Gemeente Amsterdam



Woonbeleid tot 2020: Amsterdam voor iedereen

Eerste Starterslening symbool voor Woonvisie Amsterdam

7 december 2007
-
Iris Reshef

Vandaag heeft wethouder Tjeerd Herrema (Volkshuisvesting) de Woonvisie van de gemeente Amsterdam gepresenteerd. Ook reikte hij de eerste Amsterdamse Starterslening uit aan een nieuwe bewoner van het project Nieuw Grunder in Amsterdam-Zuidoost, een project van de Woonmaatschappij. De Starterslening maakt het middeninkomens gemakkelijker om een huis te kopen en staat daarmee symbool voor het verhaal uit de Woonvisie: Amsterdam wil een stad zijn voor iedereen, óók voor de middeninkomens, óók voor gezinnen met kinderen, voor jongeren, studenten en tal van andere groepen.

Op 10 oktober jl. ging de gemeenteraad akkoord met de introductie van de Starterslening. De lening is bedoeld voor mensen die willen doorstromen van een huurwoning naar een koopwoning. Wie een hypotheek financieel niet rond kan krijgen, kan via de gemeente voor het tekort een nagenoeg renteloze lening afsluiten. De Starterslening is exclusief bedoeld voor (ver-)nieuwbouwprojecten.

Aansluitend op de uitreiking presenteerde de wethouder zijn Woonvisie die op 4 december jl. door het college van B&W werd vastgesteld en nu voor inspraak is vrijgegeven. Volgens planning zal de Woonvisie medio maart 2008 door de gemeenteraad worden vastgesteld.

Tjeerd Herrema: "Ik ben trots op de visie die er nu ligt. Deze hebben we ontwikkeld samen met al die partijen die het beleid uiteindelijk gestalte moeten geven. Woningcorporaties, marktpartijen, belangenbehartigingsorganisaties en uiteraard met bewonersorganisaties in Amsterdam. Met deze visie richt het woonbeleid zich op een veel gevarieerdere groep dan tot nu toe gebeurde. Amsterdam is immers een stad voor iedereen. De Starterslening is een goed voorbeeld van maatregelen die bijvoorbeeld de middeninkomens moeten bedienen."

In de Woonvisie zijn de volgende prioriteiten geformuleerd: Gebieden met hoge marktdruk toegankelijk voor lage en middeninkomens De centraal-stedelijke zone (stadsdelen Centrum, Oud-Zuid, ZuiderAmstel, Oud-West en het Oostelijk Havengebied) is het meest geliefde woongebied van Amsterdam. Het gebied moet ook voor de lagere en middeninkomens toegankelijk blijven. Dat gebeurt door afspraken over de verdeling van woningen te maken met de corporaties (85% van de vrijkomende huurwoningen wordt toegewezen aan lage en middeninkomens) en zeer stringente beperking van het splitsen en verkopen van goedkope particuliere huurwoningen.

Een groter aanbod in het middensegment
Naast het bieden van de Starterslening en andere koopondersteunende maatregelen moet ook het woningaanbod in het middensegment drastisch worden uitgebreid, onder meer door nieuwbouw en verkoop van huurwoningen. Naar verwachting zal 60% van jaarlijks nieuw te bouwen vrije sectorwoningen tot het middensegment behoren. Daarnaast is met corporaties afgesproken dat tot 2016 31.000 woningen mogen worden verkocht die bijna allemaal tot het middensegment (tot EUR 265.000) behoren.

Stad voor kinderen
Kinderen zijn het kapitaal van de stad. In de Woonvisie is daarom veel aandacht voor de behoeften van gezinnen. Dit gebeurt door meer grote sociale huurwoningen specifiek voor grote gezinnen te bouwen en bij nieuwbouwwoningen in de vrije sector meer aandacht te besteden aan eengezinswoningen.

Specifiek bouwen voor specifieke groepen
Variatie en differentiatie zijn sleutelwoorden in de Woonvisie. Met de woningcorporaties worden afspraken gemaakt over de beschikbaarheid van woningen voor alle mogelijke speciale doelgroepen. Hierbij wordt gedacht aan combinaties van specifieke woningen en voorzieningen voor ouderen, gehandicapten, jongeren en studenten.

Gebiedsgericht werken
Niet elke buurt hoeft de ideale afspiegeling te zijn van de Amsterdamse samenleving, niet overal hoeft de gemengdheid hetzelfde te zijn, niet elke buurt hoeft dezelfde voorzieningen te hebben. Amsterdam is geen homogeen geheel, maar een ideale mix van gevarieerde verscheidenheid. Dat houdt bijvoorbeeld in dat bij het bouwen en verdelen van woningen in de centrale stadsdelen meer kan worden ingespeeld op de behoefte van jonge of kleine huishoudens, terwijl in de gebieden verder van het centrum aan de behoeften van gezinnen kan worden gedacht. Een ander voorbeeld is de wijkaanpak waar gebiedsgericht wordt gekeken naar de specifieke wensen, onder andere op het gebied van wonen, voor de verbetering van de wijk.