Valys -vervoer

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DMO/PO-2817976

7 december 2007

Met deze brief informeer ik u over de hoogte van de persoonlijke kilometerbudgetten (pkb's) voor het bovenregionaal vervoer van gehandicapten (Valys) voor het jaar 2008. Tevens ga ik nader in op een aantal onderwerpen rond (de kwaliteit van) het Valys-vervoer die in het spoeddebat van 11 oktober 2007 aan de orde zijn geweest.

Hoogte pkb's voor 2008
Aan het eind van elk kalenderjaar stel ik de hoogte van de pkb's voor het daaropvolgende jaar vast. De pkb's worden vastgesteld op basis van het beschikbare budget en de (verwachte) ontwikkeling van het aantal pashouders en het verbruik van de kilometerbudgetten.

Het aantal pashouders is in 2007 onverminderd toegenomen. Eind oktober 2007 waren er 170.532 pashouders, terwijl dit aantal aan het begin van het jaar op circa 125.000 lag. De verhouding tussen het aantal pashouders met een standaard en hoog pkb is gelijk gebleven in vergelijking tot 2006. Circa 96% van de pashouders heeft een standaard pkb en 4% een hoog pkb.

Ik vind het een positieve ontwikkeling dat meer mensen met een mobiliteitsbeperking van het Valys-vervoer gebruik maken, al zet de aanhoudende groei van het aantal pashouders de hoogte van de pkb's onder druk. Het kabinet heeft bij Voorjaarsnota 2007 structureel EUR 20 mln extra toegevoegd aan het budget voor het bovenregionaal vervoer. Dankzij deze extra middelen kan ik de pkb's in 2008 handhaven op 750 km voor het standaard pkb en 2250 km voor het hoog pkb. Ik sluit niet uit dat ik voor 2009 en daaropvolgende jaren bij verdere groei maatregelen zal moeten treffen om het Valyssysteem beheersbaar te houden. In 2008 zal ik dit verder onderzoeken.

Kwaliteit van het Valys-vervoer
In het spoeddebat van 11 oktober 2007 heb ik toegezegd u in december te informeren over de stand van zaken bij de verbetering van de kwaliteit van het Valys-vervoer. De maatregelen die Connexxion heeft getroffen (zie de brief van 4 oktober 2007) zijn in de periode juni-augustus doorgevoerd. De ontwikkeling van het aantal klachten laat zien dat de maatregelen tot een lichte daling van het aantal gegronde klachten heeft geleid. Het percentage gegronde klachten ten opzichte van het aantal ritten ligt in de periode juli-oktober op circa 1% terwijl dit in de maanden daarvoor op 1,4% lag. In november is het aantal klachten verder afgenomen en onder de 850 klachten uitgekomen. Van deze klachten zal naar verwachting circa 62% gegrond zijn (is 0,8% afgezet tegen het aantal ritten).

Mevrouw Van Miltenburg (VVD) en mevrouw Willemse-van der Ploeg (CDA) hebben tijdens het debat gevraagd naar de aard van de klachten en informatie over de indieners. In reactie hierop laat ik u weten dat tweederde van de klachten over het vervoer betrekking heeft op de ophaal- of aankomsttijd of de reistijd. Van deze klachten wordt ca. 80% gegrond bevonden. De klachten over de klantenservice gaan met name over de klachtafhandeling en boekingsfouten. Van deze klachten wordt een lager aantal klachten gegrond bevonden (ca. 30-40%). Uit een analyse van Connexxion blijkt verder dat er -afgezet tegen het aantal ritten- niet meer klachten ingediend worden door pashouders met een hoog pkb en/of rolstoel/scootmobiel. Een analyse van het aantal klachten naar regio laat zien dat er relatief veel klachten uit de regio Breda en Rotterdam komen (zie ook onderstaand).

Verder laat ik u weten dat Connexxion in de periode van eind oktober-begin november onder een steekproef van pashouders een klanttevredenheidsonderzoek heeft gehouden. Uit dit onderzoek is een gemiddelde score gekomen van 7.1 op een schaal van 1 tot en met 10. De scores voor de tevredenheid over de kwaliteit van de dienstverlening en de algemene kwaliteit lagen daarbij beduidend hoger (respectievelijk 7.65 en 8.8) dan de scores die pashouders die een klacht hadden ingediend gaven over de klachtafhandeling (4.75).

