De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Contactpersoon Ons kenmerk UB/S/07/37392
Doorkiesnummer Datum 10 december 2007
Onderwerp Organisatie van de opsporing
Conform mijn toezegging in het Algemeen Overleg van 31 oktober 2007, ontvangt u bijgaand
het rapport `Verkenning ketensamenwerking opsporing in het domein van SZW', van De
Galangroep (De Galan), dat ik hierna zal voorzien van mijn reactie. De Galan heeft in opdracht
van mijn ambtsvoorganger een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden voor een
versterking van de ketensamenwerking bij de opsporing in het SZW-domein. De Galan komt
in zijn rapport met twee adviezen.
· Vergroot de rol van de bestuursrechtelijke afdoening, door het optrekken van de
aangiftegrens van 6.000,- naar 10.000,-, en
· Bundel de thans versnipperde "lichte" opsporing in één organisatie;
Kerngedachte achter deze adviezen is de vergroting van de transparantie, effectiviteit en de
efficiency van de handhaving in het algemeen en van de controle en de opsporing in het
bijzonder. Belangrijk daarbij is dat in de uitvoering van het handhavingsbeleid de nadruk op
preventie ligt, overeenkomstig het Handhavingsprogramma van SZW. Handhaving dient
gericht te zijn op het voorkomen van overtreding van de wet- en regelgeving. Indien deze toch
wordt overtreden dan dient die overtreding zo snel mogelijk te worden vastgesteld en te
worden beëindigd. Een snelle constatering zorgt ook voor een beperking van het fraudebedrag.
Bedragen onder de aangiftegrens kunnen met lik-op-stuk beleid via een bestuursrechtelijke
aanpak (met een waarschuwing, een boete of een maatregel) worden afgedaan. De
strafrechtelijke afdoening is het sluitstuk van de handhaving (ultimum remedium).
In de verkenning en in het advies van De Galan is de focus gericht op een bundeling van de
lichte opsporing op het SZW-terrein (inclusief de gemeenten) in één organisatie (bij de SIOD
dan wel bij een Shared Service Center). Met die bundeling wordt alle opsporing
geconcentreerd en gescheiden van de controlefunctie. Daarmee wordt de strafrechtketen op het
SZW-terrein logischer en transparanter. Het nadeel daarvan is dat de opsporing wordt
losgekoppeld van de primaire uitvoeringsprocessen bij de SVB, het UWV en de gemeenten.
Gelet hierop is de uitwerking van de adviezen van De Galan niet gericht op een volledige
Ons kenmerk UB/S/07/37392
bundeling van de opsporing, maar op een concentratie van de bijzondere
opsporingsbevoegdheden, in combinatie met een vernieuwing van het werkproces bij het
UWV en de SVB.
De beweging die zowel het UWV als de SVB in gang heeft gezet om te komen tot een
vergroting van de rol van de bestuursrechtelijke handhaving sluit naadloos aan bij de eerder
genoemde uitgangspunten. Beide organisaties vernieuwen hun handhavingsproces, waarbij het
accent ligt op een versterking van de preventie- en controleprocessen. In de kern gaat het erom
dat schades als gevolg van regelovertreding eerder worden ontdekt, waardoor het
schadebedrag lager is en er vaker kan worden volstaan met een bestuurlijke boete, maatregel
of waarschuwing. Het door cliënten terug te betalen bedrag loopt minder hoog op. Cliënten
weten eerder waar ze aan toe zijn. Doordat de doorlooptijd totdat sanctionering daadwerkelijk
plaatsvindt kort is, is er voorts sprake van een directer effect op het gedrag van de cliënt (lik-
op-stuk). Voor cliënten van UWV geldt bovendien als voordeel dat zij minder snel
geconfronteerd worden met een strafblad zodat hun kans op reïntegratie groter is.
In het handhavingsproces van beide organisaties kunnen onderzoeken naar regelovertreding op
bestuursrechtelijke basis gestart en afgerond worden, tenzij er gerede aanleiding is om
strafrechtelijk onderzoek (opsporing) in te zetten. Indien na berekening van de schade blijkt
dat het benadelingsbedrag de aangiftegrens overschrijdt, komt een zaak in aanmerking voor
strafrechtelijke afdoening. In dat geval zal het verhoren van een verdachte en het opmaken van
een proces-verbaal door het UWV en de SVB worden gedaan, door medewerkers met
opsporingsbevoegdheden. De accentverlegging richting meer bestuursrechtelijke handhaving
resulteert in het eerder en meer inzetten van inspectiecapaciteit in het werkproces, met als
resultaat meer inspecties en controlerapporten en meer bestuurlijke afdoening. Dit wordt in het
rapport van De Galan onderschreven. Versterking van het controleproces heeft naar
verwachting ook tot gevolg dat minder zaken tot een proces-verbaal zullen leiden, wat een
vermindering van de benodigde, veelal duurdere opsporingscapaciteit betekent.
Onderzoeken waarbij de inzet van bijzondere opsporingsbevoegdheden noodzakelijk is
(bijvoorbeeld doorzoeking, observatie) zullen door de SIOD worden uitgevoerd. Dit sluit aan
bij de deskundigheid van de SIOD. Dit leidt zoals De Galan in zijn rapport aangeeft - tot een
verdere professionalisering van de opsporing. Voortvloeiend hieruit zullen het UWV en de
SVB een deel van hun opsporingscapaciteit aan de SIOD overdragen.
Over de opsporingstaken van de gemeenten heb ik op grond van de WWB geen zeggenschap.
Wel wil ik, in het licht van de adviezen van De Galan, de gemeenten faciliteren in het
vergroten van de effectiviteit en efficiency van hun opsporingstaken door de gemeenten de
mogelijkheid te geven een samenwerking aan te gaan met de SIOD. In dit kader wil ik u
informeren over een samenwerkingsproject tussen de SIOD en de gemeente Arnhem. De
---
Ons kenmerk UB/S/07/37392
Gemeente Arnhem en de SIOD hebben ten behoeve van strafrechtelijke onderzoeken een
dienstverleningsovereenkomst afgesloten voor de periode van één jaar. De pilot is gestart op
1 mei 2007 en eindigt op 1 mei 2008. Over de eerste periode van het pilot project is de
samenwerking goed te noemen. Cijfermatig zijn er goede resultaten geboekt. Vanaf 1 mei
2007 zijn vierentwintig zaken uitgezet bij de SIOD. Negen onderzoeken zijn inmiddels
afgerond. De verwachting is dat deze resultaten nog zullen verbeteren naarmate de ervaring in
de samenwerking toeneemt.
Ten slotte heb ik naar aanleiding van de adviezen van De Galan ook overleg gevoerd met het
OM. De grens voor de aangifte van sociale zekerheidsfraude ligt vast in de Aanwijzing Sociale
Zekerheidsfraude, die nog tot 1 oktober 2008 geldig is. Het OM onderzoekt op dit moment de
mogelijkheden tot aanpassing van de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude. De mogelijkheden
tot ophoging van de aangiftegrens, is al of niet in combinatie met meer kwalitatieve criteria
onderwerp van het OM-onderzoek. Ik zal u hierover tezijnertijd informeren.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(A. Aboutaleb)
Bijlage(n):
Rapport De Galan
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid