KPMG
Private banks en vermogensbeheerders roeren zich op fusie- en
overnamemarkt
10|12|07 - Eén op de vijf banken en vermogensbeheerders verwacht de
komende drie jaar meer dan één miljard dollar uit te geven. De
aandacht gaat hierbij met name uit naar China, Rusland, Oost Europa en
India.
Private banks en vermogensbeheerders verwachten de komende drie jaar
zeer actief te blijven op de fusie- en overnamemarkt. Hoewel de
verwachting is dat de internationale fusie- en overnamemarkt dit jaar
als gevolg van de hypotheekcrisis haar top bereikt, vormen private
banks hierop een duidelijke uitzondering. Bijna de helft van de
bedrijven zoekt actief naar overnamekandidaten en zal dat ook de
komende drie jaar blijven doen. De bedrijven willen op deze manier
vooral nieuwe markten betreden. Eén op de vijf banken en
vermogensbeheerders verwacht de komende drie jaar meer dan één miljard
dollar uit te geven aan een fusie of overname. De aandacht gaat
hierbij met name uit naar China, Rusland, Oost Europa en India.
Dit blijkt uit jaarlijks onderzoek van KPMG naar de groeiambities van
private banks en vermogensbeheerders.
"De banken zien private banking niet langer als een nevenactiviteit",
constateert Age Lindenbergh van KPMG Transaction Services.
Lindenbergh: "Banken zetten hun private banking activiteiten in
toenemende mate in de etalage en realiseren zich dat er veel voordelen
te halen te zijn uit het bieden van een one-stop shop aan vermogende
klanten. Stond vorig jaar vergroting van het marktaandeel centraal, op
dit moment willen de bedrijven vooral nieuwe markten betreden. Een
teken dat de sector niet langer in aantallen rekent, maar een hoog
service niveau het uitgangspunt is."
Uit het onderzoek van KPMG blijkt dat de bedrijven een aantal
belangrijke obstakels tegenkomen in hun jacht naar een fusie of
overname. Vooral regelgeving vormt voor de ondernemingen een
hindernis, in het bijzonder voor kleinere bedrijven.
Lindenbergh: "Ondanks de ontmanteling van bepaalde regelgeving, zoals
de Glass Steagall Act in Amerika, die een scheiding van investerings-
en commerciële activiteiten oplegt, en de toegang tot voorheen door de
staat gecontroleerde bankensectoren in bijvoorbeeld China, is het
duidelijk dat bepaalde, met name door de overheid opgeworpen obstakels
zeer serieus moeten worden genomen. Daarnaast bestaat er een groot
verschil tussen de prijs die koper en verkoper bij de transactie in
gedachte hebben. Bijna de helft van de bedrijven ziet dit als een
belangrijke hindernis. Het verschil is vooral te verklaren uit het
feit dat kleine banken geen enkel voordeel zien in een verkoop nu de
winsten hoog blijven en de vraag naar overnamekandidaten het aanbod
blijft overstijgen. Het vinden van een geschikte overnamekandidaat
vormt voor veel bedrijven dan ook een volgende belemmering, vooral in
Europa."
De onderzochte banken en vermogensbeheerders blijken niet alleen
voordeel uit een transactie te halen. Bij ruim 40% van de bedrijven
liep het klantenbestand van de overgenomen partij na voltooiing van de
transactie met 1 tot 10% terug.
Lindenbergh: "Dit is aanzienlijk meer dan vorig jaar. Toen meldde 28%
een vermindering in het klantenbestand. Bij 23% ging het zelfs om een
vermindering van 11 tot 20%. In 2006 meldde 11% een dergelijke
teruggang. Een grote meerderheid van de banken en vermogensbeheerders
is er overigens van overtuigd dat de transactie uiteindelijk
aandeelhouderswaarde heeft toegevoegd. Slechts 22% vindt echter dat de
toevoeging substantieel is geweest. In 2006 vond 42% nog dat de
aandeelhouder er werkelijk beter van geworden was."
Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039.
© 2007 KPMG N.V., registered with the trade register in the
Netherlands under number 34153857 and a Dutch limited liability
company and a member firm of the KPMG network of independent member
firms affiliated with KPMG International, a Swiss cooperative. All
rights reserved.