In november heeft VWS met Connexxion besproken hoe de kwaliteit van het vervoer zich ontwikkelt. Het aantal gegronde klachten is sinds de maatregelen van Connexxion van deze zomer licht afgenomen en op een aantal punten is verbetering zichtbaar en op andere punten is verdere verbetering nodig en mogelijk. Om dit te realiseren heeft Connexxion een aantal aanvullende maatregelen genomen bovenop de reeds ingezette wijzigingen. Onderstaand wordt de stand van zaken geschetst bij een aantal knelpunten die in de brief van 4 oktober 2007 genoemd zijn. De aanvullende maatregelen die Connexxion getroffen heeft worden daarin toegelicht.

Op het gebied van stiptheid was met name de uitvoeringskwaliteit van prioritaire ritten (ritten naar begrafenis, huwelijk of station) onvoldoende. De stiptheid waarmee deze ritten uitgevoerd worden en het aantal klachten dat over deze ritten binnenkomt laten verbetering zien. Connexxion is echter nog niet tevreden over het resultaat van de doorgevoerde wijzigingen. Ze heeft daarom onlangs de procedure voor boeking en uitvoering van deze ritten verder aangescherpt. Naast betere markering van deze ritten geeft zij bij de ritgegevens nu ook aan de vervoerder mee wat de eerst en laatst mogelijke ophaaltijd is voor deze rit. Een ander aandachtspunt was de stiptheid waarmee reguliere ritten aanvangen. Connexxion richt zich daarbij de komende tijd vooral op het terugdringen en beheersen van grote overschrijdingen van de ophaaltijd. Ze heeft daarvoor haar procedure op dit punt gewijzigd. Bij telefonische meldingen dat een taxi nog niet gearriveerd is, verloopt het contact niet meer tussen pashouder en de vervoerder, maar neemt het callcenter van Valys contact op met de vervoerder om te horen wat er aan de hand is en binnen hoeveel tijd de taxi verwacht wordt. Het callcenter informeert vervolgens de pashouder. Door de procedure op dit punt te wijzigen heeft Connexxion een beter overzicht van hoe de rituitvoering verloopt en kan ze bij overschrijdingen in de ophaaltijd sneller ingrijpen.

In de media, brieven van pashouders en de bloemlezing die ik van de SP ontvangen heb komen soms schrijnende voorbeelden naar voren van pashouders die veel te lang over hun Valys-rit gedaan hebben. Hoewel het incidenteel voor kan komen dat een rit langer duurt, vind ik de mate waarin de maximale reistijd op dit moment soms overschreden wordt te hoog. Connexxion zal wederom bij de vervoerders onder de aandacht brengen wat de maximale toegestane reistijd is en hoe hiermee in de planning van ritten omgegaan moet worden. De prestaties van de individuele vervoerders op dit punt zal ze monitoren en zonodig ook met de vervoerder bespreken.

De inzet van een juist voertuig lijkt ten opzichte van afgelopen zomermaanden iets beter te gaan. Voor de beschikbaarheid van rolstoelbussen blijft een lastig punt dat de levertijd van een nieuwe rolstoelbus nog steeds ca. 6 maanden bedraagt. Daarnaast heeft Connexxion -zoals vermeld in de brief van 4 oktober- een aantal specifieke acties ondernomen om het vervoer in West-Brabant en Rotterdam te verbeteren. Hoewel Connexxion bij het Valys-vervoer in Rotterdam ook nadrukkelijk een vinger aan de pols houdt, richt zij zich op dit moment vooral op West-Brabant. Een deel van het vervoergebied in West-Brabant wordt inmiddels door andere vervoerders verzorgd. Het vervoer in de regio Breda loopt echter nog niet naar behoren. Connexxion beziet om die reden op dit moment welke mogelijkheden zij heeft om het vervoer in dit gebied anders te organiseren. Het inschakelen van een andere vervoerder wordt daarbij als optie meegenomen.

De balans opnemend zie ik dat de ingezette maatregelen in korte tijd tot een lichte verbetering van de kwaliteit van het vervoer hebben geleid. Dit terwijl het aantal pashouders in deze periode verder is gegroeid. De aanvullende maatregelen moeten het aantal klachten nog verder terugbrengen. Connexxion blijft kijken waar verdere verbetering nodig en mogelijk is én of de ingezette maatregelen tot het gewenste resultaat leiden. Ik zal dit -net als de gebruikersorganisaties- kritisch blijven volgen.

