Strategiewisseling bepleit op Afghanistan-conferentie
vlag van Afghanistan 7 december 2007
Hulpverlening en wederopbouw is gebaat bij een ingrijpende wijziging van de
strategie van de internationale missies in Afghanistan. Dit was de conclusie
van een conferentie voor Europese hulporganisaties op 6 december.
Het was de vierde keer dat europarlementariër Joost Lagendijk
(GroenLinks) gastheer was voor vertegenwoordigers van hulporganisaties
en Europese beleidsmakers. "Drie jaar geleden pasten de deelnemers nog
in klein zaaltje. De betrokkenheid van de EU en Europese
hulporganisaties bij Afghanistan is sindsdien alleen maar gegroeid.
Daarbij komen ook steeds meer moeilijke vragen op," zei Lagendijk.
Meisjes naar school
Hij haalde het voorbeeld aan van de veiligheidssituatie, mooi
geïllustreerd met een kaartje in de Volkskrant. Het overgrote deel van
Afghanistan is nu onveiliger dan twee jaar geleden, maar wat zegt dat
over de missies? "Het beeld van het Afghaanse meisje dat weer naar
school gaat, maakte een paar jaar geleden veel indruk in Europa. Nu
gaan er meer Afghaanse meisjes naar school dan toen, maar desondanks
vragen ook steeds meer Europeanen zich af waarom wij zoveel geld en
mensen moeten besteden aan dat verre, gevaarlijke land."
Belangrijke problemen in de hulpverlening die aan bod kwamen waren
communicatie en coördinatie met de Afghanen (moet beter), het
bestrijden van papaverteelt (niet besproeien) en corruptie
(ambtenarensalarissen zijn te laag). De onveiligheid in het land was
volgens de aanwezigen niet te wijten aan een overweldigende steun aan
de Taliban. Anja de Beer van Afghan Relief benadrukte dat geweld vaak
het gevolg was van lokale conflicten, bijvoorbeeld over land, water of
familieaangelegenheden.
Magneet voor geweld
Een belangrijke onderwerp dat aan bod kwam was de verhouding tussen de
civiele hulp en de militaire missies. "De groeiende onveiligheid in
Afghanistan doet de vraag rijzen of het leger onderdeel is van het
probleem of onderdeel van de oplossing," zei Lagendijk. "Vormen de
militairen een magneet die geweld aantrekt of kunnen ze Afghanistan
vrede brengen?"
Volgens Annabel Taylor van de Britse organisatie BAAG was er veel fout
gegaan in de communicatie. Door de regionale NAVO-eenheden "Provincial
Reconstruction Teams" te noemen zijn valse verwachtingen gewekt in
Afghanistan. De militairen moeten de hulpverlening volgens haar zo
veel mogelijk aan hulporganisaties overlaten en zich concentreren op
hun veiligheidstaak.
Dood Taliban-strijders geen goed nieuws
Shah Mahmoud, die naar eigen zeggen namens de Afghaanse
plattelandsbewoners sprak, zei dat de internationale gemeenschap aan
de Afghaanse regering moest gehoorzamen en niet andersom. "In de ogen
van de Afghanen heeft de regering geen legitimiteit. President Karzai
heeft met tranen in zijn ogen gesmeekt dat de buitenlandse troepen
geen burgers meer vermoorden. Maar de troepen trokken zich er niets
van aan."
Volgens Mahmoud communiceert de internationale gemeenschap niet goed.
"Vijftig Taliban gedood. Dat wordt als groot nieuws gebracht. Maar de
Afghanen zijn daar niet blij mee. Ze denken: wie zijn die Taliban? Is
het mijn broer, mijn neef, mijn buurman?" Mahmoud wees erop dat veel
mensen niet uit overtuiging bij de Taliban gaan, maar omdat het soms
de enige manier is om geld te verdienen.
Andere strategie
Francesc Vendrell, als speciaal vertegenwoordiger van de EU voor
Afghanistan één van de belangrijkste Europese spelers, meende dat het
terugtrekken van Europese troepen desondanks geen optie is. "Als we
terugtrekken, laten we Afghanistan over aan de niet altijd fijnzinnige
Amerikaanse methodes. Zonder internationale militaire aanwezigheid
nemen de Taliban en de "warlords" het land weer over."
Wel bepleitte Vendrell een aantal belangrijke wijzigingen:
1. Er moet een betere coördinatie komen tussen internationale
actoren, zodat het duidelijker is wat we van de Afghanen
verlangen.
2. De rollen van de verschillende militaire missies moeten
duidelijker gedefinieerd worden en militaire acties moeten beter
worden afgestemd met het Afghaanse ministerie van Defensie.
3. Als met een militaire actie het krediet van de internationale
gemeenschap in Afghanistan zou kunnen verspelen, moet er van af
worden gezien. Ook als er dan wat Taliban-strijders vrijuit gaan.
4. Illegale gewapende groepen moeten waar mogelijk ontbonden worden.
In het noorden, waar het relatief veilig is, kunnen de militaire
missies dit aanpakken.
5. Op lokaal niveau moet er een politiemacht komen die de tribale
structuur van de gemeenschap weerspiegelt.
6. We moeten benadrukken dat we bepaalde instituties ondersteunen,
niet bepaalde personen.
Bovendien zouden onderhandelingen met minder ideologische onderdelen
van de Taliban volgens Vendrell de veiligheidssituatie kunnen
bevorderen. De deelnemers hadden veel ideeën voor verbeteringen. Of
deze ideeën in de praktijk kan worden gebracht en of dat tot concrete
resultaten zal leiden, blijft de vraag. GroenLinks in Europa zal
volgend jaar waarschijnlijk weer een conferentie organiseren, waar
deze vragen beantwoord kunnen worden.
Zie ook:
* dossier Europa in de wereld
GroenLinks