Uitspraak tijdens Generali Pensioenseminar: "Van de 720 pensioenfondsen zijn
er naar verwachting over 5 jaar nog 450 à 500 over".
De pensioenmarkt is meer dan ooit in beweging. Veranderingen in wet-
en regelgeving treffen ook de pensioenfondsen in ons land. Met name de
kleinere pensioenfondsen lijken hiervan de dupe te worden. Dit was op
27 november jl. het centrale thema van het Pensioenseminar "Heeft uw
pensioenfonds nog toekomst" van Generali verzekeringsgroep. Dit
seminar werd speciaal gehouden voor bestuurders van pensioenfondsen.
Gastsprekers waren René de Vries van De Nederlandsche Bank, Wim
Teeuwissen van KPMG en Bram Verburg van Schlumberger. De insteek van
alle sprekers was `Regelgeving nu en in de toekomst'.
De Vries: "Van de 720 pensioenfondsen zijn er naar verwachting over 5
jaar nog 450 à 500 over"
René de Vries AAG, hoofd afdeling Toezicht herverzekerde
pensioenfondsen van De Nederlandsche Bank, ging in op de meest in het
oog springende wijzigingen van de afgelopen periode. Een goede
invulling van Governance vereist het waarborgen van een goed
pensioenbestuur. Eigen inzicht én verantwoordelijkheid moet hierbij op
juiste wijze worden ingevuld, temeer daar bij wanbeleid het afleggen
van verantwoording bij de Ondernemingskamer in het verschiet ligt.
Bepaling van de marktwaarde is geheel nieuw en bijzonder complex,
omdat er nu geen echte markt voor pensioenfondsen bestaat. Europese
regelgeving heeft de vermogenseisen voor volledig herverzekerde
pensioenfondsen verzwaard. Het minimum aan vereist vermogen dient
bepaald te worden vanuit de onderdelen beleggingsrisico, technisch
risico en kostenrisico. Bij de vaststelling van het kredietrisico is
van groot belang dat alleen die vorderingen tegen 100% mogen worden
gewaardeerd indien de debiteur minimaal een AA- rating heeft. Dit punt
is dus ook van groot belang bij de keuze van een verzekeraar op het
moment dat het fonds bepaalde gelden belegt of risico's onderbrengt.
Tot slot zijn met name de rapportage eisen toegenomen. Zo geldt de
nieuwe kwartaalrapportage voor elk pensioenfonds. In vergelijking met
de oude rapportage eisen worden niet meer gegevens gevraagd, maar wel
andere gegevens. De rapportage is overigens in samenwerking met de
sector tot stand gekomen. Ook de actuariële verklaring inclusief de
vaststelling dat het fonds zich aan de wet heeft gehouden, vergt veel
tijd en kosten", stelde René de Vries. De DNB toetst al enkele jaren
bestuursleden op integriteit en deskundigheid. Momenteel is het zo dat
de collectieve deskundigheid van het bestuur adequaat dient te zijn.
Tot het moment van daadwerkelijk liquidatie moet men formeel gezien
voldoen aan alle regels. In de praktijk echter, als fondsen op korte
termijn gaan liquideren, kijkt DNB daar iets minder exact naar.
Voorwaarde is dan wel dat de tijdslijn kort is en de progressie
aanzienlijk. In de toekomst worden verschillende eisen nog verder
ingevuld.. Dan wordt getoetst op een adequate `over all` deskundigheid
van elke individuele bestuurder. De Vries sluit af met een gewaagde
uitspraak die veel gespreksstof bij de borrel opleverde: "Van de
huidige 720 fondsen zijn er nu ongeveer 120 in liquidatie. "Mijn
persoonlijke verwachting is dat over 5 jaar nog ongeveer 450 à 500
fondsen over zullen zijn."
Teeuwissen: "Gelijktrekken met Amerikaanse regelgeving voorzien"
Wim Teeuwissen, partner van KPMG (marktgroep financiële
dienstverlening) richtte zijn presentatie op het belang van een goede
communicatie over de pensioenregeling. Hij bracht leerpunten vanuit de
VS in. Ook voor de werkgever is van groot belang dat de communicatie
geen onduidelijkheden laat. De scheidslijn tussen een Defined Benefit
(DB) en een Defined Contribution (DC) regeling is in theorie helder.