Vereenvoudiging klachtenregeling
In het debat van 11 oktober is door een aantal leden van uw Kamer aandacht gevraagd voor de klachtenregeling van Valys. Ik heb u toen laten weten dat pashouders klachten over individuele ritten kunnen indienen bij de klantenservice van Valys. Die legt de klacht voor aan de vervoerder en stuurt binnen 15 werkdagen een antwoord. Als de pashouder niet tevreden is met de wijze waarop de klacht afgehandeld is, dan kan hij zich wenden tot de Stichting Geschillencommissie Taxivervoer. Deze commissie doet een bindende uitspraak. Mevrouw Van Miltenburg (VVD) heeft verzocht om de klachtenregeling te vereenvoudigen en bijvoorbeeld het indienen van een klacht via de e-mail mogelijk te maken. Ik kan u in reactie hierop laten weten dat Connexxion een proef van twee maanden wil houden waarin het indienen van klachten langs elektronische weg mogelijk wordt gemaakt. Tijdens deze periode zal Connexxion de uitvoerbaarheid en de effecten op het interne proces van klachtenafhandeling onderzoeken. De start van de proef wordt voorzien voor 1 maart 2008, maar er wordt in overleg met Connexxion bezien of deze datum vervroegd kan worden.

Gratis telefoonnummer
Mevrouw Van Gijlswijk (SP) heeft via een motie verzocht om voor Valys een gratis telefoonnummer in te stellen. Deze motie is, in afwachting van mijn reactie hierop, aangehouden. In de overeenkomst die ik met Connexxion heb afgesloten is vastgelegd dat voor het telefoonnummer van Valys het lokale gesprekstarief geldt. Bij het bellen met een mobiele telefoon komen de kosten die de provider in rekening brengt daar boven op. Met name de kosten voor het mobiel telefoneren kunnen, afhankelijk van het afgesloten abonnement, oplopen als een gesprek langer duurt. Ik ontraad de motie om het telefoonnummer van Valys gratis te maken. Ik vind het lokale gesprekstarief een redelijk tarief. Daarnaast brengt het invoeren van een gratis telefoonnummer aanzienlijke kosten met zich mee die af zullen gaan van het beschikbare budget voor de persoonlijke kilometerbudgetten. Bovendien kan wijziging van het contract op dit punt -mits deze mogelijk is- alleen na wederzijdse instemming tussen VWS en Connexxion plaatsvinden.

Resultaten amendement Dijksma/Van der Ham
In 2005 en 2006 is twee keer EUR 10 mln van het amendement Dijksma/Van der Ham ingezet om de toegankelijkheid van het openbaar vervoer te verbeteren. In antwoord op een vraag van mevrouw Van Dijken (PvdA) laat ik u mede namens mijn collega van Verkeer en Waterstaat weten dat dit geld gebruikt is voor de voorbereiding en/of bouw van tien liften op vier stations. Daarnaast zijn voor vijf stations planstudies naar liften gestart. Verder zijn versneld kleine infrastructurele maatregelen op stations genomen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om dubbele buisleuningen en een hellingbaan. De realisatie van de liften en de kleine infrastructurele maatregelen loopt door tot in 2008 en 2009. Verder zijn met het geld projecten gestart naar assistentieverlening via internet, informatie over stations voor blinden en de haalbaarheid van een reisvolgsysteem waarbij de gebruiker traceerbaar is voor de vervoerder en het thuisfront.

Voorwaarden voor continuïteit bij een volgende aanbesteding Zoals ik reeds aan mevrouw Van Miltenburg (VVD) heb toegezegd wil ik bij een nieuwe aanbesteding opnieuw bekijken wat er geleerd kan worden van de voorgaande overgang van vervoerder als gevolg van een aanbesteding en waar het nog beter kan. Daarbij zal ik ook kijken welke afspraken voor de overgangsperiode gemaakt kunnen worden om de continuïteit van de kwaliteit van het vervoer beter te borgen. Ik wil benadrukken dat bij de laatste aanbesteding door alle betrokken partijen veel aandacht is besteed aan een goede overgang. Niettemin kan bij een volgende aanbesteding bijvoorbeeld gedacht worden aan een langere implementatieperiode of het eerder overdragen van relevante gegevens tussen vervoerders. Ik kan op dit moment niet verder precisiëren welke afspraken ik bij een volgende aanbesteding wil opnemen en hoe ik deze vorm wil geven, maar ik zal daar in de toekomst nog meer aandacht aan besteden. Bij de planning van de implementatieperiode zal ik onder andere meer rekening houden met de (tijds)effecten van juridische procedures die bij een dergelijke aanbesteding onvermijdelijk aan de orde zijn.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker