LTO Noord


Vogelgriep blijft gevaarlijk

Uitbraken van het H5N1 vogelgriepvirus in Engeland, Roemenië en Polen zorgen voor verhoogde alertheid in de Nederlandse pluimveesector, vooral bij internationaal vervoer van (broed)eieren en kuikens, stalstrooisel, voer en ander materiaal, en bij persoonscontacten.

In 2007 zijn tot nu toe 27 landen getroffen door H5N1 vogelgriep, waarvan vijf voor het eerst. In Europa zijn tot dusver gelukkig nog geen mensen van dit virus ziek geworden. Maar zorgelijk is dat de bron van de laatste uitbraken in de EU steeds maar niet gevonden wordt. De EU-monitoring op wilde vogels heeft sinds eind augustus geen virusvondsten opgeleverd. Mogelijk verspreidt het virus zich via handels- of reizigerscontacten. Of het is ongemerkt aanwezig in bepaalde vogels. Eenden kunnen het virus bij zich dragen en toch gezond zijn. Pas als zij bepaalde andere vogels zoals zwanen en kalkoenen besmetten, treedt ziekte en sterfte op.

De aanwezigheid van Infectieuze larynchotracheïtis (ILT) op een aantal pluimveebedrijven, die op zich al veel schade aanricht, verhoogt de noodzaak om zeer voorzichtig te zijn met contacten en de hygiëne zo goed mogelijk te waarborden. De klinische verschijnselen van ILT en vogelgriep kunnen namelijk makkelijk worden verward.

LTO en NOP doen een beroep op pluimveehouders om eventuele verdenkingen zo snel mogelijk op de volgende wijze te melden:


1. De ondernemer meldt onmiddelijk aan het Landelijk LNV dierziekten meldnummer (045 - 54 66 230) elke verhoogde sterfte: a. van leghennen, reproductiedieren of vleeskuikens, die ouder zijn dan 10 dagen op twee
opeenvolgende dagen van 0,5% of meer per dag; b. van vleeskalkoenen op twee opeenvolgende dagen van 1% of meer per dag, en
c. van AI-gevoelige dieren van meer dan 3% per week.


2. De ondernemer consulteert een dierenarts indien bij AI-gevoelige dieren:
a. een klinisch probleem zichtbaar is;
b. er op twee opeenvolgende dagen een reductie van voer- of drinkwateropname is van meer dan 5% per dag, en c. voor zover het leghennen of reproductiedieren betreft, er op twee opeenvolgende dagen een reductie van de eiproductie is van 5% of meer per dag.


3. Indien er geen sprake is van vogelgriep of Newcastle Disease doet de dierenarts binnen acht uur melding van het klinische probleem van de desbetreffende dieren of van de bovengenoemde omstandigheden en van de naam- en adresgegevens van het bedrijf aan de Gezondheidsdienst voor Dieren.

De lange termijnoplossing voor vogelgriep blijft vaccinatie van pluimvee, zodat de sector beschermd is tegen het vogelgriepvirus. Cruciaal daarvoor is dat de Europese markt eieren en vlees van geënt pluimvee accepteert. Het feit dat ook in de biologische houderij nog maar nauwelijks geënt is, laat zien dat de (Duitse) markt er nog niet klaar voor is. LTO/NOP in samenwerking met LNV werken daarom internationaal aan vergroting van het draagvlak voor enten.

Klaas Johan Osinga, Mona van Spijk
Integrale Portefeuille Diergezondheid LTO Nederland

Maandag 10 december 2007