In de praktijk is karakterisering van de regeling vaak complex met
alle gevolgen van dien voor het op een juiste wijze opnemen van een
regeling op de balans. En deze gevolgen kunnen zeer substantieel zijn.
Het verwerken van pensioentoezeggingen kan grote gevolgen hebben op
het financiële resultaat en de balans van de onderneming. Teeuwissen
ziet dat werkgevers op dit moment vooral bezig zijn met implementatie
van (gedeeltelijk) Individuele DC regelingen. Teeuwissen voorziet de
volgende ontwikkelingen al. "Als opvolger van de Individuele DC
regelingen gaan we in Nederland mogelijk ook naar Individuele DB
regelingen. Daarnaast zal pensioenaccounting zich verder ontwikkelen",
stelt hij. "De nieuwe richtlijn 610 van de Raad voor de
Jaarverslaglegging leidt tot het aanleveren van meer details.
Daarnaast wordt op langere termijn het gelijktrekken met Amerikaanse
regelgeving voorzien, met alle daarbij behorende wijzigingen."
Verburg: "Besluit tot liquidatie juist niet op basis financiële
criteria"
Bram Verburg, director bij Schlumberger en voorzitter van het bestuur
van het pensioenfonds van Schlumberger lichtte toe op basis van welke
criteria zijn pensioenfonds tot liquidatie had besloten. Opvallend was
dat dit juist niet op basis van financiële criteria plaatsgevonden en
ook lijn zou zijn geweest met de presentatie van zowel De Vries als
Teeuwissen. "Wij baseerden onze keuze vooral op eisen van continuïteit
en deskundigheid. Maar ook de prijs/kwaliteit verhouding in de
uitvoering, de focus op de core business van het bestuur van
Schlumberger, de mogelijkheden om internationaal te kunnen poolen en
transparantie van uitvoeringskosten speelden een belangrijke rol."
Uiteindelijk werd de liquidatie vooral ingegeven om zo de continuïteit
op lange termijn te waarborgen en de deskundigheid zeker te stellen.
Schlumberger heeft met veel verzekeraars gesprekken gevoerd.
Uiteindelijk is de keuze gevallen op Generali vanwege haar
mogelijkheden voor internationale pooling en het feit dat ze een
product hebben waarbij het vermogenbeheer plaatsvindt bij Robeco. Zo
ontstaat niet alleen een hoge mate van transparantie in
uitvoeringskosten, maar krijgen de individuele deelnemers ook een heel
goed inzicht in de ontwikkeling van hun pensioenopbouw. Tot slot had
de heer Verburg nog een tip voor pensioenfondsen die liquidatie
overwegen. "Wij hebben bewust gekozen om niet gelijktijdig de regeling
aan te passen. Daarmee kun je het hele proces veel beter uitleggen aan
de deelnemers van het fonds en de doorlooptijd van het gehele proces
aanzienlijk verkorten."
Boonstra: "naast volledig geïntegreerde oplossing ook allerlei
deeloplossingen bieden"
Afsluitend gaf Richard Boonstra MFP, Adviseur Commerciële Zaken
Collectief bij Generali een presentatie over de aanpak van Generali.
"Generali is in staat haar kennis en ervaring van het Generali
Employee Benefits Netwerk in te brengen en in te zetten voor relaties.
Generali is met haar dienstenaanbod uitstekend geëquipeerd om alle
bestaande pensioenregelingen te implementeren en adequaat uit te
voeren. Belangrijk is ook dat Generali naast volledig geïntegreerde
oplossingen, ook de mogelijkheden van separate depots, pooling en
herverzekering van risico's en iedere gewenste deeloplossing kan
bieden. Generali biedt deeloplossingen in unieke samenwerking met
Robeco. Boonstra zegt afsluitend: "Het uitgangspunt van Generali is
niet denken in producten, maar in maatwerkoplossingen voor de klant.
En dat bewees dit seminar maar weer eens. De toekomst voor
pensioenfondsen en met name voor kleine pensioenfondsen staat dan wel
ter discussie, maar er zijn zeker prima mogelijkheden om het
voortbestaan te verzekeren."
Publicatiedatum: 07-12-2007
© Generali verzekeringsgroep 2007
Generali