PvdA, Ontwikkelingssamenwerking) in opspraak was geraakt door een onderhandse aanbesteding. Op grond van de ontvangen klachten heeft MKB-Nederland een model-beleid ontwikkeld voor het MKB-vriendelijk aanbesteden van gemeentelijke opdrachten. Dat model is op 27 november naar alle gemeenten gestuurd. Bedoeling is om onnodig zware barrières weg te nemen en daarmee de administratieve lasten te verlichten.
Tegen een aantal kleinere gemeenten (niet de gemeente Utrecht) is MKB-Nederland een gerechtelijke procedure begonnen om het beleid van die gemeenten aangepast te krijgen.
De VVD is bezorgd over het signaal van MKB-Nederland. Het MKB is een essentiële factor voor de werkgelegenheid in de regio's en dus ook voor Utrecht. Bovendien is het bij gemeentelijke opdrachten van belang dat voldoende bedrijven meedingen. Alleen dan kunnen de meest gunstige financiële en kwalitatieve voorwaarden door de gemeente worden bedongen bij het verlenen van de opdracht. De VVD heeft daarom de volgende vragen aan het college.
1. Heeft het College kennis genomen van het model-beleid van MKB-Nederland?
2. Is het ook in Utrecht het geval dat het MKB minder meedingt naar opdrachten? Zo nee, waarop baseert u dat? Zo ja, welke redenen liggen daaraan volgens u ten grondslag?
In het model van MKB-Nederland wordt onder meer ingegaan op minimumeisen en selectiecriteria bij opdrachten, op eisen ten aanzien van de financiële gegoedheid van de ondernemer en op het moment waarop diverse verklaringen door de ondernemer moeten worden ingestuurd.
3. Geeft het model u aanleiding om het aanbestedingsbeleid van de gemeente Utrecht en/of de uitvoering van dat beleid aan te passen? Zo ja, op welke punten? Zo nee, waarom niet?
---- --