Elk jaar sterven 10 Rotterdammers daar waar ze dachten veilig te zijn.
In hun eigen huis. Een jong meisje dat door haar vader wordt
doodgeslagen. Een man die door zijn partner wordt doodgeschoten. Een
oudere vrouw die bezwijkt na jarenlange mishandeling door een inwonend
familielid. De meeste slachtoffers krijgen hooguit een klein berichtje
in de krant. Een enkele keer is er veel publiciteit.
Ook in Rotterdam zijn er gevallen van huiselijk geweld met dodelijke
afloop geweest die de landelijke
pers haalden. Meestal komt al die aandacht achteraf. Te laat dus.
Huiselijk geweld is dan ook anders dan geweld op straat. Daar zijn er
meestal getuigen. Mensen die zelf ingrijpen of anders de politie
bellen. Thuis is dat anders. Thuis is privé. Wat thuis gebeurt, daar
hebben anderen schaduwzijde. Daders hebben bijna een vrijbrief om door
te gaan. En slachtoffers durven uit angst om nog meer klappen te
krijgen vaak niks te zeggen. Huiselijk geweld wordt ook niet altijd
gesignaleerd door zorgprofessionals en hulpverleners. Of wél
gesignaleerd, maar niet altijd gemeld of snel opgevolgd.
De gemeente Rotterdam kan niet accepteren dat elk jaar 10 inwoners hun
leven verliezen als gevolg van huiselijk geweld. Natuurlijk moeten de
daders worden bestraft. Maar er moet meer gebeuren. En er moet eerder
worden ingegrepen. Huiselijk geweld structureel aanpakken begint met
weten wat er gebeurt. De stilte moet voor eens en altijd doorbroken
worden. Daarom komt de gemeente Rotterdam op maandag 10 december met
een nieuw initiatief voor het melden van huiselijk geweld. Kijk op:
www.huiselijkgeweld.rotterdam.nl
Bron: Bestuursdienst, 07-12-2007
Gemeente Rotterdam